Amsterdamse diakonie bedolven
onder financiële hulpaanvragen
Ceidóe SotvuW
kerk
wereld
Vraagtekens
bij het
hiernamaals
Ds. F.P. Stam krijgt
prijs voor proefschrift
Steeds grotere scholen...een grote vergissing?
Schoolwijzer
GEESTELIJK LEVEN/OPINIE
CcidócSomant
VRIJDAG 8 DECEMBER 1989 PAGINAIN
Britse methodisten: armen dupe van beleid Thatcher
LONDEN Opnieuw is het beleid van
de regering Thatcher onder kerkelijke
kritiek komen te staan. Na forse
woorden onder andere anglicaanse
woordvoerders heeft nu de synode van
de methodisten zich gewend tot oud-me-
thodiste Margaret Thatcher.
De armen zijn van het beleid van de re-
gering-Thatcher de dupe. Daarom moet
de regering een reeks van maatregelen
op het gebied van de huisvesting, de ge
zondheidszorg en het onderwijs intrek
ken en een beleid te ontwikkelen dat
erop gericht is de armoede uit de Britse
samenleving te bannen.
Zo luidt de strekking van een brief die
de huidige en vroegere voorzitter van de
methodistische synode, dr. John Vincent
en dr. Richard Jones hebben afgegeven
bij Downingstreet 10, de ambtswoning
van de Britse premier.
De synodevoorzitters schreven hun
brief, omdat Thatcher, methodistisch op
gevoed maar nu lid van de anglicaanse
kerk tot twee keer heeft geweigerd met
een delegatie van de methodistische sy
node te spreken over haar beleid.
De achtergrond voor het verzoek om een
gesprek was de „verontwaardiging" van
de synode over „de verdeeldheid zaaien
de gevolgen van het regeringsbeleid dat
de rijkdom van de rijken doet toenemen
ten koste van de armen".
De twee synodevoorzitters schrijven dat
„een natie niet rijk of geslaagd kan zijn,
als sommigen in een „onderklasse" zijn
vastgepind of zijn beroofd van de midde
len om aan de samenleving een bijdrage
te geven".
Waarheid hoeft
weinig woorden
Dirk Camphuysen
Zeker achtenveertig pro
cent van de Nederlanders
loochent een leven na de
dood. Van hen behoort
twaalf procent tot de
meelevende kerkgangers.
Zij menen, dat sterven
'gewoon' tot het leven be
hoort.
Deze cijfers van het Cen
traal Planbureau worden
aangehaald in het boek
„Houdt het op met de
dood?", dat is uitgebracht
door diverse theologen en
filosofen van de Vrije
Universiteit in Amster
dam en de Rijksuniversi
teit in Utrecht. De meer
derheid van hen conclu
deert, dat het geloof in
een hiernamaals wezen
lijk hoort bij het christe
lijk getuigenis.
Het leven van Christus
scharniert om zo te zeggen
bij alle evangelisten om zijn
opstanding uit de doden.
Toch zijn er ook vanuit de
bijbel wel vragen te beden
ken. De Nieuwtestamenticus
J. S. Vos haalt het bijbel
boek Prediker aan om te la
ten zien, dat het in de Heili
ge Schrift allerminst koe-
koekseenzang is. Er staat bij
voorbeeld: „Beter een leven
de hond dan een dode
leeuw. Levenden weten ten
minste nog dat ze doodgaan,
maar doden weten helemaal
niets meer. Ze hebben niets
meer te verwachten, zelfs
hun naam wordt vergeten".
Vos concludeert: „Het blijft
een zeer opvallend feno
meen, dat zowel de Synago
ge als de Kerk en wel in
een tijd waarin een geheel
andere visie op de verhou
ding van leven en dood do
minerend was geworden
het boek Prediker canoniek
hebben verklaard en zo deze
sceptische levenswijsheid als
goddelijke openbaring heb
ben aanvaard".
Andere geschriften geven
een veel centralere plaats
aan de bpstanding van de
doden. Vos: „Het is de
vraag, hoe je deze uiteenlo
pende vormen van geloof in
een eeuwig leven in het
vroegere jodendom en chris
tendom interpreteert. Zelf
ben ik geneigd ze te zien als
een symbolische taal: als aan
een bepaalde cultuur gebon
den uitingen van hoop en
vrees". Op de vraag hoe het
lichaam er na de opstanding
uitziet, gaat de bundel ook
in. L. J. van de Brom, gods-
dienstfilosoof, haalt de Ame
rikaanse auteur Martin
Gardner aan, die een verge
lijking trekt met een water
golf: is deze nog dezelfde na
een afstand van enige kilo
meters afgelegd te hebben?
Ja en nee. Zo is het ook met
de continuteit van mensen
door de dood heen. Van den
Brom zelf ziet die continu
teit in de relaties. Al die. re
laties blijven anatomisch
verborgen. Maar ze zijn er
wel. In onze relatie met God
is het even zo.
„Houdt het op met de
dood?" is een boek, geschre
ven in begrijpelijke taal. De
schrijvers die in het laat
ste hoofdstuk ook met el
kaar in discussie gaan
kiezen overwegend voor de
noodzaak van een opstan
ding uit de doden, maar zij
die dit dogma ontkennen,
mogen niet verketterd wor
den zeggen ze. Het mag geen
breekpunt zijn. Dat is pasto
raal te verantwoorden, maar
hoe moeten we ons dat dan
verder voorstellen? De op
standing is toch een stutbalk
van het geloof? Kan je maar
zo een stutbalk wegnemen?
Komt dan het hele huis niet
naar beneden?
KLAAS VAN DER KAMP
A. W. Musschenga en H.
M. Vroom (redactie),
„Houdt het op met de
dood?", Kok Kampen,
prijs: 27,50.
Nederlandse Hervormde Kerk
Bedankt voor Leerdam H.O. Mole
naar te Puttershoek.
Gereformeerde Kerken
Beroepen te Britsum drs.H.J. Meijer,
kand. aldaar, die dit beroep heeft
aangenomen. Beroepen te Bedum
(Noord) i.c.m. Onderdendam mw.
drs.E.J. Baarlink, kand. te Kampen,
die dit beroep heeft aangenomen.
HAAGSE SECRETARIS SEKERIS: SITUATIE BU ONS NIET ALARMEREND
AMSTERDAM Het
aantal uitkeringen van de
diakonie van de Her
vormde Gemeente Am
sterdam aan mensen in
financiële problemen is
het afgelopen jaar „ont
stellend toegenomen". De
Amsterdamse centrale
kerkeraad heeft deze
„zorgwekkende ontwik
keling" onlangs moeten
constateren. In Den Haag
en in Rotterdam is de si
tuatie niet alarmerend.
Wekelijks staan er ongeveer
70 Amsterdammers met een
vraag om financiële onder
steuning op de stoep van het
diakonaal bureau. Vorig jaar
waren dat er slechts 25, zo
verduidelijkt stafmedewerk
ster Irene van der Woude.
Per week wordt voor 5 a
10.000 gulden uitgekeerd. Op
de begroting voor dit jaar
stond voor deze „handreikin
gen" een bedrag van 120.000
gulden.
Voor 1990 is dit bedrag ver
dubbeld, maar ook dat zal niet
genoeg zijn om tegemoet te
komen aan de groeiende
vraag van mensen met een
uitkering, daklozen en zwer
vers en vooral asielzoekers.
„Het loopt gigantisch uit de
klauwen", aldus Van der
Woude. Zij hoopt dat het zo
juist ingestelde noodfonds
voor grote steden van de Ge
nerale Diakonale Raad van de
Nederlandse Hervormde
Kerk uitkomst zal brengen.
„Wij zijn hier niet op voorbe
reid en dat willen we ook
niet", zegt Van der Woude.
Zij wijst erop dat de diakonie
hier „oneigenlijk werk" ver
richt, zeker waar het gaat om
financiële ondersteuning van
asielzoekers. Zolang de Ne
derlandse overheid op dit
punt echter een restrictief be
leid blijft voeren en politici
verzuimen een structurele op
lossing te zoeken, kan de dia
konie moeilijk anders. „Tegen
mensen die verzuipen, kun je
niet zeggen: verzuip maar".
De hervormde diakonie geeft
liever geen ruchtbaarheid aan
haar financiële handreikin
gen, omdat zij al jaren pleit
voor een structureel, samen
hangend beleid dat dit soort
doekjes voor het bloeden moet
voorkomen. „Het is zeker
zo tegen Kerst heel makke
lijk om op straat te gaan staan
collecteren met een vieze
arme zwerver naast je", zegt
Van der Woude. „Maar dat
willen we dus niet, wij zoeken
naar gerechtigheid".
De situatie in Den Haag is
„niet echt alarmerend", zegt
secretaris K. Sekeris van de
hervormde diakonie in de
Hofstad. Vorig jaar werd on
geveer 130.000 gulden uitge
keerd voor individuele finan
ciële hulp en voor 1990 mag
dat bedrag oplopen tot 145.000
gulden. „Er zijn wel meer
vragen om hulp op ons afge
komen" zegt Sekeris, maar
hoeveel dat er precies zijn, is
moeilijk te zeggen.
Het verbaast Sekeris niet dat
zijn collega's in Amsterdam
zo'n enorme toeloop krijgen te
verwerken. „Als je een diako
naal spreekuur gaat houden,
dan trek je vanzelf mensen
Ook op het bureau in Den
Haag „komen er wekelijks
een paar langs", maar de dia
konie voelt er volgens Sekeris
niet voor om al te snel met de
geldbuidel klaar te staan. Te
meer daar de kans groot is dat
de mensen komen uit „het
circuit waar alle adressen van
hulpinstanties worden uitge
wisseld".
In Rotterdam is het bedrag
aan financiële uitkeringen de
laatste jaren stabiel, omdat de
hervormde diakonie daar en
kele jaren geleden al het pla
fond bereikte, zegt een mede
werkster, wijzend op de voor
trekkersrol van de Paulus-
kerk. Aan asielzoekers wordt
per jaar ongeveer 250.000 gul
den uitgekeerd en daarnaast
is er voor anderen ongeveer
50.000 gulden.
Gedenkteken
Joods
weeshuis
Gisteren is in
Amsterdam een
gedenkteken
onthuld ter
nagedachtenis
aan de
pupillen en
verzorgers van de
Nederlands-
Israelitisch
Jongensweeshuis
(1943). De
kinderen kwamen
allen om in het
kamp Sobibor.
Het gedenkteken
is een plaat in het
plaveisel voor de
ingang van de
Stopera, waar tot
1977 het pand
van het
Jongensweeshuis
stond.
Op de foto:
belangstellenden
lezen de tekst op
het gedenkteken
in het plaveisel.
FOTO: ANP
LEIDSCHENDAM De
Koninklijke Nederlandse
Akademie van Weten
schappen heeft de Johan
de la Court-aanmoedi-
gingsprijs toegekend aan
de gereformeerdè predi
kant dr. F.P. van Stam
(46) te Leidschendam
voor zijn proefschrift
„The controversy over
the Theology of Saumur,
1635-1650", waarop hij
vorig jaar november aan
de theologische faculteit
van de Vrije Universiteit
te Amsterdam promo
veerde.
De prijs, waaraan een geldbe
drag van 10.000 gulden is ver
bonden, wordt toegekend aan
mensen die onbetaald onder
zoek hebben verricht.
Het proefschrift, dat onder
begeleiding van de kerkhisto
rici prof. dr. C. Augustijn en
prof. dr. K.U. Gabler tot stand
kwam, beschrijft de strijd die
enkele decennia voor de Her
roeping van het Edict van
Nantes (1685) onder Franse
protestantse theologen uit
brak. Inzet was de predestina
tieleer van Moyse Amyraut,
hoogleraar aan de academie
van Saumur. Het conflict trok
ook buiten Frankrijk aan
dacht omdat sommige com
battanten een professoraat in
het buitenland hadden, zoals
André Rivet in Leiden.
De studie van Vart Stam is
vooral gebaseerd op corres
pondenties en concentreert
zich op de strategieën en tac
tieken die bij het conflict ge
volgd werden.
Sovjetraad wil telling van
aantal Oekraiens-Katholieken
ROME De officiële raad voor godsdienstzaken in de Oekraï
ne wil via een referendum achter het aantal Oekraiens-Katho
lieken komen.
Volgens het semi-officiële persbureau Novosti is de Raad voor
godsdienstzaken bereid de Oekraiens-Katholieke Kerk te er
kennen.
Een week geleden kondigde de voorzitter van de raad aan dat
de Oekraiens-Katholieke parochies zich kunnen laten registe
ren. Volgens Radio Moskou was dit al een „legalisering door de
plaatselijke autoriteiten" van de kerk die in 1946 door Stalin
werd gedwongen op te gaan in de Russisch-Orthodoxe Kerk.
De Oekraiens-Katholieke Kerk, die de orthodoxe liturgie viert
maar de paus als hoofd van de kerk erkent, telt naar schatting
vijf miljoen leden. Legalisering van deze ondergrondse kerk
kwam vorige week ter sprake tijdens de ontmoeting tussen
paus Johannes Paulus II en president Gorbatsjov van de Sov
jetunie.
Als later de geschiedenis van
het Nederlandse onderwijs
van de jaren tachtig en ne
gentig wordt geschreven, wat
zullen dan de belangrijkste
ontwikkelingen blijken te zijn
geweest?
Er is veel veranderd, dat wel.
Maar het zou wel eens zo
kunnen zijn dat men vooral
constateert, dat de scholen
juist in die tijd steeds groter
zijn geworden.
Dat is een ontwikkeling, waar
we middenin staan en daarom
is het goed er af en toe bij stil
te staan, of het goed is wat er
gebeurt.
„Schaalvergroting in het on
derwijs is onontkoombaar",
zei laatst een belangrijke
ambtenaar van hét ministerie.
Ik ben dan altijd geneigd om
te zeggen: Onontkoombaar,
waarom? We zijn er toch zelf
bij? En als we het met zijn al
len niet willen, dan gebeurt
het toch niet? Welke vreemde
krachten zijn hier anders in
het spel?
Het blijft dus belangrijk om
de voor- en nadelen regelma
tig op een rij te zetten. Maar,
dat is niet zo eenvoudig, om
dat er allerlei voorvragen zijn,
die de te geven antwoorden
onmiddellijk weer relative
ren. Bijvoórbeeld: wat is een
grote school en welk motief
speelt een rol om een school
een bepaalde grootte te geven.
Bovendien verschilt het nogal
wat of je het over het basison
derwijs of over het middel
baar beroepsonderwijs.
Waarom?
Eén van de belangrijkste re
denen voor schaalvergroting
kan zijn dat overheid de op
heffingsnormen voor een be
paald schooltype verhoogt.
Als de Basisvorming doorgaat,
moet een school minimaal 240
leerlingen hebben. Verder
zijn velen van mening dat je
voor die basisvorming grote
brede scholengemeenschap
pen nodig hebt. En dat leidt
tot een flink aantal leerlin
gen.
Toch ontstaan er zo nog niet
altijd erg grote scholen. In het
eerste geval moet je aan onge
veer 300 leerlingen genoeg
hebben, in het tweede geval
aan 800 a 1000. In het middel
baar- en hoger beroepsonder
wijs zijn er echter veel grotere
instituten aan het ontstaan.
Soms zelfs met meer dan
10.000 studenten.
Het is maar al te duidelijk, dat
de overheid schaalvergroting
stimuleert. De belangrijkste
argumenten die daarbij wor
den gebruikt zijn vergroting
van de bestuurskracht van
een instituut, verbreding van
het onderwijs-aanbod en fi
nanciële besparingen.
Maar de grote vraag is nog
steeds, of al deze (en andere
argumenten) kloppen. Het So
ciaal en Cultureel Planbureau
verricht in dezen een onder
zoek, waarvan de uitkomsten
volgend vooriaar openbaar
worden gemaakt.
Intussen is men op allerlei
fronten druk bezig met niet
zo maar één, maar met een
door drs. K. de Jong Ozn.
instelling is, waarbij
hel niet om produkten maar
gaat!
zeer rigoureuze schaalvergro
ting. En de overheid bevor
dert die nog steeds door voor
al financiële impulsen. Men is
dus in feite met een enorm
proces bezig, terwijl men nog
helemaal niet zeker weet, of
het wel goed is zo. Terwijl
men bijvoorbeld ook nog niet
weet, of er geen bovengren
zen voor die schaalvergroting
zijn.
Een punt hierbij is ook dat er
steeds wordt gesproken over
een meer bedrijfsmatige aan
pak van een schoolorganisa
tie. Daarbij worden dan vaak
modellen gebruikt ontleend
aan de manier waarop een
„economische onderneming,
zijndë een naamloze vennoot
schap" wordt bestuurd. Ter
wijl een school toch een peda-
Overheid
De overheid mag natuurlijk
altijd iets stimuleren, als ze
dat nodig vindt. Maar ze
dreigt hier toch in verschil
lende opzichten over de
schreef te gaan.
1. Als een school zich juist bo
ven de opheffingsnorm be
vindt en het verkiest om
klein te blijven is het de wet
telijke plicht van de overheid
om voor voldoende bekosti
ging te zorgen. Zij mag grote
re scholen in deze niet be
voordelen: dat is met twee
maten meten! Bovendien
geldt ook hier: bekostigings
voorwaarden van de overheid
dienen minimaal te zijn.
2. Gezien het bovenstaande,
mag de overheid dus aan het
bijzonder onderwijs ook niet
een bepaalde bestuursvorm
opleggen. Dat moet dat be
stuur zelf bepalen. Eigenlijk is
het zo, dat in het bijzonder
onderwijs het bevoegd gezag
bepaalt, hoe groot het vindt
dat zijn school wordt (als men
maar boven het minimum
blijft!). Dus: eventuele schaal
vergroting is in de eerste
plaats een beslissing van de
scholen zelf (en niet van de
overheid).
3. Schaalvergroting en profi
lering van het onderwijs naar
richting staan haaks op el
kaar. In een pluriforme sa
menleving heb je eerder vele,
en dan wat kleinere scholen
nodig, dan van die grote, uni
forme, grijs-wordende institu
ten. Soms denk je wel eens,
dat politici die het confessio
neel onderwijs niet zo zien
zitten, juist daarom zulke
voorstanders van schaalver
groting zijn(!)
4. Het meest bedenkelijke wat
ik hier waarneem is behalve
het fatalisme van de „onont
koombaarheid" de geest die
erachter schuil gaat.
En die geest wordt steeds dui
delijker: onderwijs is ook een
bedrijf, dat moet produceren,
het is één van de belangrijk
ste pijlers van onze welvaart
(Europa 1992, ook al zo econo
misch!), en daar gaan we dus:
grote scholen, perfect georga
niseerd, efficiënt gerund, gefi
nancierd naar het aantal ge
slaagde leerlingen (afgelever
de produkten). Scholen die de
markt op moeten, met elkaar
moeten concurreren. Men
herkent het helemaal.
„En de mensen dan?", vraagt
iemand, „de mensen die alle
maal anders zijn, die in de
eerste plaats opgevoed, bege
leid moeten worden om mens
te zijn, van wie wij willen, dat
zij „hun cultuuropdracht op
persoonlijke wijze gestalte ge
ven"?
En wat met de zwakke leer
lingen, die dat zakelijke effi
ciënte tempo allemaal niet
kunnen volgen, die om neigen
te komen in de goed georgani
seerde massa?
Laten we voorzichtig zijn met
die schaalvergroting, want
anders zou het ook wel eens
de grootste vergissing van
deze jaren kunnen zijn.
Scepsis gepast bij HDTV
ORDT het leven rijker van HDTV (High Definition Tö
vision)? Dat is nog maar de vraag. De instelling van een
derlands HDTV-Platform onder aanvoering van beroepsvjft
gaderaar André van der Louw suggereert dat wel, natuurljste
De overheid, de omroepen, de industrie, ze zien het kenfcve
lijk allemaal wel zitten om met behulp van veel geme^u^
schapsgeld de formule voor HDTV te ontwikkelen en
nieuwe medium straks in onze huiskamers te deponeren.'ve
I di
iLNIGE scepsis lijkt echter gepast. Natuurlijk weten we
dat in het verleden, toen de kleurentelevisie werd geïntroè-
ceerd, ook stemmen opgingen die riepen dat kleur helemj
niet nodig was, zwartwit was minstens zo mooi. Die stemm
verstomden al snel, toen het publiek de kleurentelevisie-
sneltreinvaart in het hart sloot (hoewel tegenwoordig zw«
wit weer reuze artistiek schijnt te zijn J
IETS vergelijkbaars zou zich ook met HDTV kunnen vot
doen, je weet het maar nooit. Maar vooralsnog lijkt de mei
waarde van deze technologie (een breder beeld, scherpt
'oplossing', digitale verfijning van bijvoorbeeld meertal]
heid) de meerwaarde van de aanmaak niet te rechtvaart M
gen. Hele studio-uitrustingen zijn ineens verouderd, repor,^
getreinen, decortechnieken, belichting - en dan hebben I
het nog niet -eens over die prachtige kleurentoestellen n
stereogeluid en teletekst die de consumenten net allemf
hebben.
De demonstratie met HDTV die gisteren werd gegeven r
de oprichting van het Platform, geeft in elk geval voedl
aan de hiervoor uitgedrukte scepsis. Want wat moeten I
met het hoofd van Rob de Nijs in breedbeeld, terwijl het <j
precies past op een 'ouderwets' beeldscherm?
HDTV zal een prachtig medium blijken te zijn voor het vi
tonen van evenementen op grote lokaties. Sport zal het gcM
doen (vooral de mogelijkheid tot het laten zien van een flilP-
groter deel van het voetbalveld 'lijkt aantrekkelijk), griPe;
popconcerten, klassieke concerten, balletten. Maar de wefe'
man in HDTV, of de Natte Neuzen Show in 'full digital slzo'
reo', zitten we daarop te wachten? te
Schengenakkoord onder vuur
In een besloten zitting heeft de Tweede Kamer zware kfct
tiek geuit op de tekst van het Akkoord van Schengen. Da;
in liggen afspraken vastgelegd over meer samenwerki
door de politie bij de bestrijding van terrorisme en drugsh,
del, over meer bevoegdheden van opsporingsdiensten
over een uniform geautomatiseerd opsporingsregister. E i,
akkoord dat velen op het eerste gezicht zal aanspreken, maiite
dat bij nader inzien van grote nadelige invloed kan zijn op fP*
rechten van de individuele burger.
PlKANT detail bij het overleg tussen Kamer en regerrtge§
was dat een van de felle critici van het akkoord, oud-kame^1'
lid Kosto van de PvdA, nu als staatssecretaris van justitie {T
acht werd het te verdedigen. Maar hij en zijn collega-staal
secretaris Dankert (buitenlandse zaken) konden na aflol
niet anders concluderen dan dat de - negatieve - stemmii
in de'kamercommissie in de ministerraad zou worden uit
gewogen. Volgende week, na het Europees beraad van 4
weekeinde, moet de regering beslissen of het akkoord kk
worden ondertekend. IjJ
De kamerleden kunnen over verdragsteksten niet onde[
handelen. Er is slechts de keuze tussen aanvaarden en vel J
werpen. Maar verwerpen van een akkoord waarover sin(
1985 is onderhandeld tussen vijf van de oudste EG-landetTll
de Benelux, Frankrijk en West-Duitsland, zou de integral
van de vijf ernstig vertragen en een negatieve invloed heP
ben op de gebeurtenissen in het magische jaar 1992, wanner1'
de binnengrenzen van het Europa van de Twaalf zoudflfr
moeten verdwijnen. r
Desondanks kan het kabinet niet om de kritiek uit af
Kamer heen. De vorige minister van justitie, Korthals Alt« c
had al eens laten doorschemeren dat op fundamentele pu(]jj
ten overeenstemming tussen de vijf landen ontbrak. Het
ropees Parlement - overigens geen partij in het akkoord jnt
had aanbevolen niet te tekenen. Inmiddels is ook vanuit <iwi
advocatuur en vanuit juridisch-wetenschappelijke kring e^j
lawine van bezwaren tegen het akkoord geuit: wat bedoeld!
als een verdrag ter bevordering van het vrije verkeer vrr
personen en goederen, is een akkoord geworden dat de w
voegdheden van de politie flink verruimt maar de rechtam<
van de burgers ingrijpend beknot. Daarbij komt dat de Kogl
mer op de geheime onderhandelingen geen vat heeft geha[lg<
slechts incidenteel is de Kamer vanuit het kabinet geïnfoj
meerd. De betrokken kamerleden kregen de tekst pas het ak
gelopen weekeinde onder ogen.
CONCREET richt zich de kritiek op de aantasting van d
rechten van vluchtelingen, op het ondergraven van de intej
nationaal gewaardeerde Nederlandse drugsaanpak en op d 1
bescherming van de privacy. De volkenrechtdeskundig
prof. H. Meijers voorziet dat de Schengen-landen hun plicjLJ
tot bescherming van een vluchteling zullen verzaken dod
hem het recht te ontnemen met valse papieren te vluchta
en zelf het land van zijn toevlucht te kiezen. De privacy-b»
scherming komt op de tocht te staan doordat de centraÜj
computer van het Schengen Informatie Systeem SIS een i£ni
der tot over de grenzen kan achtervolgen van wie de politfon(
hpt vermoeden heeft dat hij zich schuldig heeft gemaakt aarisi
een strafbaar feit of zich daaraan schuldig zou kunnen mins
ken. Dit is in strijd met onze rechtsbeginselen. In het arro
koord is op dit punt ook geen bescherming ingebouwd en hl
gevaar van misbruik is daardoor niet denkbeeldig.
in
NEDERLAND zal door 'Schengen' veel moeten inleven
van wat mag worden beschouwd als belangrijke rechten ,g€
vrijheden. Er zullen veel controlemogelijkheden wegvalli ne
en zelfs de verwachting van een flinke economische win [lei
door een vrijer verkeer van goederen is niet hoog gespanneft
De toekomst van het 'Europa van de burgers' vereist djg
aan het akkoord zal worden gesleuteld. Veranderingen zif
zelfs voorwaarde voor goedkeuring door de Kamer; de CDÏÏ
woordvoerder had het over een 'conditio sine qua non'. Er i
niets anders op dan de ondertekening uit te stellen tot er etf
betere tekst beschikbaar is. Liever dan het verdrag na ondef
tekening alsnog door de Kamer te laten verwerpen.
De onderhandelaars van de regering kunnen er lering ui
trekken. Nederland en dus Europa zijn niet gediend van on
derhandelingen zonder tijdige parlementaire inspraak en n<j
minder van een verdrag dat leidt tot aantasting van de con
trole op overheidsorganen. Dan zou er slechts wantrouwt
overblijven, een wankele basis voor de eenheid van ons coil