Hoger Katechetisch Instituut
verdwijnt in huidige vorm
Bisschoppen: verzet
tegen celibaat neemt af
Kuitert: theologische dwarsligger
die zich soms „alleen voelde
99'
CcidAcSotwcMtt
Kwart gezinnenj
leest regelmatig'
in de bijbel
kerk
wereld
boekwijzer
GEESTELIIK LEVEN/OPINIE
«idócSouomit
ZATERDAG 11 NOVEMBER 1989 PAGINjT
door Marinus van der Berg
Tekort gekomen
De laatste tijd is me pijnlijk
duidelijk geworden door ver
schillende verhalen dat er zo
veel mensen zijn die tekort
gekomen zijn en nog tekort
komen als het gaat om per
soonlijke aandacht voor hun
verlies. Als zij merken dat an
deren veel meer aandacht
ontvangen, dan roept dat ver
schillende gevoelens op.
Soms gevoelens van blijd
schap: „Fijn voor jullie". On
der dat gevoel is er soms een
van pijn: „Ik heb het zo ge
mist".
Een vrijwilligster uit een paro
chie die op een fijnzinnige wij
ze kontakt zocht met een ge
zin kreeg te horen: „Eigenlijk
zijn jullie te laat". In de eerste
drie jaar was er zo weinig aan
dacht geweest. Het werd niet
gezegd als een verwijt, maar
vanuit een gemis. Soms zijn er
reacties die allereerst hard
aankomen. Ze lijken op af
gunst.
„Waarom zoveel aandacht
voor een kindje dat nog maar
kort leefde?" Het antwoord is
eenvoudig: omdat elk men
senleven telt al vanaf voor de
geboorte. Dit eenvoudige ant
woord komt te vaak in het
nauw in een samenleving waar
alles lijkt te worden bepaald
door prestatie. Concurrentie
en macht. Het antwoord heeft
voor mij alles te maken met
de geloofswoorden: „Voor
kleine mensen is hij bereik
baar".
Maar er is meer dan dit een
voudige antwoord. Er is ver
driet, dat de vorm van afgunst
lijkt te hebben aangenomen.
Er is verdriet om het tekortge-
komen-zijn aan aandacht. Het
geeft geen enkele pas om te
zeggen: „wat is die vrouw bit
ter of hard". Hoewel die nei
ging op kan komen. Onvol
doende aandacht kan leiden
tot een niet goed kunnen
doorleven van je verdriet.
„Een mens heeft recht op
aandacht", zei mgr. Bluijssen
in het bijzondere gesprek dat
ik met hem mocht hebben. Dit
gesprek komt in het decem
bernummer van „De Zonne
bloem". Op verschillende ma
nieren en door verschillende
personen kan een mens zich
tekort gedaan voelen. Niet
steeds, zelden zelfs, is er
sprake van kwade bedoeling,
maar veel meer van onkunde,
gebrek aan inzicht, onderont
wikkeld invoelingsvermogen.
Er is een neiging om zo gauw
met iets praktisch om te gaan.
„Laten we praktisch blijven",
wordt zo vaak gezegd. Een
eenzijdige wijze van praktisch
zijn leidt soms tot een over
haast handelen en gaat aan
gevoelens voorbij. De kans is
groot dat er goedbedoeld
voor de ander gedaan en ge
dacht wordt en niet met de
ander. Zo komt de mens die
door het verdriet is getroffen
achterop, voelt zich niet ge
hoord, voelt zich onbegrepen.
Mensen met verdriet moeten
soms zo vaak zeggen: „Het
zal wel goedbedoeld zijn. Zo
moet je maar denken".
Diep in hun hart zijn ze echter
teleurgesteld. Zo vaak hoor ik
zeggen: „het is nu eenmaal
zo, het ging toen zo". Als je
goed hoort, hoor je dat dit
een opgdrongen antwoord is.
Niet het antwoord van het
hart. Gebeurtenissen die je
binnenste diep hebben ge
raakt, kunnen soms jaren later
weer bij je aankloppen. In dro
men of in nachtmerries. Of
door een woord wordt alles
weer wakker geroepen. Je
kunt die dromen verwaarlo
zen, wegredeneren en zeggen:
„het is toch te gek dat ik daar
nu nog mee zit". Je kunt je
dromen, dat ben jezelf, se
rieus nemen en iemand zoe
ken die je vertrouwt, waar je
begrip verwacht. Dan kan het
gebeuren, en vandaag als u
dit leest mag ik dit met enkele
mensen meemaken, dat er
nog herstel mogelijk is. Eer
herstel na jaren. Dan kan er
echte vrede in het hart komen
en kunnen wonden genezen
worden. Er kunnen dan won
deren gebeuren. Je mag te
kennen geven dat je tekort
gekomen bent. Je mag er als
nog aandacht voor vragen. Je
mag jezelf serieus nemen. Je
mag een beroep op iemand
doen. De verhalen van men
sen die tekortgekomen zijn en
waarvan ik de laatste tijd vele
heb gehoord, zijn bovendien
verhalen om van te leren. Ze
leren mij zorgvuldiger te wor
den, mindeV voor en meer sa
men met iemand te overleg
gen.
In tijden van afscheid luistert
ieder detail. Er gaat nog altijd
teveel te gehaast, te slordig
en zo komt er veel extra ver
driet. Wie het te kennen geeft
en zich geen onechte ant
woorden laat opdringen, wie
met zichzelf op weg gaat, mag
de ervaring van „een voldaan
gevoel" beleven. De emotio
nele rekening is betaald! Er
zijn soms jaren overheen ge
gaan.
Inval in redactiekantoor van Ogorodnikov
MOSKOU Gewapende
mannen hebben deze week in
Moskou een inval gedaan in
het redactiekantoor van het
Bulletin van de christelijke
gemeenschap, waarvan de
russisch-orthodoxe dissident
Aleksander Ogorodnikov re
dacteur is. Dit hebben de
Christelijke stichting voor
hulp aan ge wetens vervolgden
(CSHG) te Andijk en het En
gelse Keston College vrijdag
bekend gemaakt.
Op het moment van de inval,
's middags om 12 uur, was
slechts één medewerker, de
priester Viktor Grigoriev,
aanwezig. Hij werd met een
wapen bedreigd en vervol
gens aan handen en voeten
vastgebonden. Er werden
twee faxapparaten en twee
personal computers meegeno
men.
De redactie vermoedt dat de
KGB, de Russische geheime
dienst, achter de inval zitten.
De heren wisten precies wat
ze wilden hebben. Tot dusver
is er nog geen (officieel) spoor
van de daders.
Wie anderen
bespreekt, bespreekt
zichzelf
NIJMEGEN Het Ho
ger Katechetisch Instituut
(HKI) in Nijmegen ver
dwijnt in zijn huidige
vorm. Het HKI zal als in
stituut met personeelsle
den verdwijnen, maar het
bestuur wil het wel laten
voortbestaan als stichting
die opdrachten verstrekt
voor het opstellen van
katecheseprojecten. Het
HKI heeft op dit moment
tien werknemers in
dienst.
Dit heeft het HKI vrijdag be
kend gemaakt. Gezien de
jaarlijks terugkerende tekor
ten tracht het bestuur de per
soneelsleden en lopende acti
viteiten bij andere instellin
gen onder te brengen. Daarbij
wordt vooral gedacht aan het
Katholiek Pedagogisch Cen
trum (KPC) ijl Den Bosch.
Het HKI, dat eerder dit jaar
zijn 35-jarig bestaan vierde,
wordt al jaren geconfronteerd
met een tekort-van 3 a 400.000
gulden op een begroting van
1,2 miljoen gulden. Tot de
vaste inkomsten behoren
naast de opbrengsten van ei
gen uitgaven alleen de bijdra
gen van de katholieke scho
len. Voorts kon het HKI
vooral in de jaren '60 en '75
rekenen op de opbrengsten
uit onder meer de vertaal
rechten van de Nieuwe Kate-
chismus van 1966.
De tekorten werden de afge
lopen jaren vooral aangevuld
door de religieuze orden en
congregaties. Maar op de lan
ge termijn is zo een efficiënte
bedrijfsvoering en een gezond
personeelsbeleid onmogelijk,
zo meent het bestuur.
Van verscheidene kanten is
aangedrongen op voortzetting
van de projecten die het HKI
nu uitvoert en op het bewa
ren van de „HKI-traditie".
Daarom heeft het bestuur ge
zocht naar mogelijkheden om
de projecten elders onder te
brengen. Daarbij stelt het
HKI voorop dat er in de kate-
chese een ruime plaats moet
blijven bestaan voor theologi
sche bezinning. Verder hecht
het HKI er grote waarde aan
dat de schoolkatechese niet
los komt te staan van andere
vormen van katechese, zoals
het volwassenenonderricht.
Het KPC heeft zich al bereid
verklaard de HKI-traditie
voort te zetten binnen de ei
gen organisatie.
Volgens waarnemend direc
teur J.H.J. van Lier heeft bij
het besluit het feit dat de bis
schoppen het vertrouwen in
het HKI hadden verloren,
geen enkele rol gespeeld. De
bisschoppenconferentie lever
de geen financiële bijdrage.
Enkele jaren geleden werden
de statuten van het KHI zo
gewijzigd dat de statutaire
band met de Nationale Raad
voor de Katechese (NRK), die
direkt onder verantwoorde
lijkheid van de bisschoppen
conferentie staat, werd door
gesneden. Tot dan waren de
leden van de NRK ook be
stuurslid van het HKI.
Vooral kardinaal Simonis en
bisschop Gijsen hebben soms
scherpe kritiek geuit op pro-
jekten van het HKI. De Nieu
we Katechismus werd in 1966
door het HKI uitgegeven,
maar enkele jaren geleden
verscheen met instemming
van de bisschoppenconferen
tie een Nederlandse vertaling
van een Westduitse katechis
mus bij een gewone uitgeverij.
Kohl herdenkt joden in Warschau
Voordat de Westduitse kanselier Helmut Kohl (midden) vrijdag
zijn Poolse reis onderbrak om naar West-Berlijn te vliegen we
gens een ontmoeting met zijn Oostduitse collega, bracht hij een
bezoek aan een joods monument in de Poolse hoofdstad. Kohl
herdacht, samen met Poolse joden, de helden uit het ghetto
van Warschau.
UTRECHT Het verzet
tegen het priestercelibaat
is volgens de Nederlandse
bisschoppen „niet meer
zo sterk als jaren gele
den", maar het is niet ge
heel verdwenen. Zij vin
den dat laatste spijtig,
want de discussie over
het celibaat remt de me
dewerking van een aantal
priesters aan hun pogin
gen om meer priesterroe
pingen te krijgen.
Dat blijkt uit de reactie van
de bisschoppen op het eerste
voorbereidende stuk (linea-
menta) van de bisschoppensy
node over de priesteroplei
ding, die volgend jaar oktober
in het Vaticaan wordt gehou
den. Een samenvatting van de
reactie is verschenen in „1-2-
1", het officiële orgaan van de
Nederlandse RK Kerk.
De bisschoppen onderstrepen
hoe belangrijk „een goede
priester" kan zijn om jonge
ren voor het priesterambt te
winnen. Vooral een jonge
priester kan een belangrijke
rol spelen. Als redenen voor
de sterke vermindering van
het aantal priesters noemen
de bisschoppen onder meer
dat de kerk minder aanzien
geniet dan vroeger.
Andere factoren zijn het on
begrip in de samenleving
voor de keuze voor het pries
terschap, de polarisatie in de
kerk en de hogere eisen die
als gevolg van het toegeno
men opleidingspeil van de
Nederlandse samenleving aan
priesters worden gesteld.
Een positieve invloed op de
keuze voor het priesterschap
wordt volgens de bisschoppen
uitgeoefend door de toene
mende behoéfte aan zinge
ving en persoonlijke aandacht
als reactie op de verzakelij
king van de samenleving, het
besef van het snel groeiend
tekort aan priesters en het
toenemend besef van geza
menlijk gedragen verant
woordelijkheid voor de zen
ding van de kerk.
De opvoeders en begeleiders
van priesterstudenten in Ne
derland worden volgens de
bisschoppen gekozen uit „de
beste mensen die het bisdom
ter beschikking heeft", niet
alleen wegens hun karakter
als mens en priester, maar
ook wat hun opleiding en spi
rituele vorming betreft.
De bisschoppen, die voor hun
reactie onder meer de reli
gieuzen en de vijf katholieke
theologische opleidingen heb
ben geraadpleegd, roemen de
„voortreffelijke" bijdrage van
de religieuzen aan de prieste
ropleidingen. Voorts wordt
„in dankbaarheid" gebruik
gemaakt van de Medewerking
van leken, ook al blijft voorop
staan, dat priesterstudenten in
voldoende mate in aanraking
moeten komen met priester
docenten.
De bisschoppen laten zich niet
uit over de kwaliteit van de
lineamenta. Eerder hebben de
Canadese bisschoppen zware
kritiek uitgeoefend op het
„ouderwetse beeld" van het
priesterschap in het docu-
Gereformeerde Kerken
Beroepen te Breda als geestelijk ver
zorger van huize 't Gruytveld te Ter-
heijden (part-time) drs.R. Kwant,
kand. te Terheijden, die dit beroep
heeft aangenomen.'
Doopsgezinde Broederschap
Benoemd tot pastoraal medewerker
te Wieringen H. Marseille, wonende
te Amsterdam, die deze benoeming
heeft aangenomen.
Beroepen te Delft (part-time) F.R.
van der Meulen, emeritus predikant
te Amsterdam, die dit beroep heeft
aangenomen.
Christus' oudste
gewaad
De Nijmeegse emeritus-hoog
leraar in de oud-christelijhke
kunst Frits van der Meer pu
bliceerde in 1949 Christus'
oudste gewaad, in feite een on
derzoek naar de resten van de
voorstellingen van de oudc
hristelijke wereld. De schrij
ver die een fenomenale repu
tatie verwierf met studies als
Atlas van de westerse bescha
ving, Augustinus de zielzorger
en Geschiedenis ener kathe
draal, concludeert in dit boek
dat de oudchristelijke kunst
een zuiver laat-antieke aange
legenheid is geweest. Van der
Meer geeft aan dat de beelden
en voorstellingen uit die tijd
tot op de dag van vandaag in
de christelijke kerk doorwer-
Uitgave Ambo, prijs 55.
AMSTERDAM Het hoeft
niet zo nodig, .maar prof. dr.
H.M. Kuitert zou het wel een
leuke verrassing vinden. Als
de gereformeerde synode eens
zou zeggen: het spijt ons dat
we zo'n trammelant hebben
gemaakt over een hoop zaken
die we nu net zo zien als U
destijds.
Als hoogleraar aan de theolo
gische faculteit van de Vrije
Universiteit zal Kuitert het
niet meer mogen beleven.
Vandaag wordt hij 65 jaar en
op 30 november neemt hij of
ficieel afscheid als hoogleraar
ethiek en inleiding in de dog
matiek. In die functie kwam
hij in de jaren zeventig meer
malen in aanvaring met de
synode van de Gereformeerde
Kerken in Nederland.
Tot een officiële veroordeling
van zijn visie op het gezag
van de bijbel, de schepping,
de goddelijke openbaring en
andere gevoelige onderwer
pen is het nooit gekomen.
„Maar ik ben wel over de
knie gelegd", aldus de hoogle
raar.
Op de veertiende verdieping
van het gebouw van de Vrije
Universiteit het hemels
uitzicht reikt soms tot de
Utrechtse Domtoren blikt
Kuitert af en toe vergenoegd
terug op de commotie van
toen. Maar de roerige synode-
besprekingen hebben hem al
lerminst koud gelaten. Uit het
synodeverslag van mei 1976:
„Ik voel mij geweldig alleen
gelaten door de gereformeer
de synode. Sommigen vinden
het niet zo erg als ze alleen
gelaten worden. Ik wel. Ik
vind het heel erg. Ik wil mijn
werk doen zoals ik denk het
voor God en mijn geweten te
moeten doen. Met of zonder
de bemoediging van de syno
de. Maar het liefst mèt."
Kuitert heeft nooit de eer ge
had lid te zijn van een depu-
taatschap of synodale commis
sie. „Ik ben er nooit voor ge
vraagd", zegt hij. Hij zal nu
een uitnodiging om lid van
een commissie te worden,
vriendelijk en beleefd afslaan.
Dat heeft niks met ergernis of
wrok te maken, maar vooral
met zijn voornemen het wat
rustiger aan te doen.
De ethicus die ver buiten ker
kelijke kringen groot gezag
geniet door zijn publikaties
over euthanasie en de ethiek
van het medisch handelen en
bovendien in allerlei medi
sche adviesorganen zit, heeft
het wel vreemd gevonden dat
hij niet is uitgenodigd door de
commissie die op verzoek van
de hervormde en gerefor
meerde synodes een rapport
over euthanasie schreef. Toch
heeft hij kunnen voorkomen
dat in het rapport een paar
„kolossale fouten" zijn geslo
pen, omdat een commissielid
hem onderhands het concept
toespeelde.
Dit rapport 'Euthanasie en
pastoraat' (1985), waarin eu
thanasie onder bepaalde om
standigheden wordt toege
staan, vindt Kuitert voor een
kerk een heel redelijk werk
stuk. De synode heeft nu wel
verstandig gehandeld door
geen uitspraken over eutha
nasie te doen, maar het rap
port aan te bieden als pastora
le handreiking. „Ik ben tegen
kerkelijke uitspraken", zegt
Kuitert stellig.
De professor heeft het idee
dat hij zelf een bijdrage heeft
geleverd aan deze relativering
van eigen synodale wijsheden.
„Ik heb een beetje de spits af
gebeten. Ook door niet boos te
worden of mensen als groep
of partij om me heen te verza
melen. Ik heb altijd gezegd:
dit moet kunnen, dit is wat
een redelijk denkend mens in
de kerk behoort te mogen
zeggen. En ik heb dat rustig
volgehouden".
De herrie rond uitlatingen
van zijn hervormde collega
dr. F.O. van Gennep verbaast
Kuitert. Deze Leidse hoogle
raar die niet gelooft in de li-
wat al veel vaker is beweerd,
ook door zijn collega uit Am-
99
sterdam. „Als je de opstanding
heel massief opvat, schiet je
gemakkelijk voorbij aan de
bedoeling van de bijbelschrij
vers", aldus Kuitert. „Het
laatste waaraan je denkt, is
toch het weer levend worden
van een lijk? Ik heb dat vroe
ger meermalen geschreven,
maar ben daarvoor nooit over
de knie gelegd". Gerefor
meerden hebben wellicht be
ter dan hervormden begrepen
dat het hier niet om draait".
Discussies over deze zaken
houden de kerk wel levendig,
vindt Kuitert. „Ik heb theolo
gische controversen nooit ver
afschuwd, heb ze ook nooit
desastreus gevonden voor de
kerk". Wél desastreus werden
ze in zijn ogen als er „kolossa
le ruzies" uit voortvloeiden of
uitsluitingen op volgden.
Maar af en toe moeten kerk
leden uit hun „slaapdommel"
worden gewekt en aan het
denken worden gezet.
Ondanks vele tegenwerkin
gen heeft Kuitert nooit over
wogen de kerk voor gezien te
houden of naar een ander
kerkgenootschap over te stap
pen. Wel heeft hij de tram
melant een beetje moe ge
poogd aan een andere univer
siteit te beginnen, maar de fa
culteit en het college van be
stuur van de Vrije Universi
teit zagen hem niet graag
gaan. Eén theologische facul
teit presteerde het om van
Kuitert te eisen dat hij vol
gens de marxistische beginse
len les zou geven. Net als de
eis om volgens de gerefor
meerde beginselen weten
schap te bedrijven een onzin
nige zaak, aldus Kuitert, die
de VU steeds trouw bleef.
Als de hoogleraar straks stopt
met werken, stopt hij niet met
schrijven. „Ik wil helemaal
opveren", zegt hij enthousiast.
„Ik heb jaren het disciplinaire
gedrag vertoond dat bij mijn
ambt van hoogleraar hoorde,
maar straks gaat de deksel
van de ketel af. Dan word ik
vrij". Wellicht zitten er essays
in de pen, wie weet zelfs een
roman.
Politiekorpsen in het gedrang
WaT het regeerakkoord na jaren touwtrekken efe
delijk leek te hebben geregeld, namelijk het politiebestel
door de afspraken van Lubbers met de afzonderlijke
windslieden van justitie en van binnenlandse zaken wi°j
een stuk minder helder geworden. Fractiewoordvoerd
van PvdA en CDA hebben al aangekondigd bij de regerin
verklaring eind november de premier hierover aan de ta id
te voelen.
In het geding is de voorgenomen reorganisatie van het -
derlandse politiekorps. De korpsèn, beter gezegd, want rt
menteel zijn de politietaken nog verdeeld over rijks- en
meentepolitie, die elk hun eigen politieke baas hebben,
minister van binnenlandse zaken beheert via de burgeme
ters de gemeentekorpsen, de rijkspolitie valt onder vera
woordelijkheid van Justitie en opereert op aanwijzing v
het Openbaar Ministerie. Als gevolg van die tweedeli
woedt sinds jaar en dag een soort 'stammenoorlog' tussen
beide politiedepartementen. De onduidelijke en elkaar kr
sende gezagslijnen vormen in de praktijk vaak een belet
voor een efficiënt optreden van het politieapparaat.
De politiek is daarom al geruime tijd geleden tot het inzi<r:
gekomen dat beide korpsen in elkaar moeten schuiven
onder gezag van één ministerie moeten komen. De grote p< i
tijen zongen wat dit aangaat in hun verkiezingsprogramm
een gelijkluidend lied. Er komt één soort politie en de
ter van binnenlandse zaken wordt opper-hoofdcommissai I
Natuurlijk overlegt deze netjes met haar ambtgenoot van jf€
titie over de justitiële aspecten van het politiepakket, m#
over debestuurlijke eind-verantwoordelijkheid kan get
misverstand bestaan. Aldus werd dan ook, tot niemands v<»
bazing, besloten in het regeerakkoord waaruit het nieufc
kabinet is geboren. s
DaT regeerakkoord bevat de bepaling dat er door de i(
mensmelting van gemeente- en rijkspolitie dus één soort i
litie komt, onderverdeeld in 23 regionale samenwerkingsvé»
banden. Het ministerie van binnenlandse zaken krijgt de
pervisie over de nieuwe organisatie. De nadere afsprakp
van Lubbers met de afzonderlijke bewindslieden van justir
en binnenlandse zaken houden echter in, dat minister Hirs£
Ballin van justitie afzonderlijke bevoegdheden behou^
waaronder een aanwijzingsbevoegdheid voor de politie-inic
per regio, het schrijven van de nieuwe politiewet en de ztfc
genschap over een aantal landelijke politiediensten. De niea
we minister van justitie beslist daarmee ook over een drj
van het politiebudget. Minister Dales van binnenlandse
ken moet na de wetswijziging de uitvoering van de reorga%
satie regelen. Maar ook in het beheer van de politie bl|i
Justitie via de hoofdofficier een rol spelen. u
p
NiET alleen in de Tweede Kamer is kritisch gereageerd t
de nieuwe afspraken. De politiebonden vrezen een ontwik
keling in de richting van het Duitse Bundeskriminalamt p
de korpschefs rekenen erop dat de conflicten tussen Binneie
landse Zaken en Justitie nog niet de wereld uit zijn. Al sir£
vele jaren is de naijver tussen beide ministeries groot. Ee
heeft geleid tot allerlei voorstellen die nooit tot uitvoerij]
zijn gebracht: gewestelijke teams, provinciale teams en nu ic
gionale teams. Na al het touwtrekken in het verleden w3
het ook onvoorstelbaar dat Justitie akkoord kon gaan m
overheveling van alle bevoegdheden aan Binnenlandse Z
ken. Justitie zou zeker blijven aandringen op de vormin
van een soort justitieel korps. De nu afgesproken splitsii
van bevoegdheden is daarvan een alternatief.
De afspraken en vooral die over de landelijke politie
diensten hoeven niet te rekenen op de hartelijke medjr
werking van de korpsen, zoals ook bij eerdere reorganisatie
voorstellen is gebleken. Ook de voorgestelde indeling in r
régionale korpsen is aan kritiek onderhevig. Een studie he|
aangetoond dat een veel groter aantal kleinere korpsen
fectiever kan werken en bovendien beter voeling houdt ralc
de maatschappij, de mensen. En ook dit is een punt waaraje
bij de komende reorganisatie niet licht voorbijgegaan m
worden.
De nieuwe afspraak tussen Justitie en Binnenlandse Zakt
staat haaks op hetgeen wenselijk en noodzakelijk is. Ons laf
heeft behoefte aan een efficiënte, vakbekwame politiemacl
maar niet aan een quasi-elitekorps in de stijl van de Ame»
kaanse FBI, dat los staat van de rest. Het maken van e£
splitsing tussen rustig rondfietsende dorpsveldwachters (i
harde criminaliteitsbestrijders, die van elkaar niet wel
waar ze mee bezig zijn, is het paard achter de wagen
De hoop op een voortvarende aanpak van het netelige p»
bleem van de politie-organisatie is deze week vermindeij1
We moeten vrezen voor een voortrzetting van de energiev^
spillende stammenoorlog waarvan iedereen hoopte dat j,
eindelijk voorbij zou zijn.
HAARLEM Er is een
duidelijke crisis in het ge
bruik van de bijbel, meent
waarnemend secretaris
ds. W. van Galen van het
Nederlands Bijbelgenoot
schap (NBG). Volgens een
onderzoek van de NCRV
en het NBG leest slechts
23 procent van de huis
houdens min of meer re
gelmatig in de bijbel. In
60 procent is nog een bij
bel aanwezig.
Van Galen sprak gisteren in
Haarlem tijdens een symposi
um over het gebruik van de
bijbel, georganiseerd door het
NBG, de NCRV en de Unie
School en Evangelie.
Het regelmatig lezen van de
bijbel in het gezin en op school
is niet meer gebruikelijk. Sa
menwerking tussen de ver
schillende initiatieven om het
lezen van de bijbel te stimule
ren isvolgens hem daarc
dringend nodig.
Het NBG werd in 1814 op)
richt om de bijbel in handen
geven van hen die er om
nanciële redenen niet a
konden komen. Later kw«
de noodzaak om de bijbel
meer eigentijdse taal aan
bieden. Nu is het de taak v
het NBG eraan mee te werk
dat de bijbel ook echt woi
gelezen.
De crisis is mede het gev<
van het feit dat mensen w<
den afgeschrikt door nieu
ideeën over de bijbel of do
nieuwe vormen van bijbel)
bruik. Nu de school en het j
zin in belangrijke mate z
weggevallen, zijn er ge
nieuwe patronen voor gereg
de omgang met de bijbel oi
staan. Inhoudelijk is voor v
len de betekenis van de bijl
veranderd. De bijbel is in d
cussie gekomen, waardo
voor velen hun verhouding l
de bijbel onduidelijk is gew<