i
Geladen redder van Afrika
Vervangende
concerten
U2 in Ahoy
HP
Ook in zijn brieven laat het theater Wim Kan niet los
Aanrijdingen na
slippartijen
uit de weekblad
ieËN'
Opkomst van individu en gezinsleven
Statuten Ahold nog
lang ongewijzigd
Het einde van j
de geschiedenis
DE TI J
BINNENLAND/ BOEKEN
CcidócSoiucMit
DONDERDAG 21 DECEMBER 1989 PAGlT
HISTORISCHE ROMAN VAN GUUS KUIJER
Guus Kuijer: „De redder van Afrika"
- roman. Uitgave De Arbeiderspers.
Prijs 29,90.
„Het klimaat is zeer ongezond,
zeker voor mensen die hier
niet zijn geboren, vochtig en
heet. De lucht is zwaar en vol
griezelige beesten, die steken
en bijten dat het een aard
heeft. Dit land is nauwelijks
geschikt voor bewoning, be
halve door de inboorlingen
zelf, alleen de hardste mannen
blijven op de been. Ik ben blij
voor u dat u in het comforta
bele Den Haag bent, onder de
•hoede van uw zorgzame ou
ders, omringd door vrome lie
den en welvoorziene winkels
waar u zich van leerzame of
amusante zaken kunt voor
zien". Aan het woord is Jaco
bus Elisa Joannes Capitein en
hij schrijft deze brief op 3 ja
nuari 1743 in het Afrikaanse
„slavenkasteel" met de mooie
naam „St. George d'Elmina",
waar zich in de loop van onze
vaderlandse en koloniale ge
schiedenis de meest afschuwe
lijke zaken hebben afgespeeld.
De persoon aan wie Capitein
schrijft is het Haagse meisje
Antonia Ginderdros, dat later
over zal komen naar het Afri
kaanse fort. Capitein is daar
predikant. Als tienjarig kind is
hij, een zwart Afrikaans jonge
tje, naar Nederland meegeno
men, waarna hij opgroeide in
de cultuur van dat land, waar
hij schoolging en studeerde in
Den Haag en Leiden. In dienst
van de Westindische Compag
nie is hij als predikant gaan
werken aan de Afrikaanse
westkust, zijn geboortegrond.
Deze situatie is de basis van
het verhaal in de geladen his
torische roman van Guus
Kuijer met de titel „De redder
van Afrika". Het verhaal
speelt zich af in iets meer dan
vier jaar: november 1742 tot in
januari 1747. Geheel in de stijl
van de romankunst uit die epi
sode van onze cultuur is Kuij-
ers boek een roman-in-brief-
vorm. Niet de enige verwijzing
naar de burgerlijke cultuur en
de verlichte hervormingspo
gingen daarin die bijvoorbeeld
in een roman uit' die tijd als
De taal van Kuijer is, zonder
gekunsteld of ouderwets te
zijn, duidelijk door historische
literatuur geïnspireerd. Omdat
het om brieven gaat, ontstaat
daardoor een grote authentici
teit en groeit het historische
besef over de vele zaken die in
die tijd speelden bij de lezer
gaandeweg.
Capitein is het slachtoffer van
nogal ingewikkelde „cultuur
schok".
Als de lezer met hem kennis
maakt, denkt hij in het be
gin van de roman nog
„wit". Zijn kinderjaren zijn
verdwenen achter de berg van
ervaringen tijdens zijn verblijf
en studie in Nederland. Taal
noch leven in dat Afrikaanse
land staan hem bij. Bij zijn te
rugkeer in zijn geboorteland is
hij een blanke, ondanks af
komst en huidskleur. Maar
dan gebeuren er dingen die
hem verwarren. De confronta
tie met het land van zijn kin
dertijd is niet het belangrijk
ste. Zijn liefde voor het meisje
Efua (wat betekent: „het meis
je dat op vrijdag is geboren",
kan het christelijker?) kan he
lemaal niet, al hebben alle
mannen die daar wonen zwar
te vriendinnen, die natuurlijk
eigenlijk zwaar misbruikt wor
den.
Geliefde
Heel netjes stuurt Capitein een
brief naar de Westindische
Compagnie om vergunning te
trouwen met zijn geliefde,
maar dat wordt hem gewei
gerd. Er is nog veel meer wat
Capitein in een grote crisis
brengt. Hij zal met het Haagse
meisje Antonia Ginderdros in
het huwelijk treden, maar dat
redt hem niet. Integendeel?
Hoe dan ook, anderhalf jaar
later is hij dood, op zijn dertig
ste levensjaar. Hij is op een
nacht van de rotsen aan de
kust gevallen en later, deerlijk
verminkt, gevonden.
De laatste brief uit het boek,
van de fiscaal van het fort
Delmina (waar ooit de dichter
Focquenbroch nog huisde en
omkwam) beschrijft zakelijk
het vinden van zijn stoffelijk
overschot en de overdracht
van zijn brieven aan Brandijn
Ryser, de vriend van Capitein.
„De zee heeft hem verzwol
gen, de Afrikaanse rotsen heb
ben hem verminkt, maar ik
denk dat er altijd wel iemand
zal zijn die zijn geest zal her
kennen, waar die zich ook be
vindt".
Het is duidelijk dat Guus Kuij
er heel gegrepen is geweest
door zijn verhaal en door zijn
romanfiguren. Hij heeft een
prachtig, stijlvol en inhoudsvol
boek gemaakt over deze tot de
ondergang gedoemde Afri
kaan, die als kind van de Ne
derlanden geen enkele kans
meer had, hoe die Nederlandse
opvoeders en overheden er
ook anders over dachten.
JAN VERSTAPPEN
Niet het militaire en politieke
bedrijf, niet de ontwikkeling
van landbouw en industrie,
maar alledaagse zaken als om
gangsvormen, godsdienst en
gezinsleven vormen de onder
werpen van de „Geschiedenis
van het persoonlijk leven". De
vijfdelige rijk geïllustreerde
geschiedenis mag een monu
ment van geschiedschrijving
worden genoemd.
Vleierij (Salon
van 1906)
door Charles
Cres
In het derde deel wordt de pe
riode behandeld van renais
sance tot Verlichting, ruwweg
dus de zestiende en zeventien
de eeuw. Het is de tijd waarin
het individu zijn plaats in-
neemt na de middeleeuwen
met zijn groepsgerichte belan
gengemeenschappen in stad,
kasteel en kerk. De behandel
de periode is de tijd dat de
overgang plaats vindt naar een
maatschappij van op den duur
anonieme volksmassa's waar
bij het privé-leven zich in be
slotenheid afspeelt.
Philippe Ariès had voor het
derde deel de opzet gereed
toen hij stierf. Zijn medewer
kers houden zich aan de
hoofdlijnen die Ariès in zijn
nog voltooide inleiding geeft.
Hij schetst bijvoorbeeld de op
komst van het dagboek, zoals
dat van Jean Héroard die da
gelijks aantekeningen maakt
van zijn werk als lijfarts van
Lodewijk XIII van Frankrijk;
de zelfgezochte eenzaamheid
als nieuwe ontwikkeling na de
tijd waarin afzondering als
straf werd ondergaan; voorts
de vormen van vriendschap,
de waarde van de goede
smaak en de inrichting van de
woning met zijn groter aantal
en kleinere vertrekken. Alle
maal factoren waarin de ont
wikkeling van het individu tot
uitdrukking komt.
De auteurs beperken zich tot
de Franse gebruiken en beste
den geen aandacht aan landen
waar zich dezelfde ontwikke
lingen voordeden (al gebrui
ken ze wel vele illustraties van
Hollandse huiselijke tafere
len). Toch past bewondering
voor de manier waarop de the
ma's worden uitgewerkt, ook
al mist men de voor deze pe
riode zo opmerkelijke opkomst
van het reizen en het beeld dat
men zich van vreemde volken
vormt.
Het vierde en voorlaatste deel
behandelt de negentiende
eeuw (Franse revolutie tot
Eerste Wereldoorlog), de eeuw
van de bourgeoisie.
Het gezinsleven is echt de
hoeksteen van de samenleving
met duidelijk onderscheiden
rollen van vader, moeder en
kind. Feesten en vakantie
worden behandeld, en ook
ontsporingen en drama's, zoals
geweld, wraak en krankzin
nigheid. Alain Corbin en Mi
chelle Perrot beschrijven op
voortreffelijke wijze de leef
omstandigheden (de eenge
zinswoning met prullaria en
de krotten van de lagere stan
den) en het gevoelsleven: ro
mantische liefde, dromerijen
en godsvrucht, met speciale
aandacht voor een man als de
pastoor van Ars.
PAUL TOBY
„Er is nog zoveel anders dan dat
theater Brieven van Wim Kan".
Samenstelling Frans Rühl. Uitgeverij
Balans, Amsterdam. Prijs 15,-.
Na twee even dikke als ont
luisterende bundels dagboekle
zingen van Wim Kan is nu
een kleine lezing uit de per
soonlijke correspóndentie van
de cabaretier verschenen.
Bij wijze van erfenis kreeg
diens naaste medewerker, ad
viseur en praatpaal Frans
Rühl het beheer zowel als het
copyright over de volledige
geschreven nalatenschap van
zijn voormalige werkgever.
Rühl mag daar mee doen wat
hem goeddunkt. Naast de ge
noemde dagboeken heeft Rühl
nu een kleine bloemlezing uit
de persoonlijke corresponden
tie van de cabaretier het licht
doen zien.
De titel: „Er is nog zoveel an
ders dan dat theater Brie
ven van Wim Kan" suggereert
de lezer een andere inhoud
dan de onophoudelijke lamen
taties, litanieën en humeuren
die het leesgenoegen van de
dagboeken zo ernstig verdelen.
Maar de namen van de gea
dresseerden op de achterflap
zijn voor het overgrote deel
verweven met het vaderlandse
theaterleven.
Paul van Vliet, Mary Dressel-
huys, Ko van Dijk, Jasperina
de Jong, Wim lbo, Gerard
Cox, Toon Hermans of Her
man van Veen dat moet
wel over theater gaan. En dat
gaan de meeste brieven in dit
boekje ook.
De uiteindelijk volledig geïso
leerde en psychisch vastgelo
pen twijfelaar van de dagboe
ken maakt in de brieven ech
ter gedeeltelijk (want klagen
blijft hij) plaats voor een aarts
vaderlijke theatergoeroe, die
vanuit zijn met tuinkabouters,
koekoeksklokken en een knet
terend haardvuur gedecoreer
de houten huisje in het Veluw-
se bos of zijn afgeschermde
buiten aan de Westeinderplas
collega's en aankomende ta
lenten bestookt met schriftelij
ke raad, vermaan, hartelijke
groeten en beste wensen.
Wat uit zijn dagboeknotities al
bleek, wordt door de brieven
nog eens bevestigd. Kan is een
dwangmatige schrijver, die
elke gebeurtenis, aanleiding of
attentie, hoe onooglijk vaak
ook, honoreert met een paar
persoonlijke regels en gedach
ten, maar zich daar in tussen-
haakjes, slotalinea's of stille
wenken tegelijkertijd weer
over beklaagt.
Aan Wim lbo: „Ook deze brief
kost weer een kwartier. Ik zit
al vanaf vanmorgen 10.20 uur
te werken. Het is nu toen over
half drie en ik heb de och
tendpost pas voor driekwart
verwerkt. Stapel word ik van
('t goed bedoelde) gezeur van
de buitenwereld". En in de da
tering van een brief aan Bibeb
(van Vrij Nederland): „Aals
meer, 14 december 1973, 3 uur
7 in de ochtend of in de diepe
nacht..."
Zoals gezegd, de brieven zijn
gericht aan mensen uit de the
aterwereld en hebben dan ook
voornamelijk het theater of
daarmee verbandhoudende za
ken tot onderwerp. Jasperina
de Jong krijgt in 1959 een
briefje van Kan waarin hij
haar adviseert om maar ama-
Wim Kan
FOTO: DIJKSTRA
brief door Kan gekapitteld
over zijn lelijke uitspraak.
Doctorandus P. schijnt zich in
1966 eens te hebben uitgelaten
over de versukkeling van het
Nederlandse cabaret en die
versukkeling probeert hij nu
en dan te vergeten door een
bezoekje aan een goede caba
retvoorstelling in Parijs of
Londen. Kan wil, met vrien
delijke groeten en veel hoog
achting, prompt van de docto
randus weten waar in Parijs
en Londen hij dat betere caba
ret dan wel kan zien.
Henk van der Meyden be
dankt hij voor het exemplaar
van zijn eerste „Privé over
Privé". Als Kan in De Tele
graaf heeft gelezen dat Sonne-
veld met hartklachten in het
ziekenhuis is opgenomen,
stuurt hij zijn collega een
briefje om hem een hart onder
de riem te steken („Zoiets
moet altijd gebeuren, geloof ik
oprecht, opdat daarné weer
opeens echt van het leven
kunt genieten!"). Herman van
Veen wordt in 1967, aan het
prille begin van zijn carrière,
spontaan bedankt voor de ver
rassing die hij het echtpaar
Wim en Corry in de Haarlem
se Schouwburg heeft bezorgd.
En hoofdredacties van kranten
ontvangen op gezette tijden
een paar pinnige opmerkingen
van Kan als hem een recensie*
niet bevalt.
Het belang van al deze brie
ven en briefjes vol ditjes en
datjes blijft voornamelijk be
perkt tot een moment in het
leven van de geadresseerde,
terwijl het motto „Er is nog zo
veel anders dan dat theater"
er amper in wordt gerecht
vaardigd. De enkele keer dat
Kan zich al in dat leven buiten
het theater begeeft, blijken
zijn ideeën en gedachten daar
over te berusten op een paar
erbarmelijke gemeenplaatsen.
Rust, lange wandelingen, het
luisteren naar de koekoek of
het tellen van de scheuren in
het ijs zijn volgens de betreur
de cabaretier de factoren, die
uiteindelijk het ultieme geluk
van elke sterveling op aarde
uitmaken.
Daaraan twijfelde Kan bij
alle twijfel die zijn leven ver
giftigde en alle uitroeptekens
waarmee hij die twijfel in zijn
dagboekaantekeningen er
brieven trachtte te over
schreeuwen kennelijk geen
ogenblik. Zonder twijfel een
troost voor de geplaagde ar
tiest. Maar voor een buiten
staander, in dit geval de lezer,
van geen enkele betekenis.
Het is een dun boekje, dat je in
twintig minuten uitleest. Een
voorbode van de bodem waar
aan Kans geschriften reiken?
Het is te hopen voor Kan,
wiens buitentheaterlijke per
soonlijkheid met elke nieuwe
in boekvorm verschijnende
notitie of brief verder ineen
schrompelt.
GODERT VAN COLMJON
ZAANDAM Voor de
derde keer is het Ahold
niet gelukt een
voorstel tot wijziging van
de statuten door de aan
deelhoudersvergadering
te loodsen omdat het ver
eiste quorum ontbrak. En
wanneer dit op 15 januari
aanstaande vermoedelijk
wel lukt lijkt het nog al
lerminst zeker dat de
vooral door de Westduitse
opponent Asko omstreden
veranderingen snel van
kracht worden.
Asko-raadsman mr. Stevens
wees er na afloop van de zeer
korte vergadering met nadruk
op aanwijzingen te hebben dat
de noodzakelijke verklaring
van geen bezwaar door het mi
nisterie van justitie weieens
achterwege zou kunnen blij
ven, gezien een gerechtelijke
procedure die Asko tegen
Ahold heeft aangespannen. In
deze tijdrovende bodemproce
dure zullen in februari de plei
dooien worden gehouden. Vol
gens Stevens is een uitspraak
van de Haarlemse rechtbank
niet voor de komende zqjner
te verwachten. De rechter
moet een beslissing nemen
over de door Asko bestreden
uitgifte van preferente aande
len door Ahold, die zijn ge
plaatst om Asko buiten de
deur te houden.
Stevens heeft redenen om aan
te nemen dat het ministerie
haar verklaring van geen be
zwaar mogelijk ook zal weige
ren indien een van beide par
tijen na een uitspraak zou be
sluiten in hoger beroep te
gaan. Sinds de ruzie tussen
Asko en Ahold afgelopen zo
mer uitbrak heeft Asko haar
bezit van 15 procent in het
aandelenkapitaal van Ahold
niet uitgebreid, zo vertelde
Asko-topman Lachotzki.
Het belangrijkste element van
de voorgestelde statutenwijzi
ging betreft vergroting van
het maatschappelijk kapitaal
van 300 miljoen tot 400 mil
joen. Ook moet het bestuur
worden gemachtigd tegen be
paalde voorwaarden eigen
aandelen in te kopen.
LEIDEN Het slechte
weer heeft gisteren, in te
genstelling tot voorgaande
dagen, geleid tot een aan
tal slippartijen gevolgd
door aanrijdingen.
Rond tien voor tien knalde op
de Schipholweg een automobi
list op een afremmende voor
hem rijdende auto. Vlak na
Vrouw bekladt
muur van AZL
LEIDEN De politie heeft
vannacht rond half vier op de
Morsweg een nog onbekende
vrouw aangehouden. De
vrouw had kort ervoor met
een man een muur van het
AZL beklad met witte verf.
Het duo was bezig met een
leus beginnend met „Geen
sloop". De twee werden over
lopen door bewakers van het
ziekenhuis. In de daarop vol
gende achtervolging ontkwam
de man. De vrouw heeft tot nu
toe geweigerd haar naam te
noemen.
tien uur reed een automobilist
achterop een stilstaande auto
die op de Hooigracht stond
voorgesorteerd om linksaf de
Nieuwstraat in te rijden. Rond
dezelfde tijd hadden twee kop-
staart botsingen plaats- op de
Willem de Zwijgerlaan op de
rijbaan richting Schipholweg.
Bij het kruispunt met de Gooi
meerlaan moest een automobi
list stoppen voor een auto met
pech. Een achteropkomende
auto redde het toen niet om op
tijd tot stilstand te komen. Een
stukje verder, bij de IJssel-
meerlaan, remde een automo-
bilst vlak na de kruising on
verwacht af en kreeg meteen
een achterligger in de achter
bak.
In de avondspits, rond tien
voor zes, raakte een 21-jarige
Leidenaar met zijn auto op de
Langegracht in een slip. Zijn
auto trok daarbij naar rechts.
Hij reed eerst een 22-jarige
fietsster uit Leiden, die op het
fietspad in de richting van de
Lammermarkt reed, van de
fiets en ramde vervolgens de
brugleuning. Vlak daarna re
den op de Churchilllaan twee
auto's na een slippartij tegen
elkaar.
DEN HAAG U2, de
Ierse groep die maandag
avond voortijdig het eer
ste van drie Nederlandse
concerten moest afbreken
omdat zanger Bono geen
geluid meer kon produce
ren, komt op 5 en 6, 9 en
10 januari terug naar
Ahoy' in Rotterdam.
Bono werd na het eerste optre
den onderzocht door neus-,
keel- en oorarts De Vries en
die constateerde in het AMC-
ziekenhuis in Amsterdam dat
de stembandën van de zanger
overbelast waren. Volgens De
Vries heeft hierbij ook de
griepgolf, waardoor de groep is
getroffen, een rol gespeeld. Hij
adviseerde Bono voorlopig rust
te houden.
De vervangende concerten
worden niet in de Amsterdam
se Rai gehouden omdat het
complex vanwege de Horeca-
va, niet beschikbaar is. Orga
nisator Mojo Concerts heeft
daarom zijn toevlucht gezocht
bij Ahoy' en de vier concerten
ingedeeld volgens de kaart
nummers. Een advertentie
geeft binnenkort de indeling
aan. Mensen die het concert
van 18 december hebben bijge
woond, moeten hun kaart op
sturen naar Postbus 5081, 3008
AB Rotterdam. Deze dienen
voor 31 december binnen te
zijn. Per vervangend Ahoy
concert zijn er 1500 kaarten be
schikbaar. Aan alle anderen
zal het geld worden terugbe
taald. De kaarten dienen der
halve vergezeld te gaan van
een briefje, waarop voorkeur
staat aangegeven. Indien mo
gelijk zal Mojo Concerts daar
aan voldoen. De organisator
vraagt heel duidelijk naam,
adres, en bank- of gironum
mer te vermelden.
Laten we ons er maar bij
neerleggen. De jaren tachtig
zijn niet samen te vatten.
Ook niet in zes dubbelnum
mers van de weekbladen.
„Wie terugkijkt ziet steeds
minder", zegt Kees Fens in
De Tijd. (In zijn laatste co
lumn; tijd dus voor oprich
ting van het actiecomité
'Alle Fens aan dek'.) Een
historisch decennium, laten
we het daar maar op hou
den.
Ina Brouwer, Paradiso, de
Gay-krant, de pornomarkt,
de raider (opkoper van fail
liete bedrijven), Jeff Koons,
de regelaars, opstellen van
scholieren, Gerardjan Reijn-
ders, Vitesse. De Haagse
Post tachtigt er lustig op los.
Onder de noemer: Neder
land als markt. Een decen
nium teruggebracht tot/ver
klaard aan de hand van de
ingrijpendste sociale veran
deringen. Zoals het HP be
taamt sinds de 'uitvinding'
van het Ik-tijdperk aan het
eind van de jaren zeventig.
„Van Ik-tijdperk naar Ik-ik-
tijdperk, gesymboliseerd
door bijna autistische attri
buten als pc en walkman en
egocentrische activiteiten als
joggen, alledrie met die vol
komen lege, vage, in zich-
zelfgekeerde blik". Zo vat de
oud-hoofdredacteur van de
Haagse Post, Arend Jan
Heerma van Vos de jaren
tachtig samen. Jansen van
Galen, de huidige plaatsbe
kleder, vindt dat je met een
vervolg op die'befaamde ge
schiedschrijving - Ik-tijd-
perk II, vervolg, revisited, of
zoiets - niet kon aankomen.
Het werd dus uiteindelijk:
Nederland als markt, want
is in de jaren tachtig niet
zo'n beetje alles vercommer-
cialiseerd?
Jan Kuitebrouwer, die met
zijn 'Turbotaal' de tijdgeest
eerder al zo treffend ver
woordde, loopt met een soor
tement toneelstuk door het
voorbije decennium heen.
Scene 7. „Binnenkort ligt de
porno bij Albert Heijn, let op
mijn woorden. Paginagrote
advertenties: 'Wij brachten
Nederland aan de sherry,
wij brachten Nederland aan
de kiwi, het is tijd voor een
volgende stap".
Over zichzelf: Reve, Komrij,
Genscher, Bhutto, Lubbers,
Bardot, Erwin Koeman.
Over Van Gogh: W.F. Her
mans. Tussendoor: muren -
van de Berlijnse tot die van
het Nederlands Elftal. Else
vier pakt vooral uit met
mensen.
Na een jaar lang aandringen
stemde Reve eindelijk toe:
Elsevier mocht langskomen.
In Zuid-Frankrijk. „Ik denk
dat geen enkele kunstenaar
een rationeel wereldbeeld
heeft. Hij heeft een metafy
sisch wereldbeeld. Hij hoeft
niet naar de kerk toe te
gaan, maar het is een reli
gieuze bezigheid. Het is dui
ding. Wat religie ook is. En
een mooie religie geeft een
mooie duiding. Het waar
heidsgehalte is niet aan de
orde".
Na Burgersdijk in de 19e
eeuw is Gerrit Komrij mo
menteel bezig aan de verta
ling van de complete Shake
speare. Weer eens iets an
ders voor de prieelfilosoof,
zoals hij zichzelf typeert.
Een recalcitrante twistrede
naar; had ook gekund. Van
uit Portugal: „Nederland is
wel saaier geworden. Na de
belachelijkheden van de ja
ren zeventig en tachtig doen
nieuwe ontwikkelingen,
waar een columnist toch van
moet leven, zich nauwelijks
voor. Niet dat er minder
dwaasheid is dan toen, maar
de dwaasheid heeft zich als
een nuchtere factor genes
teld. Alle onzin is geïnstitu
tionaliseerd. Maar de mense
lijke slechtheid is goddank
zo rijk geschakeerd dat ik
niet snel uitgeschreven
raak".
Wim Kok, Jasperina de
Jong, Jo Ritzen, Eva en
Maarten Biesheuvel, Marco
Bakker, Max van der Stoel,
Tamar, Piet Grijs, Claudia
Cardinale, Andre van der
Louw, Hanna Kroll. Vrij
Nederland pakt uit met
mensen.
Der Krieg is schrecklich is
een literaire reportage van
de Poolse schrijfster en jour
naliste Hanna Kroll over het
lot van de Duitsers in Polen,
en over de waanzin die de
oorlog met zich meebracht
en heeft achtergelaten in de
zielen van de mensen, tot de
dag van vandaag. „Ik huil
als mijn moeder van de
overkant van de Brug haar
liedjes uit Wilnius zingt. Het
meisje rende met snelle stap-
)a
10%
te aan de deur, ma/
stiefmoeder stond klasr!
de stok. Als ik dat hoo*?
wel, dan is er een tif10
vloed, niaar waarom yei
na een GruB Gott nfn£
gaan huilen? pe1
Jasperina de Jong, tegi__
beb: „Iie ben verliefd e
den, al vrij snel na 19Ï j
jaar waarin haar maiP
Herfst overleed). Dat-
niet altijd goed. Je moÉ
driet blijven uitstraleif
dat het andersom v
zou het fantastisch
gevonden als ik zou
dat Eric na mijn doo(
liefd werd op een a
vrouw. Alles van
heb ik weggedaan,
geaarzeld over onzel^
bank, het was onze
aankoop. Emotioneel I
het er moeilijk mee, mi
paste hier niet, dus w«SI
D'Ancona en S
(WVC), Remco CampelS-
dith Belinfante, een Bshf
sprookje, een Afrikaannt
verhaal, een reconsJaj
van Neerlands Hoop djnj
jaar geleden uiteen^/
Londen (De Verloren"
jonge kunstenaars en dze
fotografische momenta
Tijd zwalkt wat doorip
ren tachtig. do;
Jan Brokken schreef
lang voor HP; vooral
terviews met musici 0,
om je vingers bij af j
ken. Hij vond het tijjje]
iets anders. Nu keert
rug in De Tijd met eei
tiek, metafysisch getiïp
verhaal (deel 1). Zo .P0
de fusie tussen De Te£n
HP, die vorige week
tief werd afgeblazei\n
nog een beetje tot
Brokken begint zo: „r
ste man die ik in Lit sc]
kende, heeft nooit be^
Geen gewoon versl^r
een reis door een
(Gabon) waar ooit
Simenon-voor de nod^
schudding zorgde. a
Remco Campert: ».ScLaj
is nooit een ontvli^
van iets geweest, hetVQj
altijd veroveren gj,j.
Een ontdekking, eerL
meestering van wat j» p
houdt. Maar ook datjj^
niet bewust".
De grote ontnuchter* j.
het thema waarin he^s
van de jaren tachtig^
samengevat. HN-mqve;
over idealen en we^ j-j
heid. De ontnuchter/
treft niet alleen de 1
door allerlei vorme
heidendom overwoei!*']
tenslotte door de conT"
overgenomen - ook
rhusoverwinning v|
markteconomie op hfj I
blok (de twijfels vaj.1
Goudzwaard) en de
van de schaarste spel»
in een rol. Over dit_
onderwerp de vraagje
filosoof Hans Ach
gaan wij naar een i-
van overvloed? „EenA/
leving die op religie [Jei
grondvest, groepeert jncj
nieuw rond een
alk
ilez
principe, de economif
gebaseerd op sctf1
Voorbeelden: de l^rf
heidszorg, de inter en
verhoudingen. Nog ei §c
sof aan het woorL^,
Peursen. Hij spreekt
nieuwe kans voor d»
verhalen. Waarheid,
dan feiten op een rif"
Het einde van: Het
hof (niet de krant hC
de krant), de intelf,
het communisme, de. 1
Oorlog, de Ameij
Droom, de voetbalsjr.
Gooi. De Groene t
met hersenkraker^'
'dichter en denker'
weekbladen komt
niets als enige de k
drie weken niet u
draad in het thema?F*<
dat wat voorbarig al*-
Siècle-trekken verto»
tien jaartjes wachter
essay van Francis
ma: Het einde vanL*JJ
schiedenis. Het m$tr-i
sproken ideologisch!#» C
flet van 1989, maar»Ji«cl
minst gelezen, con20 d'
het blad. Dat het
maar meteen publicien
citaat, dat echter rren<-
op het luisteren n?in"
aria uit de Ring d^en 1
lungen. „We zijn S*
niet alleen getuige1 Is
beëindiging van d€Lker
Oorlog, of van een ^P01
periode in de naoor?'\0<:
schiedenis, maar
einde der geschied® 0<
zodanig. Dat wil zegfse
het eindpunt van d£ai-
gische evolutie van öTam
heid, terwijl de liber10?6
terse democratie alsmin
versele regeringsvorasse
blijft". DICK Hofln