Beter een goede actrice dan bekende Nederlander Ernst van Altena de hofdichter van Sinterklaas JIP WIJNGAARDEN: DEN HAAG - „Sint liep dagen te denken Voor hoevelen onder ons is deze magische beginzin van een Sinterklaasgedicht met het be gin van een pijnlijke, jaarlijkse martelgang, op weg naar het 'heer lijk avondje' op 5 december? Tijdens het gezelligste familiefeest van het jaar wordt van de gemiddelde vader lander niet alleen verwacht dat hij in fa miliekring met een leuke surprise voor de draad komt, maar ook dat hij de dichter in zichzelf wakker roept. Wie een beetje talent heeft kan die dag triomfen vieren, vooral als een buitenbeentje in de familie het slachtoffer mag zijn van zijn amateurdichtkunst. Maar bij wie er na die ene uitdagende dichterlijke beginzin een dramatische stilte volgt en er geen romantische of misschien juist bijtende woordenvloed omhoog schiet, is de klos. Die wacht met oplopende schaamte het moment suprème af, waarop zijn literaire schep ping luid zal worden voorgedragen. En hoopt dan op genade van de geadresseer de. Namens de Sint is de Nederlandse schrijver en literair vertaler Ernst van Altena begonnen de pijn van die groep Nederlanders te verlichten. Hij publi ceert sinds 1986 jaarlijks voor de Hema kant-en-klare gedichten plus tips voor het creëren van suprises. Ook dit jaar liggea de boekjes weer bij de Hema-kas- sa's. Daarmee kunnen minder getalen teerde dichters en knutselaars heel stie kem toch nog leuk uit de hoek komen op pakjesavond. Ontneemt Van Altena het publiek dan niet een van de belangrijkste geneugten des levens, namelijk creativiteit? „Nee, hoor", lacht hij, „Er zijn een heleboel menseri die zich geen raad weten vlak voor 5 december en die zwaar moeten ploeteren om niet in hun hemd komen te staan. Voor hen is dit een mooie uit komst. Ze hoeven de gedichten natuur lijk niet letterlijk over te nemen. Ze kun nen er alles mee doen, verknippen, zelfs dingen aan toevoegen. Met rijmen mag alles. Dat is geen kunst, maar een kunst je". Van Altena constateert dat de boekjes in een grote behoefte voorzien. „De men sen slaan voor L80 gulden boodschappen in en als ze dan zo'n boekje zien liggen, dat maar een knaak kost, kan dat er ook nog wel bij". Waanzinnig Hij meldt dat van zijn Rijm-het-zelf-gids' vijftigduizend exemplaren per jaar wor den verkocht. „Waanzinnige aantallen. Het betekent dat mensen dit boekje graag even in huis hebben. Het is ty pisch zo'n klein boekje dat je niet in je boekenkast stopt. Het gaat na de Sinter klaas met al het cadeaupapier de vuilnis bak in. Het volgende jaar wordt gewoon de nieuwe uitgave gekocht, waarin na tuurlijk weer een nieuwe serie gedichten staat". Hoewel het boekje geen enkele pretentie heeft zegt hij er zich niet voor te scha men. „Ik vind het wel grappig. Het is een commerciële bij-activiteit voor mij". Of hij is opgegroeid in de traditie van Sinterklaasgedichten maken? „Jazeker, mijn vader, moeder, m'n twee broers en ik putten zich uit in meterslange gedich ten. Ik heb nu zelf een gezin, met drie zonen, en al vroeg vliegen de verlang lijstjes door de lucht. Dan is het een kwestie van surprises maken". Voordat Ernst van Altena aan de Sinterklaasge dichten voor zijn eigen familie kan be ginnen heeft hij er al een onnoemelijk aantal rijmen opzitten, die in zijn boekje worden verwerkt. Grinnikend: „Omdat die ruim op tijd klaar moeten zijn ben ik daar al in de zomer mee bezig. Als de mussen van het dak vallen ben ik aan het dichten voor Sinterklaas". Kan hij verklaren waarom de Sinter klaastraditie in Nederland met al dat rij men en dichten zo onverwoestbaar is? „Ach, ik denk dat het te maken heeft met dat ene in het buitenland onvertaal bare woord: gezelligheid. Gedichten en surprises hebben iets van die typische Hollandse kneuterigheid. Allemaal heel erg lief en leuk. De Romeinen zeiden vroeger: Frisia non cantat, de Lage Lan den zingen niet, of zijn niet lyrisch. Ik ben het daar helemaal niet mee eens". ARVID VAN DER WOLF £4tdóc@omcmt ZATERDAG 2 DECEMBER 1989 PAGINA 26 AMSTERDAM - In 1983 stond Jip Wijngaarden opeens in het brandpunt van de belangstelling. Bijna alle dag- en weekbladen pu bliceerden interviews met haar. Ze verscheen veelvuldig op televisie. Jip Wijngaarden was toen een meisje van achttien en ze woonde nog bij haar ouders in Putten. Zonder al te hoge verwachtingen en hoofdzakelijk uit nieuwsgierigheid had ze zich opgegeven voor de rol van Anne Frank in het toneelstuk 'Het dagboek van Anne Frank' met Jeroen Krabbé als de vader. Voornamelijk vanwege haar natuurtalent en door haar spontaniteit werd zij uit vierduizend kandidaten voor de rol uitgekozen. Het was een gouden greep, want de reeks voorstellingen werd twee seizoenen lang een toneelhit die bijna overal volle zalen trok. Het spel van Jip Wijngaarden werd in de kritieken geroemd. Daarna verdween zij voor velen uit beeld. Toch is ze sindsdien niet op haar lauweren gaan rusten, maar heeft ze in tal van andere theaterprodukties ge staan. Bewust is ze uit de populariteit gestapt, om zich uit het zicht van het grote publiek verder te bekwamen in het theatervak. Jip Wijngaarden: „Ik was het toen zo zat. Twee jaar lang werd ik aangespro ken op dat succes van Anne Frank. Ter wijl ik me om die ene rol helemaal niet zo belangrijk vond. Ik wilde ongehin derd gaan werken, zonder dat iemand over mijn schouder meekeek". „Nee, al die belangstelling in de media vond ik helemaal niet fijn. Vooral in be paalde roddelbladen. Ik wil best bekend zijn om wat ik zoal gepresteerd heb, maar niet omdat ik zo vaak in de krant sta. En zeker niet om die ene rol van Anne Frank". „Ik wil geen bekende Nederlander zijn, maar een goede actrice. Ik ben nu in middels wel actrice, vind ik". Ze lacht daarbij wat beschroomd en verraadt de mengeling van zelfverzekerdheid en doortastendheid, en de meisjesachtige verlegenheid die kenmerkend voor haar is. Jip Wijngaarden is nadien voor film en toneel regelmatig gevraagd, maar hoewel ze nog aan het begin van haar carrière staat, is ze altijd selectief te werk gegaan. Films „Die films vond ik niet mooi. Voor 'Wildschut' ben ik gevraagd. En voor 'Op hoop van zegen', maar die was net voor de zoveelste keer op tv geweest. Bij het voormalige Publiekstheater ben ik ook gevraagd voor een produktie. Bij de eerste gesprekken heb ik het verdere contact al verbroken, omdat de manier waarop die Duitse gastregisseur met me omging me helemaal niet beviel". „Van actrices wordt verwacht dat ze al les willen doen, dat ze op hun knieën smeken een rol te mogen doen. Daar heb ik geen zin in. Ik vind actrice een volwaardig beroep. In een slecht stuk staan, geen een heleboel antireclame. Als de rol je niet bevalt, heb je geen leuke repetitietijd, kun je sneller gedesillusio neerd raken. Ik zeg dan liever nee". „Ik praat helemaal niet vanuit een luxe positie. Ik heb wel eens langer dan drie kwart jaar niet gewerkt. Ik heb gekozen voor spelen met behoud van uitkering. Als een regisseur niet op mijn lijn zit, of omgekeerd, dan vind ik het moeilijk een goede rol neer te zetten. Het gaat erom of een regisseur me meer dan vijftig pro cent vertrouwt en dat we aan een half woord genoeg hebben. En dat ik lekker in mijn rol kan grasduinen, waarbij de regisseur mij af en toe wat aanwijzingen geeft. Als ik het script, of het stuk daar bij dan ook nog goed vind, dan doe ik het. Ongeacht het genre, het gezelschap en of het een vrije produktie is. Ik ben niet iemand die moeilijk te regisseren is, denk ik, maar het moet wel in samen spraak gaan". Rijnders vind ik een van de grootste to neelmakers die we momenteel hebben". Jip Wijngaarden woont vlak bij het Leidseplein in Amsterdam in een ruim pand dat als atelier is ingericht. Breitner heeft vroeger hier nog enige tijd geschil derd. Naar theatercafés of andere ont moetingsplaatsen voor kunstenaars rond het Leidseplein gaat ze echter zelden of nooit. Ook niet om 'gezien te worden' voor een of andere vacante rol. „Als ik op zo'n manier gevraagd wordt, zou het alleen om mijn uiterlijk gaan. Ik wil wel gevraagd worden om wat ik ge presteerd heb en niet omdat ik goed met iemand kan smoezen, of zo". Jip Wijngaarden blijft er ook vrij nuch ter onder, dat ze binnen enkele jaren van onbekend meisje op de Veluwe nu als actrice kind aan huis is in het toneel wereldje. Verpleging „Een van mijn vriendinnen van vroeger is de verpleging in gegaan. Dat vind ik een even mooi beroep als het mijne. Waarom zou ik anderen het gevoel ge ven dat wat ik doe, veel interessanter en belangrijker is?". Ook in Ermelo, waar haar ouders wo nen, waakt ze er voondat ze niet als de gevierde ster wordt behandeld. „Ze schieten me wel eens aan op straat en vragen hoe het met me gaat. Dan pro beer ik na antwoord gegeven te hebben ook snel te vragen hoe het met hen gaat. Ik vind het pas strelend als ze me com plimenteren met een produktie waarin ik meegespeeld heb. Maar niet als ze me staande houden, alleen omdat ze me als actrice herkennen. Het is soms ook ver velend, als je haast hebt of als je een beetje chagrijnig bent". Toch is het voor te stellen dat andere mensen dromen van een leven als dat van Jip Wijngaarden: al die contacten met artistiek interessante mensen „Wat is daar nou interessant aan? Je kunt er over opscheppen, maar ook al ken je velen van hen, dat wil niet zeggen dat ze allemaal echte vrienden van je zijn. Als je ziek bent komen ze je heus niet allemaal opzoeken". Zeepbel „Ik ben een grote fan van Donald Su therland. Hij kan ontzettend goed acte ren en ik vind hem sympathiek. Ik zou hem best persoonlijk willen leren ken nen, maar dan om de vriendschap en niet om zijn beroemdheid. Het beroemd zijn maakt mij niets uit. Belangrijk is dingen voor jezelf te vinden die je echt leuk en die de moeite waard zijn. Niet al dat schijnvertoon. Dat zogenaamde ons kent ons, dat is een zeepbel". „Het is een vak waarin je keihard moet werken. Vooral tijdens repetities. Bij fil men sta je soms uren in de kou te wach ten voordat je aan. de beurt bent. En je moet altijd goed-je best doen, anders krijg je het direct te horen". Veel acteurs voelen zich na afloop van vooral een succesvolle voorstelling, na het klaterend applaus en de publieke waardering, thuis altijd een beetje een zaam. Heeft ze daar ook last van? „Ik kan na een voorstelling nooit direct naar bed gaan. Ik ga thuis altijd even rustig zitten, kopje thee, of een glaasje wijn. Ik lees de krant, of een boek". Ze vindt zichzelf niet veel veranderd sinds ze in 'Anne Frank' speelde. „Wel ben ik stukken zelfstandiger en zelfver zekerder geworden. De ervaringen ma ken je toch ook ouder. Je komt in situa ties waaruit je je vaak zelf moet zien te redden. Harder en resoluter word je ook wel. Toen ik van de zomer die film over Van Gogh met Robert Altman heb ge daan, had ik zoiets over me van: kom op zeg. ik laat me niet in een hoekje wegdrukken door al die sterren; ik ben er ook nog". Toekomst Overmoed Bij toneelgroep De Zaak heeft Jip Wijn gaarden in 'Antonius en Cleopatra' van Shakespeare, 'Lente-ontwaken' van Frank Wedekind en 'Ifigeneia in Aulis' van Euripides gestaan. Ze beaamt dat De Zaak, die inmiddels is opgeheven, wel heel erg overmoedig te werk is ge gaan. „Er zat inderdaad een flinke dosis over moed in de trant van: wij weten hoe het moet. De oprichters kwamen net van de toneelschool en hadden zo'n instelling van: de wereld ligt voor ons open. Ik heb nooit op de toneelschool gezeten, maar ik wilde even buiten alle grote pu bliciteit me verder bekwamen. Daarom heb ik me bij die groep aangesloten". Dat ze geen toneelschool heeft gevolgd vindt Jip Wijngaarden geen gemis. „Ik heb voor mezelf een manier gevonden om te acteren. Behalve het vertrouwen dat een regisseur me moet geven, doe ik veel huiswerk. Ik lees veel over het stuk en de achtergronden, ik duik in mijn ei Jip Wijngaarden met Bert Luppes in 'Moderato Cantabile'. gen karakter, ik loop door het soort buurten waarin ik denk dat mijn toneel personage geleefd heeft". In Ifigeneia laste Jip Wijngaarden lange stiltes in haar tekst in, als was ze een ac trice met een geweldige uitstraling. Op een gegeven moment paradeerde ze mi nutenlang zwijgend en een sigaret ro kend, over het toneel. Als dat niet een bewijs van overmoed was! Ze lacht enigszins verlegen en zegt: „Dat had ik toen niet moeten spelen. Nu zeg ik: dat is een sigaretje te hoog gegrepen' Als een stuk niet bij het publiek aan slaat, ligt ze daar niet wakker van: „Pech gehad denk ik dan. Ik doe er wel keer op keer mijn uiterste best voor, maar als het niet aanslaat, houdt alles op". Dan met enige gloed in haar stem: „Maar die overmoed heeft bij De Zaak wel tot enkele mooie produkties geleid. Zij zijn nog langer doorgegaan; ik ben er voortijdig uitgestapt. Ik vond die groep op het laatst te klein om zo lang samen te werken. Dat is ook een reden waarom ik freelance werk". Geen prater „Er werd in die tijd ook zo ontzettend veel gepraat. Alles werd uitgediept en beredeneerd. Ik heb meer van: doe het nou maar. Ik ben niet zo'n prater. Bij 'Antonius en Cleopatra' waren er van die oeverloze gesprekken. Dan is het voor mij tijd om weg te gaan, zonder rancune of ruzie". „Eigenlijk ben ik decorontwerpster. Daarvoor heb ik een opleiding gevolgd in Utrecht. Voor een paar produkties heb ik decors en kostuums ontworpen. Ik heb behalve acteren nog tal van ande re interesses, zoals tekenen en schilde ren. Dat laatste beschouw ik echt als iets voor mezelf. Ik hoef er niet direct mee te exposeren". „Ik houd van acteren, maar ik bezit niet die enorme gedrevenheid zoals sommige anderen die hebben. Ik begrijp niets van mensen die overdag repeteren en 's a- vorids spelen, en dat maanden achter el kaar. De ene rol na de andere. Als ik een' mooi stuk heb gedaan, zoals nu in 'Mo- FOTO: CATO TAN derato Cantabile', dan kan ik er heel lang op teren. Ik geniet ook ontzettend van lekker thuis zijn, lekker lezen, schil deren en wandelen". Jip Wijngaarden is niet bang dat ze, zo als zoveel van haar collega's - het werk loosheidspercentage onder acteurs is erg hoog - te lang zonder engagement blijft en dan nog moeilijker aan de bak kan komen. „Tot nu toe heb ik nog elk jaar werk ge had. Dingen gedaan waarvan ik blij ben dat ik ze gedaan heb, op een enkele uit zondering na. En de mensen in wie ik vertrouwen heb en die ik goed vind, die vragen me nog altijd. Ik vind Frans Weisz heel goed, Nouschka van Brakel, Mark Timmer, Peter de Baan. Gerardjan Haar toekomstplannen? „Wist ik het maar. Ik ben bezig zelf een stuk in el kaar te zetten, samen met Robert Kie viet die ook dat stuk 'Moderato Cantibe- le' van Marguerite Duras heeft geregis seerd. Het is nog te vroeg om daar al wat over te zeggen. Er hangen nog een paar vage plannen in de lucht. Voor tv en film. Bij de film moet nog geld ge vonden worden voor de produktie. En wat de tv betreft moet ik nog een auditie doen voor een nieuwe serie die door Frans Weisz wordt geregisseerd. Voor de rest heb ik nog geen aanbiedingen". „Maar ja, als freelance heb je zelden in een aaneengesloten periode werk. Dan moet je van een uitkering leven. In dit vak is het niet uitzonderlijk, maar ik vind het eigenlijk vreselijk. Ik krijg het er Spaans benauwd van als ik weer naar dat bureau moet. Het goudschip komt niet binnenvaren als je actrice bent. Van film kun je, als alles op zijn gunstigst uitpakt, rijk worden. Maar dan nog niet eens in Nederland". MAX SMITH Als de mussen van het dak vallen is Ernst van Altena al met Sinterklaas bezil

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 26