Cubaanse connectie Moeten we Afriki pnieuw bezetten buitenland Ceidóe Sou/tont oriega kan niet aar Haagse Hof HECHTE RELATIES TUSSEN C/STRO EN DE DRUGSBARONNEN !7Ë Albanezen zeggen angst Serven niet te begrijpen WOENSDAG 31 JANUARI 1990 PAGINA 7 iEN HAAG De verdreven Paname- leider Manuel Noriega hoeft niet aan kloppen bij het Internationaal Ge- ihtshof in Den Haag met een verzoek n erkenning als krijgsgevangene. Zijn Ivocaten van Noriega willen het Hof •agen hem tot krijgsgevangene uit te oepen. Maar volgens vice-president ilbaye neemt het Hof alleen zaken tus- en staten in behandeling die door sta- en zijn aangespannen. Daarnaast kan I Jiet Hof alleen optreden als de bij een Cl betrokken landen de jurisdictie van het Hof erkennen. De VS, aldus ilbaye, erkennen sinds enkele jaren de met rechtsmacht van het Hof niet meer. Troost In Pakistan houdt op verschillende fronten de onrust aan. Behalve de spanningen met India om Kashmir doen zich ook in het zuiden van het land botsingen voor tussen ver schillende bevol kingsgroepen. In Hydrabad wordt een vader, wiens zoon bij het ge weld is gedood, door familieleden getroost. foto: afp Campussen Bangladesh toneel van grof geweld DHAKA Bruut geweld en vuurwapens beheersen in Bangladesh de universiteiten en hogescholen en hebben er de rede verdreven. Maar de regering is niet bij machte hier iets aan te doen. Dat heeft pre mier Ahmed in het parlement verklaard. „Revolvers en ge weren hebben pennen en boe ken vervangen", zo zei hij. De laatste twee jaar zijn in Ban gladesh al bijna tweehonderd studenten om het leven geko men bij strijd tussen rivalise rende studenten-groeperingen. Drugsmaffia: geen aanslag op George Bush MEDELLIN De drugshan delaren in Colombia hebben president Bush van de Vere nigde Staten gisteren de verze kering gegeven dat zij geen aanslag op hem zullen plegen wanneer hij half februari deel neemt aan de anti-drugstop in Cartagena. Naast president Bush komen ook de presiden ten van Colombia, Bolivia en Peru om te praten over een gecoördineerde actie tegen de drugshandelaren. Spectaculaire vlucht uit Chileens gevang SANTIAGO Uit een gevan genis in de Chileense hoofd stad Santiago zijn gisteren 49 gedetineerden ontsnapt door een zelfgegraven tunnel. De gang, die circa 100 meter lang en 50 cm breed was, mondde uit in een verlaten treinstation in het centrum van Santiago. De politie heeft zeven van de gevangenen binnen enkele uren weer gepakt. Een andere kwam niet ver. Hij was te dik en bleef aan de uitgang van de tunnel steken. De overigen zijn spoorloos verdwenen. Ontvoerde Italiaan na twee jaar vrij CARERI De 20-jarige Italiaan Cesare Casella is gisteren na een ontvoering van twee jaar door zijn kidnappers vrij gelaten. Daarmee is een einde gekomen aan een van de meest besproken ont voeringen in Italië, die onder andere leidde tot het aftreden van 42 burge meesters in de Aspromonte-streek, die daarmee hun solidariteit betuigden aan de ontvoerde en zijn moeder. De moe der van Casella liet herhaaldelijk pro testen horen tegen de volgens haar te passieve houding van de politie. De fa milie van Casella betaalde tot twee keer toe losgeld aan de ontvoerders, zonder dat de jongeman werd vrijgelaten. HAPf 1 LONDEN Een jonge ^■^Colombiaanse advocaat, net de onmogelijke naam Johnny Crump, had eind ,975 een ontmoeting met de nieuwe Cubaanse am- jassadeur in Bogota, Fer- lando Ravelo Renedo, en ijn eerste secretaris, Gon- :alo Bassols Suarez. Een /an Crumps cliënten had ïem verzocht de ambassa- leur de stad te laten zien. Vier jaar later kwamen de Irie elkaar opnieuw tegen eri verden dikke vrienden. !rump was toen dertig jaar >ud en een playboy. Om zijn uxueuze leventje te kunnen lekostigen was hij drugs gaan [mokkelen. n december 1979 werd Crump ioor Ravelo en Bassols voorge meld aan Rene Rodiguez Cruz, :en vriend van Fidel Castro. lid van het centraal :omité van de Cubaanse com- nunistische partij en voorzit- er van- een Cubaans instituut /oor volksbetrekkingen, een nantelorganisatie die vaak verd ingeschakeld door het ,ubaanse Algemene Inlichtin gen Directoraat (DGI). Ook anwezig bij de kennismaking /as Jaime Guillot Lara, een rominente Colombiaanse rugsbaron. Voor de Colombianen was het len vruchtbare ontmoeting, ft'ant de Cubanen beloofden roor aanlegplaatsen en mari- lebescherming te zullen zor gen voor drugsschepen uit Co lombia. De drugs - methaqua- lone, marihuana en cocaïne - zouden in Cuba worden over geladen op speedboten en ver volgens naar Florida worden gebracht. In ruil daarvoor zou den de handelaars wapens en munitie kopen en aan de Ca- stro-gezinde M-19 in Colombia leveren. Zo ontstond de term .narcoterrorisme". Open kaart Crump, Guillot en de Cubanen kwamen sindsdien geregeld bijeen in Bogota en in Havana. In februari 1982 kwam daar echter een einde aan: Crump werd gearresteerd in Miami. Terwijl hij in voorarrest zat, besloot Crump open kaart te spelen en te vertellen wat hij wist. Na het proces kwam een hoor zitting door de Amerikaanse Senaat, waarbij Crump uit weidde over zijn verklaring, samen met twee andere voor malige bondgenoten van Guil lot: David Lorenzo Perez en Mario Estevez Gonzalez. Voor al de onthullingen van die laatste waren interessant, om dat hij bij de Cubaanse inlich tingendienst werkzaam was geweest. Estevez zei dat Cuba een om vangrijk drugs-netwerk met duizenden agenten in de Vere nigde Staten had opgebouwd. En hij zei dat Fidel Castro per soonlijk betrokken was bij de drugshandel. Het lag in Ca stro's bedoeling om geweldda den, verslaving en corruptie in Noord-Aerika te bevorderen en met k geld dat daarmee binnenstnmde het terroris me in Lijns-Amerika te fi- nanciererde exacte definitie van narcerrorisme. Alhoewele hoorzittingen van 1983 het este echte bewijs le verden \)r de „Cubaanse connectie'was er nog wel het een en ,der voorafgegaan aan de csreenkomst tussen Crump, Gllot en de drie Cu banen in 79. Een overloper uit Tsjechcowakije, generaal- majoor JarJejna, die zijn land in 1968 tijcis de Praagse len te verliet, ieed gedetailleerd verslag ovt de rol van Cuba in een Sovjrussische strategie om drugs westerse landen te verspreen, waarbij de Verenigde aten het belang rijkste doeht waren. Sleutelro In zijn toenalige functie als secretaris vj de defensieraad van de Tsjeósche communis tische partij ad Sejna deelge nomen aan c geheime verga dering in Mkou begin jaren zestig, waarbNikita Chroesjt- sjov de nieue strategie lan ceerde. De Sovjetunie zou Cuba alles leiren wat op mi litair gebied idig was. In ruil daarvoor gin Castro ermee akkoord dat avana het cen trum van d voorgenomen drugsoperatie >u worden. Rond 1985 bcht de drugs handel Castro regering zo'n tien miljoen dlar per maand op. Een ande begunstigde was het Sandistische regime in Nicaragua. Het werd toen net bekend dat Pablo Escobar Gaviria, momenteel de meest gezochte man van het Mede- llin kartel in Colombia, een leidende rol had in de drugs handel. Escobar woonde in Cuba, be schermd door Castro. Van een andere uitgewekene, de Ame rikaanse financieel deskundige Robert Vesco, werd vermoed dat hij de rechterhand van Es cobar was. De Amerikaanse autoriteiten hadden Costa Rica en de Bahama's verzocht Ves co uit te leveren, in verband met een verduistering van in vesteringsfondsen, maar hun verzoek werd geweigerd. Motorsloepen Het vermoeden bestaat dat Es cobar opereerde vanuit Piedra, een eilandje vlak voor de noordkust van Cuba, dat was omgebouwd tot een vesting en door de Cubaanse oorlogssche pen werd gebruikt. Castro hield sommige van zijn meest geheime bijeenkomsten op Piedra. Escobar reisde vaak naar Nicaragua en deed dat al tijd met vliegtuigen van de Cubaanse luchtmacht. De „ruwe grondstof" voor de ille gale handel was afkomstig van Colombia en werd via Panama naar Cuba vervoerd, waar het werd verwerkt en verpakt. De drugs bereikten de Verenigde Staten via Canada, Mexico en de Bahamas. Om het ophalen en afleveren van de drugs te vergemakke lijken, hadden Cubaanse ban kiers in Panama uit naam van Castro twee supersnelle mo torsloepen op de kop weten te tikken. Escobar had zich intus sen geliefd gemaakt, met name bij de Cubaanse marine, door zijn gulle gaven. Bovendien onderhield hij buitengewoon goede contacten met de M-19 guerrilla's. In 1984 had hij de guerrilla's bij wijze van „kerst- kadootje" duizend Tsjechische pistools gestuurd, waarin zijn initialen waren gegraveerd. In het voorjaar van 1985 kwa men er steed meer bewijzen boven water over de Cubaanse connectie. Op 19 april bijvoor beeld verklaarde de voormali ge drugskoerier James Her ring tegenover een subcom missie van de Senaat dat hij „Cubaanse regeringsfunctiona rissen en de Amerikaanse voortvluchtige Robert Vesco had geholpen met de bouw van een cocaïnefabriek in de buurt van Managua voor de Nicaraguaanse regering". De bedoeling was dat dit project buitenlandse valuta zou ople veren voor de Sandinisten. De belangrijkste bewijsstuk ken werden geleverd door de veroordeelde „baron" van het Medellin kartel, Carlos Lehder Rivas, en van de Panamees Jose Blandon, een voormalige assistent van generaal Manuel Noriega. Op 10 februari 1988 verklaar de Blandon onder ede dat Ca stro en Noriega samenwerkten om „door heel Latijns-Ameri- ka guerrillabewegingen op po ten te zetten, die met drugsgel Generaal Ochoa tijdens zijn proces in Havana, juni vorig jaar. Het tribunaal veroordeelde hem tot de doodstraf. A__ den zouden worden gefinan cierd". Hij had met eigen ogen gezien hoe Castro in Havana bemiddelde bij een „misver stand" tussen het Medellin kartel en Panama over vijf miljoen dollar. 'Kogel Lehder was de eerste Medellin baron die niet ontsnapte. Hij werd in mei 1988 in Florida veroordeeld tot leve'nslang plus 150 jaar. Kennelijk had Lehder nog een appeltje te schillen met Vesco en depo neerde een verzoek om de Amerikaan aan te klagen. Vesco werd pas op 17 april vo rig jaar in staat van beschuldi ging gesteld wegens het smok kelen van drugs naar de Vere nigde Staten. Vesco zou zijn invloed bij de Cubaanse rege ring hebben aangewend om ervoor te zorgen dat Lehder met 435 kilo cocaïne door het vliegen. Van daaruit werden de drugs per schip naar de Verenigde Staten vervoerd. Opmerkelijk is de rol van ge neraal Arnaldo Ochoa San chez. Ochoa, een oudgediende in de Angolese oorlog en een van de meest onderscheiden militairen in Cuba, kreeg vo rig jaar op 13 juli in Havana de kogel, samen met nog drie an dere officiers. Hij werd ervan beschuldigd het Medellin kar tel te hebben geholpen met het smokkelen van zes ton cocaïne naar de Verenigde Staten. Het behoeft geen twijfel dat Ochoa inderdaad betrokken was bij de drugssmokkel. Maar Ochoa - een vriend van Fidels broer en minister van defensie, Raoul Castro - werd om een andere reden geëxecuteerd. Zijn grootste vergrijp was dat hij buiten de gebroeders Ca stro om allerlei dingen had ge regeld. Bovendien was hij zo dom geweest om te proberen het beschermingssysteem voor vrienden en assistenten van de broers te evenaren. Tenminste, dat is de mening van Arturo Cruz jr., de zoon van een voor malige Nicaraguaanse contra- leider en ex-vriendje van Fawn Hall, de omstreden se cretaresse van kolonel Oliver North. Met de executie van Ochoa heeft Castro zich niet alleen van een mogelijke rivaal ver lost, het biedt hem tevens een prachtgelegenheid om zijn imago weer wat op te vijzelen. Juist op het moment dat een voortzetting van financiële en militaire hulp van de Sovjetu nie niet meer zo vanzelfspre kend is en bekend is dat Ca stro en Gorbatsjov op nogal gespannen voet met elkaar staan. REIDEN Pas toen het aebat gisteravond tegen ?ijn eind liep, leek in het (Academiegebouw in Lei- jlen toch nog even de Ham in de pan te slaan. De buitengewoon hoogleraar pternationale Economische petrekkingen dr. F. van Dam r- ook adviseur van minister Pronk van ontwikkelingssa menwerking zei toen dat ïulp aan Afrika momenteel linloos is. „Dit vind ik een vrij tatische benadering van u, om romaar een heel continent af fe schrijven", riep een student erontwaardigd vanuit de aal. „Ik kan en wil niet gelo en dat we helemaal niets unnen doen voor Afrika", prak een ander geëmotio- eerd. |®aarmee leek de stichting 'Het ^■eids debat' toch nog haar ^welstelling waar te maken, ^^ant zij wil, met het regelma- g organiseren van dergelijke iscussie-bijeenkomsten, stu- enten de gelegenheid geven m in het openbaar verbale onfrontaties aan te gaan met rvaren sprekers. Iets dat tij- ens de college's aan de Leidse niversiteit, waar het feitelijk oort te gebeuren, inmiddels zeldzaam verschijnsel is. ifzetmarkten )r. Ferdinand van Dam was isteravond door deze stich- ng uitgenodigd om de stelling Ontwikkelingshulp is een orm van neo-kolonialisme" an te vallen. Het Tweede Ka- lerlid Andrée van Es om erdedigen. Voordat e twee ervaren sprekers hun etogen hielden, mocht eerst en viertal aankomende juris- politicologen hun licht (ten schijnen over deze mate r- iet bleef echter een vrij matte Ttoning, debat-technisch ge doken dan. Want wat de >rekers naar voren brachten as allerminst slaapverwek- :nd. Zo is volgens Van Es de ominante rol van de westerse iden in de Derde Wereld altijd keihard aanwezig. Ontwikkelingssamenwerking een onderdeel van de onge- ,)ke economische machtsver- m >udingen in de wereld. De nip van de rijke landen is ge- cht op het creëeren van af- 'tmarkten. Maar wanneer het edrijfsleven niet meer geïnte- isseerd is in bepaalde regio's, e je ook de ontwikkelings nip verdwijnen". 16 ei n Een ander voorbeeld van ont wikkelingssamenwerking als vorm van neo-kolonialisme is volgens de parlementariër het Lomé-verdrag tussen de Euro pese Gemeenschap (EG) en haar voormalige koloniën. „In plaats van het verlagen van de EG-invoertarieven zodat deze ontwikkelingslanden meer goederen op de Europese markt kwijt kunnen krij gen ze een fooitje in de vorm van hulp. Zo wordt ontwikke lingshulp gebruikt om het pro tectionisme (en daarmee de ongelijkheid) in stand te hou den", aldus Van Es. Keukendeur Van Dam was het natuurlijk niet met haar eens. Want dat was zijn functie als debater. Maar zijn opponente citeerde eerder gedane uitspraken van hem, waarin hij de stelling „Ontwikkelingssamenwerking is een vorm van neo-kolonia lisme" wel degelijk onder schreef. Volgens Van Es zou de hoogeleraar internationale economische betrekkingen on der meer beweerd hebben dat indertijd „het departement van ontwikkelingshulp ge woon in de plaats is gekomen van dat van koloniën". Ook ci teerde zij uitspraken van Van Dam als: „Via de voordeur hebben we onze koloniën ver laten, via de keukendeur zijn we weer binnengekomen. De uitbuiting is gebleven". Toch hield Van Dam gister avond staande dat er geen di recte relatie is tussen ontwik kelingssamenwerking en neo kolonialisme. „Wanneer dit wel zo zou zijn, dan zou ont wikkelingssamenwerking een essentiële rol spelen in de ko lonisatie vam de Derde Wereld. Dan zou hulp ruimhartig wor den gegeven; in ons eigen be lang. Dit is niet zo. De netto hulp wordt namelijk steeds minder. Van 30 miljard dollar in 1980 tot 8 miljard dollar vo rig jaar. Op deze manier is het over drie jaar afgelopen met ontwikkelingshulp en kan het departement worden opgehe- Volgens Van Dam zijn de rijke landen helemaal niet zo afhan kelijk van goedkope afzet markten en grondstoffen in de Derde Wereld. „Dit is louter demagogie en fictie. Latijns- Amerika en Afrika worden steeds minder interessant. Wanneer morgen het Afri kaanse continent zou verdwij nen, verandert er aan onze economische situatie helemaal niets". En het ptectionisme van de EG is )lgens Van Dam meer gerichegen Japan en de VerenigdStaten dan tegen de Derde ^reld. „Dat de Noord-Afrikaise landen steeds minder go«eren kwijt kunnen op de Eubese markt komt omdat huniositie on gunstiger is gewden na de toetreding van Spije, Portu gal en GriekenlantDeze lan den kunnen nu eeroudig hun sinaasappels en rien mandjes op de markt kwijdie voor dien de Noordafrilanse lan den aanboden", an Dam waarschuwde dat rit de inte gratie van Oost-Euipa in de EG hetzelfde procezal gaan plaatsvinden. Ook in wordt de Derde Wereld heslachtof- fer. Toch is de opvattin,dat het met de arme landen *s alleen maar slechter gaat,volgens Van Dam onzin. „Di\rse Azi atische landen ken?n een enorme economischemtwik- keling en ook de eccomieën in Latijns-Amerika ijn tot 1980 bijzonder snel geoeid". Volgens Van Dam v'rdt de Derde Wereld dan (k niet uitgebuit door bijvoorbld het voortdurend verlageman de grondstof prijzen. „Deimport van grondstoffen in onvikke- lingslanden is dusdani,toege nomen dat veel van die lan den inmiddels meer iporte- ren dan exporteren. "Sor de Derde Wereld in haar taliteit zijn lage grondstofprij^ dan ook alleen maar gunst", al dus de hoogleraar. Volgens Van Dam ka Azië zich momenteel zelf w red den en moet aan de Itino's geen hulp meer wordeigege- ven („In Latijns-Amexa is geld zat. Ze moeten hetlleen beter verdelen"). De sititie in Afrika is echter uitzialoos. „Alle hulp die de afgopen twintig jaar aan Afrika 5 ge geven, blijkt te zijn vepild. Inmiddels kan Nederlan zijn ontwikkelingsgelden niet meer kwijt. Projecten meeni- ge slagingskans zijn er 1 dit continent niet of nauwijks. Bestuur en beleid in vele fri- kaanse landen is volledigmt- redderd". Ideeën, geopperd it de zaal, om een Marshall-hp aan Afrika op te zetten dd Van Dam van de hand als - reëel. „Op dit moment is r voor dit continent geen oplt- sing. We kunnen niets voor doen. Of we zouden het O] nieuw moeten bezetten...?" FRANS BOTHO Oproerpolitie in Kosovo wordt geconfronteerd met een wegversperring op de toegangsweg naar Urosevac, zo'n veertig kilometer van de hoofdstad Pristina. Met de wegversperringen proberen Albanese demonstran ten wagens en trucks vanuit Servië tot stoppen te dwingen en te vernielen. foto: ap Serven betogen in Belgrado BELGRADO Duizen den Servische jongeren hebben vanochtend in Belgrado gedemonstreerd voor het parlementsge bouw. Zij eisen een hard optreden van de federale autoriteiten tegen demon strerende Albanezen in Kosovo. „Indien er niet onmiddelijk een einde komt aan de natio nalistische onlusten van Alba nese terroristen, eisen wij dat de hoogste instanties van de federatie binnen 48 uur hun ontslag indienen", aldus een verklaring van de demon stranten. „Wij zullen eerder ons leven geven dan Kosovo opgeven", aldus de verklaring die werd voorgelezen tot een menigte van naar schatting 7.000 jongeren. In de autonome provincie Ko sovo zijn gisteren bij de de monstraties opnieuw twee do den gevallen. De Albanezen willen de opheffing van de noodtoestand, de vrijlating van politieke gevangenen, stopzet ting van politieke processen en vrije verkiezingen. (Van onze correspondent Gert van Wijland) MILOSEVO In plaats van demonstranten, traan gas en pantserwagens, stonden kinderen tussen de witte huisjes op straat. Eenden in de sloot en een paard en wagen op het modderige erf: Temidden van de momenteel door rellen geteisterde Zuidjoe- goslavische provincie Ko sovo leek het leven in het dorpje Milasovo met zijn 4000 inwoners gistermid dag zijn gewone gang te Toch was een bezoek aan het plaatselijke café voldoende om duidelijk te maken dat ook achter de arme, maar pittores ke facade van Milosevo, even ten zuiden van de provincie hoofdstad Pristina, de span ningen tussen Albanezen en Serven wel degelijk hoog zijn opgelopen. Niet zozeer onder de Albane zen, die ook in dit dorp even als in de rest van Kosovo de meerderheid' uitmaken van de bevolking, als wel onder de Serven. Hebben de eersten volgens willekeurige inwoners geen problemen met de Ser ven, andersom ligt dat wat ge voeliger. Een praatje met de Servische café-uitbaatster Javanka Oze- lans en iedere buitenstaander weet weer dat hij in Kosovo is. „Ze hebben onze kinderen weggejaagd en onze vrijheid afgenomen. Ze bespugen me als ik vriendelijk in het Ser visch, mijn eigen taal, goede morgen zeg", aldus roept ze ie dere bezoeker die het maar wil horen toe. Deze struise in het zwart ge klede vrouw van tegen de 60 ziet zichzelf als de laatste ma triarch van de Servische ge meenschap. „Mijn dochters zijn alle vier gevlucht naar Servië, maar ik kan niet gaan, dan zouden alle Serven uit Mi- lasevo vertrekken" En dat is ondanks alle Albanese druk het laatste wat Ozelans zou willen. „Toen mijn grootvader hier in 1912 kwam wonen, stonden er twee Albanese huisjes, nu zijn dat er meer dan 500. De Servische ge meenschap in het dorp ver grijst daarentegen meer en meer. Drie honderd jongens zijn volgens Ozelans de laatste jaren al weggetrokken. Hoeveel Albanezen er precies in het dorp zijn durft ze niet te schatten. „Er komen er met de dag meer bij. De buurman ze wijst naar de over kant „heeft vier vrouwen en god weet hoeveel kinde ren". Vitrage Een paar huizen achter het café woont de Albanese fami lie Eminel, waarvan de vijf tien gezinsleden heel andere gedachten hebben over de si tuatie. Gezeten in de beste ka mer van het kleine huisje witte zijde-achtige vitrage, schapenvacht-bankstel, koffie voor de heren, de vrouwen worden overgeslagen zegt dochter Lindita (15) niet te be grijpen waarom de Serven zich zo opwinden: „Ze hoeven voor ons niet bang te zijn. Ik heb Servische vriendinnen op school. Wij zullen hen zeker geen kwaad doen". Ook haar 20-jarige broer Ger- schel ziet geen problemen. Waarom de Serven massaal vertrekken weet hij niet, maar hij heeft zo zijn vermoedens. Hij kijkt uit het raam naar de modderige weggetjes, de ver vallen hekken en de auto wrakken tussen de van dicht bij toch niet zo wit lijkende huisjes en verzucht dat hij zelf ook wel weg zou willen, maar dat hij niet weet waar naar toe. Café-houdster Ozelans geeft toe dat haar kinderen mede zijn weggegaan vanwege de economische crisis die zich in Kosovo al jaren in al zijn grimmigheid doet gelden. Maar toch zijn de Albanezen de schuldigen. „Ze pikken alle baantjes die er nog zijn". Vol gens Gerschel valt dat alle maal wel mee. Ook hij is werkloos. Weliswaar is hij nog maar een paar maanden van school en wacht hij op zijn op roep voor militaire dienst, maar toch: Er is geen werk voor hem. Al zijn broers heb ben wel werk. Aan de demonstraties tegen de Servische overheersing van de laatste dagen doet de familie Eminel niet mee. Dat is te ge vaarlijk. Ze hebben echter wel gemerkt dat de situatie sinds de machtsovername vorig jaar maart verslechterd is voor de Albanezen. „Veel mensen zijn hun baan kwijtgeraakt aan de Serven," aldus Lindita. Mevrouw Ozelans is juist zeer tevreden over het Servische optreden in de provincie. „Er is veel verbeterd sinds wij het hier weer voor het zeggen hebben. We durven nu weer openlijk naar de kerk. Onze dochters hebben behalve tij dens demonstraties geen bewa king meer nodig op straat en stiekem kerstmis vieren in het donker dat hoeft niet meer". Er is nog geen bloed gevloeid in de straten van Kosovo en de Albanese bevolking ver wacht dat ook niet. Maar alle Servische cafégangers Al banezen komen er niet meer in zijn op het ergste voor bereid. „Ik heb wapens en zal dit huis verdedigen. We reke nen op niemands hulp. maar het is onze grond en daar heb ben ze van af te blijven", zo waarschuwt Ozelans. De 20-ja- rige Gerschel doet niet aan po litiek en bemoeit zich verder nergens mee en zegt nog steeds niet te begrijpen waar de Serven zich zo druk over maken. Voorlopig schieten ze toch alleen maar Albanezen dood in Kosovo, is zijn conclu-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 7