Ik ben een soort acteur die even Van Oekel doet" inae Rechercheur vindt na 43 jaar zijn vader 5? STRIPSCHAPPRIJS VOOR THEO VAN DEN BOOGAARD Schippers Koffietafel ZATERDAG 28 OKTOBER 1989 PAGINA 30 Theo van den Boogaard: „Het leuke is dat Van Oekel zich altijd het slachtoffer voelt. Het is een verschrikkelijk egocentrische man". FOTO: DIJKSTRA AMSTERDAM - Tekeningen ge noeg, maar woorden, ho maar. Theo van den Boogaard, niet in het minst ongemakkelijk onder mi nutenlange stiltes in een gesprek, kijkt nog eens uit over de Amster damse Herengracht en zegt pein zend: „Tja, wat zal ik daar nou weer eens op zeggen?". Opnieuw stilte, en dan, grijnzend: „Al die vragen. Kijk naar buiten, het is herfst. Dat moet toch genoeg zijn?". Vraag was waar toch al die shockerende en aanstootgevende beelden in zijn strips vandaan komen. Zowel in zijn vroege werk voor de bladen Aloha en Hitweek als in zijn laatste strip over de jeugdige Joost komen beelden voor die ook nu nog door velen als aanstootge vend voor de openbare eerbaarheid en een aantasting van de goede zeden zul len worden ervaren. En misschien zou het niet eens zo schokkend zijn als al die tegendraadse handelingen het hoofdon derwerp van zijn strips zouden zijn, zo dat je tenminste weet wat je te wachten staat. Maar bij Theo van den Boogaard komen ze altijd uit de lucht vallen, zo maar, van het ene op het andere plaatje is het mis. En in een stijl die even klip en klaar is als zijn overige werk: op zijn tekenstijl valt niets, maar dan ook hele maal niets aan te merken. Dat vond ook de jury van de Nederland se Stripsschapprijs, die Van den Boo gaard vanavond tijdens het officiële Stripgala in het Haagse Congresgebouw de prijs officieel zal overhandigen. Van den Boogaard wordt daarmee opgeno men in het rijtje van beste Nederlandse striptekenaars. „Het had best wat eerder gemogen", meent Van den Boogaard over het tijdstip in zijn carrière waarop de prijs is toegekend. „Maar aan de an dere kant komt het nu wel goed uit, want er is net een nieuw boek van me verschenen en dan versterkt dat elkaar weer. Dat is dan toch leuk". Van den Boogaard (41) begon strips te tekenen toen hij acht jaar was, publiceer de de eerste toen hij zestien was en werkt inmiddels aan een gestage stroom Sjef van Oekel-albums en voor gerenom-' meerde opdrachtgevers als de Neder landse Spoorwegen, de Nederlandse Tandartsenvereniging en de Haagse ge meentereiniging. Zijn anti-hondepoepte- keningen van Sjef van Oekel sierden lan ge tijd de vuilniswagens in Den Haag. Zijn gedetailleerde tekeningen van straatbeelden en stations brachten de NS ertoe hem te verzoeken ook eens werk te maken voor in de trein. En zijn samen met Wim T. Schippers (tekst) gecreëerde albums over Sjef van Oekel zijn behalve in Nederland ook een groot succes in Frankrijk (als Léon la Terreur) en Duits land (Julius Patzenhofer), terwijl verta lingen op stapel staan in onder meer Groot Brittannië, Noorwegen, Zweden en Spanje (Leon el terrible). Ziedaar in vogelvlucht de carrière van deze nieuw bakken Stripschapprijswinnaar. Een car rière die het hem zelfs mogelijk maakte een pand te kopen aan de toch niet al te goedkope Amsterdamse Herengracht. Sjef van Oekel als stripfiguur, zo bena drukt Theo van den Boogaard, zou nooit mogelijk zijn geweest zonder de bizarre gedachtensprongen van Wim T. Schip pers, de geestelijk vader van de tv-figuur Sjef van Oekel. Van den Boogaard: „Toen die shows op tv waren dacht ik meteen: dat is de man die ik hebben moet. Die geniale ideeënrijkdom, dat volstrekt gekke, ik vond het prachtig. Dat was al zo in zijn Barend-Servettijd. Ik dacht ook eerst aan een strip met Ba rend Servet: die gekke man in dat knal gele pak, ik zag dat al helemaal voor me. Maar er zat toch te weinig ontwikkeling in. Sjef van Oekel was door Wim veel meer aangescherpt, Wim was inmiddels gegroeid naar een veel hoger niveau". Als Van den Boogaard aan Sjef van Oe kel tekent, op basis van de samen met Schippers ontwikkelde tekst, dan wórdt hij ook een beetje Van Oekel, inclusief de malle fratsen en mimiek die de strip held kenmerken. „Strip is een zo ingrij pend gebeuren", zegt hij, „daarvoor moet je de hoofdpersoon uit jezelf kun Een van de Van Oekel-strips, waarmee tekenaar Theo van den Boogaard de Stripschapprijs in de wacht sleepte. nen halen, anders kun je het wel verge ten. Ik ben een soort acteur die een beet je Van Oekel doet. Net als een acteur die bezig is in zichzelf gemoedsaandoenin gen op te sporen, doe ik dat om Sjef zo overtuigend mogelijk te laten overko men. Ik zit ook al die emoties op te roe pen. Ik moet het ook voelen. Dus niet (met vlakke stem) 'wat doet u nou?' la ten zeggen door een zoutzak, maar, zoals helemaal bij Sjef van Oekel past (acteert hevige verontwaardiging) 'WAT DOET U NOU?!!!'. Als je m'n werk ziet, ook dat van vroeger, ben ik altijd met geba ren bezig. Ik probeer ook altijd de han den te laten zien, daar iets mee te doen. Niets is erger dan een stripfiguur die niets doet. Je geeft het een meerwaarde door de stand van de hand of het li chaam. Het geniale van Wim T. Schip pers is dat hij Van Oekel met zwier en zwaai door het leven laat gaan, terwijl er ondertussen van alles misgaat. Het leuke is dat Van Oekel zich altijd het slachtof fer voelt. Het is een verschrikkelijk ego centrische man". De plannen voor elke nieuwe Van Oe- kel-strip worden aan de koffietafel gebo ren. Schippers en Van den Boogaard brainstormen dan over een scenario, waarvoor meestal de dagelijkse werke lijkheid tot voorbeeld dient. De werke lijkheid van Schippers en Van den Boo gaard dan, en die ziet er vaak wat anders uit dan bij 'normale mensen'. Van den Boogaard: „Die aflevering van Sjef waar in hij aan de telefoon geroepen wordt in een restaurant, is ook echt gebeurd, met Wim. 'Méneer Schippers, telefoon', zei de ober. En Wim: 'Inderdaad, dat is een telefoon. En dit is een tafel, en daar staat een stoel'. 'Dat moet een verhaal wor den', zei ik. Pas later kwam ik op een goede manier om dat verder uit te wer ken en af te sluiten. Wim heeft meer van dat soort gekke dingen. 'Ober, heeft u nog een kopje koffie, ik heb dit kopje per ongeluk al opgedronken'. Gekke zin nen, die we later weer bij Sjef gebrui ken". Heeft de strip nog overeenkomsten met de figuur waarop hij gebaseerd is, de tv- figuur Van Oekel, zo schitterend uitge beeld door de Hagenaar Dolf Brouwers? Van den Boogaard: „Sjef als strip gaat veel verder. Hij heeft zich zó ontwik keld, er is zóveel bijgekomen. Het heeft eigenlijk niets meer met Dolf te maken. Ik hoorde dat Dolf in een interview nog al boos deed over de strip (Dolf Brou wers beklaagde zich in het betreffende interview over het feit dat hoewel hij model heeft gestaan voor de strip, de re venuen daarvan geheel aan hem voorbij gaan, KvW), maar ik heb geen zin om daar in de media op te antwoorden. Als er iets is dan hoor ik dat liever van hem, en niet uit kranten. Dan ontstaan er zo veel misverstanden". Toch nog maar even terug naar die schokkende seksuele beelden, die ook in Sjef van Oekel regelmatig terugkeren. Nogmaals: waarom? Waar komt hej vandaan? Na opnieuw lang aarzelen, en met een gezicht alsof hij weet dat hij een open deur intrapt, zegt hij: „Dat zal de maatschappij wel in me wakker roepen". Om er opnieuw na een lange stilte aan toe te voegen: „Ik vind nog steeds dat er wel wat tegengas gegeven mag worden. Tegen de hypocrisie die er nog steeds is. Daar ga ik tegenin. Ik geloof niet in die geluiden van: ja, dat kennen we nu wel, dat hebben we allemaal wel gehad. Er zijn nog enorm veel taboes. Als ik een vrouw op de markt hoor zeggen over die film De Vierde Man, waarin twee man nen met elkaar in bed liggen (doet plat Amsterdams accent na): 'Ik ben veel ge wend hoor, maar twee kerels met elkaar in bed, dat gaat me echt te ver', dan er ger ik mij, dan vind ik dat stemmingma kerij, want het wordt onmiddellijk dopr de ander beaamd. Maar die plaatjes zijn niet alleen om taboedoorbrekend te zijn, maar ook omdat het gewoon leuk is om te tekenen, om het hele scala aan moge lijkheden te laten zien. En dat het ook een functie heeft blijkt wel uit signeer sessies, als mensen, vaak ouderen, me plotseling toefluisteren: 'Ga zo door jon gen'. Ik wil die mensen een hart onder de riem steken". Kopers van Theo van den Boogaard-albums zijn dus gewaar schuwd. KOOS VAN WEES APELDOORN - Wolfgang Oude- Aost heeft na een jarenlange speur tocht eindelijk zijn vader gevon den. Een paar dagen geleden keer de de 43-jarige Apeldoornse poli tieman terug uit de Verenigde Sta ten, waar hij zijn vader voor het eerst ontmoette. Wolfgang is de zoon van een Nederland se moeder en een Amerikaanse soldaat die kort na de bevrijding in 1945 huis waarts keerde. Al die jaren wist Larry Berardi (64) niets af van het bestaan van zoon Wolfgang, die bij zijn moeder op groeide. „Ik ben dolgelukkig", aldus de rechercheur Oude-Oast. „Larry heeft mij als zoon geaccepteerd". Als jochie van acht kreeg Wolfgang van zijn moeder te horen dat zijn vader er gens in Amerika leefde. Hij kreeg een fo tootje van een Amerikaanse soldaat bij een tank in de hand gedrukt. De naam van de man luidde Larry Berardi. Daar moest Wolfgang het mee doen. Zijn moeder wenste niet over zijn vader te praten. „Die foto heeft als een rode draad door mijn leven gelopen. Ik heb mijn moeder nauwelijks vragen gesteld. Ik wilde haar geen pijn doen. Ik had het gevoel dat er iets ergs was gebeurd en dat ik daarvan de oorzaak was". „Het gevoel om meer van m'n vader te weten kwam steeds in mij boven. Eerst in mijn pubertijd. Het ebde weg, maar kwam weer terug toen in trouwplannen kreeg. Ik had een oud adres van mijn vader en heb brieven gestuurd. Nooit kwam er antwoord. Niet toen ik trouw de, niet toen er kinderen kwamen". „Langzamerhand begon ik geestelijk af te glijden. De oorlog werd een obsessie voor me. Ik las alles wat er te lezen viel, met name over de landing in Norman- dië. Maar het bevredigde nooit. In '76 is mijn moeder overleden en het gevoel van onbehagen werd steeds sterker. Ik heb een tijd helemaal in de vernieling gezeten. Nu ken ik daarvan de oorzaak: Ik wilde hoe dan ook mijn vader leren kennen. Ik wilde weten wie ik was, waar het andere deel van mijn wortels lagen. Daarom ben ik blijven schrijven. In '86 kreeg ik eindelijk een brief terug. Het adres waarheen ik al die jaren had ge schreven bestond niet meer". „Ik ben het toen via de IPA, de interna tionale club van politiemensen, gaan proberen. Een gouden greep. Van een politieman uit Amerika kreeg ik een jaar geleden te horen dat mijn vader nog moest leven. Larry was zijn buurman ge weest. Hij woonde al jaren gemeubileerd en verhuisde regelmatig". „Ik móest er naar toe. Op 2 oktober zijn mijn vrouw en ik op goed geluk in het vliegtuig gestapt. In het stadje Bellaire in de staat Ohio ben ik zeer gastvrij door de politiechef onthaald. Hij heeft me ge holpen mijn vader terug te vinden. Hij moest ergens in het plaatsje Wheeling wonen. Wheeling ligt op een paar kilo meter van Bellaire in de staat West Vir ginia. Een speurtocht langs gemeubileer de appartementen leverde de eerste dag niets op, maar in de Italiaanse club ont moette ik mensen die Larry's zuster ken de. Ik had dus een tante!". „Op de ochtend van de vierde oktober Uit het familiealbum: Wolfgang Oude- Oast en Larry Berardi in Amerika. Vader en zoon ontmoeten elkaar na 43 jaar voor de eerste keer. FOTO: PERSUNIE „Mijn grootste angst was dat hij mij af zou wijzen. Maar niets was minder waar. De volgende dag gingen yve naar zijn zuster. Zijn dat kennissen van je, vroeg ze. Nee, zei Larry. This is my son. Z'n zoon. Het was de eerste keer dat hij dat zei. Ik kon m'n geluk niet op. Ik was geaccepteerd". Veertien dagen lang trokken de Oude- Oasten op met Larry Berardi, de vrijge zel die in een mum van tijd een zoon, schoondochter en twee kleinkinderen rij ker was geworden. Wolfgang: „Hij heeft me laten zien waar hij heeft gewoond en gewerkt. Larry is voorman in een me- taalfabriek geweest. Op 53-jarige leeftijd ging hij met pensioen. Hij heeft geen be hoefte aan dure spullen. Hij bezit één bord, één kopje, een mes, vork, lepel en een kleuren-tv. Dat is alles". Een paar dagen geleden nam Wolfgang afscheid. „Moeilijk, heel moeilijk. Mis schien zullen we elkaar volgend jaar weerzien". Inmiddels is in Apeldoorn actie ondernomen. Een collega nam con tact op met de plaatselijke taxicentrale en reisbureau Holland International. Binnen een half uur was de zaak rond. Larry kan naar Apeldoorn komen in ge zelschap van de politiechef en diens echtgenote. Maar minder snel dan waar op men had gehoopt. Pogingen om Lar ry Berardi op zijn verjaardag (11 novem ber) of met de kerstdagen naar Apel doorn te halen, zijn tot mislukken ge doemd. „Larry is een trotse man", heeft de Amerikaanse politieman laten weten. „Hij heeft weinig geld en wil eerst spa ren om cadeaus voor zijn zioon, schoon dochter en kleinkinderen te kopen. In de zomer van 1990 hoopt hij naar Apel doorn te kunnen komen". DAVID LEVIE kwamen we bij zijn adres aan. Drie uur lang hebben we in de brandende zon ge post en toen zagen we iemand lopen met een boodschappentas. Ik zei tegen m'n vrouw: Daar is-ie! De man ging naar binnen, maar ik vond geen bel. Weer wachten tot hij naar buiten kwam. Mid den op straat heb ik hem aangesproken. Mijn hart klopte in m'n keel. Ik zei te gen hem: ik ben die en die en ik heb ja ren naar je gezocht. Eerst geloofde hij me niet, maar in een naburig café kon ik hem overtuigen. Ik had in al die jaren een heel dossier van hem aangelegd. Ik kon hem zelfs een boek laten zien van zijn legeronderdeel. Binnen vijf minuten was hij door de bocht. Moet je nagaan. Daar zit je dan te janken, temidden van het lawaai van de tv, jukebox en flipper kasten. Larry haalde een biertje voor me". BOOGAARD GÖTTERDAMMERUNG

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 30