finale Alleen het beste is goed genoeg voor Harry Mens Binnen een minuut ruik ik of ik met de verkeerde praat" '£eidóe Sou/umt' ZATERDAG 28 JULI 1990 Hij doet het niet of hij doet het goed. Geen naambordje dus bij een golfhole met daarop 'Mens Makelaars' of Marco Bakker contracteren voor een concert. Harry Mens (43) pakt alles groot aan. De makelaar uit Lisse haalt volgend jaar de wereldberoemde tenor Luciano Pavarotti naar Nederland en sponsort nu vier internationale topgolfers tijdens de KLM Open op de Kennemer Golf en Country Club in Zandvoort. Alleen het beste van het beste is goed genoeg. „Ik heb respect voor mensen die kwaliteit leveren. Dat doe ik zelf ook. Er is maar één Frank Sinatra, één Charles Aznavour en één Harry Mens". ZANDVOORT - Zijn secretaresse lacht. Sinds dat Pavarotti-gedoe hebben ze het jazzy pauzemuziekje geruild voor het machtige stemge luid van de Italiaanse tenor. En ja, Pavarotti komt echt naar Neder land. HaiTy Mens doet geen dingen die hij niet kan. Zoals golfen. „Ik ben zelden op de greens te vinden. Ik wil niet voor aap lopen. Nooit. Er is niets ergers dan voor aap lo pen". En eigenlijk staat hem die oogverblin dende witte hoed ook wel. Onconventio neel op de greens van de Kennemer Golf en Country Club, maar dat is juist de be doeling. „Ik ben dol op hoeden en voort durend tegendraads". Maar niet echt. In het voorbijgaan schudt hij de handen van mannen in donkerblauwe jasjes en bijpassende pantalons. Voor een foto graaf van De Telegraaf poseert hij gewil lig met hoed op. „Mens is tuk op publi citeit. En dat werpt zijn vruchten af. Binnen een jaar heeft-ie alle ogen op zich gericht gekregen. Dat is knap", zegt makelaar Menno Smitsloo, die vier jaar bij Mens heeft gewerkt. Maar het is niet alleen de publiciteit die Mens beweegt tot activiteiten die niets te maken heb ben met de makelaardij. Smitsloo: „Mens wil kleur geven aan het leven en zelf één van die kleuren zijn. Het is een idiote, capabele vent die doet wat-ie denkt dat-ie moet doen". Op verjaardagen komt hij mensen tegen met de mooiste plannen. Een jaar later hebben ze die plannen nog steeds. „Als je nu de helft doet van wat je van plan bent, dan lukt het wel", verzekert Mens. Met een beetje geluk worden de aanvan kelijke gedachtenspinsels zelfs een door slaand succes. Maar ook geluk komt niet aanwaaien. „Geluk dwing je af. Als je niets doet, gebeurt er ook niets". Soms is Harry Mens het geluk. Dan helpt-ie mensen die iets goeds doen. „Een kontje geven". Zo koopt hij werken van de be trekkelijk onbekende schilders Van der Kroef en Theo den Boon uit Waddinx- veen. „Anders zijn hun werken pas be roemd als ze dood zijn. Schilderen is ook marketing. Zonder marketing kom je er niet, ook al ben je goed". Mens heeft van niemand een kontje ge kregen. Of toch. „Als mijn vader niet zo vroeg was gestorven, had ik waarschijn lijk nog in de bloembollen gezeten". Mens kon niet veilig besluiteloos blij ven, maar moest zijn plannen noodge dwongen uitvoeren omdat zijn vader op 52-jarige leeftijd stierf. Harry was toen 17 jaar en de oudste zoon van een gezin met zeven kinderen, dat leefde van de export van bloembollen. „Ik werd in het diepe gegooid. Het was een struggle for life. Tot m'n 25e ben ik op de veiling makelaar geweest in bloembollen. In die acht jaar verkocht ik ook stukjes land. Omdat die transacties veel hoger waren, ben ik het makelaarsdiploma gaan ha len". Crisis Midden in de oliecrisis, in juli '73, be gon Mens voor zichzelf. Wanhopige huiseigenaren die hun woning niet kwijt raakten, wendden zich tot de man die van de daken schreeuwde dat hij elk huis kon verkopen. En omdat het econo misch tij keerde, lukte hem dat ook. De zaken gingen beter en beter. Woonhui zen werden bedrijfspanden en de banken hadden vertrouwen in Mens. Ook toen hij zich in projectontwikkeling stortte en bijna verdronk. „Er was niemand die mij waarschuwde. De rente liep op en in '79 stond ik tien miljoen gulden rood. Ik was bijna failliet. Ik maak me nu op voor de volgende crisis. Kijk naar de varkenscyclus, lees de bijbel. Na zeven vette jaren, komen zeven magere. Daar geloof ik in. Iets na '92 keert het tij. De eerste symptomen zijn al zichtbaar. Neem nu zo'n Engelse minister. Hij laat zich ongenuanceerd uit, maar met de strekking van zijn betoog ben ik het eens. Dat verenigd Europa komt er nooit. Daarvoor zijn de diverse landen te verschillend. De eigengereidheid van volkeren zal alleen maar tot conflicten leiden. En dan nog een hoge rentevoet, nou, dan hoeft er maar iets in het Mid den-Oosten te gebeuren of de vlam slaat in de pan. Ik zeg, wacht maar even met dure panden kopen en wordt wat meer liquide". Zeemancultuur Dure bedrijfspanden en beleggingsobjec ten vormen de dik belegde boterham van Mens. Gigantische kantoorgebou wen in Rotterdam, exclusieve apparte menten van acht ton in Bloemendaal en Den Haag. „Of ik die gemakkelijk ver koop? Goedkoop onroerend goed wordt vérkocht. Duur gékocht. Allemaal heel voorzichtig. Want we zijn hier in Neder land. En een Nederlander gooit niet met geld. Een Nederlander is calvinistisch. Een Belg geeft uit. De mooiste winkels van Europa vind je in Knokke. In Ne derland heerst een Zeemancultuur, al leen de P.C. Hooftstraat en de Van Baer- lestraat in Amsterdam en de Hoogstraat in Den Haag mogen er zijn". Mens leeft dan ook niet van Nederland se cliënten. Zijn belangrijkste zakenrela ties komen uit Scandinavië. Vorig jaar heeft hij bemiddeld in de verkoop van kantoorgebouwen die samen vijfhonderd miljoen gulden hebben opgebracht. „Vanwege het socialistische regime in Scandinavië, vlucht het establishment met zijn kapitaal naar Nederland. Voor een kantoorpand in Zweden betaal je tienduizend gulden per vierkante meter, terwijl een topgebouw in Nederland vierduizend gulden per vierkante meter opbrengt. Kijk, dan wil je wel weg. In hun gulzigheid hebben ze ook veel ver keerde dingen gekocht: in Groningen, Limburg en Zeeland. Ik verkoop ze geen troep. Ik behoed ze voor rampen". Runderlapjes Mens zelf is noch calvinist, noch bour- fondiër. „Ik zit er tussenin denk ik. Ik oop wel een mooi schilderij. Op advies van mijn vriend Tom Okker. Ik heb schilderijen van Appel, Cremer, maar ook goedkope van Theo van den Boon". In drie minuten bekijkt hij een tentoon stelling en in één oogopslag beslist hij over de aanschaf van een schilderij. „Dan maak je natuurlijk ook wel eens fouten. Maar dan geef ik het schilderij gewoon weg". Met dezelfde snelheid oordeelt Mens over mensen. Journalisten en sollicitan ten. „Binnen een minuut ruik ik of ik met de verkeerde praat. In één minuut weet ik ook of ik iemand in dienst wil nemen of niet. Ik hecht niet aan diplo ma's of opleidingen. Te veel mensen gaan naar de universiteit, te weinig leren er een vak. Overal waar ik kom ruik ik soep uit een pakje. Ik wil dat mijn twee dochters soep kunnen koken en runder: lapjes braden die smaken zoals ze bij mijn oma smaakten. Noem het een run derlapcultuur. De jeugd van vandaag wordt te duur gesoigneerd. Mijn doch ters krijgen geen paard. Als ze willen rij den huren ze er gewoon een". Ondeugendheid. Dat is wat Mens in een eerste gesprekje met sollicitanten wil proeven. „Het vak leren ze hier. Wat ze moeten hebben is talenkennis en een soort van ondeugendheid. De mensen die ik aanneem zijn niet de jongens die op school altijd de plantjes water wilden geven, maar de jongens die de gang op werden gestuurd. Jongens die je meer moet afleren dan aanleren". Olifant Jongens ook die binnen tien jaar uitvlie gen om een eigen zaak te beginnen. „Daar ben ik echt trots op. Die dragen het Menslabel verder uit". Eigenzinnig en doordrammen staat er op het Mensla bel. Concurrenten zeggen respect te hebben voor de aanpak van Mens, maar in hun hart wensen ze de Lissenaar volgens Smitsloo het graf in. „Typisch Neder lands. In Amerika zouden ze voor je ap- plaudiseren, maar hier spannen collega's samen en gunnen ze je het graf'. Als Mens-pupil zegt hij oprecht respect te hebben voor zijn vroegere werkgever. „Hij loopt als een olifant door een por- celeinkast om een deal te sluiten, maar anders lukt het ook niet". In Duitsland stapte Mens na een concert gewoon op Pavarotti af om hem voor ruim twee miljoen gulden naar Neder land te halen. Voor de publiciteit, maar ook omdat-ie het „gewoon leuk vindt". „Ik hou van opera. Ben katholiek opge voed. Als jongen zat ik bij het kerkkoor. In de kerstnacht mocht ik voorzingen. Daar kreeg ik zo'n kick van! Daar heb ik ook mijn hang naar mystiek van overge houden. Dat mystieke ontdek ik nu ook in Pavarotti". Hij glimt. De colitracten voor het optreden in september volgend jaar moeten officieel nog worden geter kend, maar Mens verzekert dat alles in kannen en kruiken is. Het concert gaat door. „Het is een gelopen koers. Van de 8500 kaarten zijn er bij voorinschrijving al vijf- tot zesduizend verkocht. Pavarot ti kan alleen nog ziek worden, maar ook daar ben ik voor verzekerd". Mens wil geen slaatje slaan uit het concert. „Alle winst, ik schat een paar ton, gaat naar zwerfjongeren in Amsterdam en Rotter dam. Ja, ik ben heel erg idealistisch. Ik wil de wereld niet verbeteren, maar ik wil wel weten dat ik geweest ben. Het le ven is toch al zo kort en betrekkelijk. Dus haal ik Pavarotti naar Nederland en geef een paar ton aan zwerfjongeren. Daar krijg ik een kick van". En na Pavarotti? Smitsloo vreest voor de stilte na de storm. „Als je hier aan begint, is er geen weg terug. In alles wat Mens doet, wil hij tot de grootste beho ren. Dus wat hierna moet... Ik heb al ge zegd, misschien het Londen Philharmo- niker of Count Basie met band". Mens wanhoopt niet. Hij bedenkt wel weer wat. „Of ik nu sinaasappels moet verkopen of slingers. Het lukt me. Zaken doen is communiceren met je mede mens: mensen aanvoelen en eerlijk zijn. Daar liggen mijn talenten". Als finale heeft Mens nog een groot gebaar achter de hand. „Ik word 98 jaar. Want dat wil ik graag. Daarboven vind ik wat over dreven. En als ik dood ga... Ik heb een enorme bewondering voor Derksen van Sporthuiscentrum die zijn vermogen heeft weggeven. Misschien doe ik dat MONIQUE VAN DE VEN Harry Mens: „Ik ben dol op hoeden en voortdurend tegendraads". FOTO: STEPHEN EVENHUIS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 21