„Ik geef het niet op" Gouden tijd voor Britse makelaardij voorbij DEN HAAG - De Haagse archi tect Jan Brouwer mag zich verheu gen in een aanzienlijke populariteit bij lokale bestuurders. Aan op drachten geen gebrek. Dat houdt echter meteen in dat hij wordt ge confronteerd met een reeks proble men, die hem in zijn artistieke be wegingsvrijheid beperken. Of hij het leuk vindt of niet, vragen als: Is er genoeg geld? en: Is er voldoende politieke wil?, gaan in toenemende mate beslag leggen op zijn agenda. Brouwer moest onlangs zelfs een optre den verzorgen in het Nederlands Con gresgebouw om een keur van gemeente-, provincie-, en rijksbestuurders te over tuigen van de kwaliteiten van zijn ont wen) voor de gigantische Gemeenschap pelijke Afvalverbrandingsinstallatie (GAVI), die het vuil van 35 Zuidhol landse gemeenten gaat verwerken. Brou wer leverde een ontwerp voor een ge bouw van 570 bij 174 meter, dat zou moeten verrijzen op het terrein van de vliegbasis Ypenburg. Vlakbij Rijswijk, maar in de gemeente Leidschendam, grotendeels voor het vuil van Den Haag. Kortom: iedereen bemoeit zich er tegen aan en vindt dat de GAVI overal mag komen behalve binnen of te dicht bij de I eigen gemeentegrens. Vervelend „Het gemeentebestuur van Leidschen dam opteerde aanvankelijk voor een bakstenen gebouw", zegt Brouwer met een vies gezicht, „want 'dan lijkt het niet zo op een vuilverbranding'. Nou, ik heb van het begin afaan duidelijk gemaakt wat ze aan me hadden (telt af op vin gers): A. geen baksteen, B. je moet kun nen zien wat het is en C. een luchtig ma teriaalgebruik". Toen het ontwerp gereed was, werd de architect verrast met de mededeling dat ook gedacht werd aan een industrieter rein in Zoetermeer als locatie. Brouwer: „Bij het ontwerpen ben ik uitgegaan van Ypenburg. Bij zo'n groot gebouw is de plaats natuurlijk van belang. Je kunt het niet overal kwijt. Toen kwam men met Zoetermeer op de proppen. Vervelend, maar niet onoverkomelijk. Ik heb voor die plek een aangepast ontwerp gemaakt. De bouwvolumes komen ten opzichte van elkaar iets anders te liggen en de twee zestig meter hoge torens zullen moeten vervallen. De opdracht terugge ven? Nee, ik geef het niet op. Als ik het niet doe komt er gewoon een ander. Je realiseert je opeens wel dat je als archi tect maar een zwakke schakel bent. De politiek is onbetrouwbaar voor een ar chitect". Bofilletje Niet dat Brouwer helemaal geen vertrou wen meer heeft in de bestuurders. „Er zijn gunstige uitzonderingen. Adri Dui- vesteijn bijvoorbeeld. Hij heeft bewerk stelligd dat er in Den Haag weer over ar chitectuur wordt gepraat. Het creatief omgaan met de pmgeving heeft prioriteit gekregen. Tien jaar geleden werd er in Den Haag alleen maar gekeken naar gro te gebouwen en grote aantallen met alle gevolgen vandien". Iedereen mag dan nu de mond vol heb ben van grote architecten zoals Richard Meier en Ricardo Bofill, maar wat moet er gebeuren als de schatkist leeg is? Ook met dat probleem is Brouwer intussen geconfronteerd. Zijn ontwerp voor het Volksbuurtmuseum in de Haagse Schil derswijk kan door geldgebrek waar schijnlijk niet volledig worden uitge voerd. Met name de uitkijktoren zou te duur zijn. „Het verloopt allemaal stroef', geeft de architect toe. „Maar ik houd vast aan mijn plan. Het moet een baken worden in de wijk. Daarom mag de toren zeker niet uit het ontwerp wor den geschrapt. Bovendien is de functie essentieel: je kunt vanaf de toren uitkij ken over de stadsvernieuwingsprojecten. We zijn er nu sponsors voor aan het zoeken". Vliegtuigbouw Jan Brouwer (1935) heeft tot nu toe vooral bekendheid verworven met grote projecten zoals de Ikea-vestiging in Am sterdam en de ondergrondse hal voor de bagageafhandeling op Schiphol. Daar naast ontwierp hij ook kleinere gebou wen als het nieuwe stadhuis voor Hoogezand-Sappemeer en een semi-per- manent bouwsel op het plein voor de theaters aan het Spui in Den Haag. Ken merk van al zijn creaties: het gebruik ZATERDAG 11 NOVEMBER 1989 PAGINA 33 ARCHITECT JAN BROUWER OVER POLITICI EN GELDGEBREK van moderne materialen en felle kleu ren. „Ik vind dat een architect open moet staan voor nieuwe ontwikkelingen op het gebied van technologie. Ik ben een technisch architect. Waarom zou je bijvoorbeeld vondsten uit de vliegtuig bouw niet kunnen gebruiken in de archi tectuur?". Hij pakt een blokje natuur steen. „Kijk, het natuursteen is maar vier millimeter dik. Erachter zit een ho ningraat-constructie van aluminium die ook voor vliegtuigen wordt gebruikt, ij- zersterk. Nep? Nee helemaal niet. Je moet gewoon gebruik maken van de mo gelijkheden die je tot je beschikking hebt". Niet iedereen is even enthousiast over Brouwers opvattingen. „In Hoogezand heb ik moeten vechten voor mijn ont werp", vertelt hij lachend. „Ze zeiden: dat is een gebouw van plastic. Ik wilde namelijk kunststof wanden gebruiken. Ik heb ze uiteindelijk toch weten te over tuigen. Gewoon even Gronings praten. Dat is geen probleem voor mij want ik ben geboren in het dorpje Ten Boer, op het Groningse platteland". Kritikaster De architect, die kantoor houdt in het gebouw 'Cultura' aan de Wassenaarse- weg, schuwt zelf overigens de rol van kritikaster niet. Brouwer is lid van de Haagse welstandscommissie en speelt daar met verve de rol van enfant terri ble. Wee de architect die zijn toorn op wekt. Vooral ontwerpen die een hang naar historische vormen vertonen, pleegt hij genadeloos neer te sabelen. Een paar citaten: „Hubo doe het zelf-werk" (over de verbouwing van het Haags Gemeen temuseum); „decorbouw" (over het ont werp voor een buurthuis van architect Alberts); „een cartoon met wat decora tieve grappen" (ontwerp van'Bofill voor bejaardenwoningen in de Haagse Borneostraat). „Ik houd ervan om de discussie aan te zwengelen", zegt het 'enfant' zelf hier over. „En soms moet er gewoon gewaar schuwd worden. Bofill is best - of schoon ik 's mans werk eigenlijk niet begrijp - maar dan moet het wel een echte Bofill zijn en niet zo'n mislukt Bo filletje als ze nu aan de Borneostraat wil len neerzetten. Maar de bestuurders zijn nu eenmaal weg van Bofill. Het is archi tectuur die macht uitstraalt, daar zal het wel mee te maken hebben". Toch kan zelfs Jan Brouwer zich niet ge heel los maken van de geschiedenis.. „Als je gaat nadenken over materiaalge bruik kom je, hoe je het ook wendt of keert, bij Berlage terecht. De principes die hij verkondigde over het eerlijk ge bruik van materiaal - in zijn geval bak steen - pas ik ook toe. Om 'De Stijl' en de Nieuwe Zakelijkheid kun je natuur lijk ook niet heen. Ik geef dat in archi tectonische vorm toe bij de torens van de GAVI". En inderdaad, het ontwerp van de bekroningen vertoont overeen komst met de toren van het gebouw 'De Volharding' van de architecten Buys en Lürsen aan de Grote Markt in Den Haag. HERMAN ROSENBERG Links: Maquette van het Volksbuurt museum. FOTO: SP Rechts: Ontwerp van Brouwer voor de nieuwe vuil verbrandings installatie. Jan Brouwer aan zijn tekentafel. FOTO: SP HYPOTHEKEN WORDEN ONBETAALBAAR Donkere wolken pakken zich sa men boven de Britse makelaars van onroerend goed. Deze 'estate agents' verwachten dit jaar een ver lies van honderd miljoen pond. Een jaar geleden werden zij door de Britten nog bloedzuigers ge noemd vanwege de hoge provisies die zij berekenden. Niemand kon iets tegen ze beginnen en de make laars incasseerden met graagte hun grote winsten. Toch wilden ze wel van hun slechte imago af. En het is nu zover, want de vroegere haatge voelens hebben plaatsgemaakt voor leedvermaak. Afgelopen jaar was vooral in Zuidoost- Engeland het vak van 'estate agent' nog een beloftevolle baan. De waarde van onroerend goed zat doorlopend in de lift en bereikte duizelingwekkende hoogten. Makelaars verdienden fortuinen en wer den door iedereen benijd. Wie jong was en geen baan had, opteerde zonder aar zelen voor de makelaardij. Die keuze ga randeerde een rijke toekomst. Maar er kwam politieke tegenspoed. Het financiële klimaat heeft diepgaande ver anderingen ondergaan. De gevolgen van Thatchers keiharde tactiek zijn nu dui delijk waarneembaar. Vanwege de hoge rentes kan haast niemand zich nog de aankoop van een woning veroorloven. Vroeger verhuisden Britten om de ha verklap, net alsof zij een volk van zigeu ners waren. Huizen veranderden doorlo pend van eigenaar. Op basis van een vast salaris kwam je bij een hypotheek bank bijna probleemloos aan het onont beerlijke kapitaal. Vandaag de dag is het anders. Onbetaal bare hypotheken hebben de Britten honkvast gemaakt. Deze situatie brengt met zich mee dat er nog maar weinig on roerend goed wordt verkocht en de ma kelaarskantoren zien dan ook haast geen klanten meer binnenkomen. De gouden tijd lijkt voor de 'estate agents' dan ook voorbij. Kleine, onafhankelijke makelaarskanto ren dreigen over de kop te gaan; kanto ren die toebehoren aan grote firma's worden gesloten omdat hun eigenaars de verlieskraan dicht draaien. Wat meteen betekent dat de jongelui die kort geleden nog aantrekkelijke vooruitzichten had den, nu genadeloos de zak krijgen. Zij zijn het slachtoffer van een ontwikkeling die zich de afgelopen drie jaar heen voorgedaan; sterke financiële groepen hebben in die periode meer dan de helft van de achttienduizend makelaarskanto ren opgekocht. Op een gegeven moment, toen de vraag het grootst was, betaalden zij wel 500.000 pond per kantoor. Maar zelfs de machtige Prudential-verzekeringsmaat- schappij noteerde voor de eerste helft van dit jaar een verlies van 24,7 miljoen pond op het makelaarsfront. De vorige zes maanden boekten zij een winst van 12 miljoen pond. De 'Pru' (uitspraak: proe) heeft al tweehonderd van haar achthonderd makelaarskantoren gesloten en duizend werknemers aan de deur ge zet. En de regering-Thatcher houdt vol dat het disconto niet kan worden ver laagd, omdat 7,3 procent inflatie nog veel te hoog is. Dat klinkt onheilspel lend, want hypotheekrentes worden rechtstreeks beïnvloed door het discon to. Groot-Brittannië kent trouwens geen sy steem van vaste rentes; de meeste hypo theekbanken voorspellen al dat zij nog voor eind 1989 hun rente verder zullen moeten optrekken. In dat geval stort de hele onroerend-goedmarkt in elkaar. Arme Britse makelaars! Het ziet er som ber voor ze uit. ROGER SIMONS GeidóöGouAOiat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 33