Uitdagende Kees van Dongen
bij Boymans-van Beuningen
Kijk het spook recht in de oge
Schubert met
authentiek notenbet
Leidse Courant: voor meer dan nieuws alleen. Een krant voor u!
KUNST/RTV
£cidóe @ou4a/nt
ZATERDAG 16 DECEMBER 1989 PAQf
Huygensprijs voor Koolhaas vanwege eenheid taal en vorm
DEN HAAG Burgemeester
A. Havermans van Den Haag
heeft gisteren de Constantijn
Huygensprijs uitgereikt aan
Anton Koolhaas. Koolhaas
kreeg de prijs voor zijn hele
oeuvre. De andere prijzen van
de Jan Campertstichting wa
ren voor Miriam van Hee voor
haar gedichtenbundel „Win
terhard" (Jan Campertprijs),
Jeroen Brouwers voor zijn ro
man „De Zondvloed" (F. Bor-
dewijkprijs) en Ienne Biemans
voor haar kinderversen in
„Lang zul je leven" (Nienke
van Hichtumprijs).
Volgens de jury van de prij
zen, bestaande uit Harry Bek
kering, Margaretha Ferguson,
Han Foppe, Anton Kortweg,
Jan van der Vegt, Herman
Verhaar, Anne de Vries, Paul
de Wispelaere en Ad Zuider
ent, vertoont het werk van
Koolhaas „een eenheid van
vorm en inhoud, die het ken
merk is van een sterk schrij
verschap". In het juryrapport
wordt verder opgemerkt dat
bij elke bladzijde Koolhaas de
schrijver onmiddellijk herken
baar is. De jury roemt zijn ver
halen, die allemaal de thema
tiek bezitten van een eenheid
in al het levende en een on
ontwijkbare aanwezigheid van
de dood.
De kracht van de gedichten
bundel „Winterhard" van Mi
riam van Hee schuilt volgens
de jury in de beperking. Van
Hee is zuinig met woorden,
met leestekens, bijvoeglijke
naamwoorden en metaforen.
De zinnen zijn sober, maar vol
illusies: daardoor is ondanks
die soberheid de poëzie van
Van Hee niet pessimistisch.
Jeroen Brouwers heeft volgens
het juryrapport met „De Zond
vloed" al zijn voorgaande ro
mans overtroffen. In het werk
stelde Brouwers zich ten doel
al zijn boeken samen te vatten
en te verwijzen naar wat hij
reeds had geschreven. Het
boek werkt ook daadwerkelijk
als een zondvloed: de lezer
wordt meegesleept, dreigt in
ademnood te komen, onderge-
spoeld te worden, maar wordt
door de golven toch tot grote
hoogten opgestoten. Het hoog
tepunt in het werk van Jeroen
Brouwers, zo concludeert de
jury.
Ienne Biemans heeft met haar
dichtbundel „Lang zul je le
ven" bewezen het oude genre
van de bakkerrijmpjes een ge
heel nieuw leven in te kunnen
blazen. De bekoring is vooral
gelegen in de schijnbare sim
pelheid van de gedichtjes. De
teksten suggereren veel, maar
een definitieve interpretatie is
niet te geven, hetgeen ze
maakt tot goede poëzie, aldus
de jury.
Schrijver Anton Koolhaas, geflankeerd door Ienne Biemans (r) en
Miriam van Hee. foto: anp
Raad voor het
Cultuurbeheer
positief over
verzelfstandiging
rijksmusea
DEN HAAG Verzelf-
standiging van de zestien
rijksmusea is in principe
een goede zaak al moeten
de plannen beter worden
gemotiveerd. Ook moeten
de consequenties daarvan
beter worden overdacht.
Dat is de kern van het ad
vies dat de Raad voor het
Cultuurbeheer heeft uit
gebracht aan de minister
van welzijn, volksgezond
heid en cultuur (WVC).
De aanbevelingen zijn gis
teren bekendgemaakt
door het ministerie.
De minister had advies over
de mogelijke verzelfstandiging
van de rijksmusea gevraagd
naar aanleiding van het in au
gustus gepubliceerde rapport
„Zoeklicht op zelfstandigheid".
De raad vindt in de eerste
plaats dat het tot de verant
woordelijkheid van de minis
ter blijft behoren om een be
leidsvisie te ontwikkelen over
de betekenis en het functione
ren van het museumbestel als
geheel. Ook vindt de raad dat
de verzelfstandiging van de
rijksmusea alleen kan slagen
als de rijksoverheid meer fi
nanciële middelen beschikbaar
stelt. Die zijn bijvoorbeeld
hard nodig om de achterstan
den in conservering en restau
ratie in te lopen. Als criterium
voor de keuze van de verzelf
standiging (door de oprichting
van staatsbedrijven, stichtin
gen of naamloze vennoot
schappen) geldt het antwoord
op de vraag welke vorm de
minister de beste mogelijkhe
den biedt voor het voeren van
een beleid voor het museum-
bestel en het waarmaken van
de rijksverantwoordelijkheid
voor de collecties, aldus de
raad.
ELKE DONDERDAG DE
BIJLAGE BIJ UW KRANT MET
INFORMATIE OVER FILMS, MUZIEK
THEATER, RECREATIE, EXPOSITIES
EN EEN COMPLETE AGENDA
Geen krant ontvangen? Bel
tussen 18.00 en 19.00 uur,
zaterdags tussen 14.00 en
15.00 uur, telefoon 071-
12.22.48 en uw krant wordt
nog dezelfde avond nabe
zorgd.
GENIETEN TOT 12 FEBRUARI
Museum Boymans-Van Beuningen,
Roterdam: Kees van Dongen
(1877 - 1968) schilderijen en teke
ningen met de nadruk op werk uit
de fauvistische periode. Van 17
december tot en met 11 februari.
Geopend di. t/m za. 10 tot 17 uur,
zo. 11 tot 17 uur; beide Kerstdagen
geopend, nieuwjaarsdag gesloten.
ROTTERDAM Hoe
zou het toch komen, dat
Appolinaire van de van
oorsprong Rotterdamse
schilder Kees van Don
gen beweerde „dat het
een tweejarige gewoonte
van Van Dongen leek te
worden om een werk op
te hangen dat vervolgens
werd weggehaald". En
waarom bezorgde Van
Dongen Parijs stelselma
tig een rel, vlogen kritici
elkaar in de haren wan
neer de schilder een stijl
moest worden aangewre-
ven?
Fauvistisch, wordt nu be
weerd. Maar in zijn tijd, 1877-
1968, Van Dongen werd ne
gentig, werd van alles be
weerd. Museum Boymans-
van Beuningen in Rotterdam
toont van vandaag tot 12 fe
bruari volgend jaar heel pre
cies aan waarom.
De ruimte die dat wilde beest
Van Dongen krijgt, liegt er
niet om: trapje op, rechtsaf
en dan een blik in een gigan
tische lichte, open ruimte,
met meteen al een pats in het
gezicht: zo'n heel erg groot,
donkerogend vrouwmens,
dat kan alleen van Van Don
gen zijn. En zo vervolgens,
tot een onvervalst vermoe
den: wat was het toch lekker
om Kees van Dongen te zijn
geweest. Ondanks alle praat
jes, want die kwamen er na
tuurlijk ook van.
Waarom werk van Van Don
gen regelmatig werd ge
weerd, mag nu wat komisch
aandoen, enig begrip voor de
geshockeerde autoriteiten
kan moeiteloos worden opge
bracht. Kees van Dongen
was een wild beest, een fel
levend mens, een die zich er
van bewust was dat hij was
toegerüst met begeerte en
verlangen en óók vervuld
Kees van Dongen met Brigitte Bardot in 1960.
van schoonheid. Dat mepte
hij bijelkaar en zo kwam dat,
vrijwel onvervormd, op het
doek.
Banaal?
Het werd hem niet steeds in
dank afgenomen, Van Don
gen werd verweten dat hij
oppervlakkig bezig was en
voorkeur vertoonde voor ba
nale onderwerpen. Ja, vast
wel. Maar dat banale werd
vlammend en geestdriftig in
olieverf op doek gezet en elk
schilderij biedt een schok.
Soms, vaak zelfs, méér, zoals
bij een' relatief klein werk,
een vrouwengezicht met de
opvallend donkere ogen, dat
de bezoeker nakijkt, tot in
welke hoek hij ook vlucht en
bedremmeld moet terugko7
men: ja, ik kom al, maar.
Kees van Dongen is uitda
gend en overstelpend, van
grote maar geraffineerde
eenvoud, tot een magister
aan wie niet of moeilijk valt
te ontkomen. Zijn bloot is
bloot, maar dan ook heel in
tens en lijfelijk schaamteloos.
En zelfs in zijn landschappen
waar Van Dongen zich nau
welijks mee bezighield en
waar deze expositie er maar
één van toont, komt dat
overdonderende van de
schilder over: die regenwol
ken komen recht op de kij
ker af en dreigen hem te
overspoelen. Het is geen echt
'mooi' landschapje; maar
foto: boymans-van beuningen
geen sterveling die eraan
ontkomt.
Dan is er die oranje deur in
een overigens vrij kaal ver
trek, met kast en schilderij.
Van dichtbij bezien wel mooi
en zo en indringend. Maar op
grotere afstand bezien gaat er
heel wat gebeuren: de toch al
grote ruimte krijgt er een
knallende ruimte bij, het lijkt
te waaien en te tochten en
niet alleen die deur is in be
weging.
Dochtertje
Vrouwen en uitdaging, Kees
had het dondersgoed voor el
kaar. En dan, ineens, zo'n
verstild intiem werk om, na
al dat gedonderjaag, ,te gaan
fluisteren: een portret van
zijn mogelijk driejarig doch
tertje. Het prille bewustzijn
van dit kind, het lichte ge
baartje naar die hoed, het
staat er eeuwig mooi op: óók
Van Dongen.
Het is een tentoonstelling ge
worden met ruwe schater
lach, bruisend fel en met
nauwelijks beteugelde en
vormgegeven emotie, of men
zich daarvoor schaamt of
niet. Fauvistisch, maar wat
zegt zo'n naam nou helemaal,
want felgekleurd en vorm-
vrij. Nou ja; dat felgekleurde
klopt wel, maar over het
vormvrije valt te discussië
ren. De vorm mag vrij zijn,
maar van willekeur is geen
sprake: Van Dongen wist op
de milimeter nauwkeurig
waar z'n penseel terecht
moest komen om te bereiken
wat hij waar wilde maken.
Groots en meeslepend, deze
keer toch wel, een tentoon
stelling als een levensverslag.
De expositie gaat vergezeld
van een gloeiend mooie cata
logus, waarin alle heftigheid
van Van Dongen is terug te
vinden. Maar toch en be
doeld als posthuum compli
ment: Van Dongen is in de
beste catalogus, gemaakt met
de meeste zorg, niet te van
gen. De vele kleurenrepro-
dukties zijn mooi en geven
een goede indruk. Maar als
een reproduktie wordt verge
leken met het origineel, dan
vallen niet alleen de gebrui
kelijke afwijkingen in kleur
op. 't Is wat anders. De por
tretten, ook die grote en stati
ge van hautaine en ongege
neerde vrouwen, in deze mu
seumzaal gaan ze leven en
staan ze nog éven model. In
het boek zijn het prachtige
platen.
Van Dongen een fauvist, een
verfranste Hollander, een
eenling, een flierefluiter, of
wat? De kritici uit zijn tijd le
ken zich meer zorg te maken
om de naam die ze Kees
moesten opplakken, dan om
zijn werk. En wat die Van
Dongen toch voor een kerel
was. Terugblikkend is die
heisa geheel verstomd en
blijft een kunstschilder over
met ogen in z'n kop en leven
in z'n lijf. Negentig jaar lang.
Het kon erger.
FRITS BROMBERG
Schubert: Symfoniën door Clau-
dio Abbadio en The Chamber Or
chestra of Europe. Vijf cd's in
cassette, ook los verkrijgbaar.
Deutsche Grammophon nrs.
423652-2 (1&2); 423653-2 (3&4);
423654-2 (5&6);423655-2 (8
Grand Duo);423656-2 (9 Ouver-
türe Rosamunde).
't Zal je maar gebeuren: alles
is gepland voor de opnamen
van de symfonieën van
Schubert en niets lijkt een
goede serie platen voor
Deutsche Grammophon in
de weg te staan. Wat de te
spelen partituren betreft
lijkt ook alles in orde. Voor
de eerste drie symfonieën is
er de „Neue Schubert Aus-
gabe", op basis van de hand
schriften; voor de beruchte
Onvoltooide (de achtste) was
er de gezaghebbende Peters
editie van 1983 en voor de
nummers vier, vijf en zes lag
de editie klaar van Brahms,
nog altijd goed gedacht voor
een verantwoorde uitvoe
ring. En dan staat daar
opeens een meneer die zegt
dat het eigenlijk zo niet kan.
Want wie de originele hand
schriften van de symfonieën
vergelijkt met wat op de les
senaar ligt voor de plaatop
namen, moet het er wel mee
eens zijn: de verschillen zijn
te groot. Dus moet er eerst
onderzoek worden gedaan
en zo feitelijk de draad van
de tijdelijk gestaakte Neue
Schubert Ausgabe oppak
ken, te beginnen met symfo
nie nr. 4.
Zoiets gebeurde in 1986. De
dirigent was Claudio Abba-
do, de plaats Wenen en de
meneer Otto Biba, direkteur
van de Gesellschaft der Mu-
sikfreunde.
Abbado stapte na de inter
ventie van Biba bij wijze van
spreken van achter de lesse
naar naar de archieven en
was binnen enkele minuten
overtuigd: ik moet mijn
plannen wijzigen; dit kan in
derdaad niet. De verschillen
tussen de handschriften en
de gedrukte partituren wa
ren te groot.
De bronnen voor een herzie
ne partituur waren divers.
Er bleken bijvoorbeeld auto-
§rafen (handschriften van
chubert)# te zijn van de
symfonieën 1,6 en 9; boven
dien waren er nog partitu
ren voor de diverse instru
menten van de hand van
tijdgenoten (onder meer van
Schuberts broer Ferdinand).
De vierde, als voorbeeld,
bleek in de Brahms-editie
diverse toevoegingen te be
vatten, van complete maten
tot enkele stemmen en hier
en daar verdubbelde hij een
fagot of cello. Dezelfde din
gen deed hij trouwens ook in
de zesde, maar de vierde
bleek het meest „verrijkt" te
zijn met Brahms.
In het algemeen geldt dat de
gedrukte partituren van
Schubert vrij ingrijpend zijn
veranderd op het punt van
de accenten en de dynami-
Claudio Abbado
de gedrukte editie
vierde bijvoorbeeld
onderscheid dat Scl
maakt tussen accenten {j:;
en boven een noot, géi>
opgeheven. Twee jaarlf:
gewerkt aan de herzÊ|
van de partituren. Eelj
zikant (Stefano Mollop
het Chamber Orchesr;
Europa dat de Schi
werken uitvoert, dee,
klus.
Men kan zich trouwenf.
enigen met Abbado
zegt dat Brahms (ol0
Schubert zoveel iib|
heeft gehad) in diens ,^r
selen" aan de Schube^
gaven niet altijd bij vo^n
afgewezen dient te wcd
In de „grote" C-dur (I^c
bijvoorbeeld heeft B|d
op goede gronden ^qi
maten (Scherzo) gesiU
„die zijn namelijk niet|z
berts sterkste maten", (V
Abbado. U
De dirigent houdt ind
verantwoording van du
tauratieve werkzaam^
rekening met de mo^
heid dat er fouten zije
maakt. „Wij hebben 3g
maar geprobeerd oije
dicht mogelijk bij de tje
lingen van Schubert
men. Ik hoop natuurlij
dat mijn interpretaties
uitvoering recht doen i
„geest" van SchuberüC
ziek en dat er iets rfE
aan de luisteraar worf01
presenteerd".
Welnu, op het niveau
meeste muziekliefhwe
gaat het natuurlijk o»c
laatste. Niet de houd
heid van wetenschap^
pretenties betreffend^
notenbeeld, maar de a<o
sering van een grootse»P
tieve prestatie is het
van de opnamen. 1
Wat mij betreft is Abbm
met zijn Europeees Kpi;
orkest inderdaad in gef
iets nieuws te brengr
een bovenmatige mu)s
prestatie. Of dat nl
komt van de „origine!
centen, fraseringsl"
marcato of staccato t<£!
Zeker is dat het zich v)
pen in de wijze
Schubert gebruikt h
van uitdrukkingsmi/
en dat het bij wijze var8g
ken tussen de noten,ia
kruipen met het o©n
„fouten", een heel inteF
ontmoeting met het fqjj
aspect van de muziek
volge 'heeft. En zeker l
dat daardoor een andei
kend resultaat verschil1^
Een karakteristiek vg N
resultaat is in mijn wil
ming een „verfriste" EC
bert. Omvang, spee10
van orkest en andere
riele voorwaarden hn
daar mee samen, maaoc
de orenschijnlijk ondoj
sche visie van AbbadoJ5
zo Duits fundamenteel
zo Brahms-zwaar, z< S|
kunnen zeggen. Hij io
opnieuw een meester
detail: een uiterst fijnzj?*
afronding van een fr^j(
het fijnmazig gebruil
crescendo en diminini
Het orkest blijkt ondeP
leiding een uitstekend
schap met een eigef^i
„fris" karakter. Dat de0.
men genomineerd zijnn
een award is dan ooiJ
strekt begrijpelijk.
LUTSEN KOOL*
IRA-bommen
helaas actueel
IRA-bommen ontploffen nog
regelmatig. Daardoor is het
boek „Fataal Verraad" van
Michael Chaplin nog steeds uit
het leven gegrepen. Chaplin
verhaalt over een zekere Mi
chael McGurk, die hoog is ge
stegen in de hiërarchie van
het Ierse Republikeinse Leger.
Hij heeft al de nodige, dodelij
ke opdrachten vervuld, maar
komt tot het besef dat hij
verkeerd bezig is als hij be
trokken raakt bij de moord op
een gezin met een klein kind.
McGurk besluit niet alleen te
kappen met het IRA-werk,
maar tevens de namen van
een aantal sleutelfiguren bij de
politie bekend te maken. De
overloper heeft natuurlijk in
Belfast geen leven meer en
vertrekt na het proces voor
zien van een nieuwe identiteit
met vrouw en kinderen naar
Australië. Daar wordt door de
IRA de jacht op hem ingezet.
Chaplin schildert in zijn boek
op onderhoudende wijze onder
meer de moeilijke gezins- en
levenssituatie, waarin McGurk
verzeild raakt. Waarbij vooral
het tienjarige zoontje een op
merkelijke rol speelt.
FRANK WERKMAN
MEDICIJN TEGEN VLIEGANGST IN HANDBOEK VOOR LUCHTREIZIG"
Kennis van zaken en inzicht kunnen er toe bijdragen dat de vliegangst in toom wordt gehouden.
Een kijkje in de cockpit, op de foto in een Boeing 747, kan in dat verband vaak helpen.
FOTO: SP
„Vliegen, het nieuwe handboek voor
luchtreizigers". Uitgave Zomer en
Keunig, Ede. Prijs 39,90.
Veel luchtreizigers zijn pas in
de wolken als ze weer met de
beide benen op de grond staan.
Zodra het vliegtuig heelhuids
over de landingsbaan uitrolt,
ontladen zij hun opgekropte
spanningen en emoties in een
opgelucht applaus.
Er zijn ook mensen die met
geen stok in een vliegtuig te
krijgen zijn. Volgens een Ame
rikaans onderzoek durft één
op de zes volwassenen niet te
vliegen. Zij denken dat ze de
kluts kwijt raken, het be
nauwd krijgen, in paniek ra
ken, vallen, verongelukken of
- in het gunstigste geval - zich
belachelijk maken.
Bange reizigers help je niet
van hun vliegangst af met kil
le cijfers. Zo in de trant van:
Vliegen is 25 maal veiliger dan
autorijden. En: Elk jaar ver
voeren meer dan 11.000 vlieg
tuigen bijna één miljard passa
giers van 1000 luchthavens
zonder incident of ongeluk,
dus waarom zou je bang zijn?
Statistieken zijn geen medicijn.
Wie echt bang is heeft alleen
maar oog voor de rokende res
tanten van neergestorte toe
stellen, een uitzondering op de
regel.
Ontspanning
Er bestaan tegenwoordig cur
sussen om vliegangst te over
winnen. Volgens de samenstel
lers van „Vliegen, het nieuwe
handboek voor luchtreizigers"
is het echter mogelijk op eigen
houtje de angst te overwinnen
en een luchtiger kijk op het
vliegen te krijgen. De auteurs
doen dat niet door de angst te
bagatelliseren, maar door het
spook juist recht in de ogen te
zien. Zij leren de reizigers een
aantal ontspanningsoefenin
gen, want, zo luidt de kern
van hun verhaal „een passa
gier die volkomen op zijn ge
mak is, kan niet bang zijn".
Omdat ook kennis van zaken
en inzicht er toe bij kunnen
dragen dat de vliegangst in
toom wordt gehouden, geeft
het handboek, in de herziene
heruitgave, uitgebreid ant
woord op alle mogelijke vra
gen. Zonder valse bescheiden
heid belooft het „alles over
vliegtuigen, luchthavens en
vliegverkeer". Die volledig
heid maakt het boek interes
sant voor alle luchtreizigers,
van de vakantieganger die
voor de eerste keer het lucht
ruim kiest, tot de zakenman
die zich wekelijks vliegens
vlug verplaatst.
Spottergids
Ook voor hobbyiesten bevat
het 240 pagina's tellende nas
lagwerk een schat aan gege
vens. Zo is er bijvoorbeeld een
„spottergids" voor het herken
nen van vliegtuigen opgeno
men. Gegroepeerd naar het
belangrijkste herkenningspunt
- de plaats van de motoren -
worden alle nog vliegende
vliegtuigtypen besproken en
afgebeeld. De legendarische
DC-3 (Dakota) staat er in,
maar ook de hypermoderne
Airbus A340 die in 1992 in
dienst komt, kleine zakenjets
als de Beechcraft 1900 en vrij
onbekende Russische Ilyushins
en Antonovs. Bovendien zijn
de kleuren van bijna honderd
internationale luchtvaartmaat
schappijen opgenomen, alsme
de een overzicht van alle be
langrijke luchthavens in de
wereld.
Maar de meeste plaats is inge
ruimd voor boeiend
ven en goed geïlustreF
formatie over het
keer, het werk van cL
tuigbemanning, de roF
verkeersleiding, over F1
vliegtuig in de lucht bj;1
het bestuurd wordt, F1"
opstijgt en landt emj*
over alles wat je als rf
zou willen weten, var'
in en veiligheidscontl'
wolkenluchten en bi
handeling.
iei
Het handboek geeft eKv
aantal nuttige (gezoBE
)wenken. BijvoorbeeldN
de moeilijkheden ey.
luchtdruk overwint
kent met jet-lag, de bj
een oost-west vlucht (N1
keerd), waarbij verscdy
tijdzones worden gef©
Aan de hand van eenss
kan de reiziger ui^E
hoeveel uren of dager^O
dig zijn om de jet-lag-F
winnen. De wenkenn
mengebald in de „TiP0
den voor luchtreizigef^
Het enige dat in „Vlif
nieuwe handboek voflu
reizigers" ontbreekt i?11
leiding tot piloot. J2
AAD
J»
ik;