i Geladen redder van Afrika Vervangende concerten U2 in Ahoy HP Ook in zijn brieven laat het theater Wim Kan niet los Aanrijdingen na slippartijen uit de weekblad ieËN' Opkomst van individu en gezinsleven Statuten Ahold nog lang ongewijzigd Het einde van j de geschiedenis DE TI J BINNENLAND/ BOEKEN CcidócSoiucMit DONDERDAG 21 DECEMBER 1989 PAGlT HISTORISCHE ROMAN VAN GUUS KUIJER Guus Kuijer: „De redder van Afrika" - roman. Uitgave De Arbeiderspers. Prijs 29,90. „Het klimaat is zeer ongezond, zeker voor mensen die hier niet zijn geboren, vochtig en heet. De lucht is zwaar en vol griezelige beesten, die steken en bijten dat het een aard heeft. Dit land is nauwelijks geschikt voor bewoning, be halve door de inboorlingen zelf, alleen de hardste mannen blijven op de been. Ik ben blij voor u dat u in het comforta bele Den Haag bent, onder de •hoede van uw zorgzame ou ders, omringd door vrome lie den en welvoorziene winkels waar u zich van leerzame of amusante zaken kunt voor zien". Aan het woord is Jaco bus Elisa Joannes Capitein en hij schrijft deze brief op 3 ja nuari 1743 in het Afrikaanse „slavenkasteel" met de mooie naam „St. George d'Elmina", waar zich in de loop van onze vaderlandse en koloniale ge schiedenis de meest afschuwe lijke zaken hebben afgespeeld. De persoon aan wie Capitein schrijft is het Haagse meisje Antonia Ginderdros, dat later over zal komen naar het Afri kaanse fort. Capitein is daar predikant. Als tienjarig kind is hij, een zwart Afrikaans jonge tje, naar Nederland meegeno men, waarna hij opgroeide in de cultuur van dat land, waar hij schoolging en studeerde in Den Haag en Leiden. In dienst van de Westindische Compag nie is hij als predikant gaan werken aan de Afrikaanse westkust, zijn geboortegrond. Deze situatie is de basis van het verhaal in de geladen his torische roman van Guus Kuijer met de titel „De redder van Afrika". Het verhaal speelt zich af in iets meer dan vier jaar: november 1742 tot in januari 1747. Geheel in de stijl van de romankunst uit die epi sode van onze cultuur is Kuij- ers boek een roman-in-brief- vorm. Niet de enige verwijzing naar de burgerlijke cultuur en de verlichte hervormingspo gingen daarin die bijvoorbeeld in een roman uit' die tijd als De taal van Kuijer is, zonder gekunsteld of ouderwets te zijn, duidelijk door historische literatuur geïnspireerd. Omdat het om brieven gaat, ontstaat daardoor een grote authentici teit en groeit het historische besef over de vele zaken die in die tijd speelden bij de lezer gaandeweg. Capitein is het slachtoffer van nogal ingewikkelde „cultuur schok". Als de lezer met hem kennis maakt, denkt hij in het be gin van de roman nog „wit". Zijn kinderjaren zijn verdwenen achter de berg van ervaringen tijdens zijn verblijf en studie in Nederland. Taal noch leven in dat Afrikaanse land staan hem bij. Bij zijn te rugkeer in zijn geboorteland is hij een blanke, ondanks af komst en huidskleur. Maar dan gebeuren er dingen die hem verwarren. De confronta tie met het land van zijn kin dertijd is niet het belangrijk ste. Zijn liefde voor het meisje Efua (wat betekent: „het meis je dat op vrijdag is geboren", kan het christelijker?) kan he lemaal niet, al hebben alle mannen die daar wonen zwar te vriendinnen, die natuurlijk eigenlijk zwaar misbruikt wor den. Geliefde Heel netjes stuurt Capitein een brief naar de Westindische Compagnie om vergunning te trouwen met zijn geliefde, maar dat wordt hem gewei gerd. Er is nog veel meer wat Capitein in een grote crisis brengt. Hij zal met het Haagse meisje Antonia Ginderdros in het huwelijk treden, maar dat redt hem niet. Integendeel? Hoe dan ook, anderhalf jaar later is hij dood, op zijn dertig ste levensjaar. Hij is op een nacht van de rotsen aan de kust gevallen en later, deerlijk verminkt, gevonden. De laatste brief uit het boek, van de fiscaal van het fort Delmina (waar ooit de dichter Focquenbroch nog huisde en omkwam) beschrijft zakelijk het vinden van zijn stoffelijk overschot en de overdracht van zijn brieven aan Brandijn Ryser, de vriend van Capitein. „De zee heeft hem verzwol gen, de Afrikaanse rotsen heb ben hem verminkt, maar ik denk dat er altijd wel iemand zal zijn die zijn geest zal her kennen, waar die zich ook be vindt". Het is duidelijk dat Guus Kuij er heel gegrepen is geweest door zijn verhaal en door zijn romanfiguren. Hij heeft een prachtig, stijlvol en inhoudsvol boek gemaakt over deze tot de ondergang gedoemde Afri kaan, die als kind van de Ne derlanden geen enkele kans meer had, hoe die Nederlandse opvoeders en overheden er ook anders over dachten. JAN VERSTAPPEN Niet het militaire en politieke bedrijf, niet de ontwikkeling van landbouw en industrie, maar alledaagse zaken als om gangsvormen, godsdienst en gezinsleven vormen de onder werpen van de „Geschiedenis van het persoonlijk leven". De vijfdelige rijk geïllustreerde geschiedenis mag een monu ment van geschiedschrijving worden genoemd. Vleierij (Salon van 1906) door Charles Cres In het derde deel wordt de pe riode behandeld van renais sance tot Verlichting, ruwweg dus de zestiende en zeventien de eeuw. Het is de tijd waarin het individu zijn plaats in- neemt na de middeleeuwen met zijn groepsgerichte belan gengemeenschappen in stad, kasteel en kerk. De behandel de periode is de tijd dat de overgang plaats vindt naar een maatschappij van op den duur anonieme volksmassa's waar bij het privé-leven zich in be slotenheid afspeelt. Philippe Ariès had voor het derde deel de opzet gereed toen hij stierf. Zijn medewer kers houden zich aan de hoofdlijnen die Ariès in zijn nog voltooide inleiding geeft. Hij schetst bijvoorbeeld de op komst van het dagboek, zoals dat van Jean Héroard die da gelijks aantekeningen maakt van zijn werk als lijfarts van Lodewijk XIII van Frankrijk; de zelfgezochte eenzaamheid als nieuwe ontwikkeling na de tijd waarin afzondering als straf werd ondergaan; voorts de vormen van vriendschap, de waarde van de goede smaak en de inrichting van de woning met zijn groter aantal en kleinere vertrekken. Alle maal factoren waarin de ont wikkeling van het individu tot uitdrukking komt. De auteurs beperken zich tot de Franse gebruiken en beste den geen aandacht aan landen waar zich dezelfde ontwikke lingen voordeden (al gebrui ken ze wel vele illustraties van Hollandse huiselijke tafere len). Toch past bewondering voor de manier waarop de the ma's worden uitgewerkt, ook al mist men de voor deze pe riode zo opmerkelijke opkomst van het reizen en het beeld dat men zich van vreemde volken vormt. Het vierde en voorlaatste deel behandelt de negentiende eeuw (Franse revolutie tot Eerste Wereldoorlog), de eeuw van de bourgeoisie. Het gezinsleven is echt de hoeksteen van de samenleving met duidelijk onderscheiden rollen van vader, moeder en kind. Feesten en vakantie worden behandeld, en ook ontsporingen en drama's, zoals geweld, wraak en krankzin nigheid. Alain Corbin en Mi chelle Perrot beschrijven op voortreffelijke wijze de leef omstandigheden (de eenge zinswoning met prullaria en de krotten van de lagere stan den) en het gevoelsleven: ro mantische liefde, dromerijen en godsvrucht, met speciale aandacht voor een man als de pastoor van Ars. PAUL TOBY „Er is nog zoveel anders dan dat theater Brieven van Wim Kan". Samenstelling Frans Rühl. Uitgeverij Balans, Amsterdam. Prijs 15,-. Na twee even dikke als ont luisterende bundels dagboekle zingen van Wim Kan is nu een kleine lezing uit de per soonlijke correspóndentie van de cabaretier verschenen. Bij wijze van erfenis kreeg diens naaste medewerker, ad viseur en praatpaal Frans Rühl het beheer zowel als het copyright over de volledige geschreven nalatenschap van zijn voormalige werkgever. Rühl mag daar mee doen wat hem goeddunkt. Naast de ge noemde dagboeken heeft Rühl nu een kleine bloemlezing uit de persoonlijke corresponden tie van de cabaretier het licht doen zien. De titel: „Er is nog zoveel an ders dan dat theater Brie ven van Wim Kan" suggereert de lezer een andere inhoud dan de onophoudelijke lamen taties, litanieën en humeuren die het leesgenoegen van de dagboeken zo ernstig verdelen. Maar de namen van de gea dresseerden op de achterflap zijn voor het overgrote deel verweven met het vaderlandse theaterleven. Paul van Vliet, Mary Dressel- huys, Ko van Dijk, Jasperina de Jong, Wim lbo, Gerard Cox, Toon Hermans of Her man van Veen dat moet wel over theater gaan. En dat gaan de meeste brieven in dit boekje ook. De uiteindelijk volledig geïso leerde en psychisch vastgelo pen twijfelaar van de dagboe ken maakt in de brieven ech ter gedeeltelijk (want klagen blijft hij) plaats voor een aarts vaderlijke theatergoeroe, die vanuit zijn met tuinkabouters, koekoeksklokken en een knet terend haardvuur gedecoreer de houten huisje in het Veluw- se bos of zijn afgeschermde buiten aan de Westeinderplas collega's en aankomende ta lenten bestookt met schriftelij ke raad, vermaan, hartelijke groeten en beste wensen. Wat uit zijn dagboeknotities al bleek, wordt door de brieven nog eens bevestigd. Kan is een dwangmatige schrijver, die elke gebeurtenis, aanleiding of attentie, hoe onooglijk vaak ook, honoreert met een paar persoonlijke regels en gedach ten, maar zich daar in tussen- haakjes, slotalinea's of stille wenken tegelijkertijd weer over beklaagt. Aan Wim lbo: „Ook deze brief kost weer een kwartier. Ik zit al vanaf vanmorgen 10.20 uur te werken. Het is nu toen over half drie en ik heb de och tendpost pas voor driekwart verwerkt. Stapel word ik van ('t goed bedoelde) gezeur van de buitenwereld". En in de da tering van een brief aan Bibeb (van Vrij Nederland): „Aals meer, 14 december 1973, 3 uur 7 in de ochtend of in de diepe nacht..." Zoals gezegd, de brieven zijn gericht aan mensen uit de the aterwereld en hebben dan ook voornamelijk het theater of daarmee verbandhoudende za ken tot onderwerp. Jasperina de Jong krijgt in 1959 een briefje van Kan waarin hij haar adviseert om maar ama- Wim Kan FOTO: DIJKSTRA brief door Kan gekapitteld over zijn lelijke uitspraak. Doctorandus P. schijnt zich in 1966 eens te hebben uitgelaten over de versukkeling van het Nederlandse cabaret en die versukkeling probeert hij nu en dan te vergeten door een bezoekje aan een goede caba retvoorstelling in Parijs of Londen. Kan wil, met vrien delijke groeten en veel hoog achting, prompt van de docto randus weten waar in Parijs en Londen hij dat betere caba ret dan wel kan zien. Henk van der Meyden be dankt hij voor het exemplaar van zijn eerste „Privé over Privé". Als Kan in De Tele graaf heeft gelezen dat Sonne- veld met hartklachten in het ziekenhuis is opgenomen, stuurt hij zijn collega een briefje om hem een hart onder de riem te steken („Zoiets moet altijd gebeuren, geloof ik oprecht, opdat daarné weer opeens echt van het leven kunt genieten!"). Herman van Veen wordt in 1967, aan het prille begin van zijn carrière, spontaan bedankt voor de ver rassing die hij het echtpaar Wim en Corry in de Haarlem se Schouwburg heeft bezorgd. En hoofdredacties van kranten ontvangen op gezette tijden een paar pinnige opmerkingen van Kan als hem een recensie* niet bevalt. Het belang van al deze brie ven en briefjes vol ditjes en datjes blijft voornamelijk be perkt tot een moment in het leven van de geadresseerde, terwijl het motto „Er is nog zo veel anders dan dat theater" er amper in wordt gerecht vaardigd. De enkele keer dat Kan zich al in dat leven buiten het theater begeeft, blijken zijn ideeën en gedachten daar over te berusten op een paar erbarmelijke gemeenplaatsen. Rust, lange wandelingen, het luisteren naar de koekoek of het tellen van de scheuren in het ijs zijn volgens de betreur de cabaretier de factoren, die uiteindelijk het ultieme geluk van elke sterveling op aarde uitmaken. Daaraan twijfelde Kan bij alle twijfel die zijn leven ver giftigde en alle uitroeptekens waarmee hij die twijfel in zijn dagboekaantekeningen er brieven trachtte te over schreeuwen kennelijk geen ogenblik. Zonder twijfel een troost voor de geplaagde ar tiest. Maar voor een buiten staander, in dit geval de lezer, van geen enkele betekenis. Het is een dun boekje, dat je in twintig minuten uitleest. Een voorbode van de bodem waar aan Kans geschriften reiken? Het is te hopen voor Kan, wiens buitentheaterlijke per soonlijkheid met elke nieuwe in boekvorm verschijnende notitie of brief verder ineen schrompelt. GODERT VAN COLMJON ZAANDAM Voor de derde keer is het Ahold niet gelukt een voorstel tot wijziging van de statuten door de aan deelhoudersvergadering te loodsen omdat het ver eiste quorum ontbrak. En wanneer dit op 15 januari aanstaande vermoedelijk wel lukt lijkt het nog al lerminst zeker dat de vooral door de Westduitse opponent Asko omstreden veranderingen snel van kracht worden. Asko-raadsman mr. Stevens wees er na afloop van de zeer korte vergadering met nadruk op aanwijzingen te hebben dat de noodzakelijke verklaring van geen bezwaar door het mi nisterie van justitie weieens achterwege zou kunnen blij ven, gezien een gerechtelijke procedure die Asko tegen Ahold heeft aangespannen. In deze tijdrovende bodemproce dure zullen in februari de plei dooien worden gehouden. Vol gens Stevens is een uitspraak van de Haarlemse rechtbank niet voor de komende zqjner te verwachten. De rechter moet een beslissing nemen over de door Asko bestreden uitgifte van preferente aande len door Ahold, die zijn ge plaatst om Asko buiten de deur te houden. Stevens heeft redenen om aan te nemen dat het ministerie haar verklaring van geen be zwaar mogelijk ook zal weige ren indien een van beide par tijen na een uitspraak zou be sluiten in hoger beroep te gaan. Sinds de ruzie tussen Asko en Ahold afgelopen zo mer uitbrak heeft Asko haar bezit van 15 procent in het aandelenkapitaal van Ahold niet uitgebreid, zo vertelde Asko-topman Lachotzki. Het belangrijkste element van de voorgestelde statutenwijzi ging betreft vergroting van het maatschappelijk kapitaal van 300 miljoen tot 400 mil joen. Ook moet het bestuur worden gemachtigd tegen be paalde voorwaarden eigen aandelen in te kopen. LEIDEN Het slechte weer heeft gisteren, in te genstelling tot voorgaande dagen, geleid tot een aan tal slippartijen gevolgd door aanrijdingen. Rond tien voor tien knalde op de Schipholweg een automobi list op een afremmende voor hem rijdende auto. Vlak na Vrouw bekladt muur van AZL LEIDEN De politie heeft vannacht rond half vier op de Morsweg een nog onbekende vrouw aangehouden. De vrouw had kort ervoor met een man een muur van het AZL beklad met witte verf. Het duo was bezig met een leus beginnend met „Geen sloop". De twee werden over lopen door bewakers van het ziekenhuis. In de daarop vol gende achtervolging ontkwam de man. De vrouw heeft tot nu toe geweigerd haar naam te noemen. tien uur reed een automobilist achterop een stilstaande auto die op de Hooigracht stond voorgesorteerd om linksaf de Nieuwstraat in te rijden. Rond dezelfde tijd hadden twee kop- staart botsingen plaats- op de Willem de Zwijgerlaan op de rijbaan richting Schipholweg. Bij het kruispunt met de Gooi meerlaan moest een automobi list stoppen voor een auto met pech. Een achteropkomende auto redde het toen niet om op tijd tot stilstand te komen. Een stukje verder, bij de IJssel- meerlaan, remde een automo- bilst vlak na de kruising on verwacht af en kreeg meteen een achterligger in de achter bak. In de avondspits, rond tien voor zes, raakte een 21-jarige Leidenaar met zijn auto op de Langegracht in een slip. Zijn auto trok daarbij naar rechts. Hij reed eerst een 22-jarige fietsster uit Leiden, die op het fietspad in de richting van de Lammermarkt reed, van de fiets en ramde vervolgens de brugleuning. Vlak daarna re den op de Churchilllaan twee auto's na een slippartij tegen elkaar. DEN HAAG U2, de Ierse groep die maandag avond voortijdig het eer ste van drie Nederlandse concerten moest afbreken omdat zanger Bono geen geluid meer kon produce ren, komt op 5 en 6, 9 en 10 januari terug naar Ahoy' in Rotterdam. Bono werd na het eerste optre den onderzocht door neus-, keel- en oorarts De Vries en die constateerde in het AMC- ziekenhuis in Amsterdam dat de stembandën van de zanger overbelast waren. Volgens De Vries heeft hierbij ook de griepgolf, waardoor de groep is getroffen, een rol gespeeld. Hij adviseerde Bono voorlopig rust te houden. De vervangende concerten worden niet in de Amsterdam se Rai gehouden omdat het complex vanwege de Horeca- va, niet beschikbaar is. Orga nisator Mojo Concerts heeft daarom zijn toevlucht gezocht bij Ahoy' en de vier concerten ingedeeld volgens de kaart nummers. Een advertentie geeft binnenkort de indeling aan. Mensen die het concert van 18 december hebben bijge woond, moeten hun kaart op sturen naar Postbus 5081, 3008 AB Rotterdam. Deze dienen voor 31 december binnen te zijn. Per vervangend Ahoy concert zijn er 1500 kaarten be schikbaar. Aan alle anderen zal het geld worden terugbe taald. De kaarten dienen der halve vergezeld te gaan van een briefje, waarop voorkeur staat aangegeven. Indien mo gelijk zal Mojo Concerts daar aan voldoen. De organisator vraagt heel duidelijk naam, adres, en bank- of gironum mer te vermelden. Laten we ons er maar bij neerleggen. De jaren tachtig zijn niet samen te vatten. Ook niet in zes dubbelnum mers van de weekbladen. „Wie terugkijkt ziet steeds minder", zegt Kees Fens in De Tijd. (In zijn laatste co lumn; tijd dus voor oprich ting van het actiecomité 'Alle Fens aan dek'.) Een historisch decennium, laten we het daar maar op hou den. Ina Brouwer, Paradiso, de Gay-krant, de pornomarkt, de raider (opkoper van fail liete bedrijven), Jeff Koons, de regelaars, opstellen van scholieren, Gerardjan Reijn- ders, Vitesse. De Haagse Post tachtigt er lustig op los. Onder de noemer: Neder land als markt. Een decen nium teruggebracht tot/ver klaard aan de hand van de ingrijpendste sociale veran deringen. Zoals het HP be taamt sinds de 'uitvinding' van het Ik-tijdperk aan het eind van de jaren zeventig. „Van Ik-tijdperk naar Ik-ik- tijdperk, gesymboliseerd door bijna autistische attri buten als pc en walkman en egocentrische activiteiten als joggen, alledrie met die vol komen lege, vage, in zich- zelfgekeerde blik". Zo vat de oud-hoofdredacteur van de Haagse Post, Arend Jan Heerma van Vos de jaren tachtig samen. Jansen van Galen, de huidige plaatsbe kleder, vindt dat je met een vervolg op die'befaamde ge schiedschrijving - Ik-tijd- perk II, vervolg, revisited, of zoiets - niet kon aankomen. Het werd dus uiteindelijk: Nederland als markt, want is in de jaren tachtig niet zo'n beetje alles vercommer- cialiseerd? Jan Kuitebrouwer, die met zijn 'Turbotaal' de tijdgeest eerder al zo treffend ver woordde, loopt met een soor tement toneelstuk door het voorbije decennium heen. Scene 7. „Binnenkort ligt de porno bij Albert Heijn, let op mijn woorden. Paginagrote advertenties: 'Wij brachten Nederland aan de sherry, wij brachten Nederland aan de kiwi, het is tijd voor een volgende stap". Over zichzelf: Reve, Komrij, Genscher, Bhutto, Lubbers, Bardot, Erwin Koeman. Over Van Gogh: W.F. Her mans. Tussendoor: muren - van de Berlijnse tot die van het Nederlands Elftal. Else vier pakt vooral uit met mensen. Na een jaar lang aandringen stemde Reve eindelijk toe: Elsevier mocht langskomen. In Zuid-Frankrijk. „Ik denk dat geen enkele kunstenaar een rationeel wereldbeeld heeft. Hij heeft een metafy sisch wereldbeeld. Hij hoeft niet naar de kerk toe te gaan, maar het is een reli gieuze bezigheid. Het is dui ding. Wat religie ook is. En een mooie religie geeft een mooie duiding. Het waar heidsgehalte is niet aan de orde". Na Burgersdijk in de 19e eeuw is Gerrit Komrij mo menteel bezig aan de verta ling van de complete Shake speare. Weer eens iets an ders voor de prieelfilosoof, zoals hij zichzelf typeert. Een recalcitrante twistrede naar; had ook gekund. Van uit Portugal: „Nederland is wel saaier geworden. Na de belachelijkheden van de ja ren zeventig en tachtig doen nieuwe ontwikkelingen, waar een columnist toch van moet leven, zich nauwelijks voor. Niet dat er minder dwaasheid is dan toen, maar de dwaasheid heeft zich als een nuchtere factor genes teld. Alle onzin is geïnstitu tionaliseerd. Maar de mense lijke slechtheid is goddank zo rijk geschakeerd dat ik niet snel uitgeschreven raak". Wim Kok, Jasperina de Jong, Jo Ritzen, Eva en Maarten Biesheuvel, Marco Bakker, Max van der Stoel, Tamar, Piet Grijs, Claudia Cardinale, Andre van der Louw, Hanna Kroll. Vrij Nederland pakt uit met mensen. Der Krieg is schrecklich is een literaire reportage van de Poolse schrijfster en jour naliste Hanna Kroll over het lot van de Duitsers in Polen, en over de waanzin die de oorlog met zich meebracht en heeft achtergelaten in de zielen van de mensen, tot de dag van vandaag. „Ik huil als mijn moeder van de overkant van de Brug haar liedjes uit Wilnius zingt. Het meisje rende met snelle stap- )a 10% te aan de deur, ma/ stiefmoeder stond klasr! de stok. Als ik dat hoo*? wel, dan is er een tif10 vloed, niaar waarom yei na een GruB Gott nfn£ gaan huilen? pe1 Jasperina de Jong, tegi__ beb: „Iie ben verliefd e den, al vrij snel na 19Ï j jaar waarin haar maiP Herfst overleed). Dat- niet altijd goed. Je moÉ driet blijven uitstraleif dat het andersom v zou het fantastisch gevonden als ik zou dat Eric na mijn doo( liefd werd op een a vrouw. Alles van heb ik weggedaan, geaarzeld over onzel^ bank, het was onze aankoop. Emotioneel I het er moeilijk mee, mi paste hier niet, dus w«SI D'Ancona en S (WVC), Remco CampelS- dith Belinfante, een Bshf sprookje, een Afrikaannt verhaal, een reconsJaj van Neerlands Hoop djnj jaar geleden uiteen^/ Londen (De Verloren" jonge kunstenaars en dze fotografische momenta Tijd zwalkt wat doorip ren tachtig. do; Jan Brokken schreef lang voor HP; vooral terviews met musici 0, om je vingers bij af j ken. Hij vond het tijjje] iets anders. Nu keert rug in De Tijd met eei tiek, metafysisch getiïp verhaal (deel 1). Zo .P0 de fusie tussen De Te£n HP, die vorige week tief werd afgeblazei\n nog een beetje tot Brokken begint zo: „r ste man die ik in Lit sc] kende, heeft nooit be^ Geen gewoon versl^r een reis door een (Gabon) waar ooit Simenon-voor de nod^ schudding zorgde. a Remco Campert: ».ScLaj is nooit een ontvli^ van iets geweest, hetVQj altijd veroveren gj,j. Een ontdekking, eerL meestering van wat j» p houdt. Maar ook datjj^ niet bewust". De grote ontnuchter* j. het thema waarin he^s van de jaren tachtig^ samengevat. HN-mqve; over idealen en we^ j-j heid. De ontnuchter/ treft niet alleen de 1 door allerlei vorme heidendom overwoei!*'] tenslotte door de conT" overgenomen - ook rhusoverwinning v| markteconomie op hfj I blok (de twijfels vaj.1 Goudzwaard) en de van de schaarste spel» in een rol. Over dit_ onderwerp de vraagje filosoof Hans Ach gaan wij naar een i- van overvloed? „EenA/ leving die op religie [Jei grondvest, groepeert jncj nieuw rond een alk ilez principe, de economif gebaseerd op sctf1 Voorbeelden: de l^rf heidszorg, de inter en verhoudingen. Nog ei §c sof aan het woorL^, Peursen. Hij spreekt nieuwe kans voor d» verhalen. Waarheid, dan feiten op een rif" Het einde van: Het hof (niet de krant hC de krant), de intelf, het communisme, de. 1 Oorlog, de Ameij Droom, de voetbalsjr. Gooi. De Groene t met hersenkraker^' 'dichter en denker' weekbladen komt niets als enige de k drie weken niet u draad in het thema?F*< dat wat voorbarig al*- Siècle-trekken verto» tien jaartjes wachter essay van Francis ma: Het einde vanL*JJ schiedenis. Het m$tr-i sproken ideologisch!#» C flet van 1989, maar»Ji«cl minst gelezen, con20 d' het blad. Dat het maar meteen publicien citaat, dat echter rren<- op het luisteren n?in" aria uit de Ring d^en 1 lungen. „We zijn S* niet alleen getuige1 Is beëindiging van d€Lker Oorlog, of van een ^P01 periode in de naoor?'\0<: schiedenis, maar einde der geschied® 0< zodanig. Dat wil zegfse het eindpunt van d£ai- gische evolutie van öTam heid, terwijl de liber10?6 terse democratie alsmin versele regeringsvorasse blijft". DICK Hofln

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 16