Inspiratie bij eigen gezin Ongeloofwaardige nieuwe Nederlandse speelfilm Bitterzoete komedie over opvoeden Geoffrey Madge speelt in onevenwichtig programma KUNST/FILM QeidóaQowuvnt VRIJDAG 10 NOVEMBER 1989 PAGINA Debat over cultuurbelei jaren tachtig AMSTERDAM In thea ter De Balie in de hoofd stad organiseert de Stich ting Literaire Activiteite Amsterdam (SLAA) in sa menwerking met VAR A-radio op 19 vember een debat ove cultuurbeleid in de jare tachtig. Er zal worden nagegaan welki factoren bepalend zijn geweesl voor het cultuurbeleid en wel ke verwachtingen dit voor d( toekomst heeft gewekt, aldu de SLAA. Punten van discus sie zullen onder meer zijn he optreden van sponsors en he verschijnsel dat er een groo kunstaanbod is, maar dat ooi veel weer snel achter de hori zon verdwijnt. Deelnemen zijn Yvonne van Baarle (alge meen secretaris van de Raa< voor de Kunst), Frans Hak: (directeur van het Groningei Museum), Martijn Sanders (di recteur van het Concertge bouw), Erik Vos (artistiek lei der van theater De Appel) ei J. Bernlef (auteur). Als discus sieleider zal optreden Han Maarten van den Brink. He debat begint om 15.30 uur. ,DEKASSIERE Het is een oud zeer maar het blijft pijn doen: het wil maar niet vlotten met de scenario's van de meeste Nederlandse films. Het gold kortgeleden voor „Wilde harten", het geldt evenzo voor regisseur Ben Verbongs nieuwste speelfilm, „De kassière". Het lijkt of de makers ervan pagina's uit een stel verschillende boeken heb ben gescheurd, er wat mee hebben gehusseld en ze daarna op een nieuw rijtje hebben ge legd. „De kassière" ziet er vi sueel, met een zeer persoonlij ke kijk op de Nederlandse werkelijkheid (hoofdzakelijk Rotterdam) weer mooi uit. Qua structuur is het uiterst mager en wat de psychologie achter de handelingen van de hoofdpersonen betreft klopt er bar weinig van. „De kassière" is het verhaal Van een meisje achter de kassa van een provincie-supermarkt (ergens in Limburg, al praat de kassière Amsterdams), dat zwanger is van een zwarte, Amerikaanse soldaat. Hij wordt tijdens een knokpartij met een stel racistische jonge ren vermoord, zij (Marion van Thijn) wil zijn kind hebben. Ze komt echter uit een bene pen milieu, met een schelden de moeder en een onsympa thieke stiefvader (Haags ac cent), en besluit te vluchten naar de grote stad (Rotter dam). Daar valt ze in de han m Marion van Thijn: merkbaar geen ervaring als actrice. den van een souteneur, die haar helpt met geld en haar een kamer geeft met bijbedoe lingen. Ze probeert zichzelf voor de komende bevalling fi nanciële zekerheid te ver schaffen door kleine' winkel diefstallen. Wanneer het met de souteneur van kwaad tot erger dreigt te gaan, wordt ze geholpen op haar vlucht voor hem door diens illegale taxi chauffeur (Thorn Hoffman als snorder). Haar diefstallen es caleren inmiddels: ze berooft zelfs bankfilialen met een bij die souteneur gevonden (onge laden) pistool. Terwijl ze door de politie gezocht wordt, krijgt ze hulp van haar vroedvrouw (Monique van de Ven). Haar kind brengt ze in de tunnel van een metro op de wereld, het wordt door de vroedvrouw naar het ziekenhuis gebracht waar de politie het bewaakt om zo de moeder te kunnen arresteren. Via een baby-ver wisseling krijgt de kassière haar kindje toch in handen en verdwijnt ermee, terwijl de politie-inspecteur (Adrian Bri ne met de stem van Gees Lin-' nebank) in een onverwacht moment van goedhartigheid, even de andere kant op kijkt. Driestuiversroman Er zijn zoveel momenten in „De kassière" dat je je schou ders ophaalt en voelt dit kan niet, dat het bij opsomming een waslijst zou worden. Of het is ongeloofwaardig, óf het is door Verbong c.s. zo neerge zet dat het ongeloofwaardig wórdt. Dat geldt voor de drijf veren achter het handelen van zowat ieder personage: van de kassière zelf, tot en met de souteneur, snorder, vroed vrouw, politie-inspecteur. Het heeft er veel van dat Verbong alles opgeofferd heeft aan dat beeld dat hij wilde schilderen van een koude, nerveuze, grauwe en spannende wereld. Hij doet dat met eigenzinnige belichtingen, met merkwaar dige lokaties, waarbij hij Ame rikaanse thrillers van de laat ste jaren tot voorbeeld geno men lijkt te hebben. Wat dat betreft lijkt „De kassière" op zijn - veel beter geslaagde - „De schorpioen"' waar hij ver gelijkbare effecten bereikte met kleur en lokatie. Maar de psychologie is er een van de koude grond geworden met fi guren uit een derderangs me lodrama: De souteneur, de snorder, zo uit een driestui versroman weggelopen, de be lachelijke bevalling in de me trobuis, de vreemde opstelling van de eerst niets vragende gynaecologe, de verhaaltech nisch ontzettend voor de hand liggende baby ruil in het zie kenhuis, het houdt niet op. Wat Verbong wil is ondertus sen duidelijk genoeg: dat beeld van die moderne koude wer kelijkheid met daarin dat een zame meisjesleven dat zich staande moet houden, ge steund door de warmte van die komende baby en de her innering aan een verloren vriend. Je kan er alleen niet in geloven. Verbong had mis schien een pretentieloze thril ler van zijn film moeten ma ken, waarbij de psychologie ondergeschikt wordt en de pure handeling het overneemt. Want het middendeel van „De kassière" waarin die thrillerle- menten (de overval, het ver blijf van de kassière in een on guur pensionnetje) het sterkst aanwezig zijn, wérkt tenmin- De keus voor een onbekende zonder ervaring als hoofdrol speelster is bovendien fnui kend. Marion van Thijn (de dochter van de burgemeester van Amsterdam) ziet er best aardig uit, maar zodra ze haar mond open doet wordt duide lijk dat ze bar weinig gevoel voor acteren heeft. Zij is het centrum van de film en moet je zoveel medegevoel geven dat je haar criminele escapades als een soort (verkeerde) tocht naar zelfstandigheid en vol wassenheid op z'n minst be grijpt. In het hart van Ver bongs film loopt Marion van Thijn echter rond als een soort slaapwandelaarster. Zodat je voornamelijk geërgerd wordt door dit mengsel van thriller, sociaal document en eigentijds melodrama. BERT JANSMA Blokken: kamermuziek met broze sfeer van permanente dreiging Stichting Recordera speelt Blokken. Muziek: Willem Wander van Nieuw- kerk. Gehoord in het LAKtheater op 9 november. Blokken heet de voorstelling, naar de novelle van Bordewijk over een totalitaire staat waar in het blokdenken tot systeem is verheven. Het eerste stuk tekent met een marsritme de sfeer van een stelsel waarin discipline een vooraanstaande deugd is. Een onberispelijke bruidegom en een man in mi litair uniform tikken de strak ke maat. Dan verschijnen hoog in het theater hun tegenhangers: een bruid in glimmend witte hoe pelrok die blokfluit speelt en een zingende vrouw in zwart bont. Ze dalen de trappen af en komen op het podium met drie grote zwarte dozen, een in rechthoeken verdeelde wand waarin een bandrecorder cen traal staat en twee pyramides als vitrines met daaronder wit te schuimplastic ballen. Wat rond is hoort in het museum thuis. Inbreuk op de dogma van de rechte hoek maakt al leen de verzameling trommels -rond klinkt nou eenmaal be ter- en uiteraard de mensen. De natuur laat zich niet 'zo maar terugbrengen tot een stelsel met negentig graden als basis. Blokken eindigt ook met de opmars van de zachte, ron de champignons, een lied op tekst van Sylvia Plath. Willem Wander van Nieuw- kerk heeft tien stukken mooie kamermuziek met wonder schone momenten geschreven voor blokfluit, stem, slagwerk en tape. Dankzij een perfecte techniek gisteren in het LAK had die delicate combinatif een optimaal effect. De viei musici riepen een sfeer op var dreiging die bijna in tegen spraak was met het Subtiele broze karakter van de muziek maar steeds op de achtergronc aanwezig was. Die ingehouden spanning werd tot het eindr toe volgehouden, zonder pie ken of dalen. Een voorstelling voor fijnproevers misschien maar van hoge kwaliteit dooi compositie en uitvoering. Mez zosopraan Karin Jönsthöve zong met een warmte en een vrijheid die op zich al een tasting van het systeem was er Saskia Coolen werkte me blokfluiten uit vooral de registers met veel dubbeltoner verder aan het schoolmuzieke 1 rige image van het instrumentL De slagwerkers Wander vanj Nieuwkerk en Erik Beijeflf zorgden voor een hekwerk!" waar stem en fluiten als klim-lj planten doorheenslingerden. De Stichting Recorders prt- 't senteert Blokken als een mu-ji ziekdrama, maar dat is het» niet. De teksten van Plath,P Yeats en Auden zijn thema-C tisch gekozen en de muziek" wijst hier en daar ook in diel richting, maar daar blijft hetN bij. Blokken is een mooi vorm-fc gegeven concert van subtiele» kamermuziek, dat door zijn ei-b] genzinnige karakter tussen» wal en schip dreigt te raken.L Theaters programmeren hethi niet omdat het teveel muziekp is, muziekpodia kunnen de» theatrale aspecten waar dep! voorstelling om vraagt nieth aan. Het zou erg jammer zijnjji als het concert in het LAK& van gisteren ook het laatsteW aSDICK VAN TEYLINGENh RON HOWARD: PARIJS - Op een gegeven ogenblik werden zowel regisseur Ron Howard en fc'n vrienden en collega- scenarioschrijvers Lowell Ganz en Babaloo Mandell voor de zoveelste maal va der. Howard van een vier de kind, Ganz eveneens, Mandells vrouw was zwanger. Het leidde tot de gebruikelijke speelse uit wisselingen van nieuws uit hun carrières als ou ders. En tot het idee daar eens een film over te ma ken. Vruchtbare gesprek ken, want de vrouw van Mandell beviel tijdens hun werk aan het scena rio van een drieling en de film werd „Parenthood" - een titel waarmee geen van drieën tevreden is, maar ze vonden geen be tere - en bracht in Ameri ka al 82 miljoen dollar op. Ron Howard - zoon van ac teurs - speelde al vanaf z'n jongste jaren in films. Het be kendst werd hij door zijn rol als Ritchie naast The Fonz in de tv-serie „Happy days". Maar hij speelde ook in Geor ge Lucas' „American Graffiti" en de John Wayne-film „The shootist". Een vriendelijke, rossige, vroeg kalende jonge man, die daarna besloot de an dere kant van het vak te kie- renthood" sloeg al het voor gaande. Howard: „Ik ben op gegroeid in een commercieel- creatief milieu, heb in populai re series gespeeld en amuse mentsfilms gemaakt. Ik had eigenlijk nooit gedacht dat een meer persoonlijke film iets voor mij was. Dat willen de mensen tóch niet zien, dacht ik. Ik twijfelde of al dat geld wel aan iets persoonlijks be steed zou zijn. Maar nu blijkt „Parenthood" m'n grootste succes. Zowel kritisch als com mercieel. Ik ben echt niet zo bescheiden, maar ik was er zéér verbaasd over. Jlet gekke is dat we dachten een film voor volwassenen te maken. Tijdens de opnames hebben wij met z'n allen een pact ge sloten: laten we niet in paniek raken, niet plotseling onze doelstellingen veranderen en op een jong publiek mikken. We accepteren dat onze film niet zoveel zal opbrengen. Nu Verschrikkelijke geluiden De drie vaders Howard, Ganz en Mandell gingen ervoor in conclaaf. Diepend uit hun ei gen ervaringen en die van vrienden om hen heen. Ze vroegen hun echtgenotes lijs tjes te maken met saillante on derwerpen. Howard: „Van werkelijke problemen tot en met gevoelens. Van de ver schrikkelijke geluiden die kin deren ergens boven je hoofd én huis maken en waar je niet eens meer van schrikt. Tot en Ron Howard: „Hè Ritchie, leuke film heb je gemaakt!" met het gevoel: loopt ons kin dertal niet een beetje uit de hand? Herkenbare dingen, grappige dingen, emotionele zaken. Discussies zoals ik met m'n echtgenote gehad. Wij hadden onze grootste ruzie na dat ons kind geboren was. Je maakt geen ruzies over zaken als een nieuw huis kopen, wanneer met vakantie gaan en waarheen. Daarin kan je je aanpassen aan de ander. Maar wanneer het gaat over je kind en hoe je dat opvoedt, wordt het anders. We wilden niets wezenlijks tragisch in onze film, geen grote ongelqkken, want we vonden dat die al ge noeg in films als „Terms of en dearment" aan de orde waren gekomen. We wilden iuist dat gebied dat je nóóit op film ziet. Het meest tragische in „Pa renthood" is Jason Robards die z'n eigen vaderrol compleet anders moet gaan zien. En het meest hedendaagse: Rick Mo- ranis die z'n kleuter zo nodig Kaf ka en karate moet leren. Want er is een tendens om je kinderen op te voeden tot kleine genieën". Al waren alle kinderen van de makers van „Parenthood" bjj de opnames, en kregen ze er zelfs gezamenlijk les op de stu dio's van Universal in Orlan do, in de film zijn ze alleen in minieme bijrolletjes te bewon deren. Howard ziet geen ac teursloopbaan voor zijn eigen kroost. „Nee, ik moet teveel tijd aan m'n carrière besteden en mijn echtgenote is schrijf ster, dus dat geldt voor haar net zo. Wanneer je een kind laat acteren, moet je het met onzettend veel zorg omringen. Risky business Mijn ouders hadden er de tijd voor. Als je dat niet hebt, is ac teren voor kinderen een „ri sky business". Zelfs mist hij acteren nog wel eens. „Bij deze film dacht ik wel 's: ik zou best tussen dat ensemble to pacteurs willen staan. Kijk ik hoe in mijn film „Willow" ac teurs bijna bloot door de sneeuw sjouwen, dan ben ik blij dat ik in een duffels jack achter de camera mag staan". Ron Howard is zelf zijn verle den als acteur nooit helemaal kwijtgeraakt: „Nu nog roepen ze bij m'n naam uit „Happy Days" op straat aan: Hey Rit chie, leuke film heb je ge maakt. Wat wordt je volgen de?" BERT JANSMA PARENTHOOD De 'baby Ijoom' uit Amerika hebben we achter de rug, alle filmkinderen zijn inmiddels gekregen en nu komt Ron Ho ward erachter aan met een film over opvoeden, „Parent hood". Over dat onzekere, leu ke, pijnlijke, en veeleisende proces van kinderen gereed maken voor de wereld, ze daar iets voor trachten mee te ge ven, merken dat ze er niet mee overweg kunnen zoals jij hoopt, tekortschieten om dat op te vangen, ze los zien raken vanuit het familieband, ge kwetst worden door ze en toch van ze blijven houden. Howard (ook maker van „Splash", „Cocoon" en „Wil low") raakt aan al die facetten van het ouderschap. Niet op een didactische manier uiter aard. Hij maakt amusement, maar wel met een toon die mooi balanceert tussen kome die en huiselijke tragedie in. Met de herkenbaarheid van een 'soap opera' en de zachte tanden van de lichte satire. Hij situeert zijn film in één grote familie: Jason Robards als de bijna gepensionneerde pater familias, een slechte vader die alleen zijn avontuurlijke nako- mertje-met-gat-in-de-hand (Tom Hulce) op handen draagt, ook in hem teleruge- steld wordt en uiteindelijk op gezadeld wordt met diens peu ter. En het vaderschap nog eens vervangend mag over doen. Steve Martin speelt zijn zoon, die zich heeft voorgeno men niet in vaders voetsporen te treden en zal zorgen dat zijn zoontje een leuke jeugd heeft Hoe roerend vader z'n best doet in het jeugdbasketball- Steve Martin en Mary Steenburgen: kinderfeestje. team, zoontje blijkt emotionele problemen te hebben en de psychiater is vlakbij. Zijn zus ter, Diane Wiest, neeft haar man zien weglopen en kiest voor de opvoeding-alleen van haar kinderen, waarbij ze niet nalaat haar mannenhaat over te dragen. Met als gevolg dat haar zoon wat stil en stiekem door het huis sluipt en dochter al heel snel met een punker binnenkomt, die uiteindelijk meer gezond verstand blijkt te hebben dan schoonmoeder. Het klinkt een beetje zwaar op de de hand, maar wie ^ijn ei gen opvoeding (de actreve of de passieve) op de keper be schouwt, kan eenzelfde rijtje donkere plekken tegen ko men. En tóch vinden dat het allemaal redelijk leuk geweest is. Regisseur Howard slingert zich charmant, Amerikaans sentimenteel af en toe, maar- steeds herkenbaar tussen de lichte en de donkere polen van het opvoeden door. En nam een uniek stel acteurs mee, dat het allemaal zeer dicht-bij-huis houdt. Met Steve Martin eindelijk in een rol zonder gekke bekken, al mag hij even uit zijn slof schieten op een kinderpartijtje voor zoonlief. Er valt te genieten van heerlijke momenten. Al zal enige ervaring in het on derwerp daarbij behoorlijk helpen. BERT JANSMA Concert door het Residentie Orkest, met medewerking van Geoftrey Douglas Madge (piano), onder lei ding van Peter Gülke. Werk van Zweers en Liszt. Gehoord in de Stadsgehoorzaal op 9 november. Wil men aan Franz Liszts eerste en tweede piano concert op één avond nog iets toevoegen, dan is de keuze niet eenvoudig. Vooraf gaét nog, maar het slot van Liszts tweede concert verdraagt nauwe lijks een symfonisch deel van geheel andere aard daarna. Zo stond het slotdeel van Ber nard Zweers' derde symfonie „Aan mijn Vaderland" (1890) gisteravond op enigszins ge spannen voet met het tevoren afgesloten tweede pianocon cert van Liszt. Door raadple- ing van de programmatoe- chting kon de verraste con certbezoeker kennisnemen van de olijke opvatting dat de vier delen van Zw§ers' opus als losse symfonische gedich ten kunnen worden be schouwd. Wat hier van zij, wil ik in het midden laten, maar gedichten zijn geen stoplappen en laten zich nog altijd het beste in een bundel lezen. De overigens gloedvolle uitvoe ring die het Residentie Orkest van dit zeer gevarieerde en hecht gebouwde vierde deel „Ter Hoofdstad", en van het heerlijk rustieke eerste deel „In Neerlands wouden" (aan het begin van de avond) gaf, maakte bovendien glashelder hoe het hoge percentage mu ziek dat deze symfonie bevat, aanspraak op een minder stief moederlijke behandeling mag maken. Hoogtepunt Een en ander neemt niet weg dat Liszts meesterwerken (vooral het tweede concert, in A) intussen het onbetwiste hoogtepunt van de avond uit maakten. In zijn over het alge meen heldere,directie liet Pe ter Gülke de teugels in het eerste pianoconcert (in Els) ge makkelijk vieren, solist en or kest daarmee de nodige speel ruimte latend. De kordaat be handelde thema's van dit be roemde en meeslepende werk hadden groot effect. Hoewel hij het adagio weinig vloeiend speelde, leverde Geoffrey Madge in dit concert enorme prestaties in een interpretatie die nergens onder een teveel aan uitbundigheid ging ge bukt. Wel kreeg Gülke in het derde deel, allegretto vivace, orkest en solist niet goed op een lijn. Het tweede pianocon cert, waarmee het concertge deelte na de pauze opende, verblindde minder dan het eerste door een allesoverheer sende virtuositeit, maar boeide des te meer door de evenwich tige bouw. Liszt vraagt ook hier een angstaanjagende dosis virtuositeit van de pianist, maar het spel van Madge was hier raker, en waar dat ge wenst is, vrijer. De betekenis van de pianopartij tekende zich dan ook scherp af en won aan betekenis door een beter samenspel met het orkest, en de prachtig uitgevoerde sa menspraken met de hobo en de cello. Madge toonde zich een in alle opzichten intelli gent musicus die zijn veelom vattende muzikaliteit op ver bluffende wijze gestalte weet te geven. TOM STRENGERS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 8