Kerstmischristenen van harte welkom Mooie feestkleding HALLO HOED! Wachten op de griep UIT THUIS QeidóaQowuvnt MAANDAG 18 DECEMBER 1989 PAG^j Glanzende changeant jurk met 19e eeuwse afhangende schouders 199,95; Foxy Fashion). FOTO: PR Wie er tijdens de kerstdagen mooi wil uitzien, maar nog geen keuze heeft kunnen maken uit de vele feestjurken die er in de rekken van de kledingzaken hangen, komt hier misschien toch nog op een idee. De feestkleding van deze winter ziet er schritterend uit en er wordt veel gebruik gemaakt van rijke brocaatstoffen, flu weel, velours, satijn en tapisserie uit oude kastelen. Toch kan een vrouw voor niet al te veel geld het stralende mid delpunt van de avond worden. Naast mooie cocktail-jurkjes, 'zijn er ook volop geklede broekpakken met korte glinste rende jasjes. Zo hangt er in de Foxy Fashion-winkels dit jaar ■een prachtige feestcollectie. Rushes, stroken en strikken completeren het beeld. Seizoen 1989/90 verwelkomt de hoed. Voor man en vrouw. Het is opmerkelijk dat vooral de avant- garde gebrand is op het dragen van een hoofddeksel. Van knalrode joc keypet met grote klep (naar achte ren of naar vo ren) tot een bo venmaatse panne- koek, gevouwen tot een enorme krakeling van haarvilt. Ook de pothoed van 1920 is terug. Hij is bijvoorbeeld gemaakt van een soort bruinig of grijzig breisel, be werkt met leer. De vorm is hoog en recht van lijn; de smalle rand. wordt tot diep bo ven de ogen ge trokken. Een van de jonge Nederlandse hoe- denon twerpers, Alison Beau- champ uit Rotter dam, toonde op een onlangs ge houden show van 'Eigenzinnige Modein Den Haag haar kijk op de hoed. Ze maakt hiodellen van haarvilt, die lijken op een hal ve hoge hoed, waarmee de vrek Scrooge uit Dic kens' 'Christmas Carol' in oude uitgaven wel wordt uitgebeeld. Op een Engelse show in Londen werd een hoed van Betty Jack son getoond met brede rand en lage bol (kroon). Rond de kroon een grote zwart wit genopte mou- seline strik, pas send bij een wijde broek. Van geheel ande re orde zijn de (op bestelling) te ma ken hoedjes van Henriëtte Dijkin- ga in de Jan van Nassaustraat 48, Den Haag, be stemd voor cock tail-avondjes en uitgaan. Ze zijn het best te be schrijven als ge drapeerde 'pill- boxen' van zwar te gepailletteerde stof. De rand is 10 cm hoog, met bij oux en voile (f245, -Verder maakt ze, wat zij zelf noemt, 'luch tige hoedjes' met veel voiles, 135,- 145,-TINY FRANCIS Deze mooie hoed van Betty Jackson was op een show in Londen te,zien Niet de geringste attractie van een katholieke kerkgang op Kerstmis is voor kinderen de kerststal. Op deze archieffoto de kerststal van de rooms-katholieke Antonius Lode- wijkkerk aan de Gaan we nog naar een Nachtmis? En dan bij de uitgang weer van de pastoor te horen krijgen: tot volgend jaar? Maar de kinderen willen het. Het is zo gênant. Nooit laten we ons gezicht zien en met de kerst opeens wel. Maar zonder Nachtmis is het zo kaal. Zo zonder dat echte gevoel. Tja. Dus? Nou goed. Maar dan nemen we een andere kerk! Het verschijnsel doet zich voor in zowel de katholieke kerk als in de reformatori sche kerken: door het jaar heen trekken de vieringen steeds minder belangstelling, maar met Kerstmis is de op komst opeens massaal. Is het een hang naar romantiek die al die rand-christenen spe ciaal in de kerstnacht hun huis uitdrijft? Is hun kerk gang een feest-ingrediënt van dezelfde orde als de boom, de kaarsen en het di ner? Zo ja, dan lijkt de lichte irritatie hierover die sommi ge pastores en predikanten in de kerstvieringen tot uit drukking brengen niet ge heel onbegrijpelijk. Tweeën vijftig weken per jaar lopen zij zich het vuur uit de slof fen om hun gemeenschappen draaiende te houden en ge durende eenenvijftig weken laat „de kudde" het massaal afweten. Zelfs met Pasen, wanneer het hoogtepunt van de christelijke levensbe schouwing wordt gevierd, zijn de kerkbanken vaak half leeg. Maar met Kerstmis, wanneer de sfeer als extra feestelijk wordt ervaren, zijn tallozen opeens graag bereid om in de „room" mee te de len. Toch leert een rondgang langs enkele toonaangevende voorgangers in onze regio dat althans bij hen van irritatie in het geheel geen sprake is. Onzin „Wat een onzin", reageert de Leidse gereformeerde predi kant ds. R.J. Koolstra spon taan. „Iedereen is van harte welkom. Met Pasen, met Kerstmis wanneer men maar wil. We moeten ons re aliseren dat we in een tijd le ven waarin nog maar een minderheid van de mensen zich kerkelijk betrokken voelt. Tegelijkertijd zegt een meerderheid „ja" op de vraag of ze geloven. De opvatting die ik hieraan verbind is dat het pastoraat zich niet mag beperken tot die kleine groep kerkelijk meelevenden. Nee, het moet zich uitstrekken tot heel die kring van min of meer gelovigen. Vanuit die achtergrond wijs ik elke ver wijtende toespeling in een kerstviering van de hand". Ds. Koolstra is verbonden aan de Leidse Samen-op-Weg gemeenten van de Marana- tha-kerk en de Oude-Vest- kerk. Eenenzestig jaar oud, heeft hij de tijd nog meege maakt dat de rand-kerkelijke protestanten voor hun jaar lijkse kerkgang de 31e de cember uitzochten. Deze Ou- dejaarsdiensten zijn in de loop van de afgelopen decen nia steeds meer in onbruik geraakt. In plaats hiervan hebben, ongetwijfeld overge waaid uit de katholieke kerk, de kerstnachtdiensten hun intrede gedaan. En deze zijn nu zo populair geworden, al dus ds. Koolstra, „dat je er bij wijze van spreken net zoveel kunt plannen als je wilt; ze zitten allemaal vol". Ook de Haagse deken Kwaaitaal bestempelt elk woord van vermaan tijdens een Nachtmis als een wan klank. Hij weet dat sommige pastores, bij voorbeeld tijdens de preek, een toespeling op de afwezigheid van de gelo vigen gedurende de rest van het jaar niet uit de weg gaan. Maar hij noemt dit „hinder lijk en zelfs ongepast". Vol gens hem zijn er in zijn deke naat geen priesters die deze benadering voorstaan. Mocht dit echter toch het geval zijn, dan zal hij „niet schromen voor een vriendelijk, maar desondanks hartig woordje met de betrokkene". De Haagse deken: „Het uiten van kritiek tijdens zo'n Nachtmis doet mij denken aan mensen die een ver fa milielid op bezoek krijgen en deze dan aan het hoofd gaan zeuren met klachten als: 'Nou Piet, een mooie boel is dat met jou. We zien je wer kelijk nooit'. Het frappante is natuurlijk dat op het moment dat de kritiek geuit wordt deze Piet er nou juist wèl is". Communie In reformatorische kerken komt het praktisch nooit voor dat met Kerstmis avondmaal wordt gevierd. Maar in de katholieke kerk kan ook de uitreiking van de heilige communie aanleiding zijn voor de pastor om een opmerking te maken die de rand-kerkelijke aanwezigen soms als een terechtwijzing ^ervaren. Zo'n ortho doxe pastor wijst er dan bijvoorbeeld op dat de com munie is gereserveerd voor wie katholiek zijn „en als dusdanig leven". Kan een overtuigd promiscue, altijd cynische, belasting-ontdui kende of anderszins vrijzin nig georiënteerde Nachtmis- ganger van zichzelf zeggen dat hij als „katholiek" door het leven gaat? Of iemand die eerlijk gezegd helemaal niet gelooft dat Christus wer kelijk aanwezig is in het brood dat hij van de priester krijgt uitgereikt? Bij gelegenheden als bij voor beeld een Nachtmis, wanneer de kerk vol zit met mensen die vaak nog maar een flau we notie hebben van de in houd van het katholieke ge loof, pleegt kardinaal Simo- nis voor een explicerend woord omtrent de heiligheid van de communie niet terug te deinzen. Bisschop Bar denkt wat dit betreft een nu ance anders. Hij baseert zich hierbij op dat onderdeel van de communieritus waarbij de Kerk voorschrijft te zeggen: „Zalig zij die genodigd zijn aan de maaltijd des Heren". Naar het oordeel van mgr. Bar is het aan het geweten van de gelovigen zelf om te bepalen of zij al dan niet „ge nodigd" zijn. Nadere uitleg omtrent de inhoud van dit begrip dient volgens hem niet te gebeuren binnen de communie-ritus, maar op an dere momenten die zich daarvoor beter lenen. Waar bij de bisschop voor alle dui delijkheid wel aantekent dat hij er op tegen is om de zin snede over het „genodigd zijn" te vervangen door een meer omvattende invitatie als „iedereen hier aanwezig is welkom en wordt bij deze uitgenodigd". Deken Kwaaitaal kan zich prima vinden in de benade ring van mgr. Bar: „Wat wij als priesters in elk geval niet moeten doen, is op de stoel van Onze Lieve Heer zélf gaan zitten en namens Hem beoordelen wie wel en wie niet ter communie mag gaan". Andere inkleding Ds. Koolstra en deken Kwaaitaal wijzen er beiden op dat de rand-kerkelijkheid van de meeste „Kerstmis christenen" wel noopt tot een wat andere inkleding van de viering dan normaal het ge val is. De hervormde ds. C.J. van Dongen van de Duin- zichtkerk in Den Haag sluit zich hierbij aan: „De afwijkende achtergrond van de kerkgangers op Kerstmis maakt het zinloos om met een theologisch vre selijk doorwrochte preek te komen aanzetten. Op Kerst mis komen de mensen niet voor theologie maar voor wat warmte. Dhar is op zichzelf niets op tegen, dus ik probeer die warmte ook te bieden. Wat bij voorbeeld ook bete kent dat ik zeker niet verma nend ga preken en de men sen ga voorhouden dat ze wat minder moet zwelgen in hun overdaad". Ds. van Dongen tekent hier bij aan interessante waar neming voor de randkerkelij- ken onder ons dat naar zijn oordeel de diensten op Kerstmis door de bank geno men nu juist van lagere kwa liteit zijn dan op andere da gen: „Onder predikanten staat de periode van Kerstmis tot Driekoningen bekend als „de tiendaagse veldtocht". Het is een slijtageslag, en dat komt de concentratie niet ten goe de. Ook de liturgie is dan niet altijd even sterk. Juist omdat je dan te maken hebt met vaak wat anders geo riënteerde kerkgangers dan op een gewone zondag, krijgt zo'n kerstviering enigszins het karakter van een Open- Huisdienst. De diepgang is geringer dan anders. Je reikt de mensen een eenvoudig kleerhangertje aan, terwijl ze eigenlijk een goeie kapstok nodig hebben. Tegen ongelo vige vrienden van mij die wel eens willen weten wat ik daar nou doe in die kerk, zeg ik dan ook altijd: kom 's langs, maar niet met Kerst mis". Dus dit jaar dan toch maar niet naar een kerstnachtelij- ke viering? Aan de andere kant valt dat speciale kerst- nachtgevoel ook weer niet te versmaden. Rand-kerke- lijken hebben nog een week de tijd om te twijfelen. Maar mede namens ds. Van Don gen, ds. Koolstra, deken Kwaaitaal, bisschop Bar en kardinaal Simonis moet we één ding wel duidelijk stel len: ook alle Kerstmischriste nen zijn van harte welkom. WILLEM SCHEER Even leek het er op dat er een neutronenbom op Enge land was gevallen. Het jour naal toonde beelden van lege klaslokalen en onbemande ziekenhuizen waarop duide lijk was te zien dat de gebou wen waren blijven staan maar de mensen niet. Griep in Engeland. Vervolgens kwam de onvermijdelijke dr. N. Masurel in beeld, de griep- professor van Nederland. Nee, in Nederland is er nog geen sprake van een epide mie, maar als die komt dan tussen kerst en nieuwjaar. Bovendien gaat het om een niet al te hardhandig influen- za-virus, en met die epidemie in Engeland viel het overi gens wel mee. Zoals alle Fikkies honden zijn, maar lang niet alle honden Fikkie heten, zo is influenza griep, maar niet elke griep influenza. Er zijn zo'n 188 verschillende virussen, vooral rinovirussen, die het op onze bovenste luchtwegen hebben voorzien, maar er is maar één in fluenza. Word je door die laatste gepakt, door het influenza-virus dus, dan word je behoorlijk ziek. Iedereen kent wel de verschijnse len, maar voor alle volledigheid som ik ze toch maar op. Nog geen twee dagen na besmetting wordt de patiënt plotseling bevangen door koude rillingen. Intussen loopt de temperatuur behoorlijk op tot soms zo'n 40 graden Celsius. De patiënt voelt zich intens beroerd, heeft spierpijn, hoofdpijn, een ver stopte neus en droge kuch. Geen comfortabele ziekte om een baai dag te overbruggen, want de ellen de houdt zeker een dag of vijf, zes aan en het kan soms een paar we ken duren voordat je weer de oude bent. Bovendien helpt, als het vi rus je eenmaal goed te pakken heeft, weinig of niets. Pappen, poederen en nathouden: veel wa ter drinken, rust (dat gebeurt van zelf want bij een beetje influenza tuimel je gelijk het bed in), een as pirientje, neusdruppels misschien en wat vooral helpt is het verstrij ken van de tijd. Uitzieken dus. Als dat alles was, en dat is het meestal, dan was influenza een be trekkelijk onschuldige ziekte. Maar bij een aantal patiënten pakt een doorsnee epidemie gevaarlij ker uit. Meestal gebeurt dan het volgende. Aanvankelijk heeft de patiënt alleen maar een ontsteking door het influenza-virus van de bovenste luchtwegen. De longen proberen het virus buiten de deur te houden, maar als dat ni^t lukt dan is een virus-pneumonie (long ontsteking) het gevolg en ontstaan er kleine schaafwondjes aan de binnenkant van de luchtwegen. Als over het influenza-virus heen ook nog een. bacterie toeslaat - een streptokok of erger: de gevreesde stafylokok - dan marcheren die bacteriën in de achterhoede van het griepleger zonder op enige weerstand te stuiten moeiteloos de longen door. Dit kan, ondanks een behandeling met antibiotica (zoals penicilline), heel snel, in een paar dagen zelfs, dodelijk aflopen. Hoe veel mensen dat overkomt, weet men niet precies. Men schat dat elke epidemie 1500 en misschien wel 3000 dodelijke slachtoffers maakt. Hoe dit te voorkomen? Het mijden van grieppatiënten heeft nauwe lijks zin, want patiënten versprei den het virus al voordat de ziekte verschijnselen duidelijk zichtbaar zijn. Het enige dat helpt is een inenting tegen influenza, een griepspuit. Elk jaar komt in de maand april de vaccinatiecommis sie van de Gezondheidsraad bijeen om te bepalen wie er voor zo'n spuit in aanmerking komt. Dat is een hele waslijst, maar het komt er op neer dat iedereen die diabetes heeft, chronisch ziek is aan hart, longen, nier of bloed, of door een behandeling van een kwaadaardi ge ziekte in het bezit is van een verminderde weerstand, aangera den wordt om in november bij de huisarts een griepspuit te gaan ha len. Dat zijn de zogeheten risicopa tiënten, voor wie influenza net de druppel kan zijn die de emmer laat overlopen. Of mensen boven de 65 ook in aanmerking komen is nog steeds onderwerp van een verhit debat onder de geleerden. Zo is Masurel, die bovendien vindt dat de waarde van de griepspuit danig wordt onderschat, voor, en is het medisch intellect verenigd in de Gezondheidsraad, tegen. Milder De hamvraag. Helpt zo'n spuit? Niet voor honderd procent en wel om twee redenen. Op de eerste plaats is het goed mogelijk om na de spuit bezocht te worden door een van die 188 andere virussen die ook een (meestal milde) griep veroorzaken. Maar ook tegen het influenza-virus werkt de spuit niet altijd. Men schat dat die effect heeft in 60 tot 80 van de 100 inen tingen, met als troost dat als je toch influenza krijgt, die vaak veel milder verloopt. Daar komt nog bij dat het samen stellen van de entstof een 'calcula ted guess' is, een berekende gok. Het virus heeft namelijk de door trapte eigenschap om steeds van uiterlijk te veranderen. Een genia le streek, want de antistoffen die het vaccin heeft opgewekt, wer ken alleen tegen het influenza-vi rus met dat bepaalde uiterlijk. Verandert het van uiterlijk, dan werkt de spuit niet of stukken minder. Daarom houdt de Wereld Gezondheidsraad voortdurend bij in welke nieuwe gedaanten het vi rus weer opduikt en bepaalt dan elk jaar in de maand februari welk vaccin precies in de griepspuit van de winter daarna moet zitten. Het is dus schieten op een buiten gewoon beweeglijk doel. In het vaccin van dit jaar zit entstof te gen een influenza-virus dat in 1986 in Singapore opdook, tegen het vi rus dat in 1987 Shanghai onveilig maakte en tegen een derde die zijn wereldpremière in de Japanse stad Yamagata beleefde. En bingo! Het virus dat nu in Engeland een epi demie veroorzaakt is van het Shanghai-type. Als dat virus van uit Engeland komt overwaaien, dan zijn degenen die een griep spuit hebben gekregen redelijk goed beschermd. Overigens is het voor risicopatiënten nog steeds niet te laat om een spuit te halen. s... .-..i ij door Joke Forceville-Van I Geschenk Men moet de mooie mooi laten en toch oogj0 Hoewel mijn geschiede ertoe heeft geleid dat veel van wijn ben gaaKcx houden en een glaasje fk< voor tafel aan mij zeer besteed, wil ik het, ond, komende feestdagen eJP ondanks de titel daar nOT hebben. Een ander scb»f staat mij voor ogen. Sc' in de betekenis van ee*" schenking doen. Dat is natuurlijk nog iets and. meer dan een cadeauty-c of een rijksdaalder in <t' t collectebus stoppen. Da. V schenken hoort bij belaar vooral ook feestelijke i w gebeurtenissen. Het vano nogal eens op dat menm onze tijd zich er soms g- over opwinden dat aa/r' feestelijk gelegenhedenac wat geld wordt besteefcr mensen maken zich bote wat ze als 'geld over a gooienkwalificeren eu hebben meteen hun alternatieven klaar: da. toch beter besteed gewr een goed doel. Vanuit 1ST binnenste van mijn ha**51 dan bijna meteen de 3 allesbehalve beminnelim, vraag: Wat doen ze zertisi goede doelen? We Eigenlijk is het natuur?*' heel netelige kwestie, t 'doen aan goede doelet.06 word ik wel eens i v gedeprimeerd als jong mensen met veel afke^ar misprijzen luidkeels 2; verkondigen dat soms 02 of mensen die een opê functie vervullen er w. weten als het om uitgL^ voor grote feesten gaa\QA zo verschrikkelijk om >be goede der aarde te geflnV vooral in gezelschap van anderen? We hebben u vol over het behouder schepping. Is er nog ii 14 die er óók van durft PP° genieten? Als de groteMu Schepper zalm, ja zelfs heeft laten 'worden' evolutieproces eventul5.4 is dat niet eveneens zr8® schepping?!) als Hij de>0 0 heeft begiftigd met eeiei j dat wijncultuur, 'He champagneteelt heeft uitgedacht..., zou het goed zijn Zijn tafel ee^ap doen? Heeft Jezus - Mam zijn eerste wonder - ni Fa in wijn veranderd omlC- feestvreugde in Kana nPr( verhogen. Ging hij ni^.o met vriend en tollen aéhist Er bestéan in onze tijty mensen die er heel lai N( sparen om een groot /W(! kunnen geven of meti\aa een leuke reis te makindc bijvoorbeeld hun Nac huwelijksjubileum te |Vo gedenken. En al die aapa jongeren ook, die hurn.oo wenkbrauwen fronsende vingertje opsteken vai een verspilling. Die gG misschien nooit deftig zitten nimmer aan eeiei officiëel banket, hebtnooi champagne en kaviaaSa> geproefd. Maar hoevel™!, biertjes hijsen ze per v hoeveel reisjes maken het jaar heen; op well, jeugdige leeftijd rijdeiQ[ een auto; welke muziekinstallatie seh^Q zich aan. Hoe vaak ne de collectebus op strai Hebben ze al eens eet bedrag aan een goed i geschonken? Rekenei9T0 uit aan het eind van S60 maand, aan het slot jaar, of ze een aanvaP'*? percentage van hun j? afstaan voor wie tek(pee We zouden kunnen "9® overwegen dat wie ur°r feesten kan en anderJ i welkom acht (hoe bi/ioce zelden ook degene is overigens economisch bescheiden leeft. En i heisa om het huwelijkn' Maradonna, dat een r van decadentie is geiP d< Villafana 's kleding jr£>eit 65.000 gulden, voor dl' dollars zijn 280 gasten6 P< overgevlogen en honfa6*- gouden ringen warede v< torenhoge bruidstaartme' Ik heb er diep over /iPrd1 Voetballers verdienen* bï ogen ongelooflijk veerlet die bruidscreaties onPnd hebben daar, dunkt i dagwerk aan. Gun ze enkele keer eens eerwftl kostelijke/kostbare opmp Ik hoop dat die 'bruiie di de jaren '80' het gelukkig heeft gema&.Q gasten evenzeer. Had- Claudia en Diego in CT bruidstaart ook een laten bakken. Een ch woog/opwoog tegen i van het feest? Een cl voor wie honger lijdt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 10