Disney-studio pittig
terug op oud niveau
een basis meer voor Vonk als chef-dirigent
ia ingenieuze vondsten
een en weer in de tijd
n r:
ROloyaal ten opzichte van Vonk
Waardevolle traditie
in Leidse Pieterskerk
QeidóaQowuvnt
VRIJDAG 22 DECEMBER 1989 PAGINA 15
nACK TO THE FUTURE IF
be\
gebiTUDIO LEIDEN: „Back to the
gesimet Michael J.Fox, Christop-
t ir
wa'z
'Zemeckis. Regie: Robert Ze-
t Zemeckis is een regis-
jie 't zich het liefst zo
jk mogelijk maakt. Niet
delijk, want je kan „Who
d Roger Rabbit" en
to the future" moeilijk
hoogvliegers noe-
sulj De moeilijkheidsgraad
an de technische kant.
samen met
in „Roger Rabbit" en
su! tweede deel van „Back
vl future" zelfs Michael
Michael J. Fox met
a* <el J.Fox samen in beeld.
Een soort Droste-cacao-feno-
meen op film.
Nog een gedurfd punt in de
manier waarop Zemeckis zijn
vervolg vertelt: er wordt geen
enkele poging gedaan tot sa
menvatting van het vooraf
gaande, niet gezocht naar een
manier om terug-naar-de-toe-
komst nummer twee ook maar
een suggestie van zelfstandig
heid te geven. „Back to the fu
ture I" was zó'n wereldsucces,
dat de makers er gewoon van
uit durfden te gaan dat ieder
een wel weet waar het over
gaat. Er wordt voortdurend en
als vanzelfsprekend gerefe
reerd aan het eerste deel, en
het vervolg ontleent zelfs een
stuk van z'n spanning aan het
feit dat je dezelfde scènes van
toen wéér ziet: nu vanuit het
perspectief van een nogmaals
vanuit de toekomstoverge
plaatste Marty McFly (Michael
J.Fox) die naar zichzelf (en
zijn vader) kijkt. Terwijl hij in
deel een terug in de tijd een
gitaarsolo weggaf met^ een
anachronistisch Jimi Hendrix-
slot, is hij daar in deel twee in
de coulissen bij aanwezig ter
wijl hij zijn rivalen (de eeuwir
ge Biff en vrienden) met de
gewichten van de decor-trek
ken buiten gevecht stelt. Ze
meckis maakte het Zich zelfs
nóg moeilijker, maar daar
merken we pas volgend jaar
iets van. Hij nam tegelijk met
twee ook meteen „Back to the
future III" op. Wat vroeger
met simpele tv-komedies werd
gedaan, nu met een kapitale
film. Voor het allereerst.
Het scenario van Zemeckis en
Gale is tamelijk geqompliceerd
geworden. In de film komt de
gekke Doctor (de steeds meer
Michael J.Fox als z'n toekomstige zelf in 2015 wanneer het dra
gen van twee dassen mode is.
schmierende Christopher
Lloyd) van de roestvrij stalen
DeLorean-tijdmachine zelfs
met krijtje in de hand voor
een schoolbord te staan om het
uit te leggen. Hier in het kort:
deel twee begint waar deel een
eindigt. Doctor Emmett Brown
komt schielijk terug uit de toe
komst met de mededeling dat
er iets mis is met het nage
slacht van Marty McFly. Sa
men op weg naar het jaar 2015
dus, waar Marty's zoon net zo
slap blijkt als Marty's vader.
En Marty de rol van zijn zoon
opneemt en corrigerend op
treedt. In die toekomst krijgt
McFly een boekje met de
sportuitslagen van een halve
eeuw in z'n bezit. Het wordt
hem ontstolen door de oude
Biff, die ook de DeLorean
steelt en het boekje ergens te
rug in de tijd achterlaat. Wan
neer Marty en Brown weer
thuis zijn in 1985 blijkt dat
aardige Hill Valley een hel ge
worden. Biff regeert de stad,
Marty's moeder is met hem ge
trouwd, Marty's vader myste
rieus overleden. Er is iets mis
gegaan, maar wat? Dan blijkt
dat Biff z'n rijkdom ontleent
aan risicoloos gokwerk bij de
sporttoto's aan de hand van
het toekomstige uitslagenboek
je dat hem door een oude man
in zijn jeugd is overhandigd.
Dus moeten Marty en Brown
verder terug naar 1955 om -
net zoals in deel een - de tijd
recht te zetten om de toekomst
te redden.
Zemeckis' film begint overi
gens dan pas echt leuk te wor
den. De complicaties stapelen
zich op, en je bent - mits je
deel een gezien hebt dus -
„medeplichtig". Dan zie je een
leuke menselijke komedie, nog
altijd verwant aan de sprook
jes van Frank Capra. Inge
nieus in de manier waarop de
verhalen in elkaar grijpen en
over elkaar heen vallen plus
in de manier waarop dat tech
nisch gedaan is. Het duurt ta
melijk lang voor de film zover
is. De toekomst (2015) is fanta
sievol verbeeld, met vliegende
auto's, „Jaws 19" in de bio
scoop (geregisseerd door Spiel
berg junior), de CD's als oud
vuil op de belt en het skate
board dat nu vliegplank is ge
worden. Maar dat met teveel
hoempa gebrachte uiterlijkhe
den die je in feite koud laten.
Zemeckis slaat je daar echter
wel een halve film lang mee
om de oren. Wat die techciek
betreft: Zemeckis kon de di
verse beelden met McFly
naadloos in elkaar laten smel
ten via een aan de camera ge
koppelde computer. Die ont
houdt de camerabewegingen
die de hoofdpersonen volgen,
zodat ze daarna exact overge
daan kunnen worden met een
nieuwe film in de camera.
'Vista Glide' heet het systeem,
en het werd ontwikkeld door -
wie anders- de mensen van
George Lucas' Industrial Light
and Magic.
BERT JANSMA
OLIVER CO'
LIDO/STUDIO LEIDEN: „Oliver
Co". Disney-tekenfilm vrij naar
Charles Dickens' „Oliver Twist". Re-
gie: George Scribner.
De Disney-studio's hebben
weer vertrouwen in de teken
film. De goede wel te verstaan,
met een zo compleet mogelijke
- dus kapitaaldure - animatie.
„Oliver Company" is het
eerste teken uit de studio van
wijlen Walt dat het nog kón.
Uit Amerika komen inmiddels
berichten dat de nieuwste lan
ge animatiefilm uit de studio's
„The little mermaid", naar het
sprookje van Hans Christiaan
Andersen, helemóól op het
'oude niveau' is. En 'oud' zou
dan betekenen in de geest van
de Disney-films uit de tijd van
„Cinderella" (zo mooi als
„Bambi" en „Sneeuwwitje en
de zeven dwergen" wordt het
toch nooit meer).
Het verhaal van Oliver is ge
leend van Charles Dickens.
Diens jongetje uit het „werk
huis" werd een klein katje dat
in New York opgevangen
wordt door een kleine bende
van armetierige, goedhartige
zakkenrollertjes. Met als lei
ders een 'Tramp'-achtige hond
Dodger, een brutale chihuahua
Tito. Allemaal werkend voor
een even armzalige sloeber
Fagin, die een schuld moet te
rugbetalen aan woekeraar Bill
Sykes.
Het knappe van „Oliver Co"
is dat de Disney-tekenaars van
het in feite beperkte gegeven
optimaal gebruik hebben ge
maakt. Dieren en mensen door
elkaar, en de dieren als dieren,
niet gemakkelijk op twee ach
terpoten als mensen, maar op
hun vier poten. Het vraagt
veel meer tekenwerk en veel
meer gedragsstudie. Ze krijgen
allemaal hun eigen karakter
tjes, er zit veel humor in hun
beweging en het is zeker niet
zoetelijk. De situatie van die
zakkenrollertjes in een krot
aan de haven van New York,
krijgt tegenwicht via het nieu
we tehuis dat het poesje Oliver
vindt: in een duur stukje Man-'
hattan bij een rijke familie
met een verwende poedel. Zo
kunnen de Disney-mensen zo
wel een lief poesje kwijt in de
bekende, wat zoetelijker plu
che-beesten-stijl, terwijl de
bende van Fagin moderne ani
matietrekjes krijgt, pittiger
wordt, hedendaagser. De mu
ziek is aangepast aan de ritmes
van het New Yorkse straat
beeld. En de Amerikaanse
stemmen zijn weer perfect ge
kozen, maar helaas slechts in
één Amsterdamse biopscoop te
beluisteren (Bette Midler,
Cheech, Billy Joel).
Elders in Nederland moeten
we het doen met Simone
Kleinsma, Alfred Lgarde, Wil
lem Duyn, Jerome Reehuys en
Frits Lambrechts, Coen Flink
en Peter Aryans. Al dekken
de Nederlandse stemmen niet
altijd de getekende lading, er
is variatie genoeg en het is
soms zelfs erg leuk. Aan „Oli
ver Company" zal geen kij
ker zich bekocht voelen.
BERT JANSMA
UST
.istie's Amsterdam: 1989 topjaar
4:
:RDAM" Het veilingseizoen van 1989 is voor
Amsterdam het meest succesvolle uit haar 16-
sestaan geweest. Er is voor in totaal 85.676.522 gul-
igezet, zo werd bekend gemaakt na de laatste vei-
n het jaar, gisteren. Op deze zitting kwamen meu-
klokken, sculpturen en kunstvoorwerpen (433 ka-
ider de veilinghamer. Ook werden twee particulie-
cties uit de nalatenschappen van C.M. Cremers uit
iaar en de Amsterdamse antiquair T. Kruyver aan-
n. Het meest werd betaald voor een Lodewijk XV-
afel afkomstig van wijlen mevrouw Cremers. Het
stuk was een Fransman 195.500 gulden waard. De
15.000 tot 20.000 gulden. Een Nederlandse
iere verzamelaar had 82.800 gulden over voor een
Ill-tweearmige kandelaar. Het kunstvoorwerp
eschat op 20.000 tot 25.000 gulden. Een Belgische
tenslotte, betaalde 184.000 gulden voor een Lode-
VT-zitcombinatie uit 1770. Christie's verwachtte
Jrengsl van rond de 75.000 gulden.
Residentie Orkest met Vivaldi en de negende symfonie van
Schubert, o.l.v. respectievelijk Jaring Walta en Hans Vonk.
Philipszaal, Den Haag. Herhaling vanavond.
Het was gisteravond in de Philipszaal tij
dens de vertolking van Vivaldi's Jaargetij
den wel even schrikken. Een enorme toe
ter, midden in de lente, klonk onbehoorlijk
hard en verschrikkelijk storend. Was het
een alarmsignaal of een ongepast protest te
gen de terugkeer van Hans Vonk? Het
bleek dat iemand in het Danstheater per
ongeluk op de verkeerde knop had ge
drukt. Even onhandig als dom.
Het concert begon trouwens zonder Vonk. In „De
vier Jaargetijden" van Vivaldi treedt de solist op
ais een „Stehgeiger" en die dubbele taak nam Ja-
ring Walta voor zijn rekening. Niet duidelijk was
of het publiek de vertolking tot tweemaal toe on
derbrak met applaus uit waardering of uit verve
ling, het was in ieder geval wel duidelijk dat veel
grieppatiënten niet in bed lagen maar hoestend in
de Philipszaal zaten.
Bij alle problemen binnen de orkestleiding zijn de
artistieke kwaliteiten van Hans Vonk niet in het
geding. Er werd gemusiceerd of er geen vuiltje aan
de lucht is (was het maar waar!) en voor die hou
ding komt de orkestleden een compliment toe.
Dank zij de maximale concentratie van dirigent en
orkest groeide een vertolking die ondanks de enor
me lengte bleef boeien. Opvallend was wel dat
Vonk de symfonie stevig neerzette met als gevolg
dat in meerdere passages de koperblazers het hoog
ste woord voerden. Spannend was de interpretatie
zeker.
ADRIAAN HAGER
Annie M.G. Schmidt schrijft
geschenk Kinderboekenweek
AMSTERDAM De Stichting Collectieve Propa
ganda van het Nederlandse Boek (CPNB) heeft de
opdracht voor het schrijven van het geschenk voor
de Kinderboekenweek 1990 verleend aan Annie
M.G. Schmidt. Het is volgend jaar tien jaar geleden
dat haar laatste kinderboek „Otje" verscheen, aldus
de CPNB. Zij kreeg daarvoor een Gouden Griffel.
Schmidt publiceerde in 1953 de eerste bundel Jip- en
Janneke-verhalen en „Abeltje". Daarna volgden on
der meer „Pluk van de Petteflet", „Wiplala" en „Mi-
noes". Zij kreeg in 1964 de Staatsprijs voor kinder
en jeugdliteratuur en in 1988 de (Europese) H.C. An-
dersen-medaille. De Kinderboekenweek wordt vol
gend jaar gehouden van 10 tot 20 oktober. Volgens
een deze week afgeronde enquete hebben de boek
winkels een omzetstijging in kinderboeken van ruim
35 procent bereikt. De oplaag van het geschenk 1989
bedroeg 158.000 exemplaren. Het werd uitgereikt bij
aanschaf van tenminste 19,50 aan kinderboeken.
Manfred de Graaf wint kort
geding over advertenties
gulden betalen voor een advertentie voor
gezondheidszolen die zonder zijn toestem
ming is verschenen in het weekblad Privé.
Bij elke overtreding van dit verbod moet
Imgroma De Graaf 100.000 gulden betalen,
aldus gisteren een uitspraak in kort geding
van de Amsterdamse rechtbankpresident
mr. J.M. Vrakking. De advocaat van De
Graaf, mr. J. Scholten, had betoogd dat de
acteur geen toestemming had gegeven voor
de publikatie. Volgens de advocaat van Im
groma, mr. P. Woels, mocht het bedrijf on
danks het eindigen van een contract met de
acteur nog een jaar gebruik maken van fo
to's. Hij zou afstand hebben gedaan van zijn
rechten daarop.
(OLDOENDE BETROKKENHEID BIJ RESIDENTIE ORKEST
Noske, een vertrouwd gezicht in de Haagse kunst- en
twereld, was achttien jaar lang concertmeester van het
Bjfj'e Orkest. Een periode waarin hij chef-dirigent Hans
orkestdirecteur Ben van der Meer van nabij meemaak-
jke schrijft in onderstaande bijdrage wat volgens hem
I febeuren om de naar een climax stijgende problemen bij
test op te lossen.
veel simpeler ligt dan sommi
ge perscommentaren suggere
ren, namelijk „dirigent en di
rectie rollen vechtend over de
straat".
Volgens mij ligt de crisis bij
één man: Hans Vonk, sinds
bijna tien jaar chefdirigent bij
het R.O. Een crisis met twee
facetten: enerzijds onvoldoen
de betrokkenheid bij zijn or
kest en aldus bij zijn vak; an-
derszijds een blijkbaar diepe
afgunst op diegenen die wel
bevlogen zijn door het R.O. en
hun vak, met de daaruit voort
vloeiende neiging tot intrige
ren ten opzichte van zulke be
vlogenen.
Van de bevlogenen in de afge
lopen tien jaar zou ik in dit
verband bij ons orkest de di
recteur Ben van der Meer en
de vaste gastdirigent Alain
Lombard willen noemen.
(j'1925 voel ik mij be-
„#n bij het wel en
nilran het Residentie
Aanvankelijk al-
,d'9ds zeer jeugdigbe-
^|Cji van de concerten,
ko<|32 af als regelmatig
ierend vioolsolist en
:°Hnde de periode
980 als concert
tijdspanne van bijna 65
ieft het Residentie Or-
ile hoogtepunten, maar
aantal crisissituaties
.YJ In tegenstelling tot
Oshcertgebouworkest is de
het R.O. nimmer ge-
geweest. Het gevolg
,n% het R.O. de naam
.®%an een roerig orkest.
tlld!en en ander had ook
mdsitieve keerzijde. Want
°Pë speelwijze was licht
r]ibaar. De jonge Haitink
0n eens na afloop van zijn
Repetitie als gastdirigent
he,R.O.: „Wat is dit een
ze kgerend orkest, dat heb
ceyhooit meegemaakt".
3et'i crisissituaties in het
n ging het steeds om
Kaen van artistieke, dan
e^iale aard, al speelden
el? llijke tegenstellingen
iPr ook wel eens een rol.
en met die vaak ge-
IV^e.rde situaties in het
eR'!n is de huidige crisis bij
xf%identie Orkest naar
vrij ongecompli-
Ik geloof dat het nog
Talent
Hans Vonk heeft een uitge
sproken dirigeertalent dat
waarschijnlijk niet minder
groot is dan dat van Eduard
van Beinum. Maar hoe is hij
tot dusver met dat talent om
gesprongen? Eduard Flipse
had van huis uit waarschijnlijk
niet zo een uitgesproken groot
talent tot dirigeren. Maar hij
heeft tot en met gewoekerd
met zijn talenten. Hij bezat een
aantal eigenschappen" die voor
een dirigent goud waard zijn.
Een enorm doorzettingsver
mogen, een grote spannings
boog, trouw, rechtlijnigheid en
een zekere naïviteit (de Fran
sen spreken van 'la seconde
naïveté', het kind in de mens,
zonder welke eigenschap
waarlijk kunstenaarschap niet
mogelijk is). In Flipses diri
gentenkamer hing een bord
met het devies „De glorie is
voor zweet te koop". Men zou
aan dit devies nog de begrip
pen '(harte)bloed en tranen'
kunnen toevoegen. Geïnspi
reerd door de uitdaging van
een land, dat zogenaamd niets
presteerde op compositorisch
gebied en van een stad, die de
naam had van handels- en ha
venstad is Flipse een inspira
tor geworden van zijn stad en
van zijn land op muziekgebied.
Bovengenoemde eigenschap
pen als doorzettingsvermogen,
bevlogenheid en rechtlijnig-,
heid waren trouwens ook ka
rakteristiek voor de grote or
kestpedagoog Jaap Spaander
man, die Vonk in het dirigen
tenvak heeft ingewijd. Maar
niet alleen de vergelijking met
Flipse en Spaanderman, ook
die met alle vaste dirigenten
uit de geschiedenis van het
R.O. kan Hans Vonk op het
punt van betrokkenheid en in
zet niet doorstaan. Ook de
zwakste in de rij van vaste di
rigenten van het R.O., Frits
Schuurman (overigens een
zeer kundig koordirigent en
een fijnzinnig componist) heeft
altijd betrokkenheid en inzet
getoond.
Kwetsbaar
Met zijn grote talent heeft
Hans Vonk vele geslaagde en
soms indrukwekkende inter
pretaties tot stand gebracht.
Maar de toekomst van een or
kest en zeker van één dat in
de loop van de tijd zoveel pro
blemen heeft gekend, vereist
veel meer dan talent. In een
Willem Noske.
FOTO: MILAN KONVALINKA
aantal opzichten schijnt de
spanningsboog bij deze diri
gent kwetsbaar te zijn. Dit
bleek ook bij zijn functioneren
als operadirigent, ondanks het
feit dat hij ook op dit gebied
een uitgesproken aanleg heeft.
In de „bak" heb ik ondervon
den, dat na een goede voorbe
reiding en na een succesvolle
première en tweede uitvoering
de spanning bij volgende uit
voeringen ging verslappen.
Een dirigent (of in het alge
meen een kunstenaar) behoort
integerheid uit te stralen. Toen
Vonk in 1978 de opname leid
de van de Symfonie „Aan
mijn Vaderland" van Bernard
Zweers ten behoeve van het
gigantische project „400 jaar
Nederlandse muziek" door het
R.O., een project waarbij
schrijver dezes zo nauw be
trokken was, bedankte ik hem
na afloop. Tot mijn verbijste
ring reageerde hij^ met „Ik
vind er weinig aan. Ik sta er
niet werkelijk achter".
Op het einde van de jaren ze
ventig behoorde ik tot diege
nen die in Vonk de man za
gen/die het R.O. uit een diep
dal zou moeten halen. Na bijna
tien jaar moet worden gezegd
dat het resultaat ronduit te
leurstellend is. Ongetwijfeld is
het spelpeil van het Haagse or
kest in recente jaren gestegen.
Maar m.i. heeft dit meer te
maken met andere factoren
zoals de schokwerking van de
nieuwe zaal, vervolgens het
meer vertrouwd raken met de
akoestiek en daarnaast de dy
namische betrokkenheid bij
het orkest van Alain Lombard.
Wanneer de voorzitter van het
bestuur tegenover een muziek
redacteur zegt „Het R.O.
scoort met Vonk", dan zou ik
daartegenover willen stellen
„Het R.O. scoort niet voldoen
de met Vonk". Met een bevlo
gen leider had het rendement
van de nieuwe zaal bepaald
groter moeten zijn.
Negatief
Voor Hans Vonk zie ik slechts
een werkelijke toekomst als
hij zijn grote talent eindelijk
eens volledig waarmaakt en
niet al zijn energie en zenu
wen blijft gebruiken in nega
tieve zin, namelijk door diege
nen die waarlijk betrokken
zijn bij het orkest weg te intri
geren. Wat in het geval Lom
bard reeds gelukt is en in het
geval Ben van der Meer dreigt
te gelukken. Ik zie in de gege
ven omstandigheden geen en
kele basis voor een voortgezet
te samenwerking met Hans
Vonk als chef-dirigent. Maar
een herboren en gelouterde
Vonk zou in de toekomst voor
ons orkest als gast-dirigent
van grote waarde kunnen zijn.
Een uit elkaar gaan van het
Residentie Orkest en Hans
Vonk in de naaste toekomst
zou ook in ander opzicht voor
ons orkest positief kunnen uit
werken. Ik heb de indruk dat
er dan een klimaat kan ont
staan, waarin het R.O. wellicht
met succes een beroep zal kun
nen doen op de beide 'wegge-
werkten' Van der Meer en
Lombard door hen te vragen
op hun beslissingen terug te
komen.
Het orkest heeft pas kort gele
den op de crisis gereageerd. Ik
had een dergelijke reactie al
eerder verwacht, namelijk in
mei jl. naar aanleiding van de
handeling van Alain Lombard,
die moe van het voortdurende
geïntrigeer tegen hem de ban
den met het R.O. abrupt ver
brak. Waarschijnlijk waren de
orkestleden toen nog niet vol
doende vertrouwd met de ach
tergronden. Ook nu is van
deze onfrisse zaak nog niet al
les boven water gekomen. Ik
heb de indruk dat wanneer dit
wel het geval zou zijn, de
meerderheid waarmee de bei
de moties (waarin het vertrou
wen in Vonk werd opgezegd,
red.) onlangs zijn aangenomen
nog aanzienlijk groter zou zijn
geweest.
Wat het bestuur van het R.O.
aangaat hoop ik dat het de
ernst van de crisis beseft en
dat het de moed zal opbrengen
om knopen door te hakken.
Besluiteloze besturen die de
geit en de kool sparen zijn er
genoeg, zowel in de sport- als
in de kunstwereld. In de laat
ste acht tot tien jaar heb ik
van uiterst nabij meegemaakt
dat besturen van grote instel
lingen op kunstgebied volop
de rol van zachte heelmeesters
speelden met de daaruit voort
vloeiende stinkende wonden.
Van harte hoop ik dat ons Re
sidentie Orkest iets dergelijks
bespaard moge blijven.
WILLEM NOSKE
Concert door het Bachkoor Holland,
met medewerking van Maria Zedeli-
us (sopraan), Ulla Groenewold (alt),
Howard Crook (tenor), Klaus Mar
tens (bas), Hans Broekman (orgel)
en het Amsterdams Kamerorkest,
het geheel onder leiding van Char
les de Wolff. Weihnachtsoratorium
van Bach. Gehoord in de Pieters
kerk op 21 december.
Het is welbeschouwd een
vreemde zaak dat de wei
nige culturele tradities die
ons land rijk is, alle geïm
porteerd zijn. Maar, geïm
porteerd of niet, de enke
le tradities die er zijn,
daar is men hier zuinig op.
Zo worden de oratoria
van Johann Sebastian
Bach elk jaar rond Kerst
mis en Pasen op tal van
plaatsen uitgevoerd.
En dat is maar goed ook, want
al zou de tijd inmiddels wel
rijp geworden zijn voor wer
kelijk Nederlandse tradities,
dan nog zou het jammer zijn
als Bach van het toneel zou
verdwijnen, in de eerste plaats
om de grote intrinsieke muzi
kale waarde van zijn werk.
Het is ook precies dat muzika
le aspect van deze omvangrij
ke barokke evangelische ge
dichten dat.in de uitvoeringen
van tegenwoordig voorop
staat: er mag weer geapplaudi-
seerd worden. Het applaus van
gisteravond in de Pieterskerk
was in ieder geval volkomen
op zijn plaats. In De Wolffs op
vallend consequente en dege
lijke' aanpak was weliswaar
geen plaats voor de allerge-
durfdste interpretatie, maar
deze dirigent liet zijn musici
nooit boven hun macht wer
ken; het gezelschap over
schreeuwde zichzelf nergens,
integendeel steeds klonken de
verschillende onderdelen na
tuurlijk. Het koor, dat over
voldoende zangtechniek be
schikt om het zonder 'hard
zingen' tegen het orkest op te
kunnen nemen, hield zijn vo
lume en klankkleur voortdu
rend in evenwicht met het or
kest.
Meteen al in het openingskoor
'Jauchzet frohlocket' stelden
de zangers het publiek gerust
door een heldere toon en een
nauwkeurig maatgevoel. Een
en ander verslapte niet, zelfs
niet in enkele hoge tempi, zo
als in het koor 'Ehre sei dir,
Gott, gesungen' (nr. 43). Ook
de koralen werden vrij strak
uitgevoerd maar misten toch
geenszins hun lyrische karak-
Behalve een uitstekende bege
leiding leverde het orkest een
topprestatie met de vertolking
van de sinfonia aan het begin
van het tweede deel ('Hirten-
musik'). Maria Zedelius zong
een mooie sopraanpartij. Ook
het aandeel van de bas Klaus
Mertens moet hoog gewaar
deerd worden. Meer nog dan
deze twee wist de alt Ulla
Groenewold de aandacht te
trekken in een aantal bijzon
der rijpe ariavertolkingen. Bij
al dit talent lijkt tenor Howard
Crook echter op de meeste
waardering recht te hebben.
Als enige was hij altijd te ver
staan en de grotere buigzaam
heid van zijn open, geheel vrij
klinkende stemgeluid wist hij
ten volle te benutten voor een
zinvolle interpretatie van zijn
recitatieven en aria's.
TOM STRENGERS
pher Lloyd als Doctor Emmett Brown en Michael J.Fox als Marty McFly.
Vijf honden en de kat Olivier als getekende verre neven van Charles Dickens.