In een Opeltje uit grootmoeders tijd Alfa jubileert met vernieuwde 33 ASWW A TS De heilige koe als leesvoer door HENK LAMBREGTSE Inwendig moet de buschauffeur gekookt hebben van woede. Want, kilometers op een (te) smalle dijk achter een voortkruipend en slingerend voertuig te moeten rijden, zou normaal gesproken iedere chauffeur tot wanhoop brengen. Toch bleven lichtsignalen, toeteren en ook het bekende vingergebaar uit. po Met engelengeduld wachtte de bus- 'to chauffeur van de gele streekbus zijn kans af om het waggelende donker- ,nz" blauwe autootje te kunnen passeren. Hij bleef niet lang alleen. Bij elke Hft bocht van de dijk langs de Nieuwe lljj Merwede vertelde een blik in de piepkleine zijspiegel de chauffeur 191 van het hotsende voertuig dat de rij 19J wachtenden gestaag groeide. Om 1S| niet al te veel irritatie op te wekken, werd het gaspedaal iets verder inge trapt, maar daar tegen maakte het voertuigje heftig bezwaar door nog meer dan voorheen van het rechte pad te willen afwijken. Zelfs op rechte stukken moest nu aan het me talen stuurwiel worden gedraaid als of de ene bocht na de andere zich aandiende. Veiligheid voor alles en IV-J dat betekende gas terug nemen en de C ldijk verder volgen in slakkegang. !>■-» Inmiddels was de file aangegroeid tot zo'n twintig auto's en daar werden berijder en bijrijder toch wel een beetje zenuwachtig van. Zo zelfs, dat 9 bij de eerste de beste mogelijkheid pardoes aan de linkerzijde de dijk werd afgedoken. Tijd om richting aan te geven was er niet, want dan had eerst, vanwege een defect, het ^92 raampje naar beneden gedraaid jpjpöi moeten worden om vervolgens met de hand te gebaren dat de koers werd verlegd. Oorverdovend Een oorverdovend getoeter vielen bestuurder en fotograaf ten deel bij het uithalen van deze manoeuvre, [iet omdat de achterliggers kwaad 'aren, maar louter en alleen uit res it voor wat even daarvoor hun 'oorganger was geweest. Bovendien aken vele automobilisten ook nog ;ns uit ontzag voor de ouderdom mn duim omhoog. Zij toonden er be- rip voor dat een Opeltje uit 1935 niet >t die prestaties in staat is, waartoe iu zijn nakomelingen in staat zijn. Ta het rijden in het Opeltje uit groot- ïoeders tijd is duidelijk geworden lat er in 55 jaar heel wat ten goede an een auto is veranderd, al moet 'orden gezegd dat wij ons met de [Opel 1.2 1 vierdeurs limousine, type BOVi 1290' kostelijk hebben vermaakt. Het was écht een belevenis te ervaren hoe autorijden er ruim een halve eeuw geleden aan toeging. Het was destijds ingewikkelder dan nu het geval is. Neem bijvoorbeeld het starten. Toen de auto voor dit verhaal bij Genpral Motors in Papendrecht voor 'een proefrit werd opgehaald, moesten er om te beginnen al twee man aan te pas komen om de 1.2 liter viercilin- der motor aan de praat te krijgen. Dat lukte uiteindelijk door het uit trekken van de choke en vervolgens door het omdraaien van een schake laar op het dashboard. Ten teken dat de starthandeling kon worden ver volgd ging er vervolgens een rood lampje op het metalen dashboard aan. Hierna was het de beurt aan de rechtervoet om te proberen de 23 paardekrachten aan-het werk te krij gen. Hiervoor moest dit lichaamsdeel enige acrobatische toeren verrich ten. Uit ervaring weten we nu dat met dezelfde voet twee dingen tege lijk te moeten doen beslist niet mee valt. Het voltooien van de startproce dure ging als volgt te werk: met de tenen moest een ijzeren pin worden opgelicht en tegelijkertijd moest met de hiel worden gasgegeven. Knorren Na enige tijd van oefenen lukte het op die manier de vierclinder aan het 'knorren' te krijgen. Volgende han deling om de achterwielen aan het draaien te krijgen was het ontgren delen van de rechtopstaande hand rem, ontkoppelen en het inschakelen van de eerste versnelling, hetgeen niet zonder gekraak bleek te kun nen, en gasgeven. Volgens een kenner hoort het kra ken er gewoon bij, maar het doet wel pijn aan de oren. Door echter twee maal de koppeling kort na elkaar in te trappen (dubbel klutsen, afgeleid van het Engelse double clutch) wordt het gekraak iets dragelijker. Hele maal verdwijnen deed het niet. Het sturen bleek een kunst op zich. Het ging niet alleen zwaar maar er bleek in de stuurinrichting een enorme vrije slag te zitten, waarmee tegelij kertijd het slingeren over de weg is verklaard. Bovendien kregen de voeten het zwaar te verduren. Wie sprak daar over rembekrachtiging of hydraulische koppeling? De grootste verrassing op technisch gebied was dat de oveijarige Opel over een vierversnellingsbak be schikte in plaats van, zoals was ver zekerd, over een drie versnellings bak. Het hoge toerental en het daar mee gepaard gaande lawaai bevestig den inderdaad het vermoeden dat er nog een versnelling aanwezig moest Stuurrad Over het ijzeren stuurwiel kan nog worden gezegd dat dit zo groot is dat het eigenlijk in de weg zit. Dat bleek al gelijk bij het instappen. De be stuurder moet er als het ware reeds in zithouding onder door schuiven waarna hij vervolgens bijna klem komt zitten tussen stuurwiel en stoel. Knap lastig als je veel in en uit moet stappen. Dit ondanks het feit dat de deuren royaal opengaan. De passa giers, die achterin plaats moeten ne men, hebben het bij het in- en uit stappen beter getroffen omdat zij meer de ruimte hebben. Dat vakanties met de auto destijds nog niet aan de orde waren is af te leiden aan het ontbreken van een kofferruimte. General Motors heeft de auto voor promotiedoeleinden gekocht. Meer gegevens als in dit verhaal zijn ver werkt zijn (nog) niet bekend. Wel be kend is dat de auto zijn beste jaren heeft gesleten in Spanje en in 1948 ei gendom is geweest van Philips Iberi- ca S.A.E. in Barcelona. Tevens is van de auto bekend dat hij de voorloper is geweest van de Opel Kadett. Het rijden in deze oldtimer bleef niet beperkt tot plezier voor twee. Ook vele, voornamelijk oudere mensen, beleefden er plezier aan en maakten dit kenbaar door met gracieuze geba ren hun stukje jeugdsentiment na te ijten estal loor HENK LAMBREGTSE Dit jaar bestaat Alfa Romeo jaar. Dat alleen al is echtheden voor een feestje. Voor de zo Italiaanse fabrikant van jrestigieuze automobielen zijn t echter meer redenen om de hJ/lag uitbundig uit te steken. \&7jO is het min of meer ten dode /akki ipgeschreven bedrijf als een 3hoenix uit de as herrezen. Weliswaar met hulp van se noeder Fiat, maar toch. graa )e felrode cijfers zijn weer gitzwart san het worden, dankzij het enorme ucces van de Alfa 164. Door deze verleidelijk ogende automobiel' lebben vele oud-Alfa-rijders weer «"Vertrouwen in het merk gekregen. n ons land leidde dit tot een onge- m cende verkoopstijging. Ten opzichte erVan 1988 verkocht Alfa Romeo Ne- ierland verleden jaar ruim 38 pro- De Alfa 33 Boxer 16V Quadrifoglio Verde. Ient meer auto's. In totaal werden 273 Alfa's geregistreerd tegen 3818 n 1988. Van de Alfa 164 werden er •ijftienhonderd aan de man/vrouw gbracht tegenover 293 stuks in 1988. Verd in 1985 nog het 75-jarige jubile um van Alfa Romeo (ontstaan uit het samengaan van de firma van inge- jnieur Nicola Romeo met de montage- fabriek Anonima Lombarda Fabtic- ca Automobili) nog gevierd met een (geheel nieuwe auto, de Alfa 75, nu wordt het jubileum opgeluisterd met ïen flinke facelift van de Alfa 33 en nieuwe 1.7 liter boxermotor met zestien kleppen (vier per cilinder). De facelift van de Alfa 33 is dusdanig _d, dat bijna van een nieuw model gesproken mag worden. Het Jvat sobere interieur (gesproken |wordt hier over het topmodel) en de middels in onbruik geraakte dak gootjes worden gaarne voor lief ge komen. Fraai Want ondanks ook wat minpunten is jle Alfa 33 met zijn 164 'look' een raai ogende wagen, die weer een ijdje meekan. In ieder geval tot in 993, wanneer de nieuwe '33' zijn op- 'achting moet maken. Fraai geldt in et bijzonder voor het topmodel, de dfa 33 Boxer 16V Quadrifoglio (kla- ertje vier) waarvan de voorwielen borden aangedreven door de gloed nieuwe zestienklepsmotor. Vandaar "K>k dat deze Alfa tot onderwerp van Jesprek is gekozen. pUeen al het geluid dat deze motor voortbrengt is een lust voor het oor, laat staan voor de wfare Alfa-liefheb ber... Het sonore geluid (ook wel de 'Alfa-brom' geheten) dat reeds bij de start de oren streelt, zorgt ervoor dat de berijder in de juiste stemming wordt gebracht. De zestienklepper herbergt zo veel kracht in zich dat hij zonder al te veel moeite de voorwielen kan laten spin nen. Bij nat wegdek is het dan ook raadzaam het gaspedaal met wat meer zachtheid te behandelen. Dit om onverwachte reacties in het Stuur te voorkomen. Niet zo vreemd als men bedenkt dat deze zestienklepper (ADVERTENTIE) automatische mnsm/ss/o s Specialisten In automatische en handgeschakelde versnellingsbakken van Gijnstraat 14d - Rijswijk Tel.: 070-99.14.94 - Fax: 070-98.98.77 'het klavertje vier' in slechts 8,4 se conden naar de honderd kilometer per uur kan laten snellen. Wie wil en daarbij het risico van een forse bon op de koop toe wil nemen kan een snelheid bereiken van 205 km/u. Boxermotor De 1.7 liter (1712 cm3) boxermotor, die daar voor verantwoordelijk is le vert een maximaal vermogen van 95 kW/132 pk van 6500 toeren per mi nuut. Zijn maximale trekkracht van 157 Nm wordt bereikt bij 4600 toeren per minuut. Aan deze krachtbron is een geregelde driewegkatalysator gekoppeld. Het verbruik van lood vrije benzine zal, afhankelijk van de rijstijl, uitkomen op één op 9/11. Hoewel deze motor tot hoge presta ties in staat is, kampt hij met hetzelf de euvel als bijna alle andere zestien kleppers. Hij moet op toeren worden gehouden. In de lage toerentallen heeft hij het duidelijk niet naar zijn zin. Sportief rijden staat gelijk apn veel 'roeren' in de enigszins stroef schakelende vijfversnellingsbak. Ie dere versnelling moet zeer precies worden ingelegd. De zestienklepper was uitgevoerd met stuurbekrachtiging en antiblok- keerremsysteem. Van deze extra's voldeed de laatste het best. De stuur bekrachtiging zou zich, maar dat is persoonlijk, mogen beperken tot as sistentie bij het uit stilstand wegrij den en bij het inparkeren. Over de wegligging niets dan lof. De Alfa is in bochten weliswaar onderstuurd (hij wil liever rechtuit), maar met gas los laten en vervolgens weer iets gas bij geven is de auto zonder problemen weer in het juiste spoor te brengen. Kunnen wij over de carrosserie geen kwaad woord over de lippen krijgen, het interieur verdient nauwelijks lof. De voorstoelen geven niet het com fort dat zij op het oog beloven. De zit is te laag en het rechterbeen levert voortdurend strijd met het console. Deze strijd kan alleen worden be slecht met het doen van enige con cessies aan de 'voorgeschreven' rij- houding: de stoel verder naar achte ren waardoor het been geen hinder meer ondervindt van het console, maar de armen een meer gestrekte positie moeten aannemen. Interieur Bekijken we het interieur beter dan valt op dat het dashboard een wat foedkope indruk maakt. Het piep- leine dashboardkastje is zelfs een Alfa-onwaardig. Over het geheel genomen is echter bijzonder knap hoe de ontwerpers met een paar eenvoudige kunstgre pen de '33' een compleet ander ge zicht hebben gegeven. Dat zij daarbij dankbaar gebruik hebben gemaakt van het lijnenspel van de succesvolle Alfa 164, is hun nauweliiks kwalijk te nemen. De prijs van deze Alfa is vastgesteld />p 35.190. gulden. De goedkoopste uitvoering, de 1.3, kost 25.190 gulden. dóór HERMAN JANSEN In de beginjaren vijftig stond er in onze even arme als lange straat een auto. Ik geloof dat het een sportieve Volkswagen was, maar wat belangrijker is, het was de énige auto in onze straat. De mensen bij wie dit rijke bezit voor de deur stond, wer den door veel buurtgenoten met een zekere jaloezie na gestaard als zij een ronkend ritje gingen maken. Als jon getje keek je natuurlijk stiekem door een ruit om te zien welke luxe zich in de auto bevond. huid, terwijl voor het grote stuur minstens zwart ivoor gebruikt moest zijn. E^c jaar mocht ik iets verder van huis en bovendien groeide het aantal auto's in stad en land. Zo kwam er voor mij en voor anderen steeds meer informatie beschikbaar over het automobiel. Nu bezit bijna elke tweede Nederlander een auto en is de informatiestroom over zijn en andermans heilige koe niet meer te keren. Je hoeft ook niet meer ziek in de wachtkamer van je dokter te gaan zitten om zoals vroe ger gratis in het blad 'Arts en Auto' te kunnen bladeren. Via televisie, radio, kranten, tijdschriften, tentoonstellin gen en beurzen word je als steeds welvarender Nederlan der dagelijks bestookt met verhalen en reclame over au to's (en motoren). De autoliefhebber wil lezen en de ad verteerder wil de lezer als klant. Maar er zit weinig rek meer in de reclamebudgetten van de meeste auto-impor teurs en dealers. En dus moeten zij hun reclamespotjes en advertenties steeds meer verdelen over het groeiend aan tal zenders en autobladen. Dat ook kranten, huis-aan- huisbladen, gewone tijdschriften en speciale krantjes steeds meer aandacht aan de auto gaan schenken, trekt enerzijds advertenties aan maar is ook mede een gevolg van de adverteerbehoefte van importeurs en dealers. Angst Kortom, steeds meer belanghebbende media vechten om een stuk uit het reclamebudget van welk autobedrijf dan ook. En het gevaar wordt dus groter dat er voor sommige eerder kruimels dan forse stukjes overblijven. Groot was daarom de angst bij een aantal gevestigde au tobladen toen 1990 begon met de introductie van Auto week (uitgave Spaarnestad/VNU), een zusterblad van Auto Bild uit Duitsland. De populaire aanpak, de intro ductieprijs van één gulden, de hoge frequentie (elke week, dus redelijk actueel) en de grote verkrijgbaarheid (ook bij benzinestations) zouden zeker een heleboel Ne derlanders tot kopen dwingen. Na enkele maanden is het nog moeilijk te zeggen wat voor invloed Autoweek uiteindelijk zal hebben op de los se verkoop van andere autobladen, de abonnementen en de reclamestroom. Bij Autoweek zelf kan men best nog meer advertenties gebruiken en de bestaande concurren ten hebben nog niet veel verandering gemerkt in de losse verkoop. Bij Autovisie ziet de redactie zelfs een positief effect van de komst van Autoweek. „Autoweek heeft een nieuwe laag van lezers aangepakt. Mensen die eerst misschien niet zo in auto's waren geïnteresseerd maar na het lezen van dat goedkope, makkelijk voorhanden 'krantje' uit eindelijk ook naar een beter blad gaan grijpen", aldus een Autovisie-redacteur. Met 'beter' bedoelt hij ook mooier gedrukt, waardoor het blad ook als bewaarexemplaar zijn (duurdere) geld waard is. Bovendien hebben enkele autobladen een meerwaarde doordat ze een uitgave zijn van een club of vereniging waarvan de lezer al dan niet lid is. Cijfers Bekende autobladen zijn Autokampioen (ANWB, twee wekelijks, prijs 5,25, oplage vorig jaar 80.591), de Auto (KNAC/KNAF, maandelijks, prijs/4,75). AutoContour (Automobilistenlubs FNA/ANAC. EAC, en HAC, twee maandelijks, prijs 3,45, oplage vorig jaar circa 50.000). Autovisie (onafhankelijk, tweewekelijks, prijs5,95. op lage vorig jaar. 56.423) en Autöselekt (onafhankelijk, maandelijks, prijs 7,95, oplage vorig jaar circa 20.000). Bij Autoweek zegt men uiteindelijk op een oplage van minimaal 125.000 te mikken, waarvan de meerderheid via abonnementen. Volgens de eerste planning moet het weekblad na week 17 al boven de 40.000 abonnees zitten. Autoweek (vanaf nummer 2 1,95) is geen kopie van zijn buitenlandse zusterbladen, maar aanpak en rubrieken tonen natuurlijk wel overeenkomsten. Naast eigen foto's en teksten kan Autoweek dankbaar gebruik maken van wat Auto Bild (D'land, oplage 787.000) aanlevert en wat de zusterbladen doorgeven, te weten Auto Plus (Frank rijk, oplage 275.000), Auto Express (Groot-Brittannië. op lage 198.000), Auto Oggi (Italië, oplage 187.000), Auto Ex tra (Hongarije, oplage 100.000) en Auto Nytt ((Noorwe gen, oplage 100.000). Doelgroep Veel bladen lijken voor een deel hun eigen doelgroep te hebben en daardoor ook bepaalde adverteerders aan te trekken'. Een nieuw blad als Autoweek mikt bijvoorbeeld op de 'gewone man', een grote doelgroep, en zal metter tijd ook veel meer niet-auto-advertenties aantrekken. Een sjieker blad als Autöselekt, niet goedkoop wél stijl vol, neemt ook weer een duidelijke plaats in de markt in. Ook de traditie geeft bladen een streepje voor, iets waar van De Autokampioen (82e jaargang), De Auto (80e jaar gang) en Autovisie (35e jaargang) profiteren Een toena me van concurrentie zoals nu met Autoweek het geval is. zal elk autoblad dwingen nog meer kwaliteit te leveren, èn nog meer actualiteit. Óf, als tactisch tegengas, méér achtergrond, meer historie. Voor de 50 tot 100 fulltime-autojournalisten in ons land betekent een en ander alleen maar meer werk en niet zelden zie je eenzelfde auteursnaam in meer dan één au toblad opduiken. En degeen die voor het grootste, belang rijkste of actueelste medium werkt hoopt bij een sluwe importeur ook te mogen rekenen op enige voorrang bij nieuws of bij zijn aanvraag voor een testwagen. Bij een grote importeur als GM/Opel klinkt het echter stellig: „Als je iemand een voorkeursbehandeling geeft, krijg je één vriend en veertig vijanden". Levendig Autoweek kan natuurlijk profiteren van de internatio nale macht van Auto Bild en de 'zusjes'. In een vrije markteconomie is plaats voor concurrentie, waarbij uit eindelijk het ene autoblad op de snelweg zal belanden en het andere op een B-weg mag proberen voorbij het kruis punt van winst en verlies te tuffen. De uitgever die niet voldoende brandstof in zijn autoblad stopt en slecht oplet, rijdt mogelijk zelfs een doodlopende weg in Hoe levendig een autoblad kan zijn bewijzen Autoweek en de zusterbladen. Auto Express is in Groot-Brittannië zelfs uitgeroepen tot 'Tijdschrift van het jaar', omdat het „een steriele autobladenmarkt tot leven gewekt heeft"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 27