Kerstmis '89 Sabbat in Warschau ÊcidAcSotrtant In Polen worstelen de tienduizend overgebleven joden om hun voortbestaan. Terwijl Karmelietessen nog altijd bidden in Auschwitz, wordt de synagoge van Warschau beklad met hakenkruizen. Een reportage over het zoeken van een naald in een hooiberg. Oh God, ga met ons, zingen de mannen als de wetsrol uit de hei lige ark wordt ge haald, oh God, ga met ons. Ze kussen de rol en brengen hem naar een platform in het midden van de synagoge. Dan wordt hij geo pend en klinken hier de woorden van de thora. Hier waar het kwade dacht te over winnen. Hier waar de joodse weg leek dood te lopen. Hier in Warschau klinkt op sabbat de thora, de wet van Mozes. De dertig Poolse joden die deze zaterdagmorgen door de besneeuwde straten van Warschau naar de synagoge zijn gekomen, zijn overlevenden. Ze hou den sabbat op het kerkhof van de Shoah. Ze zijn alleen. En oud. Het jonge gezicht van de bezoeker verrast hen. De een na de ander komt naar hem toe: „Jiddisch ja? Jüdisch? Ivriet?". De gast schudt zijn hoofd. Hij heeft wel een keppeltje op, maar hij is geen jood. De mannen nemen het hem niet kwa lijk. Terwijl voorin op luide toon gebeden wordt - door een man met een witte gebedsmantel om - scharre len de sjoelgangers een beetje rond, schudden hier en daar een hand en smoezen wat. Maar als de rab bi spreekt moeten ze luisteren. Dan gaan ze in een kring om Pinchas Menachem Joskowicz heen staan en roepen ze de twee kletskousen achterin tot de orde: stilte, de rabbi spreekt! Joskowicz, een kleine man met een grote witte baard, preekt kort maar krachtig. Als na zijn boodschap de gebeden weer klinken, verlaten de mannen druppelsgewijs de sy nagoge, zoals ze ook druppelsgewijs waren binnen gekomen. ANTISEMITISME De Nozyk-synagoge is de enige van Warschau. Zijn dertig bezoekers zijn de laatste rest van wat het brandpunt van het Europese jodendom was. Nadat de eerste joden zich al in de tiende eeuw in Polen hadden laten zien, vestigden duizenden joden zich er toen in de Middeleeuwen de kruisvaarders zich tegen hen keerden. In Polen vonden ze een veilig heenkomen, daar ontsnapten ze aan de keus tussen doop of dood. Maar vrij van antisemitisme was het land evenmin als de andere Europese landen, voor al niet toen de rooms-katholieke kerk zich te buiten ging aan uitspraken als 'de Kerk duldt de joden al leen om aan het lijden van de Heiland te herinne ren, daarom mag hun aantal onder geen beding toe nemen'. Tot in de twintigste eeuw werden joden slachtoffer van antisemitische mythen van christe lijke origine. De 'moordenaars van Christus' zou den kinderlijkjes verwerken in hun matzes, water bronnen vergiftigen en ziekten verspreiden. Derge lijke verhalen vormden mede de aanleiding tot pro grams; bijvoorbeeld in Wroclaw (1349), Lwow (1592), Warschau (1789) en Lodz (1892). Tegen die verdrukking in en onder afwisselend tole rant en onderdrukkend bewind, groeide het aantal joden in Polen tot 3,5 miljoen tussen de twee we reldoorlogen. In veel steden bedroeg het percentage joden meer dan dertig. Het waren de jaren van het rijke joodse leven, waarin de jiddische cultuur hoogtij vierde. Er verschenen dertig joodse dagbla den, geen denominatie (communistisch, socialis tisch, orthodox, chassidisch, zionistisch) zat zonder. Er waren joodse scholen, joodse theaters, joodse ziekenhuizen. Nu niet meer. Want er zijn geen jo den meer. Wie de 3,5 miljoen zoekt, komt per trein in Auschwitz terecht. Daar liggen hun brillen achter vitrines, hun koffers en hun schoenen. Daar ligt hun haar tentoongesteld. Maar waar zijn zij? Niet in de film die gedraaid wordt voor de bezoekende schoolklassen. Daarin wordt het woord 'jood' pre cies één keer genoemd; in een lange opsomming van slachtoffers: Polen, Russen, Tsjechen, Honga ren, Grieken, Joden, Fransen, Belgen, Hollanders. En wie barak 11de dodenbarak, uitstapt ziet on middellijk aan zijn linkerhand het Karmelietessen klooster. En wie barak 27, gewijd aan het lot van de joden, wil bezoeken vindt de deur gesloten. En wie naar Birkenau rijdt, drie kilometer verderop, ziet een kerk met twee kruizen daarop. De christenen 'ontjoden' de holocaust, zegt Kon- ZATERDAG 23 DECEMBEfINA Auschwitz, hier waar de joodse weg leek dood te lopen. foto: stevo akkerman De koffer van M. Frank uit Holland in Auschwitz Rabbi Pinchas Menachem Joskowicz FOTO: JACEK BARCZ Breng ons. Here, tot U weder, dan zullen wij wederkeren. Vernieuw onze dagen gelijk van ouds! Of zoudt Gij ons geheel en al verwerpen? Zoudt Gij al te zwaar tegen ons toornen? Klaagliederen 5:21,22 stanty Gebert, een Pools-joodse publicist. Alsof het nog niet erg genoeg is dat Polen zelf ontjoodst is. Na de Tweede Wereldoorlog waren er nog ongeveer 369.000 joden over. Een groot deel van hen wilde niet op een kerkhof leven en emigreerde. Toen in sommige steden de antisemitische draad van voor de oorlog weer werd opgenomen en er programs plaatsvonden in Krakau en Kielce (van de tweehon derd joden die daar in 1945 waren teruggekeerd werden er 42 vermoord op 4 juli 1946) werd de stroom naar Israel een exodus. In 1959 leefden nog 30.000 joden in Polen. Een 'antizionistische' cam pagne in 1968 (toen strijdende facties binnen de communistische partij met antisemitisme tegen el kaar opboden) veijoeg ook die laatsten. Onder be geleiding van antisemitische herrie in de media, werden joodse Polen verwijderd uit alle openbare functies, hun kinderen werden van school gestuurd, en daar gingen ze, de laatsten, weg uit Polen. Slechts enkele, zeer Poolse joden bleven. Vijf- tot tienduizend zielen, zo schat men hun omvang nu. Een naald in een hooiberg. Maar rabbi Joskowicz heeft die speld gevonden. VOORBIJGEGAAN God zoekt weer op wat voorbijgegaan is, zegt de Prediker en dat Schriftwoord moet Pinchas Mena chem Joskowicz hebben aangesproken. Hij werd ge boren in een voorstad van Lodz, waar zijn ouders een textielfabriek hadden. Werd hij orthodox opge voed? Natuurlijk werd hij orthodox opgevoed. Maar Hitier kruiste zijn weg en in plaats van in de synagoge - Joskowicz studeerde voor rabbi - kwam hij in het getto terecht en later in Auschwitz en Neuengamme. Op weg naar Bergen-Belsen maakte hij zijn bevrijding mee en toen had hij ge noeg van het Europese continent en van Polen in het bijzonder. „Mijn vader en moeder waren er om gebracht, mijn vier broers en mijn zuster, wat had ik er nog te zoeken?". Joskowicz vertrok illegaal naar Israel, waar hij zijn studie voltooide, zijn vrouw - een Tsjechische overlevende van Ausch witz, Bergen-Belsen en Theresiënstadt - leerde ken nen en een zaak in medicijnen begon. Dit jaar liet hij dat allemaal in de steek. Hij zocht weer op wat voorbijgegaan was en ging naar Polen om daar de enige rabbi van het land te worden. De ministers van religieuze zaken van Israel en Polen hadden hem daarvoor dringend uitgenodigd en in juni hij was gegaan. Zijn vrouw liet hij in Jeruzalem achter; elke twee maanden gaat hij twee weken naar Israel terug om haar te bezoeken. „Ze wil Israel niet ver laten", zegt hij, „maar ik hoop dat ze toch ooit hier heen komt". De eerste sabbat dat Joskowicz de dienst in de sy nagoge van Warschau leidde, huilde hij en de jood se mannen met hem. „Ze herinnerden zich hoe het vroeger was", zegt de rabbi, en hij ziet dat moment als een heilig moment. Hij weet dat hij als ortho doxe rabbi in een niet-orthodoxe gemeenschap te recht kwam, dat kosher eten niet de gewoonte was onder de joden van Warschau en gemengd huwen wel. Maar op dat moment, toen daar voor het eerst sinds zolang weer een orthodoxe rabbi voorging, toen zagen ze hoever ze van hun wortels verwijderd waren geraakt en toen besloten ze terug te gaan naar vroeger, zegt Joskowicz. „Ieder mens die de waarheid zoekt, ontmoet een moment waarop ze aan hem geopenbaard wordt. Dit was voor hen het moment". De rabbi gaat er met het vanzelfsprekende optimis me van de gelovige van uit dat de toekomst van de joden in Warschau in de orthodoxie ligt. Ja, hij weet dat de meesten getrouwd zijn met rooms-ka tholieke vrouwen, maar dat moet veranderen, want de kinderen van niet-joodse moeders zijn volgens de wet geen joden. „We moeten het jodendom in stand houden. De jonge joodse mannen moeten joodse vrouwen zoeken. Inderdaad, in Polen zijn die niet - hoewel, ik ken een meisje van zeventien in Lodz - maar in het buitenland wel". Joskowicz gruwt bij de gedachte aan een liberaal- joodse rabbi in Warschau. „Overal waar liberale rabbi's zijn, komen gemengde huwelijken voor en dat betekent de vernietiging van het jodendom. De nazi's hebben ons met gas willen vernietigen, laten we nu niet onszelf in moreel en cultureel opzicht wegvagen. Laten we aan de thora, die ons door de zwaarste tijden heeft heengeholpen, vasthouden". LOOFHUTTENFEEST Waar Pinchas Menachem Joskowicz na de Tweede Wereldoorlog zijn geboorteland achter zich liet, do ken de ouders van Andrzej Friedman onder in de Poolse samenleving door hun joodse identiteit te begraven. Nooit weer wensten ze als jood te worden beschouwd. Maar zoals Hitier de joden wist te vin den die zelf vergeten waren joods te zijn, zo wisten de Poolse communisten in 1968 het gezin Friedman te vinden. Andrzej werd van school gestuurd, zijn vader uit het leger verwijderd, zijn moeder ontsla gen uit het ziekenhuis. Toen wist Andrzej Friedman foto: stevo akkerman dat hij jood was en nu staan bij hem op het! de resten van de hut die hij bouwde voor he huttenfeest. „Ik ben niet religieus", vertelt di rige Friedman, „maar ik vind het heel belan] joodse tradities in dit land levend te houdei Polen is niet compleet zonder joden. Daaroii ik een Davidster om mijn nek en deel ik me joodse koeken uit aan mijn collega's". Fried voorzitter van de Pools-Israelische Vriend vereniging, die in februari werd opgericht ei duizend leden telt, onder wie vijfhonderd „Ze weten dat ze bij ons als jood geaccepteei den". Hij signaleert een groeiende interess het jodendom in Polen, maar hij is niet o tisch over de dertig mannen die zich vera rond rabbi Joskowicz. „Ik zie niet in hoe z thodoxe rabbi de joodse gemeenschap zou I redden. De joden hier zijn niet orthodox". Volgens Friedman bestaat er in Polen eigenj lemaal geen joodse gemeenschap. Hier en da nog een jood, een paar bejaarde mannen kor sabbat bijeen, maar er bestaat geen levende culturele of religieuze gemeenschap. Maar da jevol mensen is altijd nog genoeg om kardin zef Glemp de stuipen op het lijf te jagen. Na ven joodse demonstranten uit New York,, aanvoering van rabbi Avraham Weiss, in j| sit-in hielden op de binnenplaats van het om1 Karmelietessenklooster in Auschwitz, hield een opgewonden preek in Czestochowa. daarin dat de nonnen in het klooster ten nood aan de dood ontsnapt waren. En hij 1 dat 'de joden en de Duitsers' de Polen in da de Wereldoorlog een 'trauma' bezorgd hadcf joden, met hun 'macht in de internationale I 'voelen zich boven de anderen verheven'! Glemp. Door naleving te eisen van de komst over het klooster 'maken ze inbreuk <j soevereiniteit'. En Glemp voegde er aan 'zonder antipolonisme in Polen geen antisen) zou bestaan. BROEDER Krzysztof Sliwinski vond het jammer ,dat EUZ maat van de rooms-katholieke kerk, waar fcn 95 procent van de Polen deel van uitmaaktoud lijke onvriendelijke woorden liet horen. In d van Solidariteit, Gazeta Wyborcza, schreef i -; 'kort commentaar'. Daarin zei hij - en h - voor het eerst dat de kerk in de Gazeta bekr^C werd - dat de uitlatingen van Glemp niet £dt bel waren. Sliwinski citeerde het Evangelie <P is dat degene die iets tegen zijn broeder heebos; met hem moet verzoenen voordat hij naar) j)( taar gaat. Dat commentaar leverde de krau brieven en telefoontjes op. Vijftig briefschrijvcm ten weten het met Sliwinski eens te zijn. h wa waren evenveel brieven met een openlijk aifze tische strekking. De overige tweehonderd i waren niet direct zo vijandig, maar wel vol grip over het joodse standpunt over het Kaïegii tessenklooster. ijn De Pools-joodse relatie is er een van haat einde tegelijk en hoe dan ook, het is een extreem e sp nele relatie, zegt Sliwinski, lid van de kerieni commissie voor de dialoog tussen joden en n zi katholieken. Er is geen land waarin zoveeleze ners met de nazi's hebben gecollaboreerd, nieta is ook geen land waarin zoveel mensen teJte zijn gebracht vanwege hun hulp aan joodsende burgers. Het Pools-joodse vraagstuk is com[liez< leent zich niet voor generalisaties van het re: Polen zijn antisemitisch', aldus Sliwinski. E£ g< voert hij niet alleen de Polen op die de jodeÊ o oorlog geholpen hebben, ook wijst hij op «hij komst van het na-oorlogse antisemitisme. „|voi blieke opinie identificeerde de joden met dis ni munisten, met partijbonzen en geheime poli', v in zekere zin was dat ook wel juist, want zijind daar in feite oververtegenwoordigd. Iets deiur geldt ook voor de campagne van 1968. Die uflsgi alleen antisemitisch, maar ook anti-intellJgt Ook onder hen was het aantal joden overve! woordigd". Om de werkelijke omvang van hidd< semitisme in Polen te meten, zou je die bePet menten (de afkeer van communisten en interim len) moeten kunnen uitsluiten. ien DISCUSSIE fe" Sliwinski sluit zich aan bij Alina Cala, die air rica van het Joods Historisch Instituut in W^\T zegt dat het in Polen ontbroken heeft aan eet vrije discussie over het antisemitisme. Waarast' landen als Duitsland, Frankrijk en NederlaPl derwerp van gesprek en studie was, werd het pi mitisme in Polen een politiek instrument; wj, g joods was heette al snel pro-communist of w£l°' gewild partij in de communistische stammei)ie van 1968. Misschien kan een dergelijke dill h - uitgelokt door de Karmelietessen in Auscben> van de grond komen nu de politieke vrijheidfuk len is losgebarsten. hk Maar diezelfde vrijheid geeft de extreem-natips tische Polen, voor wie Polen gelijk staat aan eev£ tisemitisch rooms-katholicisme, de gelegenh?.°ri kop weer op te steken. Friedman wijst erfjfe Glemp het voorwoord heeft geschreven in ef uitgave van een boek van de grondlegger vanleb tisemitische Nationaal Democraten. „Glempk k antisemiet", zegt Friedman, „er is geen redPP dat te verhullen". Zo uitgesproken is rabbi pe wicz niet, maar hij wil graag dat Glemp bewlfe. hij géén antisemiet is. „Glemp moet een per£ rentie organiseren,om het joodse volk openlaat vergeving te vragen. Hij moet zeggen dat hipl antisemitisme is, dat hij niet wil dat de jo» van zijn kerk anti-joods zijn. Na zijn preek iP G tochowa werden synagoges in Warschau, Lul°e Katowice beklad met hakenkruizen en met 'e 1 'Juden Raus'. We ontvingen brieven met dofL: nissen. Dat moet Glemp goedmaken". Wa „Maar wat er ook op de muren van onze syiPP wordt geschreven, wij blijven hier en wij Fp joods", zegt Joskowicz. „Ik heb in WarschPj 1 kwaad van de nazi's gezien en wil nu bouwt)0- het goede. In 1942 werden in het getto vaidkt tien joden opgehangen. Onder de galg had in" d geschreven: 'Joden neem wraak voor ons P v; Dat is onze wraak, wij laten zien dat we er niP10 De nazi's hebben ons niet kunnen vernietig20 zijn nog joden in Polen". 'n. STEVO AKKElhH

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 30