Niet Hans maar Peter
stopte vinger in dijk
1
mal
Ie
Achter NOS Laat zit veel leeswerk"
AMERIKAANSE
SCHREEF BOEK
UIT BEWONDERING
VOOR
HOLLANDS LEVEN
CeidóeGourmii
ZATERDAG 21 JULI 1990 PAGINA 23
„Zo", dacht hij met jongensachtig plezier, „nu houd ik dat boze water tegen en zal
Haarlem niet onderlopen zolang ik hier sta".
HAARLEM/ALKMAAR - Plotse
ling schrok de jongen op uit zijn
gepeins. Hij had niet gemerkt dat
de zon verdwenen was en zag nu
dat zijn schaduw niet langer te zien
was. Het werd donker en hij was
nog een heel eind van huis, alleen
met zijn bloemen, die er ook al
grijs uitzagen. Hij wilde net gaan
rennen toen hij opschrok door het
geluid van sijpelend water. Waar
kwam dat vandaan? Hij keek in
het rond en zag een kleine opening
in de dijk, waar een dun straaltje
water door stroomde.
De jongen begreep meteen dat er gevaar
dreigde. Dat kleine gaatje, waar het wa
ter nu nog doorheen druppelde, zou
spoedig groter zijn en leiden tot een gro
te overstroming. In een flits begreep hij
wat hem te doen stond. Hij smeet de
bloemen weg en klom omhoog totdat hij
het gat had bereikt. Hij duwde zijn vin
ger er in om het gat dicht te houden. De
straal was gestopt. „Zo", dacht hij met
jongensachtig plezier, „nu houd ik dat
boze water tegen en zal Haarlem niet on
derlopen zolang ik hier sta".
Deze passage, uit een kinderboek van de
Amerikaanse schrijfster Mary Mapes
Dodge, heeft Nederland wereldberoemd
gemaakt. De Deltawerken vallen in het
niet naast deze legende over onze strijd
tegen het water. Van 'Hans Brinker or
the silver skates', dat in 1865 voor het
eerst verscheen, kwamen tot nu toe in de
Verenigde Staten en Canada alleen al
188 edities uit. Het is vertaald in het
Frans, Italiaans, Russisch, Noors en Ja
pans. Veel Amerikanen zijn dan ook op
recht verbaasd wanneer Nederlanders
nauwelijks blijken te weten wie Hans
Brinker was. De meeste Nederlanders
komen niet verder dan dat Hans Brinker
dat jongetje was met zijn vinger in het
gat van de dijk. Een Nederlandse verta
ling van het boek is pas sinds 1983 be
schikbaar.
Museum
Joop Voorn, eigenaar en conservator
van het Museum Hans Brinker in Alk
maar, vertelt: „Mary Mapes Dodge leef
de van 1831 tot 1905 en woonde in New
Jersey tussen de Nederlandse kolonisten.
Ze hoorde hun heimwee-verhalen aan en
leerde van hen veel over het land dat ze
verlaten hadden. In 1861 las ze John
Motiey's boek The rise of the Dutch re
public en raakte steeds meer geïnteres
Joop Voorn, eigenaar en conservator van het Museum Hans Brinker in Alkmaar.
seerd in onze geschiedenis. De vele oor
logen, de ontdekkingsreizen en vooral de
eeuwige strijd tegen het zoete en het
zoute water maakten een onvergetelijke
indruk".
Hans Brinker is de rode draad door
Voorns collectie, waarin op een zeer ge
varieerde wijze een beeld wordt gegeven
van het leven, wonen, werken, eten,
drinken, kleden en verpozen van de
Hollanders door de eeuwen heen.
Peter
Maar in de passage in het boek van
Mary Mapes Dodge over het gat in de
dijk speelt Hans Brinker geen enkele rol.
De dreigende ramp maakt zelfs geen lo
gisch onderdeel uit van het boek.
Het verhaal verplaatst zich naar een
schoolklas in Engeland, waar de leesles
begint. „Jij bent aan de beurt, Robert
Dobbs", zei de onderwijzer. „We zijn op
bladzijde 242 en denk eraan dat je even
stopt als er een punt staat". En toen be
gon Robby met zijn heldere kinderstem
te lezen: „Les 62, De held van Haar
lem".
„Enkele jaren geleden", zegt Joop
Voorn,toen dit museum nog in de kerk
van Scftermerhorn was gehuisvest, be
gon een Amerikaanse vrouw opeens met
luide stem een lang gedicht te declame
ren. Over een gat dat in een dijk was
ontstaan:
'And the boy! He has seen the danger
and shouting a wild alarm
He forces back the weight of the sea
with the strength of his single arm
„Die jongen heette Peter en het gedicht
werd geschreven door Phoebe Cary
(1824 - 1870). Ongetwijfeld heeft Mary
Dodge er gebruik van gemaakt voor
haar boek".
In het boek is Hans Brinker de zoon van
een dijkwerker die een ongeluk krijgt en
zijn geheugen kwijtraakt. Juist de dag te
voren heen de man een pot met munten
op een onbekende plaats verstopt. Het
gezin raakt in behoeftige omstandighe
den. Hans wil zijn vader helpen door
aan een grote schaatswedstrijd mee te
doen waar een paar echt zilveren schaat
sen te winnen zijn. Hij weet een beroem
de arts, dokter Boekman, te bewegen
zijn vader te opereren. Tussen de bedrij
ven door wordt een schaatstrip verreden
die van Broek (in Waterland) in Noord-
Holland via Amsterdam, Haarlem en
Leiden naar Den Haag voert, waar tal
van bezienswaardigheden worden be
schreven.
„Mary Mapes Dodge was nog nooit in
Nederland geweest toen ze haar boek
schreef', vertelt Voorn. „Ze haalde haar
kennis over ons land uit boeken en cor
respondeerde met Nederlandse geleerden
als Backhuizen van den Brinck, archiva
ris des rijks, en Holtrop. bibliothecaris
van de Koninklijke Bibliotheek in Den
Haag. Maar het verhaal van het gezin-
Brinker berust op waar gebeurde feiten,
die haar door emigranten zijn verteld.
En dokter Boekman is de toen wereldbe
roemde Nederlandse arts Boerhaave".
De encyclopedische kennis is hier en
daar in het boek duidelijk te herkennen
en lang niet altijd heeft Mary Mapes
Dodge begrepen wat ze las. Het hele ver
haal speelt in winters Nederland, dat
door haar wordt omschreven als Raar-
land of Apartland. „Elke dag is het een
groter wonder dat dit land nog niet is
weggespoeld door de zee. Soms ligt
de kiel van een schip hoger dan de da
ken van de woningen. Mensen wor
den er geboren, wonen, sterven en tui
nieren zelfs op de vele woonboten. Boer
derijen met brede overkappingen staan
soms op houten palen, alsof ze willen
zeggen. 'We houden het graag droog'.
Zelfs de paarden hebben een breed ijzer
onder elke hoef om niet vast te kleven.
Veel windmolens zijn nogal primi
tief, en zouden dringend behoefte heb
ben aan wat verbeteringen door de Ame
rikanen". Het verhaal van het gat in de
dijk speelt zich af bij Haarlem, terwijl
juist daar de duinen het breedst en het
hoogst zijn.
Een echte Nederlandse vertaling bleef
ruim een eeuw uit. Weliswaar begon in
1880 P.J. Andriessen aan dat werk, maar
daar rolde slechts een dun boekje uit.
Andriessen schreef in het voorwoord:
„Had ik het boek van Mary Mapes Dod
ge letterlijk vertaald, dan zou ik tal van
dwaasheden hebben moeten debiteren
waarvoor mijn jeugdige lezers mij zeker
op de vingers hadden getikt". In 1970
werd van dit boekje een bewerking uit
gebracht die met het origineel nog min
der uitstaande had. Pas in 1983, 118 jaar
na de eerste Amerikaanse versie, kwam
dan eindelijk de eerste Nederlandse ver
taling van het origineel, inclusief alle op
merkelijke interpretaties van de schrijf
ster.
„Het belang van 'Hans Brinker or the
silver skates' is de indruk die het werk
van Nederland geeft aan buitenlanders",
meent Voorn. „Sommigen komen naar
ons land omdat ze in hun jeugd Hans
Brinker hebben gelezen en zijn land wil
len zien. Een Amerikaan vertrouwde me
toe: 'Weet je dat je met Hans Brinker
onder je arm een fantastische toer kunt
maken door jullie land? Je volgt hem ge
woon op zijn schaatstocht".
Museum Hans Brinker (tel. 072 -
111217) bevindt zich aan de Yoordam 6
in Alkmaar, naast de Kaasmarkt. Ope
ningstijden: dagelijks, behalve maandag
en zaterdag, van 13.00 tot 17.00 uur. En
tree 2,50.
CHARLES GROENHUIJSEN BOOS OVER 'ZEVENTJE'
HILVERSUM - NOS Laat, het ac
tualiteitenprogramma op de televi
sie, bestaat nu een jaar en het aan
tal kijkers neemt volgens de om
roep toe. Een van de presentatoren,
Charles Groenhuijsen, praat met
grote genegenheid over zijn pro
gramma. Hij steekt er meer dan
werktijd in; NOS Laat is een beetje
een kind van Groenhuijsen.
Het programma heeft een gunstige be
oordeling van de programmaraad van de
NOS gekregen. Dat betekent dat het in
elk geval nog een jaar blijft bestaan. Bij
het kijkerspubliek scoort NOS Laat rede
lijk goed.
Het programma onderscheidt zich van
andere actualiteiten- rubrieken door een
gedegen aanpak. Groenhuijsen: „Ik be
reid alles heel zorgvuldig voor. Zo'n uit
zending als laatst over Albanië bijvoor
beeld, daar zit ontzettend veel leeswerk
achter. Ze moeten hier op de redactie
wel eens lachen als ik weer met stapels
documentatie kom aanzetten".
Schrijvende hoek
De NOS Laat-presentator is afkomstig
uit de schrijvende hoek van de journalis
tiek. Hij startte bij het blad van de Uni
versiteit van Utrecht waar hij ooit ge
schiedenis heeft gestudeerd. „Heb ik
overigens niet afgemaakt", zegt hij er
haastig bij. En voordat hij naar de NOS
ging was hij - tussen 1975 en 1983 -
verslaggever bij de Volkskrant.
Geen meter heimwee heeft hij naar de
schrijvende journalistiek. „Ik voel me
hier echt thuis", zegt hij, een weids ge
baar makend in de gangen van het om-
roepgebouw. Eerst zat hij bij het Jour
naal, daarna was hij correspondent in
Washington en sinds een jaar is hij één
van de gezichten van NOS Laat.
Groenhuijsen: „Je kunt zoveel méér la
ten zien met televisiebeelden dan met
het geschreven woord. Je kunt een situa
tie nog zo goed beschrijven, beelden zijn
direct en eerlijk".
De uitzending over Rusland wordt door
hem als voorbeeld genomen. „Je ziet
hoe die mensen moeten leven. Natuur
lijk, televisie is een vluchtig medium,
maar als het goed wordt gedaan blijft het
hangen".
Groenhuijsen is een stevige verschijning,
maar zijn ogen zijn licht bewald. NOS
Laat vergt veel van een mens. De laatste
dagen nog meer omdat Maartje van
Weegen, met wie Groenhuijsen het pro
gramma presenteert, vakantie heeft.
„NOS Laat is op televisie het maximaal
haalbare denk ik. Heel anders dan wat je
in Nederland steeds meer ziet, de snelle
korte stukjes. Wij tonen echt iets van
een situatie. De achtergronden, de men
sen in Rusland en niet alleen kopstuk
ken, niet aleen Gorbatjov. Je moet met
televisie natuurlijk geen erg ingewikkel
de dingen willen laten zien. Die kunnen
beter beschreven worden".
Waardering
De waardering van het publiek is vol
gens een artikel in een gerespecteerd
dagblad 'een zeventje'. Daar wordt de
presentator kribbig van. „Dat is geschre
ven door iemand die geen verstand heeft
van televisie. De meeste programma's
krijgen een waardering van tussen zes
komma acht en zeven komma twee. En
daar zitten ook bekende amusements
programma's bij. Dus dan is een zeven
voor een serieus programma als NOS
Laat vrij hoog".
De grote tevredenheid onder de kijkers
geldt niet Den Haag Vandaag. Dat komt
als apart politiek programma op het
scherm, zo klagen kijkers, terwijl het
meer onderdeel van het nieuwspro
gramma NOS Laat zou moeten zijn. De
landspolitiek wordt wat weggefrommeld
naar het eind van de avona
De onvrede over deze gang van zaken
leeft ook bij de redactie van NOS Laat,
zegt Groenhuijsen. Geen kwaad woord
wil hij kwijt over de kwaliteit van Den
Haag Vandaag, maar het zou volgens
hem deel moeten uitmaken van NOS
Laat. Waarom kan dat dan niet? Ziet de
NOS Laat-redactie haar wensen niet op
een democratische manier verwezen
lijkt?
Groenhuijsen: „Democratisch, nee bij de
NOS wordt dat soort dingen niet demo
cratisch geregeld, dat weet je, het bestuur
beslist. Maar is dat niet overal zo? De
omroepen bepalen nou eenmaal dat Den
Haag Vandaag op die manier wordt ge
maakt".
Sport
NOS Laat is tijdens de WK in Italië ge
domineerd geweest door koning voetbal.
Sport is een gebied waar het programma
zich doorgaans niet op stort en waarvoor
de vaste kijkers vermoedelijk ook niet
veel belangstelling hebben.
De in sport geïnteresseerde tv-consu-
menten vonden er niet veel aan, zoals
blijkt uit boze stukjes in kranten over de
vrijblijvende beschouwingen die ten bes
te werden gegeven. In de NRC van 23
juni stonden zelfs bijtende dingen als:
'sfeer van lolbroekerij waarmee NOS
Mondiale in elkaar wordt getimmerd',
met Jules Deelder als grootste zondebok.
Persoonlijke aanvallen op presentatrice
Maartje van Weegen ('blik van een kost
schoolmeisje'), Tom Egbers ('wil alleen
mooie jongen zijn op tv') en Charles
Groenhuijsen ('verwisselt naam De
Vries met Van Vliet').
Groenhuijsen, gezicht in de plooi: „Ik
vind dat het allemaal goed ging en dat
de WK-uitzendingen een succes waren.
Alleen jammer dat Nederland geen kam
pioen is geworden. Terecht hoor, ze heb
ben slecht gespeeld, maar als dat wel was
gebeurd had je die echte Oranje-gekte
gehad en dat zou voor het programma
fantastisch geweest zijn".
Over de persoonlijke aantijging inzake
de naamsverwisseling klinkt het driftig:
„Dat zegt meer over de man die dat
schrijft dan over mij, dat is toch klein
zielige kritiek, één verspreking in al die
uren televisie. Laatst las ik ergens in een
stukje over mij dat ik 'niet onplezierig
aandeed'. Wat moet ik nou met dat
soort kritiek? Nee, die tv-critici vragen
hier nooit wat".
Goed samenwerken
Wat intern tot grote tevredenheid heeft
geleid, zegt hij, is dat de sport- en jour
naalredactie zo goed met elkaar bleken
te kunnen samenwerken tijdens de WK.
Er moest in vliegende haast een geza
menlijk programma in elkaar worden ge
zet van vijf, zes uur televisie. Groenhuij
sen, nóg verbaasd: „Stel je voor, dat is
zoiets als een sportkrant en een nieuws
blad die nauw moeten samenwerken.
We hebben kunnen zien dat het uitste
kend ging en we willen dat in de toe
komst zo blijven doen".
Over de actualiteiten-rubrieken van de
omroepen is hij tot geen kritisch woord
te bewegen, ook niet over het journaal
van Veromque. „Nee, dat is prima".
Tv-spelletjes? „Die zal ik nooit doen,
dat kan ik eenvoudig niet. Ik ben voor
negentig procent journalist, de rest pre
sentator. Ja, een deel van het werk is na
tuurlijk acteren. Omroepen mogen van
mij alles maken wat ze willen, Pin Up
Club, noem maar op, als ik het maar
niet hoef te doen. Het erge is dat mensen
elke avond van pulp naar pulp kunnen
schakelen".
Tot slot: hoe zou een ideale NOS Laat er
uit moeten zien?
„Een totaalformule met economie, poli
tiek, binnen- en buitenlands nieuws".
CHRIS SPÖNHOFF
Presentator Charles Groenhuijsen tijdens NOS Mondiale.