Disney-studio pittig terug op oud niveau een basis meer voor Vonk als chef-dirigent ia ingenieuze vondsten een en weer in de tijd n r: ROloyaal ten opzichte van Vonk Waardevolle traditie in Leidse Pieterskerk QeidóaQowuvnt VRIJDAG 22 DECEMBER 1989 PAGINA 15 nACK TO THE FUTURE IF be\ gebiTUDIO LEIDEN: „Back to the gesimet Michael J.Fox, Christop- t ir wa'z 'Zemeckis. Regie: Robert Ze- t Zemeckis is een regis- jie 't zich het liefst zo jk mogelijk maakt. Niet delijk, want je kan „Who d Roger Rabbit" en to the future" moeilijk hoogvliegers noe- sulj De moeilijkheidsgraad an de technische kant. samen met in „Roger Rabbit" en su! tweede deel van „Back vl future" zelfs Michael Michael J. Fox met a* <el J.Fox samen in beeld. Een soort Droste-cacao-feno- meen op film. Nog een gedurfd punt in de manier waarop Zemeckis zijn vervolg vertelt: er wordt geen enkele poging gedaan tot sa menvatting van het vooraf gaande, niet gezocht naar een manier om terug-naar-de-toe- komst nummer twee ook maar een suggestie van zelfstandig heid te geven. „Back to the fu ture I" was zó'n wereldsucces, dat de makers er gewoon van uit durfden te gaan dat ieder een wel weet waar het over gaat. Er wordt voortdurend en als vanzelfsprekend gerefe reerd aan het eerste deel, en het vervolg ontleent zelfs een stuk van z'n spanning aan het feit dat je dezelfde scènes van toen wéér ziet: nu vanuit het perspectief van een nogmaals vanuit de toekomstoverge plaatste Marty McFly (Michael J.Fox) die naar zichzelf (en zijn vader) kijkt. Terwijl hij in deel een terug in de tijd een gitaarsolo weggaf met^ een anachronistisch Jimi Hendrix- slot, is hij daar in deel twee in de coulissen bij aanwezig ter wijl hij zijn rivalen (de eeuwir ge Biff en vrienden) met de gewichten van de decor-trek ken buiten gevecht stelt. Ze meckis maakte het Zich zelfs nóg moeilijker, maar daar merken we pas volgend jaar iets van. Hij nam tegelijk met twee ook meteen „Back to the future III" op. Wat vroeger met simpele tv-komedies werd gedaan, nu met een kapitale film. Voor het allereerst. Het scenario van Zemeckis en Gale is tamelijk geqompliceerd geworden. In de film komt de gekke Doctor (de steeds meer Michael J.Fox als z'n toekomstige zelf in 2015 wanneer het dra gen van twee dassen mode is. schmierende Christopher Lloyd) van de roestvrij stalen DeLorean-tijdmachine zelfs met krijtje in de hand voor een schoolbord te staan om het uit te leggen. Hier in het kort: deel twee begint waar deel een eindigt. Doctor Emmett Brown komt schielijk terug uit de toe komst met de mededeling dat er iets mis is met het nage slacht van Marty McFly. Sa men op weg naar het jaar 2015 dus, waar Marty's zoon net zo slap blijkt als Marty's vader. En Marty de rol van zijn zoon opneemt en corrigerend op treedt. In die toekomst krijgt McFly een boekje met de sportuitslagen van een halve eeuw in z'n bezit. Het wordt hem ontstolen door de oude Biff, die ook de DeLorean steelt en het boekje ergens te rug in de tijd achterlaat. Wan neer Marty en Brown weer thuis zijn in 1985 blijkt dat aardige Hill Valley een hel ge worden. Biff regeert de stad, Marty's moeder is met hem ge trouwd, Marty's vader myste rieus overleden. Er is iets mis gegaan, maar wat? Dan blijkt dat Biff z'n rijkdom ontleent aan risicoloos gokwerk bij de sporttoto's aan de hand van het toekomstige uitslagenboek je dat hem door een oude man in zijn jeugd is overhandigd. Dus moeten Marty en Brown verder terug naar 1955 om - net zoals in deel een - de tijd recht te zetten om de toekomst te redden. Zemeckis' film begint overi gens dan pas echt leuk te wor den. De complicaties stapelen zich op, en je bent - mits je deel een gezien hebt dus - „medeplichtig". Dan zie je een leuke menselijke komedie, nog altijd verwant aan de sprook jes van Frank Capra. Inge nieus in de manier waarop de verhalen in elkaar grijpen en over elkaar heen vallen plus in de manier waarop dat tech nisch gedaan is. Het duurt ta melijk lang voor de film zover is. De toekomst (2015) is fanta sievol verbeeld, met vliegende auto's, „Jaws 19" in de bio scoop (geregisseerd door Spiel berg junior), de CD's als oud vuil op de belt en het skate board dat nu vliegplank is ge worden. Maar dat met teveel hoempa gebrachte uiterlijkhe den die je in feite koud laten. Zemeckis slaat je daar echter wel een halve film lang mee om de oren. Wat die techciek betreft: Zemeckis kon de di verse beelden met McFly naadloos in elkaar laten smel ten via een aan de camera ge koppelde computer. Die ont houdt de camerabewegingen die de hoofdpersonen volgen, zodat ze daarna exact overge daan kunnen worden met een nieuwe film in de camera. 'Vista Glide' heet het systeem, en het werd ontwikkeld door - wie anders- de mensen van George Lucas' Industrial Light and Magic. BERT JANSMA OLIVER CO' LIDO/STUDIO LEIDEN: „Oliver Co". Disney-tekenfilm vrij naar Charles Dickens' „Oliver Twist". Re- gie: George Scribner. De Disney-studio's hebben weer vertrouwen in de teken film. De goede wel te verstaan, met een zo compleet mogelijke - dus kapitaaldure - animatie. „Oliver Company" is het eerste teken uit de studio van wijlen Walt dat het nog kón. Uit Amerika komen inmiddels berichten dat de nieuwste lan ge animatiefilm uit de studio's „The little mermaid", naar het sprookje van Hans Christiaan Andersen, helemóól op het 'oude niveau' is. En 'oud' zou dan betekenen in de geest van de Disney-films uit de tijd van „Cinderella" (zo mooi als „Bambi" en „Sneeuwwitje en de zeven dwergen" wordt het toch nooit meer). Het verhaal van Oliver is ge leend van Charles Dickens. Diens jongetje uit het „werk huis" werd een klein katje dat in New York opgevangen wordt door een kleine bende van armetierige, goedhartige zakkenrollertjes. Met als lei ders een 'Tramp'-achtige hond Dodger, een brutale chihuahua Tito. Allemaal werkend voor een even armzalige sloeber Fagin, die een schuld moet te rugbetalen aan woekeraar Bill Sykes. Het knappe van „Oliver Co" is dat de Disney-tekenaars van het in feite beperkte gegeven optimaal gebruik hebben ge maakt. Dieren en mensen door elkaar, en de dieren als dieren, niet gemakkelijk op twee ach terpoten als mensen, maar op hun vier poten. Het vraagt veel meer tekenwerk en veel meer gedragsstudie. Ze krijgen allemaal hun eigen karakter tjes, er zit veel humor in hun beweging en het is zeker niet zoetelijk. De situatie van die zakkenrollertjes in een krot aan de haven van New York, krijgt tegenwicht via het nieu we tehuis dat het poesje Oliver vindt: in een duur stukje Man-' hattan bij een rijke familie met een verwende poedel. Zo kunnen de Disney-mensen zo wel een lief poesje kwijt in de bekende, wat zoetelijker plu che-beesten-stijl, terwijl de bende van Fagin moderne ani matietrekjes krijgt, pittiger wordt, hedendaagser. De mu ziek is aangepast aan de ritmes van het New Yorkse straat beeld. En de Amerikaanse stemmen zijn weer perfect ge kozen, maar helaas slechts in één Amsterdamse biopscoop te beluisteren (Bette Midler, Cheech, Billy Joel). Elders in Nederland moeten we het doen met Simone Kleinsma, Alfred Lgarde, Wil lem Duyn, Jerome Reehuys en Frits Lambrechts, Coen Flink en Peter Aryans. Al dekken de Nederlandse stemmen niet altijd de getekende lading, er is variatie genoeg en het is soms zelfs erg leuk. Aan „Oli ver Company" zal geen kij ker zich bekocht voelen. BERT JANSMA UST .istie's Amsterdam: 1989 topjaar 4: :RDAM" Het veilingseizoen van 1989 is voor Amsterdam het meest succesvolle uit haar 16- sestaan geweest. Er is voor in totaal 85.676.522 gul- igezet, zo werd bekend gemaakt na de laatste vei- n het jaar, gisteren. Op deze zitting kwamen meu- klokken, sculpturen en kunstvoorwerpen (433 ka- ider de veilinghamer. Ook werden twee particulie- cties uit de nalatenschappen van C.M. Cremers uit iaar en de Amsterdamse antiquair T. Kruyver aan- n. Het meest werd betaald voor een Lodewijk XV- afel afkomstig van wijlen mevrouw Cremers. Het stuk was een Fransman 195.500 gulden waard. De 15.000 tot 20.000 gulden. Een Nederlandse iere verzamelaar had 82.800 gulden over voor een Ill-tweearmige kandelaar. Het kunstvoorwerp eschat op 20.000 tot 25.000 gulden. Een Belgische tenslotte, betaalde 184.000 gulden voor een Lode- VT-zitcombinatie uit 1770. Christie's verwachtte Jrengsl van rond de 75.000 gulden. Residentie Orkest met Vivaldi en de negende symfonie van Schubert, o.l.v. respectievelijk Jaring Walta en Hans Vonk. Philipszaal, Den Haag. Herhaling vanavond. Het was gisteravond in de Philipszaal tij dens de vertolking van Vivaldi's Jaargetij den wel even schrikken. Een enorme toe ter, midden in de lente, klonk onbehoorlijk hard en verschrikkelijk storend. Was het een alarmsignaal of een ongepast protest te gen de terugkeer van Hans Vonk? Het bleek dat iemand in het Danstheater per ongeluk op de verkeerde knop had ge drukt. Even onhandig als dom. Het concert begon trouwens zonder Vonk. In „De vier Jaargetijden" van Vivaldi treedt de solist op ais een „Stehgeiger" en die dubbele taak nam Ja- ring Walta voor zijn rekening. Niet duidelijk was of het publiek de vertolking tot tweemaal toe on derbrak met applaus uit waardering of uit verve ling, het was in ieder geval wel duidelijk dat veel grieppatiënten niet in bed lagen maar hoestend in de Philipszaal zaten. Bij alle problemen binnen de orkestleiding zijn de artistieke kwaliteiten van Hans Vonk niet in het geding. Er werd gemusiceerd of er geen vuiltje aan de lucht is (was het maar waar!) en voor die hou ding komt de orkestleden een compliment toe. Dank zij de maximale concentratie van dirigent en orkest groeide een vertolking die ondanks de enor me lengte bleef boeien. Opvallend was wel dat Vonk de symfonie stevig neerzette met als gevolg dat in meerdere passages de koperblazers het hoog ste woord voerden. Spannend was de interpretatie zeker. ADRIAAN HAGER Annie M.G. Schmidt schrijft geschenk Kinderboekenweek AMSTERDAM De Stichting Collectieve Propa ganda van het Nederlandse Boek (CPNB) heeft de opdracht voor het schrijven van het geschenk voor de Kinderboekenweek 1990 verleend aan Annie M.G. Schmidt. Het is volgend jaar tien jaar geleden dat haar laatste kinderboek „Otje" verscheen, aldus de CPNB. Zij kreeg daarvoor een Gouden Griffel. Schmidt publiceerde in 1953 de eerste bundel Jip- en Janneke-verhalen en „Abeltje". Daarna volgden on der meer „Pluk van de Petteflet", „Wiplala" en „Mi- noes". Zij kreeg in 1964 de Staatsprijs voor kinder en jeugdliteratuur en in 1988 de (Europese) H.C. An- dersen-medaille. De Kinderboekenweek wordt vol gend jaar gehouden van 10 tot 20 oktober. Volgens een deze week afgeronde enquete hebben de boek winkels een omzetstijging in kinderboeken van ruim 35 procent bereikt. De oplaag van het geschenk 1989 bedroeg 158.000 exemplaren. Het werd uitgereikt bij aanschaf van tenminste 19,50 aan kinderboeken. Manfred de Graaf wint kort geding over advertenties gulden betalen voor een advertentie voor gezondheidszolen die zonder zijn toestem ming is verschenen in het weekblad Privé. Bij elke overtreding van dit verbod moet Imgroma De Graaf 100.000 gulden betalen, aldus gisteren een uitspraak in kort geding van de Amsterdamse rechtbankpresident mr. J.M. Vrakking. De advocaat van De Graaf, mr. J. Scholten, had betoogd dat de acteur geen toestemming had gegeven voor de publikatie. Volgens de advocaat van Im groma, mr. P. Woels, mocht het bedrijf on danks het eindigen van een contract met de acteur nog een jaar gebruik maken van fo to's. Hij zou afstand hebben gedaan van zijn rechten daarop. (OLDOENDE BETROKKENHEID BIJ RESIDENTIE ORKEST Noske, een vertrouwd gezicht in de Haagse kunst- en twereld, was achttien jaar lang concertmeester van het Bjfj'e Orkest. Een periode waarin hij chef-dirigent Hans orkestdirecteur Ben van der Meer van nabij meemaak- jke schrijft in onderstaande bijdrage wat volgens hem I febeuren om de naar een climax stijgende problemen bij test op te lossen. veel simpeler ligt dan sommi ge perscommentaren suggere ren, namelijk „dirigent en di rectie rollen vechtend over de straat". Volgens mij ligt de crisis bij één man: Hans Vonk, sinds bijna tien jaar chefdirigent bij het R.O. Een crisis met twee facetten: enerzijds onvoldoen de betrokkenheid bij zijn or kest en aldus bij zijn vak; an- derszijds een blijkbaar diepe afgunst op diegenen die wel bevlogen zijn door het R.O. en hun vak, met de daaruit voort vloeiende neiging tot intrige ren ten opzichte van zulke be vlogenen. Van de bevlogenen in de afge lopen tien jaar zou ik in dit verband bij ons orkest de di recteur Ben van der Meer en de vaste gastdirigent Alain Lombard willen noemen. (j'1925 voel ik mij be- „#n bij het wel en nilran het Residentie Aanvankelijk al- ,d'9ds zeer jeugdigbe- ^|Cji van de concerten, ko<|32 af als regelmatig ierend vioolsolist en :°Hnde de periode 980 als concert tijdspanne van bijna 65 ieft het Residentie Or- ile hoogtepunten, maar aantal crisissituaties .YJ In tegenstelling tot Oshcertgebouworkest is de het R.O. nimmer ge- geweest. Het gevolg ,n% het R.O. de naam .®%an een roerig orkest. tlld!en en ander had ook mdsitieve keerzijde. Want °Pë speelwijze was licht r]ibaar. De jonge Haitink 0n eens na afloop van zijn Repetitie als gastdirigent he,R.O.: „Wat is dit een ze kgerend orkest, dat heb ceyhooit meegemaakt". 3et'i crisissituaties in het n ging het steeds om Kaen van artistieke, dan e^iale aard, al speelden el? llijke tegenstellingen iPr ook wel eens een rol. en met die vaak ge- IV^e.rde situaties in het eR'!n is de huidige crisis bij xf%identie Orkest naar vrij ongecompli- Ik geloof dat het nog Talent Hans Vonk heeft een uitge sproken dirigeertalent dat waarschijnlijk niet minder groot is dan dat van Eduard van Beinum. Maar hoe is hij tot dusver met dat talent om gesprongen? Eduard Flipse had van huis uit waarschijnlijk niet zo een uitgesproken groot talent tot dirigeren. Maar hij heeft tot en met gewoekerd met zijn talenten. Hij bezat een aantal eigenschappen" die voor een dirigent goud waard zijn. Een enorm doorzettingsver mogen, een grote spannings boog, trouw, rechtlijnigheid en een zekere naïviteit (de Fran sen spreken van 'la seconde naïveté', het kind in de mens, zonder welke eigenschap waarlijk kunstenaarschap niet mogelijk is). In Flipses diri gentenkamer hing een bord met het devies „De glorie is voor zweet te koop". Men zou aan dit devies nog de begrip pen '(harte)bloed en tranen' kunnen toevoegen. Geïnspi reerd door de uitdaging van een land, dat zogenaamd niets presteerde op compositorisch gebied en van een stad, die de naam had van handels- en ha venstad is Flipse een inspira tor geworden van zijn stad en van zijn land op muziekgebied. Bovengenoemde eigenschap pen als doorzettingsvermogen, bevlogenheid en rechtlijnig-, heid waren trouwens ook ka rakteristiek voor de grote or kestpedagoog Jaap Spaander man, die Vonk in het dirigen tenvak heeft ingewijd. Maar niet alleen de vergelijking met Flipse en Spaanderman, ook die met alle vaste dirigenten uit de geschiedenis van het R.O. kan Hans Vonk op het punt van betrokkenheid en in zet niet doorstaan. Ook de zwakste in de rij van vaste di rigenten van het R.O., Frits Schuurman (overigens een zeer kundig koordirigent en een fijnzinnig componist) heeft altijd betrokkenheid en inzet getoond. Kwetsbaar Met zijn grote talent heeft Hans Vonk vele geslaagde en soms indrukwekkende inter pretaties tot stand gebracht. Maar de toekomst van een or kest en zeker van één dat in de loop van de tijd zoveel pro blemen heeft gekend, vereist veel meer dan talent. In een Willem Noske. FOTO: MILAN KONVALINKA aantal opzichten schijnt de spanningsboog bij deze diri gent kwetsbaar te zijn. Dit bleek ook bij zijn functioneren als operadirigent, ondanks het feit dat hij ook op dit gebied een uitgesproken aanleg heeft. In de „bak" heb ik ondervon den, dat na een goede voorbe reiding en na een succesvolle première en tweede uitvoering de spanning bij volgende uit voeringen ging verslappen. Een dirigent (of in het alge meen een kunstenaar) behoort integerheid uit te stralen. Toen Vonk in 1978 de opname leid de van de Symfonie „Aan mijn Vaderland" van Bernard Zweers ten behoeve van het gigantische project „400 jaar Nederlandse muziek" door het R.O., een project waarbij schrijver dezes zo nauw be trokken was, bedankte ik hem na afloop. Tot mijn verbijste ring reageerde hij^ met „Ik vind er weinig aan. Ik sta er niet werkelijk achter". Op het einde van de jaren ze ventig behoorde ik tot diege nen die in Vonk de man za gen/die het R.O. uit een diep dal zou moeten halen. Na bijna tien jaar moet worden gezegd dat het resultaat ronduit te leurstellend is. Ongetwijfeld is het spelpeil van het Haagse or kest in recente jaren gestegen. Maar m.i. heeft dit meer te maken met andere factoren zoals de schokwerking van de nieuwe zaal, vervolgens het meer vertrouwd raken met de akoestiek en daarnaast de dy namische betrokkenheid bij het orkest van Alain Lombard. Wanneer de voorzitter van het bestuur tegenover een muziek redacteur zegt „Het R.O. scoort met Vonk", dan zou ik daartegenover willen stellen „Het R.O. scoort niet voldoen de met Vonk". Met een bevlo gen leider had het rendement van de nieuwe zaal bepaald groter moeten zijn. Negatief Voor Hans Vonk zie ik slechts een werkelijke toekomst als hij zijn grote talent eindelijk eens volledig waarmaakt en niet al zijn energie en zenu wen blijft gebruiken in nega tieve zin, namelijk door diege nen die waarlijk betrokken zijn bij het orkest weg te intri geren. Wat in het geval Lom bard reeds gelukt is en in het geval Ben van der Meer dreigt te gelukken. Ik zie in de gege ven omstandigheden geen en kele basis voor een voortgezet te samenwerking met Hans Vonk als chef-dirigent. Maar een herboren en gelouterde Vonk zou in de toekomst voor ons orkest als gast-dirigent van grote waarde kunnen zijn. Een uit elkaar gaan van het Residentie Orkest en Hans Vonk in de naaste toekomst zou ook in ander opzicht voor ons orkest positief kunnen uit werken. Ik heb de indruk dat er dan een klimaat kan ont staan, waarin het R.O. wellicht met succes een beroep zal kun nen doen op de beide 'wegge- werkten' Van der Meer en Lombard door hen te vragen op hun beslissingen terug te komen. Het orkest heeft pas kort gele den op de crisis gereageerd. Ik had een dergelijke reactie al eerder verwacht, namelijk in mei jl. naar aanleiding van de handeling van Alain Lombard, die moe van het voortdurende geïntrigeer tegen hem de ban den met het R.O. abrupt ver brak. Waarschijnlijk waren de orkestleden toen nog niet vol doende vertrouwd met de ach tergronden. Ook nu is van deze onfrisse zaak nog niet al les boven water gekomen. Ik heb de indruk dat wanneer dit wel het geval zou zijn, de meerderheid waarmee de bei de moties (waarin het vertrou wen in Vonk werd opgezegd, red.) onlangs zijn aangenomen nog aanzienlijk groter zou zijn geweest. Wat het bestuur van het R.O. aangaat hoop ik dat het de ernst van de crisis beseft en dat het de moed zal opbrengen om knopen door te hakken. Besluiteloze besturen die de geit en de kool sparen zijn er genoeg, zowel in de sport- als in de kunstwereld. In de laat ste acht tot tien jaar heb ik van uiterst nabij meegemaakt dat besturen van grote instel lingen op kunstgebied volop de rol van zachte heelmeesters speelden met de daaruit voort vloeiende stinkende wonden. Van harte hoop ik dat ons Re sidentie Orkest iets dergelijks bespaard moge blijven. WILLEM NOSKE Concert door het Bachkoor Holland, met medewerking van Maria Zedeli- us (sopraan), Ulla Groenewold (alt), Howard Crook (tenor), Klaus Mar tens (bas), Hans Broekman (orgel) en het Amsterdams Kamerorkest, het geheel onder leiding van Char les de Wolff. Weihnachtsoratorium van Bach. Gehoord in de Pieters kerk op 21 december. Het is welbeschouwd een vreemde zaak dat de wei nige culturele tradities die ons land rijk is, alle geïm porteerd zijn. Maar, geïm porteerd of niet, de enke le tradities die er zijn, daar is men hier zuinig op. Zo worden de oratoria van Johann Sebastian Bach elk jaar rond Kerst mis en Pasen op tal van plaatsen uitgevoerd. En dat is maar goed ook, want al zou de tijd inmiddels wel rijp geworden zijn voor wer kelijk Nederlandse tradities, dan nog zou het jammer zijn als Bach van het toneel zou verdwijnen, in de eerste plaats om de grote intrinsieke muzi kale waarde van zijn werk. Het is ook precies dat muzika le aspect van deze omvangrij ke barokke evangelische ge dichten dat.in de uitvoeringen van tegenwoordig voorop staat: er mag weer geapplaudi- seerd worden. Het applaus van gisteravond in de Pieterskerk was in ieder geval volkomen op zijn plaats. In De Wolffs op vallend consequente en dege lijke' aanpak was weliswaar geen plaats voor de allerge- durfdste interpretatie, maar deze dirigent liet zijn musici nooit boven hun macht wer ken; het gezelschap over schreeuwde zichzelf nergens, integendeel steeds klonken de verschillende onderdelen na tuurlijk. Het koor, dat over voldoende zangtechniek be schikt om het zonder 'hard zingen' tegen het orkest op te kunnen nemen, hield zijn vo lume en klankkleur voortdu rend in evenwicht met het or kest. Meteen al in het openingskoor 'Jauchzet frohlocket' stelden de zangers het publiek gerust door een heldere toon en een nauwkeurig maatgevoel. Een en ander verslapte niet, zelfs niet in enkele hoge tempi, zo als in het koor 'Ehre sei dir, Gott, gesungen' (nr. 43). Ook de koralen werden vrij strak uitgevoerd maar misten toch geenszins hun lyrische karak- Behalve een uitstekende bege leiding leverde het orkest een topprestatie met de vertolking van de sinfonia aan het begin van het tweede deel ('Hirten- musik'). Maria Zedelius zong een mooie sopraanpartij. Ook het aandeel van de bas Klaus Mertens moet hoog gewaar deerd worden. Meer nog dan deze twee wist de alt Ulla Groenewold de aandacht te trekken in een aantal bijzon der rijpe ariavertolkingen. Bij al dit talent lijkt tenor Howard Crook echter op de meeste waardering recht te hebben. Als enige was hij altijd te ver staan en de grotere buigzaam heid van zijn open, geheel vrij klinkende stemgeluid wist hij ten volle te benutten voor een zinvolle interpretatie van zijn recitatieven en aria's. TOM STRENGERS pher Lloyd als Doctor Emmett Brown en Michael J.Fox als Marty McFly. Vijf honden en de kat Olivier als getekende verre neven van Charles Dickens.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 15