De Matterhorn blijft fascineren
„Alleen met lef red je het niet"
1
mal
Ie
Artsen zonder Grenzen
een geoliede machine
ZATERDAG 21 JULI 1990 PAGINA ij
ZERMATT WERELDBEROEMD DOOR TRAGISCHE AFLOOP EERSTE BEKLIMMING
ZERMATT - Directeur Amadé
Perrig van het toeristisch bureau in
Zermatt geeft het volmondig toe:
zelden was het spreekwoord 'de
één zijn dood is de ander zijn
brood' beter van toepassing. Zer
matt was waarschijnlijk nog steeds
een onbeduidend bergdorpje in de
Zwitserse Alpen geweest als niet
125 jaar geleden de beklimming
van de Matterhorn door de expedi
tie van Engelsman Edward Whym-
per zo'n tragische afloop had ge
had.
Whymper en zijn twee Zermatter gidsen
kwamen na hun succesvolle poging als
eersten de Matterhorn te beklimmen
veilig weer beneden. Maar vier andere
klimmers in het gezelschap verongeluk
ten toen een touw brak. De autoriteiten
spraken schande van het waagstuk, maar
vanuit de hele wereld kwamen vanaf dat
moment toeristen naar Zermatt.
Als een dorp zoveel te danken heeft aan
één gebeurtenis, ligt een herdenking van
zo'n expeditie om de zoveel jaar voor de
hand. Het afgelopen weekeinde werd ter
gelegenheid van '125 Jahre Erstbestei-
gung des Matterhoms' met het nodige
wijwater besprenkeld. In het zwaar ka
tholieke Zermatt gebeurt niets zonder de
zegen van de Pfarrer en dus stonden
maar liefst drie herdenkingsmissen op
het jubileumprogramma.
Maar voor de meeste genodigden uit de
hele wereld was de speciale beklimming
van de Matterhorn veel interessanter.
Een televisieploeg volgde live de verrich
tingen van de vier totaal onervaren berg
beklimmers op de Matterhorn, die alleen
een week een voorbereidingsprogramma
hadden gevolgd. Drie van hen haalden
onder begeleiding van de berggidsen de
top, de 37-jarige huisvrouw Priska Vogt-
Steiger moest 170 meter voor de top af
haken. De Zwitsers waren helemaal vol
van de prestatie van hun minister voor
vervoerszaken Adolf Ogi, die ook de
4477 meter wist te halen. Zou Maij-
Weggen dat haar Zwitserse collega na
doen?
Bejaarde berggids
Maar de lieveling van het publiek was
de 89-jarige Ulrich Inderbinen, die acht
jaar geleden voor het laatst zijn pikhou
weel in de bovenste regionen van de
Hom zette. Eigenlijk wilde de bejaarde
berggids niet meer naar boven, maar hij
liet zich door de Zermatter autoriteiten
overhalen.
Bij terugkeer lijkt Ulrich alleen maar een
ommetje over de bergweide te hebben
gemaakt. „Ja ik was boven vanochtend",
Wie naar de simpele feiten kijkt, vraagt zich af waarom juist de Matter
horn zo'n wereldberoemde berg is. Hij is behoorlijk hoog, okay, maar niet
de hoogste van Europa. Zelfs niet de hoogste van de bergen die hem om
ringen. Met zijn 4477 meter zou hij eigenlijk in de schaduw moeten staan
van Alpentoppen als de Monte Rosa en de Weisshorn. Maar dat is het 'm
nou net: de Matterhorn staat bij niets of niemand in de schaduw. Wie de
berg vanuit het bergdorp Zermatt bekijkt, ziet een geïsoleerde, ongenaak
bare piramide die je blijft fascineren. In vroeger tijden geloofden de dalbe
woners dat kabouters en boze geesten de berg bevolkten en bleven dus
maar liever weg van de steile bergwanden. Buitenlandse avonturiers trok
ken zich niets aan van die fabeltjes en probeerden de berg te bedwingen.
De Engejse alpinist Edward Whymper was op 14 juli 1865 de eerste die de
top bereikte. Maar de Matterhorn laat zich niet zomaar bedwingen: hij
geeft en neemt. Het kerkhofje van Zermatt vertelt de rest van het verhaal.
bevestigt hij heel simpel. Hij poseert ook
zonder problemen voor een foto en ver
telt zonder veel omhaal over zijn presta
tie. „Het ging niet zo snel als acht jaar
geleden. Ik had het er wel veel moeilij
ker mee, maar ik heb mijn eigen tempo
aangehouden. En het is me gelukt".
Voor Inderbinen geen supergewatteerd
bergbeklimmerspak met fluoriscerende
kleurtjes: een warm jagershemd, een
wollen trui, een donkerblauwe broek en
een simpel jack is voor hem voldoende.
Een afgesleten rugzakje en - heel type
rend - zijn eigen touwen. Die hoeft een
klimmer gewoonlijk niet mee te nemen.
De berggids is daarvoor verantwoorde
lijk en dit keer liet ook Ulrich Inderbi
nen zich leiden. Maar hij vertrouwt nog
steeds het meest op zijn eigen spullen.
Misschien gingen zijn gedachten wel
naar de noodlottige gebeurtenissen 125
jaar geleden, waarbij een touw de hoofd
rol speelde.
Het zal wel nooit helemaal opgehelderd
worden wat er destijds gebeurde. Was
het een tragisch ongeluk? De vier slacht
offers zouden zijn omgekomen toen het
touw plotseling brak dat hen aan de drie
andere klimmers verbond. Of was er
sprake van moord? En zou, zoals boze
tongen beweerden, Edward Whymper de
eer aan zichzelf hebben willen houden
en het touw hebben doorgesneden? Of
hadden de andere twee overlevenden,
berggids Peter Taugwalder en diens
zoon, het touw doorgesneden?
In het Alpine Museum in Zermatt is het
bewuste touw te zien. Maar wat er 125
jaar geleden nu precies gebeurde blijft
onduidelijk.
Whymper werd in elk geval de eerste be-
klimmer van de berg. Op 71-jarige leef
tijd (toen hij de Matterhorn beklom, was
hij 25 jaar) overleed de Engelsman in
het Zwitserse Chamonix na een ver
moeiende bergtocht. Vijftien jaar na zijn
dood werd in hotel Monte Rosa in Zer
matt, zijn vaste onderkomen in dat
dorp, een plaquette aangebracht met de
beeltenis van de bergbeklimmer die Zer
matt en zijn berg beroemd maakte.
Ook in het afgelopen weekend werd de
dappere Engelsman alle lof toegezwaaid.
Boven op de Matterhorn zette men met
behulp van een helikopter een bronzen
heiligenbeeld neer, want tot nu toe stond
er nog steeds geen Zwitsers gedenkteken
op de top. Zermatt viert feest: leve de
miljoenen toeristen die Whymper volg
den!
Onbekend
Zermatt was nog een onbetekenend
dorpje in het kanton Wallis toen Whym
per arriveerde. Maar er waren al een
paar kleine hotelletjes om de toeristische
pioniers te ontvangen. Toen Whymper
eenmaal op het topje van de Matterhorn
had gestaan, kwam de toeristenstroom
pas echt op gang. Inmiddels zijn er 110
hotels, 3000 vakantiewoningen, een
camping en een jeugdherberg. Die ac
commodaties zijn samen goed voor an
derhalf miljoen overnachtingen per jaar.
Wie nu verwacht dat het een komen én
gaan is van autobussen, taxi's en auto's,
komt bedrogen uit. Ondanks de enorme
toeristenstroom is Zermatt nog steeds
autovrij. Voor iedereen geldt: de auto
moet in het zes kilometer verderop gele
gen dorpje Tasch worden gestald k rai-
son van vier frank per dag. Van daaruit
stap je op de trein naar Zermatt. Bij het
station staan koetsjes en tegenwoordig
ook elektrisch aangedreven taxi's klaar
om de gasten naar hun hotels te bren-
De Matterhorn is zeker niet de hoogste berg in Europa, maar is toch wereldberoem he
vooral dank zij z'n karakteristieke vorm.
Iedereen in Zermatt pikt een flink graan
tje mee uit de toeristenruif. Vooral de
aspirant-alpinisten moeten flink in de
beurs tasten. Als je nooit eerder op de
Matterhorn bent geweest, is een berggids
noodzakelijk. Maar menige klimmer
schrikt als hij hoort dat het loon van
zo'n gids voor twee dagen ongeveer zes
honderd frank - dus bijna zevenhon
derd gulden - is, en daar komen dan
ook nog de kosten van eten en drinken
voor de gids bij. Het is dan overigens
nog maar de vraag of je aan een gids kan
komen, want de autoriteiten in Zermatt
verlenen voorrang aan de klimmers die
eerst een dure voorbereidingscursus van
een paar dagen in het dorp hebben ge
volgd.
„Dit is eigenlijk ons grootste probleem",
zegt Perrig van het toeristiach bureau.
„Mensen onderschatten de beklimming
van de Matterhorn enorm. Ze denken
dat er een route is uitgezet die met paal
tjes staat aangegeven. Het liefst komen
ze de ene dag aan om de volgende dag
FOTO:
meteen te gaan klimmen zonder o(
maar te acclimatiseren".
Elk jaar eist de Matterhorn meer d<
een dozijn levens. Op het kerkhof
naast de katholieke kerk is een aparte
deling ingericht voor de verongelukte
pinisten. Wie langs de grafstenen loop
ziet de tragische gebeurtenissen voi
zich. Een echtpaar dat samen do<
steenslag om het leven komt, een jonge
van amper 16 die de tocht niet overleei
een onbekende alpinist die gevonden
toen men op zoek was naar de slachto
fers van de Whymper-expeditie, ee
berggids bij de uitoefening van zijn fun
tie en zo gaat het maar door.
Ondanks de stralende zon lijkt de Ma
terhorn, symbool voor alles wat mooi
goed is in Zwitserland, ineens mindt
sympathiek. De witte piramide is veelei
een sfinx, die net als in de Griekse m«
thologie aan passanten een raadsel oi
geeft. Wie niet weet hoe de Matterhor
moet worden beklommen, wordt do<
de sfinx verslonden.
JACQUELINE KRONENBURI
SMILDE - Het verhaal klinkt als
een tot leven gekomen jongens
boek: zes weken trekken door
woest, bezet gebied om een klein
ziekenhuis te bereiken in de bergen
van Afghanistan. Nachtelijke toch
ten met vrachtwagens, kamelen en
paarden, een rit in een Sovjettank,
dwars door de Russen bezet gebied.
Het lijkt onwerkelijk, zelfs onmo
gelijk. Maar dat is het niet, weet
het artsenechtpaar Van den Berg
uit Smilde uit eigen ervaring.
„Iedereen heeft zo z'n idealen", zegt
Kees van den Berg (32). Hij vertrok in
1986 samen met zijn vrouw voor de
Franse moederorganisatie van Artsen
zonder Grenzen naar Afghanistan. Later
volgde nogmaals een periode van een
klein jaar in het door oorlog verscheurde
Roelf Padt: „Er zijn wel een paar vereisten waaraan een vrijwilliger moet voldoen".
FOTO: DIJKSTRA
AMSTERDAM - In haar ruim
vijfjarig bestaan is de vereniging
Artsen zonder Grenzen (AzG) Ne
derland uitgegroeid tot één van de
meest bekende hulporganisaties in
ons land.
De enorme naamsbekendheid is, naast
de publiciteit bij rampen, vooral een ge
volg van de grote hoeveelheid geld die
AzG in folders en fondsenwerving
steekt. Vorig jaar werd van de totale uit
gaven van ruim 28 miljoen gulden bijna
2,7 miljoen gulden uitgegeven aan deze
post. Behoorlijk veel, geeft directeur
operationele zaken Roelf Padt onmid
dellijk toe. Hij vormt samen met Jac
ques de Milliano (directeur projecten) de
directie vabn AzG-Nederland. „Maar
fondsenwerving kost tegenwoordig heel
veel. Dat merkt iedere organisatie die
geld probeert los te krijgen". Hij ver
wacht overigens dat het bedrag voor pu
bliciteit in de toekomst, wanneer een
vast bestand aan donateurs is opge
bouwd, kan afnemen.
De organisatie belegt maandelijks een
avond voor belangstellenden. „Die in
formatie-avonden zijn een zeef, daar
valt meteen een gedeelte af', vertelt de
directeur. „Met mensen die toch uitge
zonden willen worden, hebben we een
gesprek, waarin wordt bekeken of de
persoon geschikt is. Er zijn namelijk wel
een paar vereisten waaraan een vrijwilli
ger moet voldoen. Enthousiasme is daar
één van, een geschikte opleiding een an
dere. Een arts moet bijvoorbeeld als het
even kan een tropenopleiding hebben ge
had. Sinds een tijdje verstrekken wij
mensen eventueel een renteloze lening
om een dergelijke opleiding te kunnen
volgen".
land. Aanleiding? „Wij hebben jarenlang
het idee gehad om zoiets te gaan doen,
om ergens te gaan werken waar we har
der nodig zouden zijn dan hier".
„Het speelde natuurlijk ook een rol dat
na een basisopleiding voor arts de oplei
dingsplaatsen voor een specialisatie niet
voor het oprapen liggen en je met dit
werk een heleboel ervaring opdoet", ver
telt Van den Berg. „Maar inderdaad,
ook het avontuur trok, hoewel Afghanis
tan beslist niet onze eerste keus was,
omdat de situatie daar vanwege de oor
log een stuk gevaarlijker was dan in bij
voorbeeld een rampgebied".
Hij vertelt dat het in de eerste instantie
de bedoeling was om in Pakistan hulp te
bieden aan de miljoenen Afghanen die
hun vaderland waren ontvlucht („Één
derde van de bevolking had het land
verlaten en moest leven onder erbarme
lijke omstandigheden"). Maar omdat
zijn vrouw Dinanda een gedeeltelijk chi
rurgische opleiding achter de rug had én
omdat de Franse Médicins sans Frontiè-
res een post in Afghanistan zelf wilde
opzetten, besloot het echtpaar na het no
dige aandringen van de organisatie toch
- illegaal - naar het oorlogsgebied te
gaan. Per slot van rekening waren er
maar vijftien artsen op een bevolking
van acht miljoen zielen.
Angst
„We hadden heel sterk het gevoel dat we
een bepaalde taak te vervullen hadden",
vertelt Van den Berg. „Iets wezenlijks,
waarmee we mensen écht zouden hel
pen. Je maakt een dergelijke keuze ook
vanuit je christen-zijn. Want als je het
alleen maar van je idealen en je lef moet
hebben, red je het in zo'n land niet".
Hóe zwaar artsenwerk midden in een
primitief, door oorlog verscheurd land
kan zijn, ervoeren de twee al snel. Rus
tig zittend in zijn gezellige huiskamer
verhaalt Van den Berg van nachtelijke
tochten met allerhande vervoermidde
len, waaronder kamelen, ezels en tracto
ren. Hij schetst een beeld van hartver
scheurende taferelen en misselijkmaken
de bombardementen en vertelt over on
derduiken in uit de kluiten gewassen ko
nijnehólen, de prive-lijfwachten die ze
hadden en hoe moeilijk het is om een
met een kogel doorboorde lever te hech
ten.
„De situaties waar je medisch gezien
voor komt te staan, zijn altijd erger dan
je hebt meegemaakt. Voor je gevoel wor
den de grenzen van je kunnen voortdu
rend overschreden. Maar als we dachten
dat we een geval niet aan zouden kun
nen, baden we samen. Dat hielp altijd.
Op de één of andere manier zijn de pro
blemen in die twee jaar voortdurend te
verhappen geweest en hebben we nooit
echt met de handen in het haar geze
ten".
De gevaarlijke situatie vereiste dat het
echtpaar volledig opging in de groep ver
zetsstrijders. Dat betekende Afghaanse
schermd te worden, stonden de twee art
sen toch heel wat angsten uit. „Maar
ook daar werden we van bovenaf gehol
pen, wisten we ons ondersteund", zegt
Van den Berg. Hij noemt een voorbeeld.
„Bij een bombardement wil iedereen het
liefst in de grond kruipen. Behalve de fa
milieleden van mensen die getroffen
zijn, die komen ondanks de bommen de
dokter halen. Maar ik wilde helemaal
niet onder de grond uitkomen voor ie
mand die ik niet ken. En ondanks me
zelf deed ik het tóch. Kijk, daar heeft
volgens mij iemand anders de hand in
gehad". Zachtjes: „We voelden ons geze
gend in ons werk".
Intens
De twee jaren in Afghanistan („het be
gint nu al een buitenissige herinnering te
worden") hebben sterke indruk gemaakt.
„Terug in Nederland merk je hoe gladjes
het leven hier verloopt. In Afghanistan
leef je veel dichter bij de natuur en be
leef je alles intenser. Het leven verloopt
er meer in pieken, van diepe ellende en
angst tot blijdschap en enorme opluch-
kleding, het omdopen van Kees en Di
nanda in Seiaf en Malieka (prinses), het
laten groeieh van de baard en slechte hy
giënische omstandigheden.
Middeleeuwen
De twee hadden het gevoel dat ze in een
andere tijd terecht kwamen, een soort
Middeleeuwen in het onderontwikkelde
land waar 98 procent van de bevolking
analfabeet is. „Het leek wel een jongens
boek, wij in een karavaan door dat wijd-
se landschap. En als je zag hoe bijvoor
beeld het land werd bewerkt, dat waren
bijna bijbelse taferelen".
De verzetsstrijders waren heel zuinig op
de twee artsen. „Anders hadden we het
ook nooit gedaan. Er was altijd een
groep van zo'n dertig Mujahedeen om
ons heen, en als er direct gevaar dreigde,
namen twee van hen ons mee het veld
in of zo. Toen we zagen hoe ze met ons
omgingen, kregen we vanzelf een gevoel
van veiligheid. Dat moet ook, je moet je
voelen als een dierbaar bezit, anders kun
je daar niet werken".
Ondanks dat prettige gevoel van be-
FOTO SI
ting. Je hebt daar veel meer ontberingen,
maar je geniet ook meer. We hebben
daar een ontzettende rijkdom aan emo
ties ervaren".
Van den Berg is blij dat de overgang van
voortdurende spanning in een onderont
wikkeld islamitisch land naar Nederland
niet al te abrupt ging. „We hebben genó
ten van het feit dat we zeshonderd kilo
meter naar Pakistan moesten lopen. Een
lekker rustige tocht van een maand
waarin we weer langzaamaan onszelf
werden en plannen voor de toekomst
konden maken. Dinanda was al een hele
tijd daarvoor gestopt met het maken van
die plannen, zij had het gevoel dat dat
geen zin meer had".
Zijn echtgenote wil graag terug naar Af
ghanistan, al is zij vaak het bangst ge
weest en raakte zij een keer gewond door
een granaatscherf. „Je merkt dat je het
begint te idealiseren, hé?", legt Van den
Berg uit. „We hebben daar doodsangsten
uitgestaan, we werkten zeven dagen in
de week, waarbij we regelmatig gestoord
werden in onze slaap en het werk was
beslist niet gemakkelijk. Dat vertel ik
haar wel, maar ja", hij haalt zijn schou
ders op, „zelf mis ik het ook".
ELLIS WIENDELS
Mujahedeen met luchtafweer-geschut.
■CeidócSouArnit1