Cubaanse connectie
Moeten we Afriki
pnieuw bezetten
buitenland
Ceidóe Sou/tont
oriega kan niet
aar Haagse Hof
HECHTE RELATIES TUSSEN C/STRO EN DE DRUGSBARONNEN
!7Ë
Albanezen zeggen angst Serven niet te begrijpen
WOENSDAG 31 JANUARI 1990 PAGINA 7
iEN HAAG De verdreven Paname-
leider Manuel Noriega hoeft niet aan
kloppen bij het Internationaal Ge-
ihtshof in Den Haag met een verzoek
n erkenning als krijgsgevangene. Zijn
Ivocaten van Noriega willen het Hof
•agen hem tot krijgsgevangene uit te
oepen. Maar volgens vice-president
ilbaye neemt het Hof alleen zaken tus-
en staten in behandeling die door sta-
en zijn aangespannen. Daarnaast kan
I Jiet Hof alleen optreden als de bij een
Cl betrokken landen de jurisdictie
van het Hof erkennen. De VS, aldus
ilbaye, erkennen sinds enkele jaren de
met rechtsmacht van het Hof niet meer.
Troost
In Pakistan houdt
op verschillende
fronten de onrust
aan. Behalve de
spanningen met
India om Kashmir
doen zich ook in
het zuiden van het
land botsingen
voor tussen ver
schillende bevol
kingsgroepen. In
Hydrabad wordt
een vader, wiens
zoon bij het ge
weld is gedood,
door familieleden
getroost.
foto: afp
Campussen
Bangladesh toneel
van grof geweld
DHAKA Bruut geweld en
vuurwapens beheersen in
Bangladesh de universiteiten
en hogescholen en hebben er
de rede verdreven. Maar de
regering is niet bij machte hier
iets aan te doen. Dat heeft pre
mier Ahmed in het parlement
verklaard. „Revolvers en ge
weren hebben pennen en boe
ken vervangen", zo zei hij. De
laatste twee jaar zijn in Ban
gladesh al bijna tweehonderd
studenten om het leven geko
men bij strijd tussen rivalise
rende studenten-groeperingen.
Drugsmaffia:
geen aanslag op
George Bush
MEDELLIN De drugshan
delaren in Colombia hebben
president Bush van de Vere
nigde Staten gisteren de verze
kering gegeven dat zij geen
aanslag op hem zullen plegen
wanneer hij half februari deel
neemt aan de anti-drugstop in
Cartagena. Naast president
Bush komen ook de presiden
ten van Colombia, Bolivia en
Peru om te praten over een
gecoördineerde actie tegen de
drugshandelaren.
Spectaculaire
vlucht uit
Chileens gevang
SANTIAGO Uit een gevan
genis in de Chileense hoofd
stad Santiago zijn gisteren 49
gedetineerden ontsnapt door
een zelfgegraven tunnel. De
gang, die circa 100 meter lang
en 50 cm breed was, mondde
uit in een verlaten treinstation
in het centrum van Santiago.
De politie heeft zeven van de
gevangenen binnen enkele
uren weer gepakt. Een andere
kwam niet ver. Hij was te dik
en bleef aan de uitgang van de
tunnel steken. De overigen
zijn spoorloos verdwenen.
Ontvoerde Italiaan
na twee jaar vrij
CARERI De 20-jarige Italiaan Cesare
Casella is gisteren na een ontvoering
van twee jaar door zijn kidnappers vrij
gelaten. Daarmee is een einde gekomen
aan een van de meest besproken ont
voeringen in Italië, die onder andere
leidde tot het aftreden van 42 burge
meesters in de Aspromonte-streek, die
daarmee hun solidariteit betuigden aan
de ontvoerde en zijn moeder. De moe
der van Casella liet herhaaldelijk pro
testen horen tegen de volgens haar te
passieve houding van de politie. De fa
milie van Casella betaalde tot twee keer
toe losgeld aan de ontvoerders, zonder
dat de jongeman werd vrijgelaten.
HAPf 1
LONDEN Een jonge
^■^Colombiaanse advocaat,
net de onmogelijke naam
Johnny Crump, had eind
,975 een ontmoeting met
de nieuwe Cubaanse am-
jassadeur in Bogota, Fer-
lando Ravelo Renedo, en
ijn eerste secretaris, Gon-
:alo Bassols Suarez. Een
/an Crumps cliënten had
ïem verzocht de ambassa-
leur de stad te laten zien.
Vier jaar later kwamen de
Irie elkaar opnieuw tegen eri
verden dikke vrienden.
!rump was toen dertig jaar
>ud en een playboy. Om zijn
uxueuze leventje te kunnen
lekostigen was hij drugs gaan
[mokkelen.
n december 1979 werd Crump
ioor Ravelo en Bassols voorge
meld aan Rene Rodiguez Cruz,
:en vriend van Fidel Castro.
lid van het centraal
:omité van de Cubaanse com-
nunistische partij en voorzit-
er van- een Cubaans instituut
/oor volksbetrekkingen, een
nantelorganisatie die vaak
verd ingeschakeld door het
,ubaanse Algemene Inlichtin
gen Directoraat (DGI). Ook
anwezig bij de kennismaking
/as Jaime Guillot Lara, een
rominente Colombiaanse
rugsbaron.
Voor de Colombianen was het
len vruchtbare ontmoeting,
ft'ant de Cubanen beloofden
roor aanlegplaatsen en mari-
lebescherming te zullen zor
gen voor drugsschepen uit Co
lombia. De drugs - methaqua-
lone, marihuana en cocaïne -
zouden in Cuba worden over
geladen op speedboten en ver
volgens naar Florida worden
gebracht. In ruil daarvoor zou
den de handelaars wapens en
munitie kopen en aan de Ca-
stro-gezinde M-19 in Colombia
leveren. Zo ontstond de term
.narcoterrorisme".
Open kaart
Crump, Guillot en de Cubanen
kwamen sindsdien geregeld
bijeen in Bogota en in Havana.
In februari 1982 kwam daar
echter een einde aan: Crump
werd gearresteerd in Miami.
Terwijl hij in voorarrest zat,
besloot Crump open kaart te
spelen en te vertellen wat hij
wist.
Na het proces kwam een hoor
zitting door de Amerikaanse
Senaat, waarbij Crump uit
weidde over zijn verklaring,
samen met twee andere voor
malige bondgenoten van Guil
lot: David Lorenzo Perez en
Mario Estevez Gonzalez. Voor
al de onthullingen van die
laatste waren interessant, om
dat hij bij de Cubaanse inlich
tingendienst werkzaam was
geweest.
Estevez zei dat Cuba een om
vangrijk drugs-netwerk met
duizenden agenten in de Vere
nigde Staten had opgebouwd.
En hij zei dat Fidel Castro per
soonlijk betrokken was bij de
drugshandel. Het lag in Ca
stro's bedoeling om geweldda
den, verslaving en corruptie in
Noord-Aerika te bevorderen
en met k geld dat daarmee
binnenstnmde het terroris
me in Lijns-Amerika te fi-
nanciererde exacte definitie
van narcerrorisme.
Alhoewele hoorzittingen van
1983 het este echte bewijs le
verden \)r de „Cubaanse
connectie'was er nog wel het
een en ,der voorafgegaan
aan de csreenkomst tussen
Crump, Gllot en de drie Cu
banen in 79. Een overloper
uit Tsjechcowakije, generaal-
majoor JarJejna, die zijn land
in 1968 tijcis de Praagse len
te verliet, ieed gedetailleerd
verslag ovt de rol van Cuba
in een Sovjrussische strategie
om drugs westerse landen
te verspreen, waarbij de
Verenigde aten het belang
rijkste doeht waren.
Sleutelro
In zijn toenalige functie als
secretaris vj de defensieraad
van de Tsjeósche communis
tische partij ad Sejna deelge
nomen aan c geheime verga
dering in Mkou begin jaren
zestig, waarbNikita Chroesjt-
sjov de nieue strategie lan
ceerde. De Sovjetunie zou
Cuba alles leiren wat op mi
litair gebied idig was. In ruil
daarvoor gin Castro ermee
akkoord dat avana het cen
trum van d voorgenomen
drugsoperatie >u worden.
Rond 1985 bcht de drugs
handel Castro regering zo'n
tien miljoen dlar per maand
op. Een ande begunstigde
was het Sandistische regime
in Nicaragua. Het werd toen
net bekend dat Pablo Escobar
Gaviria, momenteel de meest
gezochte man van het Mede-
llin kartel in Colombia, een
leidende rol had in de drugs
handel.
Escobar woonde in Cuba, be
schermd door Castro. Van een
andere uitgewekene, de Ame
rikaanse financieel deskundige
Robert Vesco, werd vermoed
dat hij de rechterhand van Es
cobar was. De Amerikaanse
autoriteiten hadden Costa Rica
en de Bahama's verzocht Ves
co uit te leveren, in verband
met een verduistering van in
vesteringsfondsen, maar hun
verzoek werd geweigerd.
Motorsloepen
Het vermoeden bestaat dat Es
cobar opereerde vanuit Piedra,
een eilandje vlak voor de
noordkust van Cuba, dat was
omgebouwd tot een vesting en
door de Cubaanse oorlogssche
pen werd gebruikt. Castro
hield sommige van zijn meest
geheime bijeenkomsten op
Piedra. Escobar reisde vaak
naar Nicaragua en deed dat al
tijd met vliegtuigen van de
Cubaanse luchtmacht. De
„ruwe grondstof" voor de ille
gale handel was afkomstig van
Colombia en werd via Panama
naar Cuba vervoerd, waar het
werd verwerkt en verpakt. De
drugs bereikten de Verenigde
Staten via Canada, Mexico en
de Bahamas.
Om het ophalen en afleveren
van de drugs te vergemakke
lijken, hadden Cubaanse ban
kiers in Panama uit naam van
Castro twee supersnelle mo
torsloepen op de kop weten te
tikken. Escobar had zich intus
sen geliefd gemaakt, met name
bij de Cubaanse marine, door
zijn gulle gaven. Bovendien
onderhield hij buitengewoon
goede contacten met de M-19
guerrilla's. In 1984 had hij de
guerrilla's bij wijze van „kerst-
kadootje" duizend Tsjechische
pistools gestuurd, waarin zijn
initialen waren gegraveerd.
In het voorjaar van 1985 kwa
men er steed meer bewijzen
boven water over de Cubaanse
connectie. Op 19 april bijvoor
beeld verklaarde de voormali
ge drugskoerier James Her
ring tegenover een subcom
missie van de Senaat dat hij
„Cubaanse regeringsfunctiona
rissen en de Amerikaanse
voortvluchtige Robert Vesco
had geholpen met de bouw
van een cocaïnefabriek in de
buurt van Managua voor de
Nicaraguaanse regering". De
bedoeling was dat dit project
buitenlandse valuta zou ople
veren voor de Sandinisten.
De belangrijkste bewijsstuk
ken werden geleverd door de
veroordeelde „baron" van het
Medellin kartel, Carlos Lehder
Rivas, en van de Panamees
Jose Blandon, een voormalige
assistent van generaal Manuel
Noriega.
Op 10 februari 1988 verklaar
de Blandon onder ede dat Ca
stro en Noriega samenwerkten
om „door heel Latijns-Ameri-
ka guerrillabewegingen op po
ten te zetten, die met drugsgel
Generaal Ochoa tijdens zijn proces in Havana, juni vorig jaar. Het tribunaal veroordeelde hem tot
de doodstraf. A__
den zouden worden gefinan
cierd". Hij had met eigen ogen
gezien hoe Castro in Havana
bemiddelde bij een „misver
stand" tussen het Medellin
kartel en Panama over vijf
miljoen dollar.
'Kogel
Lehder was de eerste Medellin
baron die niet ontsnapte. Hij
werd in mei 1988 in Florida
veroordeeld tot leve'nslang
plus 150 jaar. Kennelijk had
Lehder nog een appeltje te
schillen met Vesco en depo
neerde een verzoek om de
Amerikaan aan te klagen.
Vesco werd pas op 17 april vo
rig jaar in staat van beschuldi
ging gesteld wegens het smok
kelen van drugs naar de Vere
nigde Staten. Vesco zou zijn
invloed bij de Cubaanse rege
ring hebben aangewend om
ervoor te zorgen dat Lehder
met 435 kilo cocaïne door het
vliegen. Van daaruit werden
de drugs per schip naar de
Verenigde Staten vervoerd.
Opmerkelijk is de rol van ge
neraal Arnaldo Ochoa San
chez. Ochoa, een oudgediende
in de Angolese oorlog en een
van de meest onderscheiden
militairen in Cuba, kreeg vo
rig jaar op 13 juli in Havana de
kogel, samen met nog drie an
dere officiers. Hij werd ervan
beschuldigd het Medellin kar
tel te hebben geholpen met het
smokkelen van zes ton cocaïne
naar de Verenigde Staten. Het
behoeft geen twijfel dat Ochoa
inderdaad betrokken was bij
de drugssmokkel. Maar Ochoa
- een vriend van Fidels broer
en minister van defensie,
Raoul Castro - werd om een
andere reden geëxecuteerd.
Zijn grootste vergrijp was dat
hij buiten de gebroeders Ca
stro om allerlei dingen had ge
regeld. Bovendien was hij zo
dom geweest om te proberen
het beschermingssysteem voor
vrienden en assistenten van de
broers te evenaren. Tenminste,
dat is de mening van Arturo
Cruz jr., de zoon van een voor
malige Nicaraguaanse contra-
leider en ex-vriendje van
Fawn Hall, de omstreden se
cretaresse van kolonel Oliver
North.
Met de executie van Ochoa
heeft Castro zich niet alleen
van een mogelijke rivaal ver
lost, het biedt hem tevens een
prachtgelegenheid om zijn
imago weer wat op te vijzelen.
Juist op het moment dat een
voortzetting van financiële en
militaire hulp van de Sovjetu
nie niet meer zo vanzelfspre
kend is en bekend is dat Ca
stro en Gorbatsjov op nogal
gespannen voet met elkaar
staan.
REIDEN Pas toen het
aebat gisteravond tegen
?ijn eind liep, leek in het
(Academiegebouw in Lei-
jlen toch nog even de
Ham in de pan te slaan.
De buitengewoon hoogleraar
pternationale Economische
petrekkingen dr. F. van Dam
r- ook adviseur van minister
Pronk van ontwikkelingssa
menwerking zei toen dat
ïulp aan Afrika momenteel
linloos is. „Dit vind ik een vrij
tatische benadering van u, om
romaar een heel continent af
fe schrijven", riep een student
erontwaardigd vanuit de
aal. „Ik kan en wil niet gelo
en dat we helemaal niets
unnen doen voor Afrika",
prak een ander geëmotio-
eerd.
|®aarmee leek de stichting 'Het
^■eids debat' toch nog haar
^welstelling waar te maken,
^^ant zij wil, met het regelma-
g organiseren van dergelijke
iscussie-bijeenkomsten, stu-
enten de gelegenheid geven
m in het openbaar verbale
onfrontaties aan te gaan met
rvaren sprekers. Iets dat tij-
ens de college's aan de Leidse
niversiteit, waar het feitelijk
oort te gebeuren, inmiddels
zeldzaam verschijnsel is.
ifzetmarkten
)r. Ferdinand van Dam was
isteravond door deze stich-
ng uitgenodigd om de stelling
Ontwikkelingshulp is een
orm van neo-kolonialisme"
an te vallen. Het Tweede Ka-
lerlid Andrée van Es om
erdedigen. Voordat
e twee ervaren sprekers hun
etogen hielden, mocht eerst
en viertal aankomende juris-
politicologen hun licht
(ten schijnen over deze mate
r-
iet bleef echter een vrij matte
Ttoning, debat-technisch ge
doken dan. Want wat de
>rekers naar voren brachten
as allerminst slaapverwek-
:nd. Zo is volgens Van Es de
ominante rol van de westerse
iden in de Derde Wereld
altijd keihard aanwezig.
Ontwikkelingssamenwerking
een onderdeel van de onge-
,)ke economische machtsver-
m >udingen in de wereld. De
nip van de rijke landen is ge-
cht op het creëeren van af-
'tmarkten. Maar wanneer het
edrijfsleven niet meer geïnte-
isseerd is in bepaalde regio's,
e je ook de ontwikkelings
nip verdwijnen".
16 ei
n
Een ander voorbeeld van ont
wikkelingssamenwerking als
vorm van neo-kolonialisme is
volgens de parlementariër het
Lomé-verdrag tussen de Euro
pese Gemeenschap (EG) en
haar voormalige koloniën. „In
plaats van het verlagen van de
EG-invoertarieven zodat
deze ontwikkelingslanden
meer goederen op de Europese
markt kwijt kunnen krij
gen ze een fooitje in de vorm
van hulp. Zo wordt ontwikke
lingshulp gebruikt om het pro
tectionisme (en daarmee de
ongelijkheid) in stand te hou
den", aldus Van Es.
Keukendeur
Van Dam was het natuurlijk
niet met haar eens. Want dat
was zijn functie als debater.
Maar zijn opponente citeerde
eerder gedane uitspraken van
hem, waarin hij de stelling
„Ontwikkelingssamenwerking
is een vorm van neo-kolonia
lisme" wel degelijk onder
schreef. Volgens Van Es zou
de hoogeleraar internationale
economische betrekkingen on
der meer beweerd hebben dat
indertijd „het departement
van ontwikkelingshulp ge
woon in de plaats is gekomen
van dat van koloniën". Ook ci
teerde zij uitspraken van Van
Dam als: „Via de voordeur
hebben we onze koloniën ver
laten, via de keukendeur zijn
we weer binnengekomen. De
uitbuiting is gebleven".
Toch hield Van Dam gister
avond staande dat er geen di
recte relatie is tussen ontwik
kelingssamenwerking en neo
kolonialisme. „Wanneer dit
wel zo zou zijn, dan zou ont
wikkelingssamenwerking een
essentiële rol spelen in de ko
lonisatie vam de Derde Wereld.
Dan zou hulp ruimhartig wor
den gegeven; in ons eigen be
lang. Dit is niet zo. De netto
hulp wordt namelijk steeds
minder. Van 30 miljard dollar
in 1980 tot 8 miljard dollar vo
rig jaar. Op deze manier is het
over drie jaar afgelopen met
ontwikkelingshulp en kan het
departement worden opgehe-
Volgens Van Dam zijn de rijke
landen helemaal niet zo afhan
kelijk van goedkope afzet
markten en grondstoffen in de
Derde Wereld. „Dit is louter
demagogie en fictie. Latijns-
Amerika en Afrika worden
steeds minder interessant.
Wanneer morgen het Afri
kaanse continent zou verdwij
nen, verandert er aan onze
economische situatie helemaal
niets". En het ptectionisme
van de EG is )lgens Van
Dam meer gerichegen Japan
en de VerenigdStaten dan
tegen de Derde ^reld. „Dat
de Noord-Afrikaise landen
steeds minder go«eren kwijt
kunnen op de Eubese markt
komt omdat huniositie on
gunstiger is gewden na de
toetreding van Spije, Portu
gal en GriekenlantDeze lan
den kunnen nu eeroudig hun
sinaasappels en rien mandjes
op de markt kwijdie voor
dien de Noordafrilanse lan
den aanboden", an Dam
waarschuwde dat rit de inte
gratie van Oost-Euipa in de
EG hetzelfde procezal gaan
plaatsvinden. Ook in wordt
de Derde Wereld heslachtof-
fer.
Toch is de opvattin,dat het
met de arme landen *s alleen
maar slechter gaat,volgens
Van Dam onzin. „Di\rse Azi
atische landen ken?n een
enorme economischemtwik-
keling en ook de eccomieën
in Latijns-Amerika ijn tot
1980 bijzonder snel geoeid".
Volgens Van Dam v'rdt de
Derde Wereld dan (k niet
uitgebuit door bijvoorbld het
voortdurend verlageman de
grondstof prijzen. „Deimport
van grondstoffen in onvikke-
lingslanden is dusdani,toege
nomen dat veel van die lan
den inmiddels meer iporte-
ren dan exporteren. "Sor de
Derde Wereld in haar taliteit
zijn lage grondstofprij^ dan
ook alleen maar gunst", al
dus de hoogleraar.
Volgens Van Dam ka Azië
zich momenteel zelf w red
den en moet aan de Itino's
geen hulp meer wordeigege-
ven („In Latijns-Amexa is
geld zat. Ze moeten hetlleen
beter verdelen"). De sititie in
Afrika is echter uitzialoos.
„Alle hulp die de afgopen
twintig jaar aan Afrika 5 ge
geven, blijkt te zijn vepild.
Inmiddels kan Nederlan zijn
ontwikkelingsgelden niet
meer kwijt. Projecten meeni-
ge slagingskans zijn er 1 dit
continent niet of nauwijks.
Bestuur en beleid in vele fri-
kaanse landen is volledigmt-
redderd". Ideeën, geopperd it
de zaal, om een Marshall-hp
aan Afrika op te zetten dd
Van Dam van de hand als -
reëel. „Op dit moment is r
voor dit continent geen oplt-
sing. We kunnen niets voor
doen. Of we zouden het O]
nieuw moeten bezetten...?"
FRANS BOTHO
Oproerpolitie in Kosovo wordt geconfronteerd met een wegversperring op de toegangsweg naar Urosevac, zo'n veertig kilometer
van de hoofdstad Pristina. Met de wegversperringen proberen Albanese demonstran ten wagens en trucks vanuit Servië tot
stoppen te dwingen en te vernielen. foto: ap
Serven betogen
in Belgrado
BELGRADO Duizen
den Servische jongeren
hebben vanochtend in
Belgrado gedemonstreerd
voor het parlementsge
bouw. Zij eisen een hard
optreden van de federale
autoriteiten tegen demon
strerende Albanezen in
Kosovo.
„Indien er niet onmiddelijk
een einde komt aan de natio
nalistische onlusten van Alba
nese terroristen, eisen wij dat
de hoogste instanties van de
federatie binnen 48 uur hun
ontslag indienen", aldus een
verklaring van de demon
stranten. „Wij zullen eerder
ons leven geven dan Kosovo
opgeven", aldus de verklaring
die werd voorgelezen tot een
menigte van naar schatting
7.000 jongeren.
In de autonome provincie Ko
sovo zijn gisteren bij de de
monstraties opnieuw twee do
den gevallen. De Albanezen
willen de opheffing van de
noodtoestand, de vrijlating van
politieke gevangenen, stopzet
ting van politieke processen en
vrije verkiezingen.
(Van onze correspondent
Gert van Wijland)
MILOSEVO In plaats
van demonstranten, traan
gas en pantserwagens,
stonden kinderen tussen
de witte huisjes op straat.
Eenden in de sloot en een
paard en wagen op het
modderige erf: Temidden
van de momenteel door
rellen geteisterde Zuidjoe-
goslavische provincie Ko
sovo leek het leven in het
dorpje Milasovo met zijn
4000 inwoners gistermid
dag zijn gewone gang te
Toch was een bezoek aan het
plaatselijke café voldoende om
duidelijk te maken dat ook
achter de arme, maar pittores
ke facade van Milosevo, even
ten zuiden van de provincie
hoofdstad Pristina, de span
ningen tussen Albanezen en
Serven wel degelijk hoog zijn
opgelopen.
Niet zozeer onder de Albane
zen, die ook in dit dorp even
als in de rest van Kosovo de
meerderheid' uitmaken van de
bevolking, als wel onder de
Serven. Hebben de eersten
volgens willekeurige inwoners
geen problemen met de Ser
ven, andersom ligt dat wat ge
voeliger.
Een praatje met de Servische
café-uitbaatster Javanka Oze-
lans en iedere buitenstaander
weet weer dat hij in Kosovo is.
„Ze hebben onze kinderen
weggejaagd en onze vrijheid
afgenomen. Ze bespugen me
als ik vriendelijk in het Ser
visch, mijn eigen taal, goede
morgen zeg", aldus roept ze ie
dere bezoeker die het maar
wil horen toe.
Deze struise in het zwart ge
klede vrouw van tegen de 60
ziet zichzelf als de laatste ma
triarch van de Servische ge
meenschap. „Mijn dochters
zijn alle vier gevlucht naar
Servië, maar ik kan niet gaan,
dan zouden alle Serven uit Mi-
lasevo vertrekken" En dat is
ondanks alle Albanese druk
het laatste wat Ozelans zou
willen. „Toen mijn grootvader
hier in 1912 kwam wonen,
stonden er twee Albanese
huisjes, nu zijn dat er meer
dan 500. De Servische ge
meenschap in het dorp ver
grijst daarentegen meer en
meer. Drie honderd jongens
zijn volgens Ozelans de laatste
jaren al weggetrokken.
Hoeveel Albanezen er precies
in het dorp zijn durft ze niet te
schatten. „Er komen er met de
dag meer bij. De buurman
ze wijst naar de over
kant „heeft vier vrouwen
en god weet hoeveel kinde
ren".
Vitrage
Een paar huizen achter het
café woont de Albanese fami
lie Eminel, waarvan de vijf
tien gezinsleden heel andere
gedachten hebben over de si
tuatie. Gezeten in de beste ka
mer van het kleine huisje
witte zijde-achtige vitrage,
schapenvacht-bankstel, koffie
voor de heren, de vrouwen
worden overgeslagen zegt
dochter Lindita (15) niet te be
grijpen waarom de Serven
zich zo opwinden: „Ze hoeven
voor ons niet bang te zijn. Ik
heb Servische vriendinnen op
school. Wij zullen hen zeker
geen kwaad doen".
Ook haar 20-jarige broer Ger-
schel ziet geen problemen.
Waarom de Serven massaal
vertrekken weet hij niet, maar
hij heeft zo zijn vermoedens.
Hij kijkt uit het raam naar de
modderige weggetjes, de ver
vallen hekken en de auto
wrakken tussen de van dicht
bij toch niet zo wit lijkende
huisjes en verzucht dat hij zelf
ook wel weg zou willen, maar
dat hij niet weet waar naar
toe. Café-houdster Ozelans
geeft toe dat haar kinderen
mede zijn weggegaan vanwege
de economische crisis die zich
in Kosovo al jaren in al zijn
grimmigheid doet gelden.
Maar toch zijn de Albanezen
de schuldigen. „Ze pikken alle
baantjes die er nog zijn". Vol
gens Gerschel valt dat alle
maal wel mee. Ook hij is
werkloos. Weliswaar is hij nog
maar een paar maanden van
school en wacht hij op zijn op
roep voor militaire dienst,
maar toch: Er is geen werk
voor hem. Al zijn broers heb
ben wel werk.
Aan de demonstraties tegen de
Servische overheersing van de
laatste dagen doet de familie
Eminel niet mee. Dat is te ge
vaarlijk. Ze hebben echter wel
gemerkt dat de situatie sinds
de machtsovername vorig jaar
maart verslechterd is voor de
Albanezen. „Veel mensen zijn
hun baan kwijtgeraakt aan de
Serven," aldus Lindita.
Mevrouw Ozelans is juist zeer
tevreden over het Servische
optreden in de provincie. „Er
is veel verbeterd sinds wij het
hier weer voor het zeggen
hebben. We durven nu weer
openlijk naar de kerk. Onze
dochters hebben behalve tij
dens demonstraties geen bewa
king meer nodig op straat en
stiekem kerstmis vieren in het
donker dat hoeft niet meer".
Er is nog geen bloed gevloeid
in de straten van Kosovo en
de Albanese bevolking ver
wacht dat ook niet. Maar alle
Servische cafégangers Al
banezen komen er niet meer
in zijn op het ergste voor
bereid. „Ik heb wapens en zal
dit huis verdedigen. We reke
nen op niemands hulp. maar
het is onze grond en daar heb
ben ze van af te blijven", zo
waarschuwt Ozelans. De 20-ja-
rige Gerschel doet niet aan po
litiek en bemoeit zich verder
nergens mee en zegt nog
steeds niet te begrijpen waar
de Serven zich zo druk over
maken. Voorlopig schieten ze
toch alleen maar Albanezen
dood in Kosovo, is zijn conclu-