„Je kunt hier fatsoenlijk ziek zijn, daarom zijn we gezonder" final Je wordt voor een luie donderstraal aangezien" IS HET WAO-PROBLEEM OPLOSBAAR? Joop en Edith, twee wao'ers CöidócSouxatit ZATERDAG 30 JUNI 1990 PAGINA 24 Het aantal arbeidsongeschikten in ons land neemt bijna dagelijks met enkele honderden toe. Ruim 850.000 wao'ers zijn er nu en als er niet snel maatregelen worden genomen om de wassende stroom in te dammen, zal spoedig het miljoen worden bereikt. Dat is niet alleen uit sociaal oogpunt onaanvaardbaar, maar ook om financiële redenen. Allemaal betalen we mee aan de kosten van de arbeidsongeschiktheid, die per jaar maar liefst 25 miljard gulden bedragen. Kabinet en sociale partners zoeken naarstig naar oplossingen. Minister De Vries van economische zaken dreigt met een 'quotering': elk personeelsbestand moet uit ten minste vijf procent gedeeltelijk arbeidsongeschikten bestaan. Om die verplichting voor te zijn lanceerde werkgeversvoorman Van Lede vorige week een plan waarin werkgevers beloven dat zij gedeeltelijk arbeidsongeschikt personeel zoveel mogelijk in dienst zullen houden. Hoe sociaal voelend is dat plan en wat is er nog meer nodig om het wao-probleem het hoofd te kunnen bieden? AMSTERDAM - Lange tijd heb ben we aangenomen dat een stij gend aantal wao'ers en een hoog ziekteverzuim hoorden bij een eco nomische recessie. Immers, als het slecht gaat met de economie, moeten bedrijven mensen kwijt. 'Hoera', juichte men dan in werk geverskring stiekem, 'er is een wao waarin we allerlei mensen op een 'sociale' manier kunnen lozen'. Die mensen werden dan wel werkloos, maar zij zouden niet in de bijstand terecht komen. Met instemming van de vakbonden werd deze truc veelvuldig in praktijk gebracht. Sinds een paar jaar gaat het economisch gezien beter dan ooit met ons land, maar desondanks is het aantal arbeidsonge schikten (850.000) hoger dan ooit. Dat zelfde geldt voor het ziekteverzuim: dat ligt al op een gemiddelde van vijf ziekte dagen per kwartaal per werknemer. Waarom? Zijn we zo'n ongezond volkje of zijn er andere redenen? Daarvoor gaan we te rade bij twee deskundigen, Albert Reuling en Rienk Prins, beiden verbonden aan het Nederlands Instituut yoor Arbeidsomstandigheden in Amster dam. Wie melden zich zoal ziek, hoe vaak en hoe lang? Volgens Reuling en Prins zijn die vragen niet gedetailleerd te beant woorden. Er kunnen wel enkele algeme ne conclusies worden getrokken: oude ren zijn minder vaak maar wel langer ziek dan jongeren. Hoe groter het bedrijf waar iemand werkt, hoe lager het ziekte verzuim. Hoger opgeleiden verzuimen minder dan laaggeschoolden. Het ver zuimpercentage bestaat voornamelijk uit mensen die langdurig ziek zijn. Het kort durende verzuim betreft hooguit enkele tienden van procenten. Is hiervoor een wetenschappelijke ver klaring voorhanden? Het tweetal kijkt bedenkelijk. „Er zijn wel wat theorieën", begint Reuling voorzichtig, „maar die zijn niet echt hard te maken". Prins vult zijn collega aan: „Kijk, iedereen die de veertig is gepasseerd mankeert wel wat. Maar wat deed het Nederlandse bedrijfs leven? Dat verdreef tal van mensen die qua opleiding niet meer volledig inpas baar waren en die kampten met slijtage- verschijnselen of een zwakke gezondheid van de arbeidsmarkt. Dat was ook heel gemakkelijk want de wao leende zich daar uitstekend voor". „Het klinkt ongelooflijk maar het is waar: in Nederland werkt van de men sen tussen de 55 en 65 jaar nog maar tien procent! In Zweden heeft nog meer dan de helft uit deze leeftijdscategorie een baan. Het gevolg van het genoemde uitstotingsproces in ons land was dat de actieve beroepsbevolking verjongde. Combineer dit met de toegenomen in vesteringen in bijvoorbeeld nieuwe tech nologieën, dan kun je constateren dat onze beroepsbevolking op een behoorlijk hoog niveau kwam. En dat leidde weer tot een nieuwe uitstoot van mensen: de genen die niet meer met de moderne produktieprocessen konden meekomen". Ook Erna Baars, hoofd van de bedrijfs gezondheidsdienst van de Amro-bank en één van de zeven bedrijfsartsen die in dienst zijn van deze bank, deelt deze mening. „Als we precies konden verkla ren waarom er zoveel arbeidsongeschik ten zijn, was het probleem veel gemak kelijker op te lossen. Ik kan ook alleen maar gissen. Nederland is het land met de hoogste arbeidsproduktiviteit van Eu ropa. Het gevolg daarvan is dat je afvalt als je niet optimaal mee kunt komen. Dat gaat tegenwoordig ook voor jongere mensen op. Bovendien is de tolerantie voor mensen die om psychische redenen wat minder goed functioneren of die een ziekte of gebrek hebben niet erg groot". Gezonder De Nederlandse sociale wetgeving maakt het werknemers die ziek worden niet echt lastig. Je voelt je niet lekker, je meldt je ziek en dan moet het wel heel raar lopen wil je salaris niet gewoon doorbetaald worden. In tegenstelling tot andere landen hoef je niet eerst naar een dokter voor een 'ziekenbriefje'. Er hangt je bij ziekte geen ontslag boven het hoofd en bovendien is zowel de werkne mer als de werkgever verzekerd tegen ziekte. Dat zijn de zegeningen van de Nederlandse verzorgingsstaat. Dit heeft volgens Rienk Prins ook tot ge volg dat de Nederlander doorgaans ge zonder, gelukkiger en tevredener is, bo vendien langer leeft en minder medicij nen gebruikt dan de mensen in andere westerse landen. „Je zou ook kunnen zeggen: we hebben een hoog ziektever zuim in Nederland omdat je hier fat soenlijk ziek kunt zijn. Het loutere feit d&t we ziek kunnen zijn maakt ons te vens gezonder, hoe paradoxaal dat ook klinkt". Chef Maar zijn we eenmaal langer dan een paar dagen of weken ziek, dan worden we door de samenleving een beetje ver geten. Het gros van de Nederlandse be drijven gaat niet al te sociaal met zijn zieke werknemers om, constateren Reu ling en Prins. „Een chef heeft er, als één van zijn mensen door ziekte geruime tijd uitvalt, de pest in zolang er geen vervanger is. Komt die er wel dan is men de zieke snel vergeten. Namens de collega's wordt er nog een bloemetje ge stuurd en dat is dat", aldus Prins. „Men sen die al drie maanden ziek zijn hebben een kans van één op drie om in de wao te belanden. Bij vijf maanden ziekte is het risico al vijftig procent. Er wordt in de ziektewetperiode weinig gedaan aan revalidatie en herplaatsing. Er worden nauwelijks pogingen gedaan iemand weer terug te krijgen. Je zou moeten zeg gen: afdelingschefs, dóé wat aan jullie zieke personeel!" Dokter Erna Baars erkent het belang van de rol die een chef kan spelen in het her stelproces van de zieke. Zij: „Tot voor kort ging men er vanuit dat een zieke werknemer onder de verantwoordelijk heid viel van de bedrijfsgezondheids dienst. Nu zeggen we: die zieke zit onder meer met het probleem dat hij niet kan werken en zijn chef zit met het probleem dat die medewerker niet op de afdeling is. Samen kunnen ze dat vraagstuk mis schien oplossen. We geven momenteel een cursus waarin we chefs leren met een dergelijke situatie om te gaan. We tenschappelijk onderzoek wijst uit dat als er gedurende de ziekteperiode meer contact is vanuit het bedrijf, de zieke ge makkelijker terugkeert". Bij de Amro- bank vloeit in principe niemand onno dig in de wao. „Ons beleid is iedere ge deeltelijk arbeidsongeschikte een aange paste baan aanbieden". Op 1 januari bedroeg het wao-bestand in de Amro-populatie 2,9 procent. Op ruim 20.000 werknemers gaat het om 585 mensen van wie 256 part-time werken. Allen zijn in Amro-dienstverband ge deeltelijk arbeidsongeschikt geraakt. Vol gens dokter Baars is de Amro bereid ook andere wao'ers op te nemen. „Eén van de problemen rond die 850.000 wao'ers in ons land is echter dat velen onvol doende geschoold zijn. Een groot aantal haalt niet het minimale niveau dat nodig is om bij een bank te werken. We heb ben de Gemeenschappelijke Medische Diensten al vaak gezegd: als jullie ge schikte mensen hebben, kom maar op. Erna Baars, hoofd gezondheidsdienst van de Amro-bank, controleert de bloeddruk van een werknemer. FOTO: DIJKSTRA Maar tot nu toe hebben ze van dit aan bod geen gebruik gemaakt". Is een verplichting voor werkgevers om een bepaald percentage wao'ers in dienst te nemen een goede oplossing? Dokter Baars zegt 'nee', de twee deskundigen van het Nederlandse Instituut voor Ar beidsomstandigheden zeggen 'ja'. Prins: „Nederland kent een zeer harmonieuze overlegcultuur, maar werkgevers en bon den komen er na jaren van overleg nog steeds niet uit. De overheid zal nu zelf het initiatief moeten nemen. Men zal moeten zeggen: 'jullie hebben nu lang genoeg alles op de collectiviteit afgewen teld, dat kan zo niet langer'. Quoteren moet, al was het alleen maar om de werkgevers er op attent te maken dat er niet enkel jonge, hippe, gezonde werkne mers zijn die niets mankeren". De Amro-bedrijfsarts ziet er niets in: „Quoteren zal methoden oproepen om er onderuit te komen. Mentaliteitsveran dering, preventie, maatregelen gericht op reïntegratie en het scheppen van ruimte voor maximale opname van gedeeltelijk arbeidsongeschikten zullen uiteindelijk meer zin hebben". MARGA RIJERSE Een tumor bij de ruggegraat zette uiteindelijk een dikke streep onder het werkzame leven van Joop Verhoef (61), onderhoudsmonteur. Door een zenuwinzinking, huiselijke problemen en het gevoel het tempo niet meer te kunnen bijbenen beland de ook ambtenaar Edith Regensburg (51) in de wao. Enkele jaren geleden ont moetten zij elkaar bij de Stichting Uitkeringsgerech tigden, waarvan Edith nu penningmeester is en Joop voorzitter. Twee weerbare mensen uit een legioen naamlozen. Joop: „Men is bang, vreselijk bang om na gewezen te worden. Zat mensen gaan nog 's och tends met een broodtrom meltje de deur uit om te doen alsof'. DEN HAAG - Joop en Edith heb ben beiden al lang geleden de schroom overwonnen om over hun leven zonder betaalde arbeid te praten. „Ik ben gestopt met werken toen ik niet meer met de huissleu tel naar binnen kon", vertelt Joop. „Het was in maart '73. Mijn vrouw porde me de volgende ochtend om kwart over zes wakker, maar toen kon ik echt niet meer. Ik zei: 'moes, het is over met me'. Het jaar daarop werd ik ook nog blind, bovendien is er een been bij me af gezet". Lachend: „Je zou dus wel kunnen zeggen dat ik een pietsie gehandicapt ben". Edith klapte twaalf jaar geleden in elkaar op de afdeling personeelszaken van de gemeente Den Haag. Door allerlei reor ganisaties, een personeelsstop en zich opstapelende dossiers was de werkdruk voor haar te hoog geworden. 'Zenuw ziek', luidde de diagnose. „Het was niet alleen het werk, ook thuis zat ik in de problemen", erkent Edith. „Maar onwillekeurig neem je dat mee, hoezeer je ook probeert werk en privéle- ven te schëiden. Het werd een samenbal ling, een knoop in m'n maag. Ik kon me niet meer concentreren en als ik alleen al aan werken d&cht kreeg ik last van hy perventilatie. Na drie jaar behandelingen in verschillende ziekenhuizen werd ik voor tachtig procent afgekeurd". Edith en Joop belandden, allebei tegen wil en dank, in het medische circuit. Af gekeurd, afgeschreven, weggedaan. Ete wao-uitkering die aanvankelijk een pri ma sociaal vangnet leek, begon te knel len. De uitkering werd in 1986 verlaagd tot 70 procent van het laatstverdiende loon. Waar Joop een werkgroep voor de behartiging van de belangen van wao'ers oprichtte, raakte Edith steeds verder in een isolement. Misschien wel exempla risch voor zovele duizenden andere wao'ers, vermoedt ze. „Want je wordt met de nek aangekeken. De contacten met je oud-collega's ver wateren het eerst. Dan volgen de buren. In mijn geval liep ook mijn relatie stuk, waardoor ik gedwongen was te gaan ver huizen. De mensen vinden je al snel een luie donderstraal terwijl het echt geen onwil is van mijn kant, maar onmacht. Maar goed, leg dat maar eens uit aan een middenstander die elke dag overu ren maakt. Je ziet zelfs de bakker den ken: daar heb je dat mens met die wao- uitkering. Op het laatst word je steeds voorzichtiger. En intussen heb je geen geld meer voor contributies of sociale activiteiten. Ik ken wao'ers die al niet meer naar verjaardagen gaan omdat ze de jarige niets behoorlijks kunnen aan bieden". verrot gescholden Joop - „ik heb mijn strijdbaarheid nog uit de verzetsjaren, ik kan geen onrecht verdragen" - had snel de handen vol aan de inmiddels door hem in het leven geroepen Stichting Uitkeringsgerechtig den. Vanuit heel het land wisten niet al leen mensen met een wao-uitkering maar ook aaw'ers en gepensioneerden hem te vinden. „Ik krijg van alles aan de telefoon. Mensen die me verrot schel den, ja heus, omdat ik het opneem voor de zwakkeren in dit land. Ook mensen die geen uitweg meer zien en zich van kant willen maken. Vaak kunnen we hel pen bij heel praktische problemen, bij voorbeeld wanneer een wao'er ten on rechte weer gedeeltelijk arbeidsgeschikt is verklaard". Edith ging eveneens te rade bij de stich ting en voelde zich zo aangesproken door het enthousiasme van het Joop Verhoef en Edith Regensburg. FOTO: MILAN KONVALINKA tje vrijwilligers daar, dat zij al snel regel matiger bij Joop en zijn companen over de vloer kwam. Het betekende voor Edith een enorme oppepper. „Wij heb ben veel steun aan elkaar. Proberen de mensen met een uitkering op te porren om voor hun belangen op te komen". Kneusjes Dat 'opporren' lukt de stichting niet bij iedereen. Edith en Joop wilden graag nog twee andere wao'ers in contact met de pers brengen, maar die durfden op het laatste moment niet. Op 19 mei stonden Edith en Joop nog op het Haag se Malieveld te demonstreren tegen het overheidsbeleid, samen met 6500 andere uitkeringsgerechtigden. Joop: „Eigenlijk is dat bedroevend weinig als je nagaat dat er twee miljoen mensen met een uit kering zijn die al jarenlang veren moeten laten omdat de overheid zo krap bij 1 zit". De voorstellen van VNO-voorzitter Van Lede om gedeeltelijk arbeidsongeschik ten langer in dienst te houden en tegelij kertijd de wao-uitkeringen te verlagen zijn bij Joop en Edith behoorlijk in het verkeerde keelgat geschoten. „Mij maak je niet wijs dat de werkgevers dolgraag alle kneusjes aan het werk willen hou den", schampert Edith. „Uiteindelijk moet je net zo goed presteren als ieder ander en als dat niet lukt word je er toch uitgeschopt. Bovendien wil geen werkge ver mij nog hebben. Ik ben inmiddels al te oud". Joop vult aan: „Zat wao'ers wil len echt wel weer aan het werk. Maar daar zit een groot risico! Als het name lijk fout loopt en je belandt opnieuw in de wao, krijg je nog maar zeventig pro cent van je laatstverdiende loon. Voelt u hem? Want dat loon ligt vrijwel altijd veel lager! Wil je financieel niet in het graf raken, dan moet je zeker van je zaak zijn als je een baan accepteert". Van grootscheeps misbruik van de wao- regeling willen Joop en Edith niet horen. Joop pleit ook de werkgevers vrij: „Het verhaal dat werkgevers ongebreideld personeel in de wao hebben gepropt, klopt gewoon niet. Bij de Gemeenschap pelijke Medische Dienst delen ze echt geen snoepjes uit. Daar word je terdege gekeurd en als jij of je werkgever de b<pel bedot, val je echt door de mand". Edith schrijft het in Nederland relatief hoge aantal arbeidsongeschikten toe aan de slechte werkomstandigheden. „Het is een lage streek van de werkgevers dat ze de wao'ers te pakken willen nemen, ter wijl de slechte omstandigheden op het werk zélf in vijftig procent van de geval len de oorzaak is van de wao. En dan bedoel ik niet alleen de bouw, die altijd genoemd wordt. Er gaan vandaag de dag ook honderden verpleegkundigen totaal dolgedraaid de wao in". Joop hijst zichzelf overeind in zijn stoel, zijn thuis. Hij balt de vuisten en zijn ge doofde ogen lijken even te vlammen: „Eens komt de tijd, dan komen ze er uit!", roept hij strijdlustig. „Dan gaan de wao'ers de straat op, en laten ze niet meer over zich lopen. Ik weet het zeker. Ik sprak laatst een VVD'er en zelfs dié vond de plannen van het VNO te ver gaan. Te bedenken dat mensen die altijd hard hebben gewerkt straks gestraft zou den worden omdat ze ziek zijn, dat is toch beschamend? Laten we hopen we in dit land niet zo ver hoeven te zin ken". PAUL KOOPMAN Voor nadere informatie: Stichting Uitke ringsgerechtigden, tel. 070 - 3210623

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 24