Wöltgens: in voor een grap Brinkman: be 9 Politie stopt alcoholcontrole met ademanalyse-apparaat niet BINNENLAND CeidócSoutont DONDERDAG 9 NOVEMBER 1989 PAGINA 7 DRIEBERGEN De po litie in ons land gaat voor lopig gewoon door met al coholcontroles met behulp van ademanalyse-appara- tuur. Dat heeft de Centra le Politie Verkeerscom- missie (CPVC) in Drieber gen gisteren laten weten. Als gevolg van een uitspraak van het gerechtshof in Den Haag ontstond maandag on duidelijkheid over de vraag of de politie door zou gaan met de ademanalyse. Het hof had namelijk bepaald dat een van alcoholgebruik verdachte au tomobilist recht heeft op een tegenonderzoek, hetgeen vol gens het hof berust op een fundamenteel rechtsbeginsel. Deze geest ademt ook het Eu ropees verdrag tot bescher ming van de rechten van de mens. Het huidige gebruik van ademanalyse-apparatuur laat een tegenonderzoek echter niet toe. De man werd vrijge sproken. Het Openbaar Ministerie gaat overigens tegen de uitspraak van het Haagse hof in cassatie bij de Hoge Raad. In afwach ting van een uitspraak van het hoogste rechtscollege in ons land zal het OM zijn beleid niet wijzigen. De Centrale Politie Verkeers- commissie stelt niet te twijfe len aan de kwaliteit van de ademanalyse-apparatuur. Ge let op het verkeersveiligheid- saspect van alcohol en verkeer meent de CPVC dat het goed is dat verkeersdeelnemers we ten dat de politie doorgaat met de huidige alcoholcontroles en het opmaken van proces-ver- baal tegen overtreders. Toch verwacht de politie nu wel wat probleempjes met het toepassen van de ademanaly se-apparatuur, „Voor de politie zal het beslist wel moeilijker worden. Normaal heb je al mensen die tegenstribbelen, maar nu zullen er ongetwijfeld zijn die naar het bericht in de krant of naar het journaal zul len verwijzen", zegt voorlich ter T. Dellebeke van de alge mene verkeersdienst rijkspoli tie te Driebergen. „Erg jammer dat er zo'n gat in de wetgeving blijkt te be staan," is de reactie van me vrouw P. Brunsveld van Vei lig Verkeer Nederland op de ontstane situatie. „Naar ons idee zal de overheid er zo snel mogelijk voor moeten zorgen dat de regelgeving waterdicht Zeer tevreden Op 1 oktober van dit jaar werd het voor elk politiekorps in Nederland voorschrift om de ademanalyse-apparatuur te ge bruiken. In het algemeen is men zeer tevreden met het ge bruik ervan. De apparatuur is in vergelijking met de bloed proef snel, goedkoop en duide lijk. Met het apparaat kan tot op een honderdste promille nauwkeurig worden vastge steld hoeveel alcohol iemand in zijn bloed heeft. Daartoe wordt de adem geanalyseerd met gebruik van infrarode straling. Adjudant H. de Goei van de politie te Hengelo, die belaist is met de supervisie over de ap paratuur, is enthousiast: „Vroeger moesten we altijd een arts laten komen als we iemand verdachten. Het duur de altijd even voordat die er was en dan moest je nog een tijd wachten op de uitslag. Met de ademanalyse wordt de uit slag onmiddelijk bekend". Hij geeft aan dat men in Au stralië al 25 jaar met dergelijke apparatuur werkt en in Enge land al een dikke 20 jaar. „Daar is het wettelijk wel ge accepteerd". De uitspraak van het Haagse gerechtshof noemt hij „geen enkele reden tot pa niek". De Goei heeft overigens wel zijn twijfels over het uitvoeren van een tegenonderzoek. „Ik zie praktische bezwaren voor zo'n tegenonderzoek. Hoe moet je je dat voorstellen. Moeten wij zo'n verdachte even in een autootje van Hen gelo naar Almelo brengen? Of moeten ze hier eerst een proef doen met apparatuur A en vervolgens met apparatuur De nieuwe fractieleiders van katholieke en vooral Limburgse het kabinet en de Wöltgens, die CDA en PvdA zijn eikaars sociaal-democraat drs. Thijs coalitiepartners CDA en PvdA hoogstwaarschijnlijk zijn tegenpolen. De gesloten, Wöltgens. Tijdens de voor grote problemen komen te politieke 'eindrang' heeft bereikt, gereformeerde christen- formatieperiode ging het niet staan, zo zal blijven. Brinkman, geportretteerd. democraat mr. drs. Elco slecht tussen hen. Maar de vraag bij het CDA de gedoodverfde Brinkman tegenover de joviale, is of dat de komende jaren, als opvolger van Lubbers, en DEN HAAG Op vrijdagmiddagen begint het bloed van Thijs Wöltgens (bijna 46) te kriebelen. Dan komt zijn onblusbare verlangen naar het Zuidlimburgse landschap naar bo ven borrelen. In Kerkrade is hij ge boren en getogen. Maar Wöltgens is geen zuiderling die zich in het wes ten ontheemd voelt. Langzaam maar trefzeker is hij binnen de PvdA, en nu dus zelfs binnen de landelijke politiek, tot grote hoogte gegroeid. Dat komt niet in de laatste plaats door zijn goede verhouding met politiek leider Wim Kok. Volgens Kok is Wöltgens één van de weinige PvdA'ers die „precies kunnen be rekenen hoeveel belastingverlaging er in een glas water zit". Anderen hebben een tegengestelde mening. Wöltgens' financië le kennis wordt wel geroemd, maar hij kijkt daarbij niet op een miljardje meer of minder. Soms maakte hij ambitieuze PvdA-plannen als tegenwicht voor het CDA-VVD-beleid. Als iemand dan vroeg hoe een en ander moest worden gefinan- cieerd, mompelde Wöltgens in zijn typisch Limburgse accent: „Och, hier en daar kan nog wel een paar honderd miljoen worden weggehaald". Deze ogenschijnlijke naïviteit komt niet voort uit een gebrek aan intelligentie. Ie dereen bevestigt dat Wöltgens over een groot denkvermogen beschikt. Nee, eerder kan hij als een beetje lui, een beetje gemakkelijk worden omschreven, een Bourgondiër die het leven met een knip oog bekijkt en liever hobo en klarinet speelt. Simpel gezegd: waar anderen per se een negen of een tien willen halen, neemt Wöltgens genoegen met een zesje of een zeventje. Het gaat hem meer om de bedoeling van het beleid. De uitwerking komt later wel. Redenaar Wöltgens heeft nooit echt hard moeten werken om iets te bereiken. Maar het gaat ook weer te ver om te stellen dat hij zijn huidige koppositie in de fractie louter aan Kol^ te danken heeft. Toen Kok in 1986 in de fractie kwam en binnen de kortste ke ren Joop den Uyl opvolgde, was Wöltgens al vijf jaar een zeer gewaardeerd woord voerder op financieel gebied. De joviale Zuidlimburger koppelt een sterke inhou delijke kennis aan een groot redenaarsta lent, dat hij de afgelopen jaren maar al te duidelijk tegen CDA en VVD heeft ge richt. Vooral met zijn politieke opponent Ruding, de voormalige minister van fi nanciën, lag Wöltgens geregeld in de clinch. Het spreekt in het voordeel van Wöltgens, die een jaar geleden vice-fractievoorzitter werd, dat hij in Den Haag geen werkelij ke vijanden heeft. Ruding en een forse reeks CDA'ers en VVD'ers zijn altijd zijn politieke tegenstanders geweest. Maar na elk debat, hoe vinnig ook, was er gelegen heid voor een grap en een grol, meestal onder het genot van een glaasje. Want Wöltgens houdt, zoals de meeste Limbur gers, wel van een pittige versnapering. Daarvan was tijdens de formatieweken overigens niets te merken. Wöltgens kwam, als de onderhandelingen met het CDA waren geschorst, meestal in het kiel zog van Kok het gebouw van de Eerste Kamer uit. Waar Wöltgens vroeger uitge breid de pers te woord stond en niet schroomde van de hoed en de rand te ver tellen, vluchtte hij nu naar zijn werkka mer. Menigmaal trachtte een journalist in het spoor van Wöltgens te blijven. Maar nimmer gaf hij opening van zaken. „Daar voor moet je bij Kok wezen", luidde stee vast zijn reactie. Serieus Tijdens de formatieperiode toonde Wölt gens aan dat hij, als het moet, serieus kan zijn. Dat is de andere kant van Wöltgens. Zijn loopbaan bestaat natuurlijk niet al leen maar uit koddigheden. Wöltgens, op het gymnasium een typische Alpha-klant, werd na zijn studie rechten (vrije richting) leraar economie aan het Bernardinuscolle- ge in Heerlen. Hij was al vroeg politiek geëngageerd. Voor hem was er geen twij fel mogelijk: de sociaal-democratie was de juiste politieke richting om vorm te geven aan de samenleving. In Kerkrade werd Wöltgens fractievoorzitter van de PvdA- fractie in de gemeenteraad. Op 8 juni 1977 kwam hij in de Tweede Kamer. Daar ont popte hij zich binnen de PvdA-fractie als 'fundamentalist', als verdediger van de so ciaal-democratische normen en waarden. Hij verzette zich tegen de wat rechtsere stroming binnen de PvdA die werd gedra gen door de 'realisten'. Wöltgens baarde als nieuweling opzien door keihard te stel len dat de staatsschuld maar moest wor den teruggebracht door de goudvoorraad van de Nederlandsche Bank aan te spre ken. Zoals ook bij anderen vaak gebeurt, kreeg Wöltgens in de loop van de jaren steeds meer realiteitszin. In 1982 verscheen een notitie van zijn hand ('Is linksom buigen rechtsom buigen?') waarin werd gepleit voor een drastische aanpak van de werk loosheid. Alle inkomens en uitkeringen, met uitzondering van de echte minima, moesten daarvoor inleveren. Het rijk zou dan de werklozen aan een baan moeten helpen. De overheid zou wat Wöltgens be treft best wel wat mogen inkrimpen, net als het aantal subsidies. Deze visie botste met de oude socialistische principes. De basis van Wöltgens' kijk op de sociaal-de mocratie was en bleef echter de betrok kenheid bij de lagere inkomens en een overheidsbeleid dat niet puur op consu meren is gericht, maar juist op belangrijke maatschappelijke terreinen. Wöltgens was ook één van de eersten bij de PvdA die erkende dat het financieringstekort dras tisch omlaag moest. Minachting Toch bleef hij zich altijd fel afzetten tegen CDA en VVD. Opvallend was dat met name het CDA het moest ontgelden. Be gin dit jaar, na een debat waarin CDA en VVD weigerden de uitkeringen al dit jaar te verhogen, zei Wöltgens in het weekblad; De Tijd: „De CD A-fractie heeft zich niet in de discussie gemengd. Dat heeft me verschrikkelijk geïrriteerd. Buiten de Ka mer hebben ze praatjes genoeg, in de Ka mer durven ze het gevecht niet aan. De woordvoerders lopen weg voor het debat, ze regelen het liever stiekem in achterka mertjes of in het Torentje van Lubbers. De manier waarop zij de Kamer behande len getuigt van enorme arrogantie, ja vqri minachting voor de parlementaire demo cratie". Wöltgens zei dit overigens nadat hij in zijn eigen fractie een harde strijd had moeten voeren over de belastingoperatie- Oort. Andere «socialistische financiële ex perts als Vermeend en Kombrink meen den net als het kabinet dat de Oort-opera- tie gepaard moest gaan met een belastingr verlaging van ruim vier miljard gulden. Wöltgens vond de helft van dit bedrag meer dan genoeg. De rest van het geld moest, aldus Wöltgens, worden besteed aan overheidsinvesteringen voor milieu, onderwijs, infra-structuur en gezond heidszorg. Kok meende dat Wöltgens ge lijk had, waardoor Kombrink en Ver meend al snel het onderspit dolven. De PvdA heeft de lijn-Wöltgens altijd volge houden, maar kon niet voor elkaar krij gen dat het CDA de afgelopen weken een regeerakkoord wilde opstellen waarin 'Oort' werd aangetast. Als fractieleider zal Wöltgens waarschijn lijk nog wel op de Oort-operatie terugko men. Hij kan met zijn pogingen verder gaan dan een fractievoorzitter die, zoals Brinkman, kandidaat-partijleider is. Daar aan heeft Wöltgens geen behoefte. „In Nederland kun je tot ongekende hoogte rijzen als je maar permanent somber bent", is zijn lijfspreuk. En somberheid is nu eenmaal een karaktertrek die voor Wöltgens een onbekende grootheid is. ROB SEBES Thijs Wöltgens: „In Nederland kun je tot ongekende hoogte rijzen als je maar permanent somber bent' FOTO: DIJKSTRA Elco Brinkman: „Ik weet nu dat ik me in alle bescheidenheid over de werkwijze van het parlement moet uitlaten". DEN HAAG - Pas 34 jaar was mr. drs. Elco Brinkman toen het land hem in 1982 riep om minister te worden van welzijn, volksgezond heid en cultuur. Anderhalf jaar la ter vroeg een journalist zijn mening over de Tweede Kamer. Een raar gezelschap, antwoordde hij. Weet geen afstand te nemen van details en laat zich sturen door allerlei be langengroepen. En daarbij nog on eerbiedig ook tegenover hard wer kende 'dienaren' van de Kroon zo als hij. Van die uitspraken, in Vrij Nederland, heeft Brinkman spijt gekregen. Aan het handje van premier Lubbers moest hij op het matje komen en nederig zijn excuses aanbieden. Zo niet, dan had de gekrenkte Tweede Kamer de kleine Napoleon van WVC vrijwel zeker weggestuurd. Die er varing staat Brinkman nog helder voor de geest, nu hij zeven jaar later zelf kamerlid is en leiding moet gaan geven aan de grootste regeringsfractie. Hij vindt zichzelf „een beetje wijzer" ge worden. ,,Ik weet nu dat ik me in alle be scheidenheid over de werkwijze van het parlement moet uitlaten", zei hij in augus tus in het partijblad CD/Actueel. Zijn uit spraken beschouwt hij als „een jeugdzon de". Een vergrijp waar hij overigens zelf wel begrip voor heeft. In die eerste jaren stond hij voor een „gigantische opdracht". Vele, vele miljarden wilde het eerste ka- binet-Lubbers bezuinigen en daar had niet iedereen begrip voor. Bij één van zijn eerste kamervergaderingen ontmoette hij achter de groene gordijnen een paar leden van de PvdA-fractie. „Ik vertelde hoeveel ik ging bezuinigen en in welke sectoren. De reactie was verpletterend. Dat was de sfeer, ook op het departement. Er ont stond een schrikreactie. Je werd als mi nister automatisch in een soort vechthou- ding gebracht". Tijdgeest Volgens Brinkman heeft die aanpak wel gewerkt. „De tijdgeest is veranderd. Het WVC-circuit denkt niet meer zo snel: we hebben een probleempje, dat lost de over heid wel even op. Ik heb natuurlijk nooit gezegd: de overheid trekt zich helemaal terug en de rijke weduwe met het panne tje soep is nog de enige die voor u zal zor gen. Maar het ging erom dat niet meer elk probleem op het bordje van de overheid werd gelegd. Dat besef is nu doorgebro ken". Zelfs de culturele wereld, die de minister aanvankelijk als 'doodgraver' betitelde, zou aan de nieuwe tijdgeest gewend zijn. „Er wordt nog wel wat gepiept maar ie kunt niet meer volhouden dat daar de hele dag oorlog en geweld woedt". Wat Brinkman, die ooit de zogeheten topkunst introduceerde, de enige die volgens hem recht had op subsidie, ook genoegen doet is de herleving van oude waarden. „In de kunst heeft men afscheid genomen van de vluchtigheid. Er wordt weer meer nadruk gelegd op waarden als vakmanschap, de gelijkheid en houdbaarheid". Datzelfde zou ook gelden voor Nederland als geheel. Brinkman, zelf afkomstig uit een gereformeerd dorp met veel sociale controle (Dirksland op Goeree-Overflak- kee), denkt dat de Nederlanders weer be hoefte hebben aan „een zekere sturing, een leidraad, een beetje vastigheid". Dat bracht hem ertoe een schets op papier te zetten over een nieuw soort samenleving. Zijn verhaal, eind vorig jaar uitgesproken in Leiden, sloeg in als een bom. Werklozen moesten aan werk geholpen worden in plaats van aan bezigheidsthera pieën en geestelijke begeleiding. Heel veel overheidssubsidies kwamen terecht bij mensen die dat geld helemaal niet nodig hebben. Oude deugden als plichtsbesef, toewijding en spaarzin moesten weer in ere hersteld worden. Een deel van die ge dachten is terug te vinden in het huidige regeerakkoord. Brinkman heeft inmiddels erkend dat hij dit verhaal ook hield om weer eens in de publiciteit te komen. Na zijn kruistocht voor het gezin, was de minister, vader van drie kinderen, naar zijn smaak al te lang in de luwte terecht gekomen. „Er heerste een zekere windstilte. Op het ogenblik zie je dat iedereen zich opmaakt voor de jaren negentig. Daarom leek mij dit een goed moment om iets op te merken over hoe we verder moeten," aldus Brinkman in december. Kroonprins Bij één man sloeg zijn verhaal zeker aan: Ruud Lubbers. Nadat zijn tweede kabinet was gevallen en Brinkman te kennen had gegeven niet nog een termijn op WVC te willen doorbrengen, besloot de CDA-lei- der zijn jongste minister opnieuw tot 'kroonprins' te benoemen. Brinkman was die status kwijt geraakt na zijn hierboven geschetste afgang in de Tweede Kamer. Niet Enneüs Heerma, niet Jan van Hou- welingen maar Elco Brinkman werd uit verkoren om de CDA-fractie te gaan lei den. In die functie kon hij vast gaan wen nen aan de eisen die gesteld worden aan de leider van een grote, politieke partij. Zo kwam het ook dat hij tijdens de kabi netsformatie plotseling opdook als de se condant van CDA-onderhandelaar Bert de Vries. Kon hij ook eens zien hoe het toegaat in gesprekken met een (beoogd) coalitiepartner en leerde hij vast Thijs Wöltgens kennen, die de PvdA-fractie zou gaan voorzitten. Een goede verstandhou ding tussen de leiders van de twee rege ringspartijen is immers van groot belang voor het welslagen van een coalitie. Het is de vraag of Elco Brinkman nog erg veel te leren heeft. In tegenstelling tot bij voorbeeld zijn oud-collega Wim Deetman, die dan ook uit de gratie is bij de CDA- top, wist Brinkman de laatste jaren zijn imago ongeschonden te houden. „Ik houd er niet van via een interview of met de deuren slaan in het Catshuis mijn gelijk te Krijgen. We kennen de sluipwegen in Den Haag, het is een kleine moeite via een mo tie in de Kamer extra geld binnen te krij gen. Maar fraai? Nee". Als Brinkman geld nodig had, probeerde hij het te krijgen door de voordeur. „In goed overleg met Ruding, recht door zee". En als dat niet voldoende opleverde, dan vroeg hij niet om meer. „Omdat dat noch bij de geest van de tijd paste en evenmin was waar te maken op grond van de ge maakte afspraken". Ergernis Bij een klein deel van de CDA-fractie maakte Brinkman zich echter minder po pulair. De mediaspecialisten Piet van der Sanden en Marten Beinema ergerden zich wild aan de onverschilligheid van hun partijgenoot voor het lot van de 'eigen' KRO en NCRV. Volgens de beide kamer leden wist je nooit waar Brinkman stond. De ene keer leek hij 'loyaal' mee te wer ken aan het weren van commerciële «om roep maar de volgende keer werd hij toch weer betrapt op een plannetje om de 'tv voor de winst', zoals Lubbers het noemt, een handje te helpen. Dat heeft alles te maken met de irritatie van de uiterst zakelijk ingestelde Brink man over het gedrag van de publieke om roepen. Die zeuren „altijd om extra geld". Dat vindt Brinkman het voordeel van de commerciële jongens: die kosten de over heid niets; sterker nog, ze brengen geld in het laadje. Nadat de Raad van State de U- bocht-constructie van 'Cable One' had veroordeeld, was de minister even uit het veld geslagen. Maar nadat diezelfde Raad van State RTL Veronique het voordeel van de twijfel had gegund, rook hij zijn kans. Als de wiedeweerga diende hij een voorstel in tot wijziging van zijn eigen Mediawet. Volgens hem is de druk van Veronique zo groot dat de nieuwe coalitie zich wèl zal houden aan de afspraak om commerciële televisie legaal te maken. Geen econoom Bestuurlijke ervaring, handigheid, durf, de steun van .de huidige CDA-vorst... Al les lijkt de kleine kroonprins met de prie mende, zwarte ogen mee te hebben om ooit zelf nog eens minister-president te worden. Alles? Behalve deskundigheid op het gebied van de economie. Is dat anno 1989 geen grote handicap voor een poli tiek leider? Brinkman vindt van niet. De politiek is zijns inziens al te lang gedomi neerd door de economen. Eén van de wei nige dingen die hij op Lubbers-II aan te merken had, was dat het „zo geobsedeerd was door de financiële kant van de zaak". RIK IN 'T HOUT Verkiezing Brinkman niet unaniem DEN HAAG (ANP) - Oud-minister <ie £D£"l!'a?ie aanmerkelijk meer ver- Brinkman van WVC is dinsdag met ruime meerderheid gekozen tot staatssecretaris van buitenlandse handel nieuwe CDA-fractievoorzitter. mevrouw Van Rooy. Zij wordt wel ge woon lid van het fractiebestuur. Het ging Hoewel er geen tegenkandidaten waren de meeste CDA-kamerleden te ver om zo- was de verkiezing van Brinkman niet wel een voorzitter (Brinkman) als een unaniem: de oud-bewindsman kreeg 45 eerste vice-voorzitter te hebben die bei van de 52 stemmen. Bij de verkiezing den uit het kabinet komen en geen enkele voor het vice-fractievoorzitterschap bleek ervaring in de Tweede Kamer hebben.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 7