3 Tentoonstelling Tabernakel aanleiding voor evangelisatie p 1 1 li mal Ie Doorwerth: een spannend kasteel „Ik beri de armste Nederlander" Middeleeuwen herleven tussen 't Gardameer en de Dolomieten 'fieidóc SouACMit" ZATERDAG 30 JUNI 1990 PAGINA 27 Een van de cellen in kasteel Doorwerth heeft een beweegbaar plafond met scherpe punten. H anneer de kasteelheer een booswicht tot een bekentenis wilde dwingen, hoefde hij alleen maar te dreigen dat plafond te laten zakken. FOTO: PERS UNIE DOORWERTH - Het allerspan- nendste is natuurlijk de gevangenis. Kasteel Doorwerth heeft twee cel len, waarvan één bij de keuken. Daar liep gevangenen het water in de mond wanneer ze het koken ro ken, terwijl het lang niet altijd ze ker was of ze wel eten kregen. De andere cel heeft een beweegbaar plafond met scherpe punten. Wan neer de kasteelheer een booswicht tot een bekentenis wilde dwingen, hoefde hij alleen maar te dreigen dat plafond te laten zakken. Op de celdeur hangt een opwekkend bordje, waarop wordt uitgelegd welke misdaden een hand of een oog konden kosten. En binnen is zo'n schurk te zien. Er moet ook een cel zijn geweest vlak boven de slotgracht, met een vloer die bestond uit ijzeren roosters. Wanneer het water steeg verdronk de gevangene. Of het allemaal historisch verantwoord is, durft de heer C.W. Renders niet te zeggen. Hij is de kasteelbewaarder van het monument in de uiterwaarden langs de Rijn, onder de rook van Oosterbeek. Een deel van de archieven van Door werth is in de Franse tijd spoorloos ver dwenen en in de Tweede Wereldoorlog ging het gemeente-archief van Renkum, waaronder het landgoed valt, in vlam men op. Er wordt gewerkt aan een boek dat de geschiedenis van het monument zal beschrijven en Renders kijkt met verlangen uit naar het moment dat dit werk van de pers rolt. Maar daar is nog niet veel kijk op. „Ik had er al wel dui zend kunnen verkopen", verzucht de kasteelbewaarder. Wonder Dat kasteel Doorwerth nog bestaat is ei genlijk een wonder. Het gebouw dreigde deze eeuw tot twee keer toe als ruïne in de vergetelheid te raken; eerst door ver waarlozing en in 1944 ais gevolg van de Slag bij Arnhem. In 1909 trad generaal-majoor b.d. Frede ric Adolph Hoefer als redder op van het gebouw, waarin weer en wind grote ga ten hadden geslagen sinds de dood in 1876 van de laatste vaste bewoonster, de barones Van Brakell. Hoefer richtte een vereniging op, kocht het oude slot, liet het door Jos Cuypers sr. restaureren en stelde het aan de Johannieterorde be schikbaar als vergaderplaats. De ridder zaal kreeg indrukwekkend middeleeuws meubilair, zo blijkt uit oude foto's. Prins Bernhard werd er in 1937 nog tot ridder geslagen. Van dat interieur is niets meer over. Tij dens de oorlog werd in het kasteel een Duitse commandopost gevestigd en in 1944, tijdens de Slag bij Arnhem, kwam het midden in de vuurlinie te liggen. Toen een munitie-opslagplaats ontplofte stortte het bouwwerk grotendeels in. Wie weet welke ruïne overbleef zal begrijpen dat er, ondanks een restauratie met een recordduur van 37 jaar (kosten 14,6 mil joen gulden), wonderen zijn verricht. In 1986 werd kasteel Doorwerth door prin ses Juliana voor het publiek geopend. Verbouwingen Wanneer het huidige kasteel is ontstaan is niet precies bekend. Er stond in 1260 al een bouwwerk, dat toen door de Heer van Vianen werd veroverd en in brand gestoken. Op die plek werd in 1280 door Berend van Dodenweerd een donjon ge bouwd, die al meteen werd geplunderd. En in de eeuwen die volgden liep het bouwwerk bij menige slag enorme scha de op. Latere bewoners breidden het kasteel voortdurend uit en brachten soms zeer ingrijpende veranderingen aan. Op som mige plaatsen laten forse spleten in de muren zien dat een nieuw gedeelte soms gewoon tegen het oude werd aange bouwd. Er is een periode geweest dat het gebouw wel zeventig kamers telde. Soms verdwenen bepaalde gedeelten van het kasteel gewoon achter nieuw metsel werk. In de puinhoop die na 1944 was overgebleven werd een aantal smalle wenteltrappen ontdekt waardoor alle de len van het bouwwerk vanuit de ridder zaal bereikbaar waren. Waarom en wan neer ze ooit als 'onnodig' werden wegge werkt zal wel nooit duidelijk worden. Kasteel Doorwerth is één van de span nendste kastelen van Nederland, ook al omdat bezoekers zich er relatief vrij mo gen bewegen. Rondleidingen worden al leen voor groepen gegeven. Door het ge bouw is een route uitgezet die iedereen in een eigen tempo kan volgen. Op alle afdelingen bevinden zich suppoosten die niet alleen met de bewaking zijn belast, maar ook graag uitleg geven over bij voorbeeld de tentoongestelde voorwer pen. De opengestelde kasteelvertrekken - met name de ridderzaal, een slaapka mer, een eetsalet en de grote keuken - zijn ingericht mét meubilair uit de 17e eeuw. Bovendien zijn er voor hetzelfde entreegeld nog twee musea te bezoeken; een door de Stichting voor Heemkunde ingerichte zaal met kunstvoorwerpen uit de Veluwezoom en een jachtmuseum, waar een groot aantal opgezette dieren een goed beeld geven van het wild dat in de naburige fraaie bossen te vinden is, al hangen er ook trofeeën uit verre landen, zoals een gigantische bisonkop, aan de muur. In de voormalige paardenstal bevindt zich nu het theehuis 'De Zalmen', terwijl het koetshuis het exclusieve restaurant "Doorwerth' herbergt. De ridderzaal is beschikbaar voor statige huwelijksvol trekkingen en andere evenementen. ANDRÊ HORLINGS ZWERVEN DOÖll GERED MONUMENT Evangelist Fijnv andraat geeft uitleg bij de tentoon stelling 'Tabernakel' in De Steeg. FOTO: PERS UNIE moet wat spectaculairs te zien zijn. En inderdaad, de gids zegt het al: „Er zit bloed aan de deurposten". Na 'De Uittocht' gaat het richting 'Si- nai'. In deze tent is een videopresentatie te zien van Sinai, de berg waar God veertig dagen lang met Mozes verbleef. „Maar die video duurt een half uur. Als u tijd heeft, kunt u hier later nog naar toegaan. We gaan nu verder naar 'Het Midden Oosten". Een prachtig ingerichte topografische kaart van het Midden Oosten vult de tent. De gids doet hier als een quizmas ter zijn verhaal. Hij drukt op verschil lende knoppen en vraagt vervolgens waarom de plaatsen waar een rood lich tje begint te branden belangrijk zijn. „Hier ligt Ur. Wie komt daar vandaan? Goed zo, Abraham. Wat is de hoofdstad van Syrié? Damascus, goed zo, en waar om is die stad belangrijk in de bijbel? Wal gebeurde daar? Juist, daar bekeerde Paulus zich. Babel, dat ligt daar ja. Wie was daar koning? Prima. Nebukadnezar. Nu Rome. Wie ging daar heen?" Pop Uiteindelijk gaat het richting tabernakel. Dit 'huis van God' omvat in totaal 1200 vierkante meter. Studenten van de Bij- belschool Hagen in het Westduitse Brec- kerfeld hebben de kopie een paar jaar ge leden gebouwd. Het koperen brandoffe raltaar, het wasvat voor de priester, de menora, de zevenarmige kandelaar waarvan de lampen altijd moesten blij ven branden, de gouden tafel met de twaalf toonbroden, de gouden ark van het verbond in het 'Heilige der Heili gen'; niets ontbreekt. Er is zelfs een pop als hogepriester aangekleed met borst schild, efod (bovenkleed), schouderste nen en alles erop en eraan. De taberna kel kon zo nauwkeurig worden nage bouwd omdat de» 'bouwgegevens' zo exact in de bijbel staan. Er is meer te beleven op het terrein. Voor de kinderen is er een opdrachten- tocht. Tijdens deze speurtocht krijgt het jongvolk een indruk van de reis die het volk Israël maakte van Egypte naar het beloofde land Kanaan. De opdrachten- tocht blijkt een schot in de roos van de Expo Exodus. De tocht is dan ook tref fend uitgebeeld. Zo zien de kinderen als ze bij de Schelfzee en de Jordaan aanko men plotseling dat een deel van het pad in de tuin is opgegraven. Ze moeten zelf echt door het water trekken. Voor de ouderen zijn er tal van exposi ties in het koetshuis en in de grotere ten ten op het landgoed te bezichtigen, zoals een overzicht van planten en bloemen uit het land Israël, schaalmodellen van de ark van Noach, de koperen slang en de uittocht uit Egypte. Er is ook een ex positie 'Van Kleitablet tot Wereldboek' over het ontstaan van de bijbel en een andere tentoonstelling beantwoordt de in deze kring retorische vraag 'Schepping of Evolutie?' Heilig geloven Soms is er op het terrein een gospelkoor dat devote klanken laat horen. En er zijn de onvervalste oproepen tot bekering door mensen uit de kring van de Verga dering der Gelovigen, een groep christe nen die heilig geloven in de bijbel als onfeilbaar boek van God, in de nood zaak van afzondering van de goddeloze wereld en in de noodzaak van een per soonlijke wedergeboorte (bekering). Evangelist R. H. Kouwen brengt z'n boodschap met verve. Hij vertelt hoe hij 33 jaar voor zichzelf heeft geleefd, maar daarna zijn leven aan de Heer gaf. Kou wen doet een klemmend beroep op het publiek dit ook te doen. „God ziet mij lopen in een wit pak. Een pak dat ik ge kregen heb van Zijn Zoon. Ik ben een nieuw mens geworden. Ik ga niet dood, want een gelovige gaat niet dood. Laat u ook zien dat u leeft met Jezus? De hel is voor de duivel, niet voor ons". Zo blijkt de tentoonstelling van de taber nakel aanleiding voor evangelisatie van het onvervalste soort. Op zaterdagen lopen maar liefst zestig deskundige gidsen rond in de kasteeltuin van Rhederoord. Ze weten niet alleen al les over de expositie te vertellen, maar hun parate kennis over de bijbel is min stens zo verbluftend. De gidsen trekken als herders met hun kudden van de ene tent naar de andere. De meeste tenten bieden nauwelijks plaats aan dertig per sonen en de groep is vaak groter, maar dat lijkt niet erg te zijn. In de tent 'De Uittocht' is een maquette van hooguit twee vierkante meter te zien van hoe het volk Israël leefde onder het juk van de farao. De gids vertelt het hele verhaal van de slavenarbeid en rept over de roeping van Mozes bij de brandende braamstruik. En als hij bij de tien plagen aankomt, zegt hij, als hij merkt dat het sommige bezoekers begint te vervelen omdat ze de geschiedenis wel kennen: „En dan kent u het verhaal wel. „Maar deze afbeelding", zo prijst hij de volgende maquette aan, „laat de tiende plaag zien. Ga eens terug in de tijd. U bevindt zich daar in die woning. De hele familie zit om tafel. En er is aangekon digd dat de eerstgeborene zal sterven". Mensen die zich achter in de tent bevin den, gaan plotseling nieuwsgierig op hun tenen staan en hun neuzen veren om hoog. Het verhaal wordt spannend. Er DE STEEG - De Heilige Land Stichting in Nijmegen heeft er dit zomerseizoen (tot 15 september) een concurrent bij. In De Steeg, even ten noorden van Arnhem, wordt op het landgoed Rhederoord de bijbeltentoonstelling Expo Exo dus gehouden met als trekpleister de tabernakel. De kopie op ware grootte van de verplaatsbare tem pel die de Israëlieten tijdens hun uittocht uit Egypte, op weg naar het Beloofde Land, met zich mee namen, trok in de eerste maand al bijna twintigduizend bezoekers. Geen winkels met kitsch en ansichtkaarten op elke hoek van de straat, geèn luidruchtige toeristen in nauwe steegjes, maar schone straten, grote pleinen, kerken en mooie paleizen, sommige nog voorzien van fresco's. En vooral veel rust. Dat is Trento, een bezienswaardige, gezellige stad in het hart van de Noorditaliaanse provincie Trentino. Prins bisschop Bernardo Clesio had in zijn tijd - de eerste helft van de zestiende eeuw - al oog voor wat mooi en doelmatig was. Hij is de schepper van het laat-middeleeuwse stads beeld van Trento, in geestelijke kringen voornamelijk bekend door het Concilie van Trento. Dat werd van 1545 tot 1563 gehouden om de 'verbreiding van de leer van Luther tegen te gaan. Clesio bereidde het concilie voor, maar stierf voordat het begon. Historie dus, verpakt in een wijngebied dat bruist van energie en industrie. De energie is er goedkoop, voornamelijk door een rijkdom aan water. Trento is onze start voor een tocht door de middeleeuwen, met zo af en toe wat vaderlandse trekjes. TRENTO - Het is zondagmorgen half negen. Er heerst een drukte van belang op een klein pittoresk station in het centrum van Trento. Twee troubadours, een harmonica- en een doedelzakspeler in fraaie klederdracht, spelen dat het een lie ve lust is. Het klinkt beter dan de klokken die om kwart over zeven 's morgens de Italia nen en dus ook de toeristen in Trento 'hardhandig' wakker maken. Allemach tig, wat een lawaai! Een Franse camera man, achteruitlopend en druk aan het, filmen, krijgt de schrik van zijn leven. Hij zet een stap te veel en staat op de rails. Gelukkig blijft een valpartij uit. De doedelzakspeler geeft een snerpende uit haal. Het wachten is op het treintje dat ons moet vervoeren langs kastelen 'en andere aantrekkelijke bezienswaardighe den waar de tijd heeft stilgestaan. Daniël Eenmaal in de trein blijven de twee troubadours actief, afgewisseld door de monotone stem van Daniël. Hij geeft uitleg over de geschiedenis van de kaste len in verschillende talen. Daniël is een in klederdacht gestoken gids. Hij komt uit een klein dorpje in Trentino. Daniël spreekt het Nederlands bijna heilig uit. Hij was drie weken oud, toen hij met zijn ouders Nederland verliet en in een dorpje in Trentino belandde. De trein en Daniel komen in beweging. „Zet uw hor loge maar vijf eeuwen terug. We gaan te rug in de tijd". Knarsend en piepend komt de trein uit de startblokken. Het is ook zijn eerste rit. Er moeten er op de zondagen in het hoogseizoen vele vol gen, vanzelfsprekend gevuld met vele toeristen. Dat heet een attractie. Doorde weeks maken forensen gebruik van dit openbaar vervoer. Rijke historie Het wordt een tocht langs negen kaste len. Voor de liefhebber alle namen: Monrealc. St. Gottardo, Cles. Malgolo, Nanno, Firmiamo, Belasi, Valer en Pa- JAN WERNERS: KASTEELHEER IN SPIJKERBROEK Trento is een bezienswaardige, gezellige stad in het hart van de Noorditaliaanse provin cie Trentino. FOTO: PERS UNIE lazzo Assessorile dis Cles. Allemaal schitterende bouwwerken met een rijke historie. De spoorlijn is voor de Eerste Wereldoorlog aangelegd door de Oosten rijkers. In de kastelen moet deze zomer de historie in de vorm van muziek, zang en exposities herleven. Muzikanten, rid ders, jonkvrouwen vormen het decor in deze kleurrijke omgeving. Alles wordt van stal gehaald om de toerist een beeld te geven van vijf eeuwen terug. Het lijkt net echt. Na de treinreis volgt een ge deelte per bus, comfortabeler maar min der leuk. Geen troubadours. Alleen Da niël, die zijn historische informatie over ons uit giet. Toevallig In de vallei Di Non wordt de verrassing compleet. De beheerder van kasteel Mal golo, gebouwd in de veertiende eeuw, is de Nederlander Jan Werners. Acht jaar geleden kwam de 59-jarige Werners heel toevallig terecht in het kasteel en werd beheerder. In de winter skiede hij veel in die omgeving. Hij zou er aanvankelijk een half jaartje blijven. Het zijn inmid dels acht hele geworden. „Ik was het ge jakker in Nederland zat", zegt de vader landse 'kasteelheer', die meestal in spij kerbroek het bezit van gravin Contessa Premoi (76) beheert. De gravin woont in een appartement in het dorp Cles. „Ze is als een moeder voor mij en mijn vrouw. Nee, rijk is ze niet meer. Het familieka pitaal is door het onderhoud aan het kasteel sterk geslonken. Mijn salaris? Schrijf maar op: ik ben de armste Neder lander, maar ik geniet wel elke dag. Het is heerlijk hier", zegt Werners, voorma lig aannemer in Rotterdam. Kernploeglid Werners, in de jaren vijftig lid van de Nederlandse schaatsploeg onder leiding van Klaas Schenk (vader van Ard), doet allerlei klusjes in het kasteel. In de win termaanden geeft hij de dorpsjeugd schaatsles op een bergmeertje. „Hier is de saamhorigheid sterk. De mensen wer ken hard en de ouderen kijken nóg erg op tegen de adel. Nee hoor, ik heb geen adellijke trekjes, ik doe gewoon en ben bescheiden. Dat werkt hier beter. Daar om ben ik ook geaccepteerd. Ach, soms loop ik wel eens als een echte heer rond het kasteel", grinnikt Werners. Volgens de Rotterdammer is de plaatse lijke welvaart de laatste vijftien jaar enorm toegenomen. Hoofdzakelijk door het toerisme, maar ook door de appel teelt. De tweede auto deed zijn intrede en ook veel bewoners bezitten tegen woordig een paard. „Gewoon voor de luxe. Daarvoor stond de tijd hier stil. Nog steeds gelden hier wetten uit 1800", vertelt Werners. Rotterdam trekt hem niet meer. „Na de oorlog is het daar doods geworden. De stad heeft geen hart meer. Natuurlijk blijf ik Nederlander. Maar mijn oude dag zal ik toch hier wel slijten". En dan begraven worden op het kerkhof achter het kasteel? Werners, aar zelend: „Ik denk het niet. Maar mijn hond ligt er wel". Inbraken Het kasteel Malgolo is opgenomen in de kastelenroute maar kan niet van binnen worden bezichtigd. Er is de laatste jaren dne keer ingebroken en er zijn veel schilderijen gestolen. „Het is niet verant woord toeristen binnen te laten. De kans op schade is te groot", zegt Werners. „Het onderhoud kost al zo veel. De gra vin wordt steeds armer". Is verkoop dan niet lucratiever? „Aan wie. Een snob misschien. Bovendien, ik weet niet of het kasteel echt wel rendabel te maken is. Ach, laat het maar zo". Werners stapt op, zwaait toeristen uit en treedt terug in de tijd. In spijkerbroek. Voor de meute geldt een nieuw kasteel. Uitleg van Daniël, folkoristische dansen en wederom een overvloed aan historie. Het neusje van de zalm voor de liefheb ber. GER C RAMSMA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 27