.Wij willen wel de baas in de trein blijven „Wat Lubbers toen bezielde weet ik nu nog steeds niet" TU Delft beloont jonge uitvinder^; BINNENLAND CeidócSomont ZATERDAG 20 JANUARI 1990 PAGINf - Is de conducteur vogelvrij? Het lijkt er op. De cijfers die de spoorwegvakbond FSV vorige week naar buiten bracht spreken boekdelen. Driekwart van de conducteurs heeft met agressie te maken, zo blijkt uit een onderzoek onder de 2350 conducteurs. Slechts in inciden tele gevallen vallen er klappen. Meestal blijft het bij verbaal geweld en bedreigingen. „Je krijgt de meest vunzige dingen naar je hoofd geslingerd", zegt conducteur Evert Dikke- schei. Hij en z'n collega's zijn blij dat nu eens hardop gezegd is wat zij allang wisten: de Ne derlandse conducteur wordt te vaak door las tige reizigers in het nauw gebracht. Wat nog moet volgen zijn maatregelen. Zoals het te rugdringen van de kaartverkoop in de trein. Honderd extra conducteurs UTRECHT In de loop van het jaar gaan de NS het aantal con ducteurs uitbreiden. Volgens een woord voerder staat een en ander los van het rap port over de toene mende agressie dat de spoorwegvakbond FSV vorige week naar buiten bracht. Het be sluit om het aantal conducteurs, nu nog 2350, uit te breiden is vorig jaar al gevallen. Een van de redenen is de toenemende agressie, die bij de NS al lang bekend was. Voorts speelt de sterke toename van het aantal reizigers mee. Om de toenemende werk druk van de conducteurs het hoofd te bieden, is besloten honderd extra conducteurs aan te trek ken. De nieuwe mensen worden verspreid over het hele land ingezet. De NS kijken overigens met gemengde gevoelens tegen het onderzoek van de vakbond aan. De daarin vermelde cijfers geven een vertekend beeld, aldus de woord voerder. Zo lijkt het alsof de conducteurs dagelijks met allerhande vormen van agressie van doen hebben. „Er is gevraagd of de conducteur ooit wel eens met agressie te ma ken heeft gehad. Logisch dat die vraag door een groot deel met ja wordt beantwoord. Maar daar' de conclusie uit trekken dat de con ducteur regelmatig met agressie van doen heeft, is onjuist". UTRECHT Hij is aar dig bekomen van de schrik. Conducteur F. Harms kwam twee weken geleden bepaald niet zachtzinnig in aanraking met een lastige klant. Hij werd geveld door een reeks schoppen tegen z'n hals. Harms is er vrij nuchter onder gebleven. Vijf dagen later stapte Harms - lichamelijk ge heel hersteld - al weer op de trein. „Fluitend", voegt hij toe. „En zonder angst". Op de bewuste rit - 't was laat op de avond - had Harms het aan de stok gekregen met een 23-jarige jongeman. De klant was een en al agressie. De con ducteur besloot daarop de poli tie op het eindstaton Kampen te alarmeren. In afwachting van de komst van versterking, werd bij aan komst de lastige klant in een compartiment vast gezet. Ma chinist en conducteur blok keerden elk een uitgang. „We hadden de situatie aardig on der controle. De man stond op de banken. Hij leek rustig. Dat heb ik onderschat. Opeens be gon hij te trappen, toen was het voor mij dus te laat en kon ik hem niet ontwijken". Het toéval wil dat Harms in z'n vrije tijd aan gevechtssport doet. Veel heeft hij er niet aan gehad, constateert hij nuchter. „Misschien kon ik de schop beter opvangen. Maar verder? Ik kon niets doen. In de prak tijk werkt dat toch altijd an ders". Incident Procesmanager reizigersbege leiding H E. Holm benadrukt dat dit soort-gevallen van mis handeling hoge uitzondering zijn. „Het zwaartepunt ligt op de verbale agressie. Nee, ik wil dat zeker niet bagatelliseren. Ik heb zelf ook elf jaar op de trein gezeten. Dit soort dingen meemaken is geen pretje. Maar het beeld dat de conduc teur elk moment het risico loopt in elkaar te worden ge slagen is niet juist". De conducteurs Evert Dikke- schei en Mart Flierjans bea men dat. De laatste heeft in z'n driejarige carrière nooit CONDUCTEURS STEEDS VAKER IN HET NAUW GEBRACHT van doen gehad met lichame lijk geweld. De eerste wel. „Ik ben enkele keren betrokken geweest bij een handgemeen. Nee, zelf heb ik nooit een schrammetje opgelopen. Maar ik ben weieens zó in het nauw gekomen dat ik van me af moest slaan" Schelden is een veel bekender fenomeen. Vooral de laatste ja ren. Mensen zijn brutaler ge worden, zeggen ze. Ze krijgen de meest vunzige zaken naar hun hoofd geslingerd. „Ze wensen je de meest verschrik kelijke ziektes toe". Maar ook dat went, zeggen ze. „De eerste keer dat ze tegen je zeggen: „Ik maak je af" of: „Ik weet je wel te vinden", schrik je. Toch leer je er in de loop der jaren mee omgaan. Je zegt bij voorbeeld: „Als je een kerel bent, dan zeg je niet: ik kom je wel weer tegen. Dan doe je nu iets". Dan druipen ze wel af. Dat soort dingen leer je in de praktijk". Stressbestendig Tijdens de opleiding van de conducteurs in Utrecht wordt er uitgebreid aandacht aan be steed. Flieijans: „Het begint al bij de sollicitatie. Dan word je verteld wat er op dit gebied wordt verwacht. Er wordt een bepaalde weerbaarheid van je gevraagd. Zeker, je moet aar dig stressbestendig.zijn, anders kun je dit werk niet doen". „Tijdens de opleiding wordt dat getest. Met hulp van een acteur. Die slingert je van alles naar je hoofd. En brengt je in allerlei situaties. Dat wordt op genomen met video en dan wordt later gekeken hoe je re ageert. Als je eenmaal aan het werk bent wordt er ook regel matig over gesproken. Zo is het een terugkomend onder werp bij onze werkbesprekin gen". Er mag dan wel eens wat voorvallen; voor hen is dat geenszins aanleiding om te zien naar een andere werk kring. „Het blijft gewoon mooi werk", vindt Mart Flierjans. „Ik ga elke dag met plezier aan de slag. Ik laat door die vier of vijf mensen op een dag die wat minder aardig zijn, m'n plezier niet vergallen. De overgrote meerderheid van de Conducteur Evert Dikkeschei aan het werk. Op de achter grond z'n collega Flierjans. foto: freddy schinkel reizigers is gewoon wel prettig in omgang". Discotreinen De meeste problemen doen zich op de discotreinen voor, zo concludeerde de vakbond al. De conducteurs op de disco- Ireinen komen met name in het nauw bij de kaartverkoop in de trein. De discogangers, veelal aardig beschonken, ma ken er een sport van om zon der te betalen de korte afstan den per trein te overbruggen. De conducteur die aan de kaartverkoop vasthoudt, krijgt veelal de hoon van de hele groep over zich heengestort. „En dan begint het. Ze hebben drank op. Durven alles. Ze hit sen elkaar op. Nee, je voelt je tussen zo'n groep niet echt lek ker. Het is zo'n overmacht. Ook al ben je met twee man". De verleiding om dan maar geen kaartjes te verkopen en zo problemen te voorkomen, lijkt groter. De conducteurs zijn echter niet vermurwen. „Nee, als je daar aan begint, is het einde zoek. Dat zou ook oneerlijk zijn ten opzichte van andere rezigers. Wij willen wel de baas in onze eigen trein blijven", aldus Holm. Over een dienst op de beruch te supporterstreinen maken de conducteurs - althans waar het hun eigen vege lijf betreft -zich veel minder zorgen. „Dat is allemaal zo strak georgani seerd. Daarbij hoef je niet bang te zijn dat je als conduc teur in het nauw wordt ge bracht. Er is veel politie bij. Problemen over kaartverkoop zijn er ook niet. Dat is alle maal al geregeld. Heel af en toe op zo n trein zitten is wel leuk. Als een soort verzetje. Bang voor je eigen veiligheid hoef je-niet te .zijn". Alarm Het liefstzouden de conduc teurs altijd met een collega in de directe nabijheid hun werk doen. „Alleen kun je weinig doen. Via telerail kunnen we vanuit de trein alarm slaan, zodat er als het even kan op het eerstvolgende station assis tentie klaar staat. Maar daar voor moet je eerst de hele trein door. Het gevolg is dat je dus de lastige klant los moet laten. Die kan z'n gang weer gaan. Met een collega in de buurt wordt dat veel makkelij ker". De conducteurs hoeven niet lang na te denken over de vraag wat er veranderd moet worden. Voor hen staat vast dat alleen met het terugdrin gen van de kaartverkoop in de trein de toenemende agressie een halt kan worden toegeroe pen. Op een aantal stations worden niet eens meer plaats bewijzen verkocht. Dikke schei: „Ik denk dat op de een of andere manier daar iets mee moet gebeuren. Voor sui ker moet je ook naar de win kel. Ik denk dat mensen ook hun treinkaartje van tevoren zouden moeten kopen". Onduidelijk Wat Dikkeschei betreft mag er ook gesleuteld worden aan de toeslag van 3,50 gulden die de conducteur kan heffen als ie mand geen geldig plaatsbewijs heeft en alsnog in de tre kaartje wil kopen. „Daar is veel onduideli over. Je kunt als cond altijd besluiten om die 3,! te laten betalen. Maar gevaarlijk. Eigenlijk is d; eerlijk ten opzichte van a reizigers. Wqt mij wordt dat bedrag flink hoogd. Ik denk dat m het risico om zonder pla wijs te worden betrapt niet zo snel meer nemen Overigens: als iemand in de trein een pla^tsb de toeslag te betalen, k; conducteur een (voorl boete opleggen van 25 gi Met het terugdringen mogelijkheid tot kaartve in de trein zal de condui ook een deel van de lad smoezen die ze dagelijks zich krijgen uitgestort, spaard blijven. „Je hoo - gekste dingen. Wat ze verzinnen. En meestal di ze orgineel te zijn. En da je zo'n smoes dus al ho keer gehoord". GOOS DE DEN HAAG Hij was één van de weinige ka merleden die er ooit in slaagde premier Lubbers écht nijdig te maken. Dat leidde er zelfs toe dat Lubbers hem publiekelijk uitmaakte voor een „poli tiek vandaal". Zelf weet hij tot op heden nog steeds niet waarom Lubbers destijds zo naar hem uithaalde. Bij de herinnering aan het ka merdebat begin vorig jaar over de afschaffing van de WIR (investeringsregeling) haalt het VVD-kamerlid Ad Nijhuis (46) wat verveeld de schouders op: „Het is gebeurd en wat mij betreft vergeten. Ik heb nooit de aanvechting gehad om de heer Lubbers nog eens om een toelichting te vragen". Nefarma Afgelopen week maakte Nij huis bekend zijn kamerzetel met ingang van 1 februari in te zullen ruilen voor de direc- teursstoel van de Nederlandse Associatie van de Farmaceuti sche Industrie (Nefarma). Daarmee kwam een opmerke lijk snel einde aan acht jaar actieve politiek. „Maar", zo zegt hij zelf, „als ie eenmaal besluit een andere baan te ac cepteren en je maakt dat be kend dan moet je, vind ik ten minste, ook direct de daad bij het woord voegen en vertrek ken. Als je na de bekendma king nog een tijdje blijft zitten dan krijg je te maken met een verstrengeling van belangen. Bovendien zit je dan toch al mentaal in die andere func tie". Maar is het richting achterban wel netjes om zo snel na de verkiezingen al te vertrekken? Nijhuis: „Dat is een redenering die je vaker hoort, maar die niet opgaat. Men stemt in Ne derland op een programma, een partij of op de lijsttrekker. Maar wie de kiezers in de Ka mer aantreffen maakt hen over het algemeen niet zo veel uit. Bovendien zou de politiek weinig flexibel zijn als leden niet tussentijds zouden mogen opstappen. Ik kreeg het aan bod van Nefarma vlak voor de Kerst. En dan ga ie afwegen. Doe ik het wel of sla ik het af? Het wordt een kwestie van ja of nee. Zeg je nee dan weet je zeker dat die trein niet meer langs komt. Toen ik in 1982 in de Kamer kwam heb ik ge zegd dit werk doe ik acht jaar, in principe twee kabinetspe riodes. Dan word je plotseling door een kabinetscrisis gecon fronteerd met een derde perio de, die ik overigens met veel plezier ben ingegaan. Maar ja, dan doet zich een andere mo gelijkheid voor... Mijn nieuwe functie is een combinatie van belangenbehartiging, politiek bedrijfsleven en gezondheids- „POLITIEK VANDAAL" AD NIJHUIS (VVD) VERLAAT TWEEDE KAMER Nijhuis: „Het kamerlidmaatschap draagt altijd een risico van vervreemding in zich".foto: cees verkerk zorg. Met andere woorden: mijn oude liefde en mijn nieu we liefde. Een unieke kans dus". Oppositie Was het juist niet een uitda ging om als VVD-kamerlid na twee CDA/VVD-kabinetten de oppositie in te gaan? „Dat was het zeker en daarom heb ik ook lang geaarzeld. Op- positievoeren is heel boeiend en zal de VVD, electoraal ge zien, zeker ten goede komen. Persoonlijk heb ik gemerkt dat je als lid van een oppositie partij veel meer vrijuit kunt praten omdat je niet meer ge bonden bent aan een regeer akkoord en niet bij alles wat je zegt een financiële afweging hoeft te maken. Terugkijkend zeg ik: we waren de afgelopen zeven jaar te vaak gedwongen ons eigen verhaal, althans voor een deel, geweld aan te doen. Politiek is nu eenmaal compromissen sluiten in Ne derland. En vaak betekent dat slikken, vooral als je de klein ste coalitiepartij bent. Vooral de afgelopen drie jaar heb ik dat vaak meegemaakt. Ik had het gevoel onvoldoende van het VVD-program in de prak tijk waar te kunnen maken. Dan ga je jezelf geweld aan doen en word je voor je ach terban ongeloofwaardig. Bij het „Dekker-debat" (de onder het vorige kabinet ingezette herziening van het systeem van ziektekostenverzekering- red) was dat nog net op de grens. Als het kabinet niet al eerder was gevallen dat had het onherroeplijk op dit punt tot botsingen met het CDA ge leid". „Die discussie rond „Dekker" zal ik overigens wel gaan mis sen. De hele financiering van de gezondheidszorg blijft een boeiend onderwerp. Het nieu we kabinet is gelukkig zo ver standig om, wat de VVD altijd al heeft bepleit, wat meer tijd voor de discussie uit te trek ken. Maar er zijn meer dingen die ik zal missen. Vooral het houden van spreekbeurten, je oor te luisteren leggen bij wat er leeft in de achterban. Ik heb voor dit doel de afgelopen twee jaar meer dan 100.000 ki lometer gereden, van afdeling naar afdeling. Het tweede as pect van het kamerlidmaat schap wat ik ontzettend leuk vond warén de werkbezoeken, het concreet met mensen pra ten. En tenslotte het debatte ren natuurlijk". Achterban In die volgorde? „Ja, het onderhouden van con tacten met de achterban en het brengen van werkbezoeken spraken me toch het meeste aan. Het hangt ook allemaal met elkaar samen. Als je weet wat in de samenleving leeft, kun je ook beter debatteren. Een parlement kan pas goed functioneren als de leden zélf de informatiekanalen goed weten te kiezen. Een kamerlid dat alleen maar in de stukken duikt, wat overigens ook be langrijk is, mist dat. Het ka merlidmaatschap draagt altijd een risico van vervreemding in zich. Als je geen goede con tacten onderhoudt kun je naar mijn oordeel hier in het huis niet goed functioneren". „Ik geef toe, ik ben een worca- holic. Maar als je de neiging hebt de kantjes er van af te lo pen dan moet je geen kamerlid worden. Ik werkte zo'n tachtig uur per week en ik moet zeg gen dat het meestal ook écht leuk was. Je hoort me dan ook niet klagen. Wie dat weieens deden waren mijn vrouw en kinderen. Mijn kinderen heb ben hun pubertijd doorge maakt toen ik tachtig uur per week met het kamerwerk be zig was. Dat is iets wat je niet onberoerd laat". Debatten Vorig jaar haalde u zich de woede van premier Lubbers op de hals. Hij betichtte u zelfs van „politiek vandalisme". Heeft u dat onberoerd gelaten? „Ach, ik kijk er met veel ple zier op terug. Het was een toe vallige samenloop van de de batten rond de WIR en Dek ker. Voor beiden was ik woordvoerder namens mijn fractie. Het WIR-debat ging over het vroegtijdig uitlekken van de afschaffing van de re geling. Dat heeft de schatkist toen heel wat geld gekost. Wat mij op een gegeven moment niet zinde was de suggestie van de kant van het CDA dat het lek bij (VVD-)minister De Korte zou hebben gezeten. Te gelijkertijd speelde het hele Dekker-debat en daarin had ik een wat afwijkende mening en dat vond het CDA niet prettig. De heer Lubbers meende toen plotseling in vloed te moeten uitoefenen op mij als woordvoerder. Dat is hem overigens niet gelukt want ik heb mijn standpunt nooit veranderd. Die uithaal van Lubbers in mijn richting kwam waarschijnlijk voort uit het feit dat de premier toch uiteindelijk niet zo'n grote aanhanger van Dekker bleek te zijn dan tot dan toe altijd werd aangenomen. Dat heb ik onder, woorden gebracht en hem verweten dat hij op die manier de deur deur openzette voor samenwerking met de PvdA. En dat was reden voor hem om fors terug te spelen. Maar ja, zo gaat dat nu een maal in de politiek". Maar hij was echt woedend op een manier die we nauwelijks van hem kenden. „Hij heeft eerst de VVD van jjolitiek vandalisme beschul digd en later, toen hij het niet kon waarmaken, werd ik de gebeten hond. Lubbers heeft toen voor de eerste keer erva ren dat hij zich niet alles kan permitteren. Hij haalde welis waar publicitair fors uit maar kwam daardoor in wezen zélf in moeilijkheden. Uiteindelijk werd hij zélf beschadigd en niet degene die hij had aange sproken. Lubbers dreef zich zelf in het nauw, waarom heb ik nooit echt begrepen". U kwam door die aanvaring wel in het middelpunt van de publieke belangstelling te staan. Leuk? „Enerzijds en dan vooral elec toraal gezien, ja. Maar per soonlijk vond ik het niet zo prettig. Ik ben nogal gehecht aan mijn privacy en je moet erg oppassen niet dusdanig be kend te worden dat je geen stap meer kunt verzetten zon der bekeken te worden. In het begin had de affaire dat effect, maar dat ging gelukkig weer snel over. Toch heb ik tijdens de vakantie het afgelopen jaar meegemaakt dat mensen me zaten aan te kijken met een blik van: goh, waar ken ik die man van?". MARGA RIJERSE 'C DELFT Gasvlambeveili ging, een elektronisch postco- deboek en een busmagneetpas zijn de bekroonde ideeën van de uitvindersprijsvraag-van de faculteit elektrotechniek van de Technische Universiteit in Delft. De winnaars zijn de drie scho lieren Saskia van Huiten, Ria van Dijk en Aries van Meete- ren. Gisteren werden de prij zen uitgereikt in de faculteit elektrotechniek. De jury, be staande uit vertegenwoordi gers van Philips, Siemens, TNO en de TU Delft, lette bij de beoordeling op orginaliteit,- nut en uitvoerbaarheid van de inzendingen. Sakia van Huiten, een zeven tienjarige vwo-leerlinge uit Lelystad, ontwierp het idee van de gasvlambeveiliging, omdat haar moeder vaak het vuur laat branden als de fami lie al aan tafel zit. Via een knopje is gastoevoer alleen mogelijk als er pannen op het fornuis staan. Als de pan van het gas genomen wordt gaat de vlam na één minuut automa tisch uit. Met dit idee won Sas kia de hoofdprijs van 2500 gul den. Het elektronisch postcodeboek heeft de zestienjarige Ria van Dijk uit Liempde de tweede prijs van duizend gulden opge leverd. Het postcodeboek is een apparaat dat automatisch de postcode verschaft, nadat straatnaam, huisnummer en woonplaats zijn ingetikt. De vijftienjarige Aries van Meeteren uit Bleskensgraaf wil de strippenkaart vervan gen door een „busmagneet pas". Hij heeft hiermee de vijf honderd gulden tellende derde prijs gewonnen. De „busmag neetpas" bestaat uit een giro maat- of bankpas. Hiermee kan niet alleen de reis ben worden, maar het kL voorkomt met een elf nisch „boekingssysteem1"- vendien onnodig omrijdep de bus. In elk bushokje een apparaat te staan, wai passagier het pasje in sta de pincode en eindbesteni intikt. Het bedrag wordtfn matisch van de bankrekj afgeschreven. Volgens „verlangt het systeem aanpassing van de pas% omdat hij op tijd bij heji. hokje moet staan". De chauffeur kan op een m|a[ zien of er mensèn bij eenr' wachten. Als dat niet zo i" de bus de haltes waarvoff1 omweg gemaakt moet wfl vermijden. Toen Aries Hf" van de uitvindersprijsr? heeft hij zijn idee in eef1' uurtje op school uitgewef Behalve de prijs en de ff? veren de ideeën de uitvrf1 geen geld op. Het octrooF is in handen van de TU.,eJ Wat er verder met de iv dingen gaat gebeuren |c onduidelijk. „De bedjj1 was om de eerste prijs Fe voeren. Helaas vallen del vindingen niet binnen 1 derzoeksterrein van de teit elektrotechniek" woordvoerder van de T|J Voor de realisatie van ste prijs heeft Delft de g nuizenfabrikant ATAG| dert. „Zij waren erg em siast over het gasregell® Zelf zijn ze nooit op hef gekomen. Het elektrol postcodeboek is al in onj keling bij de PTT. Al vi inzendster op het idee L- De volledige onbekeif| met dit project (zelfs f TU) zórgde er voor ds van Dijk toch de tweedKl ontving". DOOR SCHOKKENBte fHH Veilig I wordt]d straksön missclni

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 20