Opmars van het koersballen
UIT THUIS
CeidóeSouaatit
DINSDAG 21 NOVEMBER 1989 PAGINJT"
V
Dit stel laat duidelijk zien dat het bij elkaar hoort door hun
kleedgedrag. De broeken zijn uit bronskleurige gabardine;
de kleuren van haar blouse zijn terug te vinden in de deco
ratie op zijn trui (Part-Two) foto: pr
Lifestylevoor hem en haar
Veel winkels
hebben zich ge
specialiseerd in
kleding voor hem
en haar. Dit geldt
voor zowel non
chalante als feest
kleding. „Wij ho
ren bij elkaar, dat
zie je toch", is de
boodschap.
Mensen die sa
men een flat de
len, veel met el
kaar omgaan bij
sport of studie,
veel gemeen
schappelijke be
langstelling heb
ben. tonen dit in
de keus van op
elkaar afgestem
de kleren. De wa
renhuizen, V D,
C A, Foxy Fas
hion, Marca en
tal vap speciaal
zaken spelen
hierop in.
De 'In wear '-
groep met vier
verschillende col
lecties als 'Part
Twomet breisels,
landstijlthema 's
zijn stuk voor
stuk traditionele
kenmerken van
deze look in
warm goudoke-
ren en woudgroe-
ne paletten met
een basis in
zwart, taupe en
aardebruin. De
stoffen bestaan
uit katoen, pope-
line en viscose
met ingeweven
prints, gecombi
neerd met tradi
tioneel wol en
tweed. Jasjes en
vestjasjes in duo-
look domineren.
'Radiobrengt
straatkleding in
de Amerikaanse
stijl van denim en
mix-and-ma tch -
mode voor man
nen en vrouwen.
Ook bij 'Martini
que' komen beide
seksen aan bod
voor zowel car
rièrestellen als
studiegenoten.
Voorbeelden zijn
gevoerde kastan
jekleurige of
paarsige korte
jasjes op band-
plooibroeken,
waarbij een pilo
pet leuk staat.
Gabardine, whip
cord voor een rok
en broek, respec
tievelijk. voor
haar en hem, een
potloodsmalle rok
voor haar bij een
tapstoelopende
broek voor hem.
het zijn allemaal
tweelingkleren
evenals een man-
nenblazer in Hig-
ginsruit, van wel
ke stof de vrien
din een plooirok
draagt.
In de meer lu
xueuze sector pas
sen een mooie V-
halstrui van
lamswol voor de
man en eenzelfde
wollen vest voor
de vrouw heel
goed bij elkaar.
Voor unisex
avondkleding met
de feestdagen,
waarbij men zijn
relatie met elkaar
wil uitdragen,
kan een gilet
worden aange
schaft in oudrose/
goud brocaat, tap-
pisserie, velours,
of fluweel in de
typische rijke Re
naissance stoffen
met de gloed van
oude meesters.
Deze kleren zijn
te koop voor re
delijke prijzen en
worden bijna net
zo snel verkocht
als de etaleurs ze
in de rekken heb
ben gehangen.
TINY FRANCIS
En dan de feestkleding in duo-look: Zijn strikdasje is ge
maakt van de stof van haar bedrukt, kort fluwelen jasje
130,-, dat ook op jeans kan worden gedragen). Zijn cum-
berband past in dessin en kleur bij héér top. (Angelo Litri-
co-collectie van c A). foto: pr
Er zijn aanwijzingen, be
langrijke aanwijzingen,
dat in een meer basale
vorm het koersballen
reeds 7000 voor Chr. ge
speeld werd door de
oude Egyptenaren. Vast
staat dat in in het jaar
1187 na Chr. met veel
animo werd gekoersbald
in het Engelse Sout
hampton. Terwijl voorts
de overlevering ons leert
dat op 19 juli 1588 in het
zelfde Southampton, toen
de Spaanse Armada op
de haven afzeilde en Sir
Francis Drake wei^d ge
waarschuwd, deze aan de
ijlbode heeft geant
woord: „First things first.
Ik ben nou aan het
koersballen". Dit laatste
uiteraard ook in het En
gels: „I am bowling
now".
Waarmee we gelijk de kern
raken van een alom woeke
rend misverstand rond
bowlen en koersballen. Wat
tegenwoordig hier te lande
wordt aangeduid als „bow
len" is het Amerikaanse
bowlen. Bij het Amerikaan
se bowlen wordt gebruik
gemaakt van enorme joe
kels van ballen, zeven tot
acht kilo zwaar, waarmee
dan zo'n stuk of wat elek-
De Wassenaarse Pétanque-
en Koersbalvereniging beoe
fent het spel met de conisch
geslepen Edammer kaasjes
vooral 's winters. Op de
voorgrond met witte kuif
voorzitter Roel de Kievit.
Links van hem in de werp-
houding secretaresse me
vrouw Tony CompierBelle-
kom. Naast Tony de 80-jarige
meester-koersballer Arie van
der Horst, die elk jaar naar
Australië vliegt en dan graag
een potje koersbalt bij èén
van de zestig clubs in Mel
bourne.
foto: stephen evenhuis
tronisch bewaakte kegels in
de verre einder moeten
worden omgekieperd. Ieder
zijn voorkeur natuurlijk,
maar dit heeft niets te ma
ken met het bowlen dat Sir
Francis Drake beoefende
en dat thans in Nederlandse
interpretatie door toch al
gauw zo'n 15.000 liefheb
bers wordt beoefend onder
de naam koersballen.
Koersballers spelen met een
soort Edammer kaasje van
een pond of drie, maar dan
conisch geslepen. Dat wil
zeggen dat de bal aan de
ene kant zwaarder is dan
aan de andere, en dus de
boeieqde neiging heeft om
een héél andere koers te
rollen dan men verwacht.
Doelstelling van het koers
ballen is niet het omgooien
van een reeks kegels, maar
het zo dicht mogelijk bena
deren van een wit balletje
dat wordt aangeduid als de
Jack.
Pétanquen
Wat duidelijk maakt dat dit
spel veeleer is gelieerd aan
het bekende pétanquen of
jeu-de-boulen dan aan het
Amerikaanse bowlen. An
ders echter dan het pétan
quen leent het koersballen,
gespeeld op een veld van
acht bij twee meter, zich bij
uitnemendheid voor beoe
fening binnenhuis. En dat
is er de oorzaak van dat het
aantal koersballers hand
over hand toeneemt.
Secretaris Gerard van Leu
ven van de koersbalbond in
oprichting: „In 1977 werd
in ons land het spel nog
door niemand gespeeld. Nu
zijn er 15.000 regelmatige
beoefenaars. Ik voorspel dat
we binnen tien jaar op
100.000 zitten".
Volgens de secretaris werd
het koersballen eind jaren
zeventig te Apeldoorn geïn
troduceerd door een heer
die lange jaren in Australië
had doorgebracht. Daar
pleegt men, net als in
Groot-Brittannië en in
reeks andere Britse landen,
het spel zowel buiten- als
binnenhuis te beoefenen.
Het was de binnenhuis-va-
riant, in het Engels aange
duid als carpet-bowls, die
vanuit Apeldoorn een zege
tocht door heel Nederland
begon. Hierbij geholpen
door de consulenten van
het WVC-project „Meer Be
wegen voor Ouderen", die
hun doelgroep voor deze
activiteit warm maakten
via het Nederlandse net
werk van buurt- en club
huizen, wijk- en diensten
centra. En met zoveel suc
ces dat ook de, puur com
merciële, exploitanten van
sporthallen er brood in gin
gen zien. Daarnaast zijn er
bloeiende verenigingen ont
staan die zich toeleggen op
de beoefening en verbrei
ding van deze millennia
oude vrijetijdsbesteding. Zo
als in Haarlem „Ons Kinne-
him". En in onze regio de
Wassenaarse Pétanque- en
Koersbalvereniging, die
haar onderkomen heeft in
het buurthuis aan de Zon-
neveldweg.
Jack-balletje
Het is bij deze laatste club
dat wij ons de eerste begin
selen van het spel trachten
eigen te maken. En dat valt
om de dooie dood nog niet
mee. De groene mat waaro
ver de ballen moeten wor
den gerold, het witte Jack
balletje dat bij voorkeur in
het dubbel-score-vak moet
belanden, de ballen van de
tegenstanders die hier van
daan zo ver mogelijk ver
wijderd dienen te blijven
de spelregels zijn zo
moeilijk niet. Maar het rol
len van die rare conische
bal! Werp je hem naar
links, dan rolt-ie rechtdoor.
Stuur je hem naar rechts,
dan gaat-ie naar links. Gooi
je gewoon recht vooruit,
dan belandt het kreng par
does op een belendende mat
om daar het spel van de bu
ren compleet in de war te
gooien. Koersbal!
De Wassenaarse vereniging
werd opgericht in 1983 en
hield zich aanvankelijk al
leen met pétanquen bezig.
Secretaresse mevrouw
Tony Compier-Bellekom
(66):
„En dat pétanquen, het ge
wone buiten-pétanquen,
blijft natuurlijk toch het
aardigste om te doen. Maar
het probleem is dat je daar
's winters longontsteking
van oploopt. Dus zijn we
gaan experimenteren met
het binnen-pétanquen. Nou
zal ik niet zeggen dat we
daar geen schik in hebben
gehad, maar het binnen-pé
tanquen blijft toch, ja toch
wel knikkerwerk. Dat
komt binnen kun je niet
tireren. Je kunt je boule
niet met zo'n uitgekiende
knal pang bovenop
de boule van je tegenstan
der mikken. Dus dat bin
nen-pétanquen is een beetje
tam. In 1985 hebben we het
koersballen ontdekt en dat
bleek een uitkomst. Aan
het koersballen komt zo
veel techniek en tactiek te
pas dat is veel verfijnder
dan het binnen-pétanquen.
Maar het mooiste blijft na
tuurlijk toch: het buiten-pé
tanquen".
Melbourne
Arie van der Horst, oud-po
litieman, Wassenaars inge
zetene sedert ruim een hal
ve eeuw, thans doorgedron
gen tot de zeer sterke leef
tijd van tachtig jaar: „Ik
vlieg één keer per jaar naar
mijn kinderen in Australië.
Daar heeft het spel natuur
lijk veel meer stijl dan hier.
In Melbourne heb je zeker
wel vijftig, zestig 'bowl
clubs' - zoals ze dat daar
noemen - die zowel buiten
als binnen spelen. Maar met
allure, hè. In wit uniform,
en de dames meestal met
zo'n leuk hoedje op. Nee, als
je ons met Melbourne ver
gelijkt is de Wassenaarse
Pétanque- en Koersbalvere
niging maar een pieten
clubje. Maar wat geeft dat?
De animo is hier even groot
als daar, en daar draait het
om".
Zeker draait het daarom, en
daarom alleen. Al sedert
7000 voor Chr. toen, tussen
het bouwen van hun pira
mides door, de oude Egyp
tenaren zich met het koers
ballen verpoosden. Dat de
Lage Landen zich ermee
gingen bemoeien werd dus
hoog tijd. Maar nu zijn we
hier dan toch, in club- en
buurthuizen, sporthallen en
wijkcentra, met indruk
wekkende energie aan de
slag gegaan om de beoefe
ning van het spel naar het
niveau te tillen waarop de
ruim één miljoen beoefe
naars in de Gemenebest-
landen het spelen. En waar
van geïnteresseerden regel
matig kennis kunnen ne
men op de BBC-televisie.
Lachen
Voorzitter Roel de Kievit
van de Wassenaarse Pétan
que- en Koersbalvereni
ging: „Het is zo'n prachtig
spel. Met telkens weer
nieuwe, verrassende, situa
ties. Ik geef maar een voor
beeld. Je tegenstander heeft
twee of drie ballen in het
dubbele-score-vak liggen.
Jij bent aan de beurt en je
gooit jouw bal net even
dichter bij de Jack. Dat is
lachen, want dan is de te
genpartij vier of zes punten
kwijt. Nee, dat is écht la
chen".
WILLEM SCHEER
Nadere inlichtingen om
trent het koersballen in
Den Haag kunnen worden
ingewonnen bij de heer Ge
rard Linkerhof van de ge
meentelijke sector sport- en
badaccommodaties tel. 070
88.92.60. Koersbal-con-
tactpersoon van de gemeen
te Leiden is de heer Aad
van der Luit tel. 071
31.56.01.
Een klein verschil
met grote gevolgen
„Vanaf een jaar", zo vertelde een
moeder, „kon ik merken dat er met
dat kind iets aan de hand was,
maar ik kon er niet achter komen
wat. Hij was vaak ziek en lusteloos
en de ontlasting was ook al niet
best. Dan kwam ik bij de huisarts
en dan kreeg hij een of ander peni-
cillinedrankje. Dat hielp dan hele
maal niet en dan kreeg ik weer wat
anders en dat bleef zo aan de
gang". Tenslotte stelde een kinder
arts de diagnose: Cystic Fibrose.
Een donderslag bij heldere hemel,
want van het ene moment op de
andere had het kind minder toe
komst en een leven vol ziekte voor
zich.
Cystic Fibrose (CF) is een ziekte
met vele aliassen. Het wordt ook
wel Kystische Fibrose genoemd,
pancreasfibrose, of muco-viscoido-
se, en dat laatste is weer een letter
lijke vertaling van het Nederlandse
'taai-slijmziekte'. De laatste naam,
taai-slijmziekte dus, beschrijft aar
dig wat er met zo'n patiëntje aan de
hand is. De luchtwegen produceren
bij normale mensen tamelijk vloei
baar slijm, zodat je binnengewaaide
ongerechtigheden gemakkelijk
kunt ophoesten. Slijm, dat door de
darmen wordt aangemaakt, smeert
de stoelgang, en de pancreas loost
ermee allerlei enzymen die het
voedsel kunnen verteren. Bij CF-
patiënten gebeurt dat ook wel, al
leen is om een of andere geheim
zinnige reden dat slijm uiterst taai.
De gevolgen laten zich rader.. De
kleine luchtwegen raken bij hen
voortdurend verstopt, zodat keer
op keer toeslaande luchtweginfec
ties de longen op den duur dreigen
te verwoesten. De darmen werken
niet goed, en de pancreas laat het
op een gegeven moment ook al vol
ledig afweten.'
Een ernstige ziekte die invalide
maakt en net leven bekort. Een
echte therapie die verder gaat dan
het bestrijden van de symptomen,
is er niet. Het enige wat men kan
doen is de levensgevaarlijke aan
vallen van luchtweginfectie telkens
in de kiem smoren met antibiotica
(zoals penicilline) en het toepassen
van allerlei kunst en vliegwerk als
ademtherapie, bekloppen van de
borstkas en zelfs touwtjespringen
om het taaie slijm uit de longen op
te laten hoesten.
Pancreaskorrels in het dieet ver
vangen de natuurlijke pancreasen
zymen, en dat is het wel zo'n beet
je. Hoewel men de laatste jaren
stukken handiger is geworden om
de ziekte te behandelen, is het uit
eindelijk vechten tegen de bierkaai:
slechts de helft van de patiënten
haalt het vijfentwintigste levens
jaar.
Erfelijk
Dat komt omdat men de werkelijke
oorzaak niet kan aanpakken, want
CF is een erfelijke ziekte. Kn op
de dertig mensen is in het bezit van
een CF-gen (een gen is de drager
van een erfelijke eigenschap in ons
erfelijk materiaal). Last hebben ze
er niet van, want bij hen wordt het
defecte gen gecompenseerd door
een gezond gen. Maar heb je er
twee van, dan valt er niets te com
penseren en krijg je de ziekte wel.
Dat kan gebeuren als zowel vader
als moeder drager is. De kans daar
op is 1 op 30 maal 30 - ofwel 1 op
900 -, en omdat in 1 op de 4 geval
len de ziekte ook daadwerkelijk
toeslaat is de uiteindelijke kans op
deze ziekte 1 op de 3600. In Neder
land komt neer op jaarlijks vijftig
borelingen met CF.
Tot op heden kan men weinig te
gen erfelijke ziekten uitrichten.
(PKU - van de hielprik - is een
uitzondering, want daarvan weet
men tot op de molecuul nauwkeu
rig wat er aan de hand is.) Maar
het tij keert. In 1953 slaagden twee
onderzoekers, Watson en Crick, er
in om precies te beschrijven hoe
het DNA in elke lichaamscel onze
erfelijke eigenschappen bepaalt.
Vijftien jaar geleden was dat nog
slechts een prachtige theorie, maar
sindsdien slaagde men er steeds be
ter in om de erfelijke eigenschap
pen uit dat DNA te lezen, en, nog
belangrijker (of nog griezeliger),
om de erfelijke eigenschappen van
levende wezens te veranderen door
wat te knutselen aan dat DNA.
Welnu. Cystic Fibrose is alleen echt
te behandelen als men exact weet
waar dat defecte gen in het DNA
verscholen zit, en hoe een gezond
gen precies werkt. Dit onderzoek
verkeert op dit moment in een
stroomversnelling.
Chromosoom nr. 7
In 1986 kon de Amerikaanse on
derzoeker Dean aantonen dat het
CF-gen zich bevindt op chromo
soom nummer 7. Daarmee was de
jacht op de exacte plaats van het
CF-gen geopend. Een enorm kar
wei. „Het vinden van zo'n gen is
als het opsporen van een lekke
kraan ergens in de Verenigde Sta
ten", aldus een van de onderzoe
kers. Men wist nu in welke staat
(chromosoom 7) de lekke kraan
zich bevond, en nu moest men bij
wijze van spreken nog alle huizen
af.
Afgelopen augustus was het dan zo
ver. T\vee onderzoekers van het
kinderziekenhuis in Toronto, Lap-
Chee Tsui en John Riordan, meld
den samen met een collega van de
universiteit van Michigan, Francis
Collins, dat ze het CF-gen hadden
gevonden. Een sensatie. Het was de
eerste keer dat men zo'n gen ge
richt had gezocht en gevonden. Het
CF-gen blijkt te bestaan uit een
code van 250.000 DNA instructies
en mist, vergeleken met het gen
van gezonde mensen, slechts drie
instructies. Daarom produceren de
cellen van CF-patiënten een eiwit
dat slechts op een detail na, het
aminozuur fenylanaline, lijkt op
het eiwit dat het had moeten pro
duceren. Een kleine verschil met,
zie boven, grote gevolgen.
Sensatie
Dit bericht veroorzaakte bij onder
zoekers een sensatie, omdat men nu
precies weet hoe men in principe
de ziekte in de kern kan aanpak
ken. Het is nu mogelijk om een test
te maken waarmee je in 70 procent
van de gevallen (want 70 procent
van de CF patiënten bezit dit gen)
kunt aantonen of iemand drager is.
Het ontwikkelen ervan is een
kwestie van tijd, twee of drie jaar
schat men.
Omdat men nu ook weet hoe het
normale gen eruit ziet, kan men,
maar dat duurt nog wel een paar
jair, nagaan hoe het door het nor
male gen geproduceerde eiwit het
lichaamsvocht zo rijkelijk uit de
darm- en longcellen laat vloeien.
Als men dat goed begrijpt kan men
gericht zoeken naar geneesmidde
len die bij CF-patiënten het taaie
ongerief ter plekke kunnen verhel
pen. Ook zou men kunnen probe
ren om het defecte gen in de darm
en longcellen te herstellen. Dat
laatste, de gen-therapie, is echt toe
komstmuziek, maar nu men de ge
heimen van de erfelijkheid steeds
meer ontrafelt, is niets meer onmo
gelijk.
door Joke Forceville-Van Roeeur4,
ONBEGRIPI
O.L.H., Wilt U hem weer naar /t|s
sturen? (pc
Vorige week is lang niet
aan de orde geweest wat
betrekking tot het onderwr
„Onbegrip" belangrijk vvasj"
heb toen gesproken over 8e
weinige begrip dat gescheif1
vrouwen ten deel valt, als P'
treuren om de dood van Ar'
ex-echtgenoot. Heel omvat\e
is het onbegrip genoemd vf"
mensen uit de omgeving vj
een echtpaar dat zijn huw A j
schipbreuk ziet leiden. Wa\.
horen we veelvuldig?
„Natuurlijk als het echt saf!
niet meer gaat, moeten ze /r
uit elkaar gaan. Zo is het T
blijkbaar geen leven. Voor
beiden niet. Om maar te
zwijgen van de kinderen P
Ik vraag me af, of dat nu ai
opgaat. Nee, ik behoef er n
van overtuigd te worden dL
scheiden smartelijk is en d{,
heel veel gevallen daar voH
grondig over wordt naged&Q
Toch rijst nogal eens de vn
of er in voorkomende gevl,
nu werkelijk helemaal geer
betere oplossing te vinden i
geweest. Ik heb vorige kee"
geschreven uit mijn naaste
omgeving direct enkele
gevallen te kunnen aanwijs
waarvan ik met zekerheid tb
dat de gescheiden vrouwen
alles voor over hadden geh1
als ze de kans gekregen hadf'(
het met haar echtgenoot na
een poosje te proberen. Ik j i
verder met de hand op mik
hart verklaren dat ik
omgekeerd minstens van dl
gevallen getuige ben geween
waarin door het niet opgevi
en onvermoeibaar pogen W'
de vrouw het huwelijk dotr
een ernstige crisis is heen
gekomen èn de beide
echtgenoten in vrede,
vreedzaamheid en grote
welwillendheid een nieuw a
etappe van hun gehuwd-zijc.
ingegaan zijn. Is dat laatstev
genoeg? Kom nu, laten allé
echtparen nu niet overdrijf
Zeer veel huwelijken kennN
dat wankel evenwicht waan
de partners balanceren in Lt
smalle scheepje van het v
gezamenlijk bestaan om, mf^
kunst en vliegwerk dikwijls,fc,,
uitgezette koers te blijven ei
volgen. Soms denk ik ook t'
scheidenden precies dit laat
over het hoofd zien. Dat zij(
ervan uitgaan dat die andei
het met zijn twee allemaal B
zoveel beter en gelukkigerJ
doen. Zou het niet goed zijiF
echtparen daarover eens
ervaringen uitwisselden? j;
Trouwens het helpt dikwijl!
als getrouwde vriendinnen e
elkaar in dit opzicht 3
bemoedigen. Wie van een
ander (in wie hij vertrouwè
stelt) verneemt, dat hij of zj
het in het huwelijk ook nie^
allemaal krijgt aangewaaid,j
kan daarin groeien in 1
zelfvertrouwen. Naar mijn
mening worden koffiepraat
en telefonades van vrouwe4
onderling veelal nog altijd a
ernstig onderschat. Want hu
gaat er niet om bij elkaar
lekker uit te halen-over w^(
„hij allemaal voor vervelenjj
doet" of „aan aardigs nalaab
Vriendinnen die elkaar vraf
stellen over het góede dat <f
echtgenoot van de ander he
elkander wijzen op de schaf
van verworvenheden in de)
relatie die al jaren bestaat,
hebben meer zeggingskracti
dan welke therapeut van
buiten ook. Wat betekent
precies de fataal klinkende
uitspraak dat het echt same
niet meer gaat? Is het mogè
de onuitgesproken wens val
maar één van de twee, die
meer vrijheid wenst, in weli
opzicht dan ook? Zou daar
werkelijk geen oplossing vq,
gevonden kunnen worden? f
men weggaat, neemt men
zichzelf mee; met die wens, 4
die behoefte. Vertrouwt men
zomaar op dat die dan bij ej
ander wel wordt ingewiligdi
Zijn ze samen al eens om dl
tafel gaan zitten. Hebben ze
moeite gedaan om elkaar, rt
niet de waarheid te zéggen,:
maar de waarheid te laten
zien? Hadden ze al eens san
het door pastor Van den Be
laatst in zijn column j
aangeraden boek „Liefde is j
wérkwoord" van A.
Vansteenwegen aandachtig'
door te nemen? hebben ze I
erover nagedacht dat als tut
in de problemen zitten meti
elkaar er wel eens sprake W
kon zijn dat béiden een pas\
opzij moeten doen, om de anl
door te laten; toe te laten
komen aan wat hij of zij zo a
wenst. Als scheiden overkoï
de oplossing was, behoefde I
dit pleidooi niet te houden.
Gaat het werkelijk op dat
persoonlijke ontplooiing de
voorrang geven garantie is\
voor eigen heil en geluk? Pi
het niet dikwijls anders uitfl