Mijnwerkers terroriseerden Bukarest in naam van democratie, orde en rust 'finale 'Eeidóc Qowtard ZATERDAG 30 JUNI 1990 PAGINA 25 PETROSANI - De in het met koolstof bedekte gezicht toch al op vallend witte ogen lichten nog eens extra op als de jonge mijnwerker terugdenkt aan zijn avonturen in Bukarest: moe als hij is na zijn on dergrondse ploegendienst vindt hij nog voldoende energie om met een aantal ferme slagen in de lucht te laten zien hoe hij het huis van op positieleider Ratiu kort en klein sloeg. „De regering had ons nodig. We hebben onze democratische plicht gedaan en orde en rust in de hoofdstad hersteld", klinkt het trots. „Als het nodig is, zullen we dat opnieuw doen". Afgezien van deze kleine demonstratie is er aan de poort van de Barbatestie-ko- lenmijn in West-Roemeniè niets dat ook maar verwijst naar het resultaat van de 'plichtsbetrachting' waarmee de mijn werkers twee weken geleden in de stra len van Bukarest optraden tegen alles wat maar enigszins afweek van het offi ciële regeringsbeleid. Het nadien in hoofdstedelijke oppositiekringen ge kweekte beeld van de wild om zich heen slaande, ongeletterde inboorling valt moeilijk te rijmen met de vrolijk lachen de mannen die in groepjes uit de mijn komen en meer geinteresseerd lijken in het WK-voetbal dan in politiek. De door mijnwerkers vernielde partijkantoren in Bukarest lijken letterlijk en figuurlijk honderden kilometers weg. Toch waren het precies deze mannen uit de Jiului-vallei die op 13 juni na gedane arbeid besloten op te trekken naar Buka rest in plaats van zich - zoals te doen gebruikelijk - naar huis te spoeden en te douchen. Gekleed in hun donkerbruine kompelsoverall met mijnwerkerslamp en gasmasker op de heup, stalen veiligheid spetten stevig op het hoofd en - als be langrijkste attribuut, zo zou later blij ken - pikhouweel en ijzeren knuppels over de schouder, begaven ze zich naar het station. Naar eigen zeggen hielden ze daar elke trein aan die door de vallei kwam en gaven de machinist opdracht naar de hoofdstad te rijden. „Het was een spontane reactie", aldus een van de mijnwerkers. Enige uren daarvoor had president Iliescu „alle democratische krachten van Roemenië" opgeroepen zijn wettige en democratisch gekozen re gering te komen beschermen tegen wat hij als een „fascistische staatsgreep" zag. In hoeverre het deze terminologie was die de mijnwerkers deed optrekken, of dat ze alleen maar woedend waren om dat de tv-uitzending van het voor Roe menië zo belangrijke voetbalduel Argen- tinië-Sovjetunie werd onderbroken, zal wel nooit helemaal duidelijk worden. „Het was natuurlijk niet de oorzaak, maar de mensen realiseerden zich pas hoe ernstig de situatie was toen de tv- uitzending werd gestaakt", verklaart Mi- chai, ambtenaar op het in de regio hoofdstad gevestigde mijnkantoor. „Dat deed hen te veel aan een nieuwe revolu tie denken". Michai heeft liever niet dat zijn achternaam in de buitenlandse pers verschijnt. 10.000 man Wat de directe aanleiding ook mag zijn geweest, feit is dat de kompels massaal gehoor gaven aan de oproep van Iliescu. Rond de 10.000 mijnwerkers bevonden zich de ochtend na de uit de hand gelo pen protestmanifestatie tegen de regering in de hoofdstad, alwaar het resultaat van hun terreur tegen 'alles wat naar orde- en zedeloosheid zweemde' zich twee we ken later nog steeds laat bezichtigen. De volkomen kort en klein geslagen opposi tiekantoren, het vernielde huis van boe renleider Ratiu, de wegens vermeende opruiing aangevallen redactielokalen van onafhankelijke kranten en vooral de vele met verband omzwachtelde hoofden op straat plus de gebroken armen en benen van mishandelde studentenleiders noop ten president Iliescu na afloop van de gewelddadigheden zelfs schielijk afstand te nemen van het enthousiasme waar mee zijn 'stoottroepen der democratie' te keer waren gegaan. Wat veel Roemenen vooral aan het den ken zette, was de georganiseerdheid van het geweld. Niet alleen de snelheid waar mee de mijnwerkers Bukarest wisten te bereiken, duidt op een zorgvuldiger voorbereiding dan uit de officiële verkla ringen („spontane actie") moet blijken. Ook het haast militair georganiseerde optreden in Bukarest doet vermoeden dat de mijnwerkers, bewust of onbewust, wel eens voor het kdrretje van oud-Secu- ritate-leden kunnen zijn gespannen. Aan de hand van foto's en adressenlijs ten wisten de kompels volgens ooggetui gen en slachtoffers precies waar ze moes ten zijn en wie ze daar moesten hebben. „Aan het hoofd van elke groep mijnwer kers stond iemand die in het beste geval als een van hen was verkleed, maar die aan taalgebruik en gedrag duidelijk was te herkennen als oud-Securitate-mede- werker", aldus een medewerker van het onafhankelijke dagblad Romania Libe ria. Diplomaten in de hoofdstad gaan nog verder en uiten openlijk het vermoeden dat de anti-regeringsrellen wel eens door de regering zelf of door de voormalige Securitate kunnen zijn uitgelokt, met als doel de oppositie monddood te maken. Het optreden van de mijnwerkers zou als slotstuk van dit scenario lang van te voren zijn gepland. Niet gewenst Op het hoofdkantoor van het mijnwezen in Petrosani valt over dergelijke beschul digingen echter niet te praten. Kritische vragen zijn niet gewenst. Zoveel maakt Francis Nicolescu, hoofd protocol, snel duidelijk. Het gesprek dient te gaan over mijntechnieken, schachtdiepten, veilig heid, produktiequanta en wat er nog meer van belang is in een stadje waar elke inwoner direct of indirect zijn brood verdient met de winning van steenkool. In totaal werken er 55.000 mensen bij het mijnwezen in de Juilui-vallei. Van hen werken 42.000 daadwerkelijk onder gronds, zo lepelt Nicolescu moeiteloos op. Er bevinden zich vijftien mijnen in en rond het dal, waar voornamelijk hoogwaardige steenkool wordt gewon nen. De diepste mijn is 900 meter diep. In totaal wordt er per jaar 12 miljoen ton cokes gewonnen. De delfstof gaat voornamelijk naar de industrie. De pro- duktie is volgens de woordvoerder welis waar gedaald na de revolutie, maar zor gen maakt hij zich daar niet over. „Dat komt doordat we tegenwoordig veel meer aan veiligheid doen en aan preven tie. Daar waar Ceausescu aandrong op hogere produktie in plaats van het be hoorlijk stutten van tunnels en goed on derhoud van de machines, daar is het te genwoordig juist andersom. Het aantal ongelukken is spectaculair gedaald". Toch zijn de middelen waarmee de mijnwerkers de cokes naar boven moeten zien te krijgen nog steeds niet al te modern. Zo worden de in de tunnels talrijk aanwezige ratten niet verdelgd maar zelfs gevoerd. Als de beesten in pa niek raken of dood op de grond vallen, weten de kompels dat het tijd is om als een haas het daglicht op te zoeken van wege het zo gevreesde mijngas in de tun nels. Maar hoewel ze nog steeds onder moei lijke omstandigheden (hitte, stof, zuur stofgebrek) zwaar lichamelijk werk moeten verrichten, is het leven van de genen die ondergronds werken er onder de nieuwe regering inderdaad sterk op vooruitgegaan. De zevendaagse werk week is teruggebracht tot vijf keer zes uur effectief in de mijn en het loon is sterk verbeterd. Een gemiddelde mijn werker verdiend nu meer dan een dokter in Roemenië. „Nee, er zijn nog proble men genoeg, maar we hebben over de nieuwe regering niets te klagen. We gaan voor deze democratisch gekozen presi dent door het vuur", is een vaak terug kerende standaardzin in het lange betoog van Nicolescu. In grote lijnen en in het openbaar is Mi chai het met hem eens, maar ergens hoog boven de Jiu-rivier in de verlaten eetzaal van een berghotel neemt hij af stand van bepaalde door Nicolescu ge ventileerde standpunten. Natuurlijk zijn veel dingen beter dan onder Ceausescu, maar de revolutie heeft toch niet hele maal uitgepakt zoals hij zich persoonlijk had voorgesteld. „Wat is er eigenlijk ver anderd? De bureaucratie komt weer te rug. Beslissingen worden al weer trager genomen dan net na de revolutie". Politiek spel Zelf gehandicapt geraakt door een mij nexplosie ligt zijn loyaliteit bij de voor malige collega's, maar hij heeft zijn be denkingen over het politieke spel waarin ze betrokken zijn geraakt. „Niemand weet of we de juiste personen hebben ge holpen of dat we juist de verkeerde men sen hebben neergeknuppeld. Misschien hebben we inderdaad grote fouten ge maakt in Bukarest", beantwoord hij de hier wèl te stellen vraag over de betrok kenheid van oud-Secuntate-mensen bij de mij werkersactie. Dat er geweld is gebruikt, was naar zijn mening onvermijdelijk vanaf het mo ment dat de kompels op weg gingen. „Probeer water dat van een berg loopt maar eens te stoppen". Over de populariteit van Iliescu zegt het optreden van de mijnwerkers volgens hem niet zo veel. Het is bekend dat veel mensen in deze streek op de nieuwe pre sident gestemd hebben. Voor de tijd van vandaag steunen ze hem omdat hij hen tegen de dreigende chaos beschermt, maar zo gauw dit beeld doorbroken wordt, zullen ze hem laten vallen ten gunste van een nieuwe sterke leider, voorspelt Michai. „Het enige wat de kompels drijft is hun afkeer van onrust in de hoofdstad en het slappe optreden van leger en politie. Hadden ze op tv maar een peloton sol daten ordelijk zien optreden tegen de brandstichters, dan waren ze niet ge gaan. Maar alles wat ze zagen, waren te rugtrekkende troepen en later een tv die helemaal niet meer uitzond. Ze hadden het gevoel dat de democratisch gekozen regering in direct gevaar was". Toen zijn ze maar gegaan om rust en orde te her stellen. Ondanks zijn bedenkingen vindt Michai het op zich te rechtvaardigen dat de kompels optraden tegen de „chaos op het plein". Democratie is volgens hem mooi, maar er moet wel op decente en ordelijke manier mee worden omge sprongen. „Iedereen heeft het recht om te zeggen wat hij wil. Maar dit was on taard in anarchie". Zoals de intellectue len in Bukarest mijnwerkers beschrijven alsof ze in grotten wonen en onder direct commando staan van Attila de Hun, zo hebben de kompels op hun beurt een nogal stereotiep beeld van de demon straties in de hoofdstad. Verhalen over kelders vol gedrogeerde naakte meisjes, wapens van buitenlandse makelij - dui dend op een anti-Roemeense vijfde ko- lonne -, ziekten en drukmachines voor valse dollars, het wordt allemaal maar al te graag geloofd. Bevestigen De gebeurtenissen op de dag na zijn voor Roemeense begrippen openhartige ontboezemingen lijken Michai's theo rieën op punten te bevestigen. Allereerst blijkt er inderdaad niet al te veel veran derd. Een door de directie toegezegd be zoek aan de Barbatestie-mijn is plotse ling niet meer mogelijk: buitenlandse journalisten moeten met onmiddellijke ingang schriftelijk toestemming hebben van het kabinet van de premier. „Geen probleem, komt u maar een brief halen", laat de officiële woordvoerder Unteanu vanuit Bukarest (twaalf uur reizen) vro lijk weten. Ook interviews met officieel geselecteer de mijnwerkers zijn opeens verboden. Op eigen houtje de dorpjes ingaan wordt niet alleen ten zeerste afgeraden - „nie mand kan voor uw veiligheid instaan, de bewoners in deze streek willen nogal eens gewelddadig reageren op onaange kondigd bezoek; het zijn primitieve mensen moet u weten" - maar ook vrij wel onmogelijk gemaakt door de con stante aandacht van ambtenaren die moeten waken over het welzijn van de geachte gasten. „Gaat u toch lekker voetballeh kijken, dat zal u meer interes seren". In het regeringsdecreet wordt niets gezegd over benodigde toestem ming voor Roemeense journalisten. Lo kale instanties weten dan ook niet veel anders te doen dan - zij het met tegen zin, maar regels zijn regels - de Roe meense tolk-gids van de buitenlandse verslaggevers toe te laten tot de mijn. Veel mijnwerkers in Roemenië praten lie ver rustig over voetbal dan over politiek, maar wie de gloednieuwe democratie en daardoor hun rust verstoort krijgt het met hen aan de stok. Deze verdwijnt na enig onderhandelen met een vragenlijstje voor de 'officiële mijnwerkers' en een batterij camera's om zijn nek ondergronds. Zelf moeten de heren buiten het hek op zijn terug keer wachten. „Is er dan echt helemaal niets veranderd?", verzucht Michai keer op keer zachtjes voor zich uit. Voor het hek van de mijn worden de dreigende woorden van de autoriteiten al snel teruggebracht tot wat ze werkelijk zijn: holle retoriek en intimidatie. Het schaakspel van de bezoekers trekt de aandacht van de kompels wier dienst er tegen twaalf uur op zit, waarna een gea nimeerd gesprek over voetballen, poli tiek en de mijnen volgt. Van vijandighe den geen spoor. De mijnwerkers voelen zich zichtbaar op hun gemak op eigen terrein. Waarom de buitenlanders het terrein niet op mogen is voor hen een raadsel. „We hebben toch niets te ver bergen?" Zoals de autoriteiten ongewild al deden, bevestigen ook de mijnwerkers de woorden van Michai: „We weten niet veel over politiek maar we weten wel dat er problemen zijn in Bukarest. Deze regering is democratisch gekozen. Het le ger moet zorgen voor orde en rust. We hebben ondergronds al problemen ge noeg. Bovengronds moet het rustig en vreedzaam zijn, anders hebben we hele maal geen leven meer". Het gaat niet zozeer om Iliescu als wel om de sterke man die een betere levens standaard en rust verzekert. „Als het moet gaan we weer. De democratie kan op ons rekenen". Navrant detail: de mijnwerkers spreken vrij consequent over Iliescu als „onze leider/gids" (conductor), ooit de zelf ge kozen koosnaam van de 'grote conduc tor' Ceausescu. Ook deze haalde regel matig arbeiders van buiten de stad naar Bukarest om zijn populariteit te onder strepen. „Wat is er eigenlijk veranderd", zou Michai zich weer afvragen, had hij het gehoord. GERT VAN WIJLAND Op 14 juni sloegen Roemeense mijnwerkers in Bukarest onder anderen deze tegen president Iliescu demonstrerende student in elkaar FOTO: ANP

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 25