finale
WIJ ZIJN GEEN KAMERADEN"
CeidóeSowotit
ZATERDAG 2 DECEMBER 1989
'Tien dagen die de wereld schokten' heette
het boek dat de Amerikaan John Reed
schreef over de tijd die de Russische revolutie
nodig had om de Sovjetunie communistisch
te maken. Het boek erover moet nog komen,
maar het waren ook exact tien dagen die
Tsjechoslowakije definitief wakker zouden
schudden uit de communistische
winterslaap. Een vreedzame revolutie die
begint met het brute politieoptreden tegen de
studentenherdenking op 17 november en die
tien dagen later, op 27 november, een
voorlopige apotheose krijgt in de het
accepteren van de eisen van het
Burgerforum. Tien dagen die een land op z'n
grondvesten deden schudden.
Vier dagen was een van onze verslaggevers
erbij. Vier dagen als Nederlander tussen de
Tsjechen, met lief en leed op oog- en
oorafstand.
5?
PRAAG - Zaterdag 25 no
vember. Ruzyne, het vlieg
veld van Praag. Alle berich
ten in de Nederlandse kran
ten, de internationale media
hebben we gevolgd, maar er
is nog twijfel. Zal Burgerfo
rum winnen? Komt er niet
een kater als in '68?
In het vliegtuig van de Tsjechische
luchtvaartmaatschappij wordt Rude
Pravo uitgereikt, het blad van de com
munistische partij. In een demago
gisch commentaar vraagt Jaroslav
Kojzar zich af of de eisen van Havel
c.s. niet zullen betekenen dat „mor
gen, overmorgen, over een jaar hier
niet alleen de voormalige eigenaars
van de fabrieken, banken, filmstudio's
en hun nageslacht zullen terugkeren,
maar ook de Mannesmannen, en mis
schien zelfs de Sudeten-Duitsers". Het
klinkt onheilspellend. Op dezelfde pa
gina wordt het commentaar van een
mijnwerker geciteerd: „Een derde
zachte winter krijgen we vast niet en
de republiek heeft elektriciteit, gas en
kolen nodig". Met andere woorden:
staken kan niet. De-zegsman draagt de
titel 'Held van de Socialistische Ar
beid'. De oppositie zal het moeilijk
krijgen. Studenten en artiesten zijn de
voortrekkers, maar de strijd om de ar
beider is nog in volle gang.
Op Ruzyne stapt ook Jaroslav Hutka
uit het vliegtuig. Hutka, een Tsjechi
sche troubadour die alweer jaren gele
den door de autoriteiten uit zijn land
werd weggepest en naar Nederland
kwam, hier ongelukkig zijn verban
ning verbeet - niemand kende hier
zijn liedjes, terwijl bij het eerste het
beste Tsjechische kampvuur jonge
mensen ze nog altijd zongen - loopt
nerveus rond. Logisch: officieel kan
hij het land niet in, zou opgesloten
worden. Toch loopt een beambte van
het vliegveld hem gedienstig en glim
lachend vooruit. Buiten blijkt een ont
vangstcomité van vooral jonge men
sen te staan: Hutka, Hutka, wordt via
de megafoon gescandeerd. Hij heeft
toestemming gekregen zijn land bin
nen te gaan, krijgt een flesje Tsje
chisch bier in de handen gedrukt en
verdwijnt. Richting Praagse berg Let-
na, de Letenske Sady, het grote veld
achter het stadion van Sparta Praag,
waar zich de allergrootste manifestatie
in de recente geschiedenis van
Tsjechoslowakije afspeelt.
Slag
We passeren de vlakte met de auto.
De massa mensen is niet meer te over
zien. Dit zijn niet alleen studenten en
artiesten. Is de slag al gewonnen? Een
sprint naar de allereerste plek waar
een televisie staat. En alweer iets onge
hoords: de tv volgt de manifestatie
compleet, met interviéws met de aan
wezigen. Wat die voor de camera's
zeggen moet voor iedere Tsjech als
een schok klinken. Iedereen denkt het
al jaren, maar niemand heeft het ge
zegd. Ja, tussen vertrouwden, maar
niet in het openbaar. Een chauffeur
van een ambulance: „Communisten,
niet-communisten, dat maakt me alle
maal niet uit. Een ding is zeker: dit
land moet veranderen. Ik heb drie
kinderen en ik wil dat ze het beter zul
len hebben dan ik het gehad heb. Ik
weet ook dat we dat niet cadeau zullen
krijgen, dat we daar heel hard aan zul
len moeten werken".
Op het podium zingt Hutka. Een actri
ce zet een volksliedje in. Ze kondigt
het aan als 'het liedje van Masaryk'.
Tomas Garik Masaryk was mede-op-
richter en president van de eerste
Tsjechoslowaakse republiek in 1918.
De massa zingt mee. Liedjes leiden
een bloeiend bestaan in dit land. Dit
was zijn lievelingsliedje. Masaryk leeft
weer. Zijn naam zal later, op het Va-
clavske namesti (Wenceslasplein) ge
scandeerd worden. Er hangt een sfeer
tussen de bijna achthonderdduizend
mensen als nergens ooit bij een massa
manifestatie gehangen heeft. Een sfeer
die al die dagen zal blijven. Geen
agressie, geen dreiging. Het heeft iets
van de 'flower power' van weleer, in
politieke bedding geleid. Obcanske Fo
rum (Burgerforum) heeft dan ook een
hart centraal in hét logo. De muren
rond de Letenske Sady zijn volgeplakt
met muurkranten. Persoonlijke uit
spraken, leuzen, oproepen. Creativiteit
met pen, viltstift en papier viert hoog
tij. Spuitbussen zijn er niet. Op geen
enkele muur wordt gekalkt. Alles is
met plakband tegen huizen' en op ra
men gelijmd. Kersvers werk van be
kende tekenaars doet via fotokopieën
de ronde. We krijgen een tekening met
een aantal oude heren in een Tatra-re-
geringsautomobiel. Voor hun neus
steekt een complete kleuterschool
over. Tekst: „Ik ben benieuwd of we
van de volgende generatie ook zulke
idioten kunnen maken". Een
vrijetijdstijdschrift blijkt gedrukt met
een zeer dubbelzinnige grap. Een door
jaren van je-mond-houden ontwikkel
de specialiteit van de Tsjechen. Een
buitenstaander ziet de humor niet, een
Tsjech herkent die onmiddellijk: Op
die plaat een oudere heer in bed, tele
foon in de hand. Hij roept naar zijn
vrouw: „Bozena, ga de storingsdienst
'ns bellen, ik ben de verbinding met
het volk kwijt".
Enkele uren later verlaten de honderd
duizenden geruisloos het veld. Geen
agressie, geen vernielingen. Geen
dronkemansgelal in de kantlijn. Geen
brandende auto's, vernielde ruiten of
wal dan ook. Is dit volk zo geknecht
dat de keurigheid een tweede eigen
schap is geworden? Of is het zo door
drongen van het gewicht van het mo
ment dat er geen ruimte is voor balda
digheid? Op de Letenske Sady nauwe
lijks een weggegooid papiertje. Langs
het Sparta Stadion groepjes die discus
siëren en de muurteksten lezen. Een
jongen uit Plzen (Pilsen): „Ik ben naar
Praag gekomen, want bij ons gebeurt
er te weinig. De mensen durven niet".
Een aantal plakkaten roept het ook:
„Venkov (het land buiten Praag) moet
ontwaken". De eerste integrale tv-uit-
zending van die dag zal daar veel aan
doen. De eerste keer dat de televisie
zijn officieel onafhankelijke status ook
werkelijk waarmaakt. Daar is wel een
wisseling aan de top voor nodig ge
weest. Het Burgerforum stelt zich bij
elke toespraak op zonder enige vorm
van demagogie. Dit zijn £een- volks
menners. Het gaat hier niet om een
partij. Het gaat hier om het weldenken
van alle gezindten. De ceremonie
meester op het podium is Vaclav
Maly, een priester. Ook al speelt het
geloof bij lange na niet zo'n rol als in
het naburige Polen, hij wordt gewaar
deerd. 's Middags voor de manifesta
tie is in Praag de heiligverklaring van
de twaalfde eeuwse Anjeska Premyslo-
vna (de eerste Tsjechische vrouwelijke
heilige) gevierd. Gelovigen van buiten
hébben zich bij de manifestatie ge
voegd.
Een planeconoom van het weten
schappelijk bureau: „Ons land staat op
de 42e plaats wat genoten hogere op
leidingen betreft, we hebben het hoog
ste sterftecijfer aan oncologische ziek
tes (kanker), we staan op de tweede
plaats in Europa met ons sterftecijfer
onder de volwassen bevolking, op de
eerste met ons sterftecijfer onder de
mannelijke bevolking, 32 procent van
ons land is gezondheidsgevaarlijk ge
bied, het hoogste percentage in Euro
pa. En denkt de regering dan dat twee
uur staking nog iets uitmaken voor
onze economie? Ik denk dat het de
beste investering is die we lange tijd
gedaan hebben". Na de manifestatie
van die middag 's avonds in de ijzige
vrieskou op het Wenceslasplein voor
het beeld van de heilige Vaclav, de
Tsjechische koning uit de tiende eeuw.
„Bij het paard" noemen de Tsjechen
het. Nog steeds duizend man. Wie wil
mag het woord doen. De luidsprekers
en versterkers zijn inderhaast beschik
baar gesteld door muziekgroepen. Na
een mijnwerker, een student en een
jonge econoom, verschijnt een meisje
van tien jaar. Ze staat frank en vrij op
het podium. Geen papiertje, niks inge-
studeerds. Een voorbode van de nieu
we Tsjechische natie? Het stemmetje
klinkt indrukwekkend: „Op school
zeiden ze: wat moet jij daar nu doen
in Praag? Dat is niet voor kinderen.
Maar dit land is straks toch ook ons
land?". De menigte reageert meteen:
„At Zije Deti". Lang leve de kinderen.
Ontroering overal.
Kaarsjes
Zondag 26 november. Weer komen
vele honderdduizenden bijeen. On
danks dat het inmiddels is gaan sneeu
wen. Op de plekken waar de politie op
de zeventiende toesloeg worden kaars
jes brandende gehouden. De Tsjecho
slowaakse 'tricolor' (driekleur) wordt
steeds zichtbaarder. Vlaggen die an
ders bij communistische plichtplegin
gen de lucht in staken, zwaaien vrolijk
boven de massa. Studenten delen lin
tjes uit voor het knoopsgat. Als je
vraagt of ze iets kosten word je ver
baasd en vrolijk aangekeken. Elke dag
nieuwe teksten van het Burgerforum
in de hal van Lanterna Magica. Er is
een speciale zondagsuitgave van het
blad Svobodne Slovo (Het vrije
woord) van de socialistische partij, die
naast de communistische bestaat en
waar men elkaar niet met 'soudruh'
(kameraad) maar met 'bratri' en 'se-
stri' (broeders en zusters) aanspreekt.
Steeds meer fabrieken blijken 'om' te
gaan. Communistische organisaties
kiezen voor het Burgerforum. Er is bij
na geen ander antwoord op de plakka
ten aan de muur: „Communisten,
kiest u voor uw bestuurderen? Of voor
uw land?". De tricolores geven het
antwoord. We ontmoeten Jiri Krizan
in een café. Een van de mannen van
het Burgerforum. Een freelance-jour
nalist en schrijver wiens geschiedenis
tekenend is voor een stuk hedendaagse
Tsjechoslowaakse historie. Zijn vader
werd opgehangen als verdachte 'bour
geois' tijdens de communistische
'coup' in '48. Hij werd door zijn groot
vader opgevoed, schreef een boek dat
niet gepubliceerd mocht worden (in
Nederland onder het pseudoniem Jan
Beran verschenen als 'Exercities'). Kri
zan is doodop. Weigert een wijntje.
Hij moet verder. Ik wens hem sterkte
voor morgen, steek mijn duim om
hoog. Nee, zegt hij en corrigeert me
met het V-teken ten afscheid. Victorie.
Het is de nieuwe groet geworden.
Maandag 27 november. De grote dag.
Al lang voor twaalven (het officiële
stakingsuur) zie je groepen mensen
door de stad trekken. Rustig, bijna
plechtig. In stilte. Spandoeken worden
meegedragen. Opvallend veel afdelin
gen van fabrieken en aanverwante be
drijven. De arbeider gaat om, jawel.
De afdeling groenvoorziening van de
stad Praag doet het speels-westers. In
een oude kar getrokken door een
paard van het bierbrouwerstype. Toch
een verschil: als een van de paarden
z'n behoefte doet, houdt de wagen stil,
de voerman komt van de bok en
schept keurig de paardevijgen in een
zak. Twaalf uur. Alle klokken van
Praag worden geluid. Mensen hebben
eigen belletjes meegenomen en luiden
mee. Het heeft iets bij na-religieus. Een
mis voor de vrijheid. Een oudere man
op het Staromestske namesti (Oude
stadsplein) staat do9dstil en kijkt met
een bijna gelukzalige blik omhoog.
Het 'eindelijk' staat als een onuitge
sproken verzuchting op zijn gezicht.
Al ver voor vieren (tijd van de volgen
de manifestatie) staan honderdduizen
den op het Wenceslasplein. Via be
vriende schrijvers krijgen we een
plaats voor het raam van het gebouw
van uitgeverij Melantrich, waar ook
Slobodne Slovo gemaakt wordt, en dat
voor Burgerforum beschikbaar is ge
steld door de eigenaar, de Socialisti
sche Partij. Daar weer die verwonde
ring en bewondering voor die stille,
aandachtige massa. Er wordt zelfs een
dialoog gevoerd met de sprekers, via
die steeds wisselende, gescandeerde
kreten. Ze komen direct en worden als
bij toverslag door de massa ovei^eno-
men. Of alle onderdrukte creativiteit
zich collectief naar buiten werkt. Een
communist die de Forumkant gekozen
heeft, komt dapper op het podium.
Hij begint helaas met „kameraden".
Onmiddellijk reageert de menigte
scanderend: „Wij zijn geen kamera
den, wij zijn geen kameraden". Ver
derop tijdens zijn toespraak klinkt
idem dito: „Wij zijn jullie zat". En
wanneer hij over veranderingen in de
partij begint, vindt de massa: „Jullie
hebben tijd genoeg gehad". Alsof er
een onzichtbare dirigent de maat slaat.
Alsof het ingestudeerd is.
Vergeven
Eerdere voorbeelden van die leuzen-
creaties. Een Hongaar leest een tekst
voor. Van papier. In het Tsjechisch.
Wanneer hij zich aan het slot voor
zijn slechte taal verontschuldigt, roept
de massa enthousiast: „Hij praat beter
dan Jakes". Het inmiddels afgetreden
hoofd van de partij staat bekend als
iemand die „geen twee zinnen achter
elkaar foutloos kan zeggen". Wanneer
de voortrekkersrol van de studenten
genoemd wordt, is het: „Lange leve de
studenten". Wanneer twee politiemen
sen hun verontschuldigingen komen
maken voor het brute politie-optreden
op de zeventiende november, een ge
motiveerd 'mea culpa' uitspreken,
klinkt grootmoedig: „Wij vergeven
jullie". Wanneer er acteurs genoemd
worden, is het: „Lang leve de acteurs".
In welk land ter wereld zouden acteurs
zo toegejuicht worden? Het is zoals
Vaclav Havel eerder zei toen alle to
neelspelers de Forumkant kozen: „In
een ander land zou dat misschien niet
zoveel betekenen, in Tsjechoslowakije
komt het aan als een donderslag". Ac
teurs zijn er geliefd. Het bericht komt
dat acteur Pavel Landovsky (hier be
kend uit Kundera's 'The unbearable
lightness of being') aan de grens staat.
Net zoals vele bekende dissidenten.
Premier Adamec geeft toestemming ze
binnen te laten. Uren gaan voorbij.
Een nieuwe naam duikt op, Walter
Komarek. Een communist. Hoofd van
het wetenschappelijk economisch
planbureau. Hij is over de zestig, heeft
eens Che Guevara geadviseerd, en
kortgeleden een economisch plan inge
diend dat de regering terzijde heeft ge
schoven. 's Zaterdags op de tv heeft
zijn speech grote indruk gemaakt. Nu
is het: „We willen Komarek als pre
mier". Dan het slot. Zangeres Marta
Kubisova begint het volkslied, 'Kde
Domov Muj', waar mijn huis is. Ge
componeerd door de in Rotterdam
overleden Frantisek Skroup. Het
wordt zachtjes ingezet. De vuisten die
recht omhoog gaan geven de lieflijke
melodie een ontroerende kracht. Pra-
genaars hebben het al diverse malen
gevoeld. Hun ogen kunnen nu droog
blijven. De onze niet.
De eisen zijn gesteld. Wat wordt het
an woord? Dat het niet zo makkelijk
zal zijn blijkt uit discussies daarna.
Een veertigjarige Tsjech, lid van de
partij komt terug van een vergadering.
Krijtbleek. „Ik ben communist gewor
den", zegt hij, „omdat ik er in geloof
de. Ik besef dat we ons veel te lang op
onze kop hebben laten schijten. We
hebben verloren. Aan de ene kant is
dat jammer. Ik heb niet voor die partij
gekozen om er rijk van te worden,
maar uit overtuiging. We hebben het
dus verkeerd gedaan. Ik heb gepro
beerd mensen bij ons mee te krijgen
voor een eigen, onafhankelijk stand
punt binnen de partij. Zestien van de
honderd vijftig gingen mee. Maar we
werden door de oude garde uitge
jouwd: Zwijnen, verraders, viezerik-
ken". In Tsjechoslowakije wordt op
dat moment overal gediscussieerd. De
nieuwsbulletins van het Burgerforum
laten zien dat het nog lang niet over is.
Vooral buiten Praag wordt er door de
politie nog hardhandig opgetreden. In
het stadje Zebrak wordt een student
negentig minuten vastgehouden voor
het verspreiden van pamfletten. De
politie wil geen proces-verbaal opma
ken. De partijvoorzitter van Olomouc
zegt verachtelijk: „Waarom zou ik
luisteren naar een stel opgewonden
studenten en een troep komedianten".
Uit het hopstadje Zatec komt het
mooist geformuleerde bericht. De po
litie heeft er ongemuilkorfde honden
losgelaten op de drieduizend studen
ten. „Maar", schrijft Burgerforum,
„aangezien er bijna niets functioneert
in deze zogenaamde socialistische
staat, en ook politiehonden een slechte
opleiding krijgen, werd er niemand ge
beten".
V erboden platen
Dinsdag 28 november. Tien dagen na
het brute politie-optreden. We zitten
in de auto als vlak voor vieren het be
richt komt: de regering geeft toe aan
alle eisen. Het is of er een knop wordt
omgedraaid. Onmiddellijk wordt een
kritisch lied uit de jaren dertig van het
duo Voskovec en Werich gedraaid. De
'verboden' platen liggen nog steeds on
der handbereik: Muziek van de dissi
denten Kryl en Matusak klinkt uit de
luidsprekers van winkels. Op de radio
komen de interviews los. Kritiek. Een
soldaat kritiseert de gang van zaken,
een econoom idem dito. Dit is een an
der Tsjechoslowakije. Partijsecretaris
Urbanek houdt 's avonds nog een ste
vige toespraak tot zijn Praagse partij
genoten. Het klinkt bijna alsof hij zelf
de veranderingen in gang heeft gezet.
Maar vlak er achteraan spuit een disc-
jockey z'n vrijheid de ether in. „En nu
een plaat" roept hij vrolijk, „voor al
len die net als ik hun angst hebben
verloren". Het pleit is beslecht. Dit
land kan niet meer terug. Op de pers
conferentie een doodvermoeide Va
clav Havel. „Ik verzoek u dringend
mij geen persoonijke vragen meer te
stellen", zegt de held-met-tegenzin. En
op de vraag over wat er gebeurt als de
eisen van Burgerforum in de praktijk
gesaboteerd zouden worden, zegt hij:
„Wij hebben in tien dagen een revolu
tie op gang gekregen, na twintig jaar
pas op de plaats. Dat was moeilijk ge
noeg. Laten we het voorlopig déar
over hebben".
Alsjeblieft Vaclav Havel, vier van die
tien hierbij. Ik ben dankbaar dat ik er
bij mocht zijn.
BERT JANSMA