Contactlenzen in
leesbril op
I
l
final
naie
'Kinderen van het stof zoeken verdwenen vaders
TEVREDENHEID EN TWIJFELS
OVER THERAPIE TEGEN BIJZIENDHEID
Bij de eerste kennismaking met Jan
Dijkhof uit Alkmaar valt meteen al
één ding op: zijn vastberadenheid.
Want als hij ergens van overtuigd
is, is het wel van zijn gelijk en
vooral van dat van zijn
leermeesters in Amerika. De zich
optoloog noemende Dijkhof
gebruikt in zijn praktijk in
Alkmaar - zelf spreekt hij steevast
van „winkel" - een voor
Nederland vrij onbekende methode
om mensen van hun bijziendheid
(alleen van dichtbij goed kunnen
zien) af te helpen. De belangstelling
is groot. Dijkhofs werk wordt
echter door vooral oogartsen met
de nodige scepsis bekeken. De
kritiek varieert van „niet
wetenschappelijk bewezen" tot
„geldklopperij".
Optoloog Jan Dijkhof uit Alkmaar gelooft in zijn therapie tegen bijziendheid.
ALKMAAR - De werkruimte lijkt
wel een beetje op die van een oog
arts, maar tegelijkertijd ook weer
niet. In een kleine, open kamer
staan de oogmeetapparatuur opge
steld, het leesbord met de steeds
kleiner wordende lettertjes en de
bakken vol contactlenzen en brille
tjes. De grote ruimte die er naar
toe leidt heeft daarentegen meer
weg van een kleuterschool, een bi
bliotheek of een winkel. Aan de
muur hangt een schoolbord, in een
hoekje staat een soort trampoline
en op de toonbank pruttelt een
koffiezetapparaat.
De sfeer is informeel. Heel anders dan
bij een oogarts. Maar dat moet ook, be
nadrukt Dijkhof, die steeds opnieuw op
merkt dat er tal van misverstanden over
zijn werk bestaan. „Ik ben geen medi
cus", drukt hij ons keer op keer op het
hart. „Ik ben een technicus. En iedere
oogarts die zegt dat ik mij op medisch
terrein begeef, is neringziek".
Jan Dijkhof, van huis uit opticien en
ooit begonnen op de 'brillenschool',.
heeft zich via een eindeloze reeks cur
sussen in vooral Amerika bekwaamd in
wat 'orthokeratologie' en 'functionele
optometrie' wordt genoemd. Een voor
Nederland vrijwel onbekende, maar in
de VS op grote schaal toegepaste metho
de, waarmee mensen van hun bijziend
heid af kunnen komen. „Het wordt daar
in Amerika zelfs op de universiteiten ge
doceerd", voegt hij er aan toe.
Dijkhof was de eerste in ons land die
achttien jaar geleden voorzichtig met or-
thokeratologie begon. Een paar collega's
hebben sindsdien zijn voorbeeld ge
volgd. Maar het gaat heel langzaam.
Dijkhof legt uit: „Het is gebleken dat als
je ervoor zorgt dat een contactlens lek
ker zit, het oog opknapt. De lenzen die
de fabrikant levert zijn namelijk maar
halfprodukten. De randen zijn niet glad
gemaakt en dus moet je die eerst nog po
lijsten". De optoloog heeft daarom slij-
papparatuur in de winkel staan, waar
mee hij voor elke klant de lenzen als het
ware 'op maat' kan maken.
Basisprincipe van de orthokeratologie is
dat een goed zittende contactlens lichte
druk op het hoornvlies uitoefent. Masse
ren noemt Dijkhof dat. Daardoor kun
nen de spieren van het oog zich ontspan
nen, hun oude, vertrouwde taak weer
opnemen, zodat men beter gaat zien.
Maar dat betekent dan toch automatisch
dat een klant na een tijdje al weer ande
re, minder sterke lenzen moet aanschaf
fen?, „Dat klopt", zegt Dijkhof. „Daar
om kun je een contactlens eigenlijk ook
niet verkopen. Als je een lens goed aan
meet, past-ie na drie maanden niet
meer. Ik heb wel klanten gehad bij wie
tien keer een kwart punt van de oog
sterkte is afgegaan. Die kun je niet elke
keer een nieuwe lens laten kopen".
Jong en oud
De orthokeratologie is vooral geschikt
om mensen - zowel jonge als oude -
FOTO'S: CEES VERKERK van hun bijziendheid af te helpen. Dijk-
hof bestrijdt dat bijziendheid een kwes
tie van erfelijkheid is, zoals vaak wordt
beweerd. Want hoe is dan de enorme
toename van het aantal bijzienden te
verklaren, vraagt hij zich af. „Twee pro
cent van de gevallen van bijziendheid is
erfelijk bepaald, bij de rest zijn omge
vingsfactoren in het spel. Mensen lezen
veel meer dan vroeger of ze zitten de
hele dag naar een beeldscherm te turen".
Het gevolg is: dichtbij-kijkstress of lees-
kramp, zoals Dijkhof dat noemt, een
verkeerd aangeleerde, verkrampte ma
nier van kijken.
Als de behandeling slaagt kan iemand
zijn normale, scherpe zicht weer hele
maal terugkrijgen. Opvallend is trou
wens dat de lenzen (om in de verte goed
te kunnen kijken) ter ontspanning wor
den gecombineerd met een zwakke lees
bril (+0.50).
Ook met behulp van oefeningen (func
tionele optometrie) kunnen ogen beter
worden, stelt Dijkhof. Bijvoorbeeld door
het gooien en vangen van een bal, waar
bij de ogen gedwongen worden afwisse
lend dichtbij en in de verte scherp te
stellen. Ook voor mensen met één plus
oog en één min-oog zijn dergelijke kij-
koefeningen aan te raden, meent hij. De
ogen leren op die manier weer samen te
werken. Zelfs bij scheelkijken kan op die
manier een operatie worden voorkomen,
als we Dijkhof mogen geloven.
Revolutionair
Dijkhofs aanpak kan voor Nederland ge
rust revolutionair worden genoemd. Hij
heeft een overvolle agenda, de mensen
stromen toe. Maar of de klant echt waar
voor zijn geld krijgt, wordt niet helemaal
duidelijk. De oogartsen zijn zeer argwa
nend, maar zij niet alleen.
Een uitermate tevreden klant van Dijk
hof wil graag over zijn ervaringen vertel
len, maar wel anoniem. Hij blijkt inten
sief betrokken te zijn bij de luchtvaart,
waar hoge eisen aan ogen worden ge
steld. Gevallen waarbij mensen ineens
weer stukken scherper gingen zien, wor
den in dit wereldje met grote argwaan
bekeken, is zijn ervaring. Vandaar liever
geen naam in de krant.
„Op een gegeven moment was mijn lin
keroog min 0,75 geworden en mijn rech
teroog min 1 en het zag er naar uit dat
ze nog slechter zouden worden. De
sterkte was op dat moment voor het vie-
gen niet zo'n probleem, maar ik wilde er
wel wat aan doen. Denk bijvoorbeeld
maar aan autorijden".
Het lukte hem zijn gezichtsvermogen
met behulp van goed passende lenzen,
een leesbril en een paar oefeningen in
enkele maanden te verbeteren. De sterk
te van de lenzen werd almaar minder en
ook het aantal uren dat ze gedragen
moesten worden werd door Dijkhof
langzaam afgebouwd. Nu is zijn linker
oog bijna 0 en zijn rechteroog -0.75 en
dat is al tijden zo.
De klant: „Ik hoef mijn lenzen nu bijna
nooit meer in te doen. Soms merk ik, als
ik 's avonds tv zit te kijken, dat het
beeld minder scherp wordt. Dan doe ik
mijn lenzen even in en ik zie de hele
week weer scherp. Daaraan merk ik ook
de deskundigheid van Dijkhof, want dit
had hij me precies voorspeld".
Dijkhof slijpt due
contactlenzen vt
iedere klant op ls
maat. SCrl
it d
Goedkoop is het allemaal niet. De m)s*v'
betaalde voor een behandeling van dfer
maanden 1000 gulden, een bedrag <jem
niet verhaald kan worden op de verzejpre:
ring. Daarbij zijn de kosten voor de l|nu,
zen inbegrepen. En hoewel geen van b
de ogen helemaal op 0 zijn uitgekomtiaeJ
is deze klant toch uiterst positief. „Al$ln o
het niet had gedaan, waren mijn og St(
waarschijnlijk verder achteruitgega.
Nee, het is het zeker waard geweest,
heb dan ook heel wat mensen aangei 'iet
den naar Dijkhof toe te gaan".
ont
hre\
Niet iedereen
Maar behandeling en betaling zijn zeij,
geen garantie voor een blijvend res
taat. Zelf zegt Dijkhof niet te weten
groot het succespercentage van zijn te"
rapie is. „Wat ik kan doen is de therafr!
en de service aanbieden, maar elk oor^
anders en de ene klant oefent ook be'^H
dan de andere".
Dr. P.P.H. Alkemade, oogarts in Er~
Haag en secretaris van het NederlaiP
Oogheelkundig Gezelschap, heeft ech;'
genoeg ex-klanten van Dijkhof in r 1
praktijk gehad om zich uiterst kriti^
uit te laten. „Ik heb hier mensen gelul
die veel geld zijn kwijtgeraakt, mr> 5
niets zijn opgeschoten". Volgens Air"-
made gaat Dijkhof zeer zorgvuldig!6,
werk bij de oogmeting en kan wat rl
doet geen kwaad. „Alleen, het is niet r
tenschappelijk bewezen", voegt hij j
meteen aan toe. „Als het een methcrH
was die zoden aan de dijk zette, zoud*
oogartsen het ook wel gaan doen".
Volgens Alkemade is het resultaat v'J 1
de therapie maar tijdelijk. Zodra de l£P
zen in het doosje blijven, gaan de or*"
weer achteruit. Gevallen waarbij dat i?n"
is gebeurd en de therapie dus blij vei
succes heeft gehad, bestempelt hij P°
„puur toeval" en „geluk gehad", l! 6
dragen van lenzen en leesbril ter voprP^
ming van bijziendheid, zdals DijkP6-
wel voor kinderen propageert, noemt
„klinkklare onzin". Alkemades twijfel-
richten zich niet op het vervormen v
het hoornvlies. Er is geen sprake
medisch handelen. Maar volgens h(
belooft Dijkhof iets wat hij niet
waarmaken.
Een oogarts die Dijkhofs therapie
heeft uitgeprobeerd is dr. H.J. Lim 1
Amsterdam. Ook hij is vol lof overl
nauwkeurige manier waarop de A
maarse optoloog te werk gaat. „To
ben ik er zelf meé gestopt", zegt L
„Slechts achttien procent van de pati/t*
ten eindigde uiteindelijk zonder lenzeer
De rest moest lenzen blijven dragen"nal<
De medici blijven dus voorzichtig £W(
orthokeratologie en functionele optoiUg
trie, alhoewel Lim de deur toch r
beetje op een kiertje zet. „Het ontbreP^
ons aan meer kennis over het hooi'U
vlies. We kunnen nu nog niet zeggen: tad
hoornvlies is geschikt en dat niet. Mfcn
als je dat wel zou weten, zou je bett0II
resultaten krijgen". „„i
Volgens Dijkhof gaat zijn vak een roe
kleurige toekomst tegemoet. Hij kan;0IT
niet vaak genoeg op wijzen dat het inlgg<
VS zelfs aan de universiteit wordt ged
ceerd. „Dat moet hier ook gebeuret^
zegt hij vastberaden.
CLARISSE BUN;"
h(
erfc-
NEW YORK - Mary Xinh Nguy
en, e^n beeldschoon fotomodel
met lang, donker haar, heeft een
telkens terugkerende droom. Ze
loopt naar een man toe wiens ge
zicht bekend lijkt maar nooit hele
maal duidelijk wordt. De droom
eindigt altijd abrupt en brengt haar
geen stap verder in de zoektocht
die haar leven domineert: die naar
de Amerikaanse marinier die haar
tijdens de oorlog in Vietnam ver
wekt heeft.
Jonge mensen als Nguyen staan in Viet
nam bekend als 'kinderen van het stof,
een deel van de tragische erfenis van
vijftien jaar Amerikaanse inmenging in
Indo-China. Het zijn Ameraziaten, die
door hun vaders zijn verlaten en door de
Vietnamezen worden veracht.
De ongelukkige oorlogskinderen zijn nu
hun speurtocht begonnen naar de solda
ten die hen in de steek hebben gelaten.
Dit jaar zullen, dank zij een wet die net
van kracht is, ongeveer 15.000 Amerazi
aten en hun verwanten aankomen in
Amerika.
Zij delen allemaal Nguyens droom hun
vader te vinden, maar de meesten zul
len, net als zij, teleurgesteld worden.
Amerika's Vietnamveteranen hebben
een nieuw leven opgebouwd en willen
niet gevonden worden door kinderen die
ze nooit echt hebben gekend of van wie
ze het bestaan niet eens vermoeden.
Meer geluk
De twintigjarige Nguyen heeft meer ge
luk dan de meeste anderen. Ze vluchtte
vijftien jaar geleden tijdens de Ameri
kaanse terugtrekking uit Vietnam naar
de Verenigde Staten. Ze werd in een
pleeggezin opgenomen tot haar Vietna
mese moeder en halfbroer, ook een kind
van een Amerikaanse militair, zich bij
haar konden voegen.
Ze studeert politicologie aan de Univer
siteit van Boston en is momenteel een
van de Amerikaanse topmodellen. Ze
gebruikt haar bekendheid om haar vader
te vinden - die ze nog nooit heeft ge
sproken en die ze zelfs nog nooit op een
foto heeft gezien - en te pleiten voor de
19.000 andere Ameraziaten die hun va
der willen vinden.
Alles wat ze weet van haar vader zijn
haar moeders herinneringen. Hij kwam
uit Houston en was een onderkorporaal
in het marinierscorps. Een paar maan
den na haar geboorte in Da Nang in
1969 raakte hij gewond bij het Tet-offen-
sief en werd naar een ziekenhuis in Oki
nawa overgebracht.
„Mijn moeder zegt dat hij erg knap
was", vertelt Nguyen tijdens een pauze
bij een modelopdracht in Califomiè.
„Hij was in de twintig, had donker haar
en bruine ogen. Hij sprak ook vloeiend
Vietnamees, en dat is niet zo gebruike
lijk".
„Ik heb veel reacties gehad van mannen
die denken dat ze mijn vader zijn. Ze
hebben me gebeld en geschreven, maar
geen van hen was het. Ze hadden de ver
keerde naam en kwamen met verkeerde
data".
Studiebeurzen
„Ik denk er altijd over hoe het zou zijn
hem uiteindelijk te zien. Hoe hij zou
zijn. Maar het is erg moeilijk je een
voorstelling te maken van iemand die je
nooit gekend hebt. Ik laat mezelf niet te
veel meeslepen in mijn fantasieën, want
er kan in die twintig jaar van alles met
hem gebeurd zijn".
Nguyen is boos dat Amerika, hoewel het
nu de 'kinderen van het stof opvangt,
niet méér doet om hen te helpen. „De
Amerikanen hebben een veel grotere
verantwoordelijkheid. De marine en de
landmacht zouden meer informatie
moeten geven. Er moeten studiebeurzen
beschikbaar gesteld worden. Als ze de
kans maar zouden krijgen, zouden de
Ameraziaten de Amerikanen echt trots
kunnen maken".
Er zijn wel vluchtelingenbureaus opgezet
om de kinderen te helpen. Het komt
echter maar zelden voor dat vader en
kind herenigd worden, vertelt Michael
Kocher, directeur van het in New York
gevestigde bureau InterAction.
„Slechts een paar Ameraziaten hebben
genoeg informatie en contacten om een
begin te kunnen maken met de zoek
tocht naar hun vaders", aldus Kocher.
„Helaas hebben de meesten nauwelijks
enige informatie. Koppel dit aan de taal
barrière en de stigmatisering van Amera
ziaten en het moge duidelijk zijn dat ze
weinig kans van slagen hebben".
Ondanks deze problemen vinden de
meeste Ameraziaten het land van hun
vader een veel aantrekkelijker plaats om
te wonen dan hun geboorteland. In Viet
nam zijn ze tweederangs-burgers, ver
doemd als „het bastaardkroost van pros-
tituées en yankees".
Dochter
Hoewel InterAction doet wat het kan
om de Amerikaanse vaders te lokalise
ren, moedigt het bureau de zoektochten
zeker niet aan. „In de meeste gevallen is
de kans maar heel klein dat de man in
kwestie opgespoord wordt, hoewel het
fantastisch is als dat gebeurt. Van maar
zes procent van de Ameraziaten die naar
dit land gekomen zijn, is de vader ook
daadwerkelijk gevonden".
Het komt ook voor dat voormalige mili
tairen op zoek gaan naar hun Amerazia-
tische kinderen. „Ik zou niet willen zeg
gen dat er veel verzoeken binnenkomen
van vaders, maar wanneer ze binnenko
men blijken de vaders zoveel mogelijk te
weten te willen komen over hun kind",
zegt Kocher.
Een verhaal dat goed is afgelopen is dat
van Barry Huntoon, een vroegere leger-
hospik die begin jaren zeventig in Viet
nam dienst deed. In 1985 stond bij een
artikel in het tijdschrift 'Life' over de si
tuatie van Ameraziaten een foto van een
jong meisje dat sprekend op hem leek.
De Vietnamese vrouw met wie Huntoon
samenleefde Was negen maanden zwan
ger toen hij in 1972 naar huis werd te
ruggezonden. Later kreeg hij te horen
dat ze gestorven was.
Huntoon was er van overtuigd dat het
pinda's verkopende meisje met de hazel-
nootkleurige ogen zijn dochter was. Hij
nam een advocaat in dienst en liep alle
instanties af om toestemming te krijgen
het meisje naar Californië te laten over
komen. Hij schreef het kind een brief en
zij schreef hem met behulp van vrienden
terug: „Lieve vader, toen ik hoorde dat
je naar me zocht was ik eq> blij". In
1987 ontmoette Huntoon eindelijk de
dochter die hij nooit gezien had.
Het was een herenigng waarop Nguyen
ook voor zichzelf en de andere Amerazi
aten hoopt. „Ik begrijp de vaders wel die
niet meer bij het verleden willen stil
staan omdat Vietnam zo'n traumatische
ervaring was", zegt ze. „Ik zou het kun
nen begrijpen als mijn vader me na zo
veel jaar niet zou willen zien, al zou ik
wel heel verdrietig zijn. Maar er is iets
goeds voortgekomen uit de Vietnam-
oorlog - en dat zijn wij".
PETER RIGBY
(c) The Sunday Times, Londen
Veel ontmoetingen tussen Amerikaanse
militairen en Vietnamese vrouwen gingen
indertijd over in een (tijdelijke) relatie
waaruit kinderen voortkwamen.