Van voetbal weet ik nog steeds niks" Russisch meesterschap Wim Sonneveld wilde eigenlijk zanger zijn KUNST/RADIO/TELEVISIE DOKTER JAN DE CLER EXPOSEERT Innemende ernst van Roozeman RO maakt 'Big Mac' van Macbeth CcicbcSouAtmt ZATERDAG 28 OKTOBER 1989 PAGINA 17 NOS krijgt begroting 1990 moeizaam sluitend HILVERSUM - Het kostte het NOS-be- stuur gisteren veel moeite een sluitende L egroting voor 1990 vast te stellen. Voor- itter J. van der Reijden zag pas kans de egroting erdoor te slepen, nadat hij een aar fondsen in de strijd had gegooid, 'aaruit incidenteel geld kan worden ge haald de tekorten aan te zuiveren. De totale NOS-begroting bedraagt 210 mil- n gulden, er is een tekort van negen miljoen gulden. Zeven miljoen daarvan komt uit de stijging van allerlei inkoop rechten, voornamelijk die voor uitzen ding van voetbalwedstrijden. De NOS hoopt dit tekort aangevuld te krijgen door wvc. De gemeenschappelijke dienst, het be stuursapparaat van de NOS met de on dersteunende diensten daar omheen, oi soorzaak van de rest van het tekort. De omroepvertegenwoordigers in het NOS- bestuur vinden dat de NOS daarop moet bezuinigen of proberen extra inkomsten binnen te halen, bijvoorbeeld uit de dienst kijk-en luisteronderzoek.Zij wil den dan ook alleen de begroting goed keuren als de NOS 1,2 miljoen gulden zou schrappen en wensten niet in te gaan op de uitnodiging van de NOS-voorzitter om zelf aan te geven wéór dat moest. De op lossing kwam uit twee fondsen ('opfris singsverlof' en 'oplosing knelpunten op de arbeidsmarkt'), waar nog reserves wa ren. Daaraan zal de NOS ongeveer 1 mil joen gulden onttrekken, de rest komt uit bezuinigingen op uitzendkrachten en ex tra inkomsten van de afdeling kijk-en luisteronderzoek uit werkzaamheden voor Veronique. Europese animatiefilmers: samen avondvullende film HAARLEM - Animatiefil mers uit negen Europese landen gaan samen een avondvullende film maken. De film, die „Seven deadly sins" (de zeven hoofdzon den) gaat heten, moet 1 ja nuari 1993 in première gaan bij de viering van de Euro pese eenwording. Het ambitieuze plan om een geza menlijke Europese animatiefilm te maken is afkomstig van de Haarlemse animatiefilmer Gerrit van Dijk. Hij was tien jaar gele den al van plan de „Zeven hoofd zonden" te verfilmen, maar het project verdween toen onderin een la. In het kader van het media-92 plan van de Europese Gemeen schap is het idee nu weer uit de kast gehaald. Het is de bedoeling dat zeven animatiefilmers de even zovele hoofdzonden, te we ten wraak, trots, lust, luiheid, gulzigheid, gierigheid en afgunst, in een animatiefilm uitwerken. Twee anderen maken een pro loog en een epiloog. Het script voor de film wordt geschreven door de Engelse auteur David Reilly, bekend van het tv-pro- gramma „Spitting Image". De Griekse componist Mikis Theodo- rakis is gevraagd de muziek te maken. De opzet van het gezamenlijke project is de animatiefilm aan trekkelijker te maken voor het commerciële bioscoopcircuit. De bioscoop is namelijk uitsluitend gericht op avondvullende voor stellingen. Daarnaast wordt „Se ven deadly sins" de eerste film waaraan alle landen van de Eu ropese Gemeenschap meedoen. Voor de totstandkoming van de film is tenminste vijf miljoen gul den nodig. Dat geld is nog niet binnen. De EG en het ministerie van WVC hebben inmiddels steun toegezegd voor het project. De negen betrokken animators en producenten zijn deze week in Haarlem bijeen geweest AMSTERDAM „Nou ja. Als in het stadion het or kest weer 'Hup, Holland, hup' inzet en het publiek gaat meezingen, denk ik eigenlijk alleen maar: dat is dan wéér zestien cent. Want dat vangt de Buma voor dat liedje voor me, ik ben nog geen vijftig jaar dood en dus krijg ik nog steeds de auteursrechten. Veel is het natuurlijk niet, te weinig om ervan op va kantie te gaan, maar een paar keer per jaar lekker eten, dat toch wel". Aldus de nu 74-jarige Jan de Cler, in zijn huidige verschij ningsvorm de reïncarnatie van Herman Heijermans, auteur van het kort naoorlogse radio programma 'Negen heit de klok', huisarts, piloot, timmer man, kunstschilder, grappen maker, francofiel, liedjeszan ger en nog zo wat. Maar alles bij elkaar een opvallend be minnelijk mens die 'hè hè ein delijk' dit weekeinde een ei gen expositie krijgt in de showroom van Wilhelmine van Aerssen, Roemer Vis- scherstraat 48 in Amsterdam. De Cler toont ruim dertig wer ken: in olieverf, aquarel en pentekeningen. De opening van de expositie is zondagmid dag door Henk van Ulsen die dan toevallig gelegenheid heeft. Maar het publiek kan er vandaag al in, tot vijf uur. Zondag en maandag zijn de openingstijden steeds van tien tot vijf. Voor een groot aantal Amster dammers is Jan de Cler in de eerste plaats huisarts, die ken nelijk erg graag schildert, want om tot enig lichamelijk onderzoek te komen moet toch eerst wat schilderwerk terzijde worden geschoven. In een ruimte die eerst aan een nogal wanordelijk atelier doet den ken en bij nader inzicht aan een doktersspreekkamer. Maar wel erg knus. „Al ben ik natuurlijk op de eerste plaats huisarts, want dat wilde ik altijd al worden, ook toen alleen mijn broer Cees die op school de beste cijfers haalde - vijf tienen had hij op zijn eindrapport - van vader mocht studeren. Ik had maar één tien: voor tekenen. Toen ik al veertig was, besloot ik in de avonduren alsnog medicij nen te gaan studeren en nu ben ik dus huisarts. En als ik volgend jaar vijfenzeventig word, neemt een van mijn tweelingdochters de handel over, want die is er nu bijna klaar voor. Ik houd het schip voor haar zolang drijvend". Met intense arbeidsvreugde. De Cler ziet er aanzienlijk jon ger uit dan op 74-jarige leeftijd gebruikelijk is. „Al ben ik vijf kilo te zwaar. Dat zei die arts op Soesterberg ook, die schud de steeds zijn hoofd als ik me liet onderzoeken, want ik vlieg ook nog. Hij zelf was ma ger als een lat; maar toen ik de laatste keer voor onderzoek kwam, was hij wèl dood; ik niet. Ik ben levensgenieter, veertig jaar gelukkig getrouwd en zolang ik me lekker voel, is er niks aan de hand. Al zou den die vijf kilo er eigenlijk wel af moeten, natuurlijk...". Voetbal Over de jaren van muziek en plezier, van haastig in elkaar geknutselde voetbalverslagen op rijm niets dan goeds, maar zonder veel accenten. „Van voetbal weet ik nog stééds niks. Maar ik deed het graag, al zou ik het nu niet meer wil len doen In die tijd werkte ik me te pletter aan de teksten, tijdens de wedstrijd. En na af loop van elke wedstrijdhelft rekte Leo Pagano het feitelijke verslag met twee minuten, om mij in de gelegenheid te stel len de laatste regels te beden ken. Hup, Holland, hup, laat de leeuw niet in z'n hempie staan... Ik schreef de teksten met hulp van Dico van der Meer, die de muziek erbij maakte. En Negen heit de klok... Met Kris, Kras en Kruimeltje, hoe was het ook maar weer. En de tuinman: wat eten we van daag, freule... Hoe dat ging, ben ik ook vergeten. Het is ook al zo lang geleden. Freek dè Jonge heeft nog eens gepro beerd voetbalverslagen op mijn manier op rijm te maken, maar dat was het toch niet he lemaal. Ik heb bewondering voor Freek, maar hij kon het gewoon niet. Mijn laatste ver slag is ook alweer van tweeën dertig jaar geleden... Uit die tijd stamt ook de Bonte Dins- dagavondtrein, dat zich in een zaal met publiek afspeelde. De radioluisteraars moesten zich maar een voorstelling maken, van wat daar allemaal gebeur de. Wij deden alles van papier voor de microfoon, misschien was dat wel een betere ma nier. Maar we waren geen concurrenten, we hielpen el kaar waar we konden. Negen heit de klok was ook meer een intellectueel programma, de Dinsdagavondtrein voor ieder- Toeval Dat Jan de Cler liedjeszanger en radioprogrammamaker werd, berustte op toeval. De Cler nam schilder-, boetseer en beeldhouwlessen in Den Haag, toen broer Cees mocht Jan de Cler kort na de oorlog, toen hij met voetbal verslagen en 'Negen heit de klok' nationaal beroemd werd. FOTO: SP studeren en tussen de lessen door zong Jan schampere lied jes over de Duitsers. Dit trok de aandacht van Herbert Per- quin die aan volle zalen dacht. „Dat trok me wel. Maar later vroeg Herbert of het ook radio mocht wezen en dat vond ik ook goed. Zo ontstond Negen heit de klok. Puur toeval". Maar het schilderen ging door, „ik schilder nu nog, als het even kan, elke dag een paar uurtjes. En elk jaar ga ik een paar weken in m'n eentje naar Frankrijk, om te schilderen". Het resultaat daarvan wordt hoofdelijk over de kamers van zijn woonhuis omgeslagen, soms rijp, soms groen, maar met het enthousiasme van de amateur en de vakkennis van de beroepsschilder. „Afbeel- der", laat Jan de Cler met be vestigende hoofdknikjes zich noemen. En hij zelf betitelt zijn werk met „goed vakwerk, als ik wat onaardigs van me zelf mag zeggen". Meer niet? Soms. De Cler moet het in hoge mate hebben van de intimiteit van zijn onder werp en dat geeft hij prima weer. „Maar ik heb geen brede blik. En soms maak ik heel erg slecht werk; nog steeds". Dat krijgt de belangstellende dit weekeinde niet te zien; wèl ruim dertig geselecteerde wer ken. Maar weer niet een groot, hoog werk, centraal in zijn woonkamer opgehangen. „Als ik dat meeneem, moet ik het nog helemaal schoonmaken en opnieuw vernissen. Dat haal ik niet, voor zaterdag. Maar ik heb een idee: ik exposeer het volgend jaar. Dan ben ik vijf enzeventig. Echt iets voor FRITS BROMBERG Dokter/schilder Jan de Cler bij een van zijn meest kleurrijke schilder-werken: Bloemen. Recital door Robbert-Jan Rooze man (piano) met werk van Van Beethoven, Prokovieff, Rachmani noff en Stravinsky. Gehoord op 27 oktober in de K& O-Kapelzaal. Van alle kunsten hangt mu ziek wel het sterkst af van de wisselwerking tussen publiek en artiest. Robbert-Jan Rooze man, die met zijn optreden gis teravond flink wat publiek trok, heeft dat heel goed be grepen. Dat de jonge pianist zelfs al bijzonder bedreven is in de kunst om de toehoorder op de interessantste momenten op merkzaam te maken, bleek uit zijn vertolking van Beetho- vens sonate voor piano, opus 110. Verheugend om te horen hoeveel en vooral wat hij hier in de moeite waard vindt. De interpretatie van voornamelijk het moderato cantabile molto espressivo, in een beheerste en warme voordracht, klonk aan genaam vrij: Roozeman zoekt voor elke frase andere wegen. Die aanpak brengt risico's mee. Niet dat er sprake was van technische fouten, maar de aantrekkelijke spanning in het eerste deel opgebouwd, bleef in het tweede en met name het derde deel onvol doende behouden. De muziek ontglipte Roozeman hier wei eens zodat hij houvast moest zoeken in de noten. In de drie stukken van naar het Westen gekomen en door Westeurope- se en Amerikaanse muziek beïnvloede Russen, ontpopte hij zich weer als een zelfverze kerd musicus met gerichter, mededeelzaam spel. Serge Prokovieffs „Sarcas- mes" (opus 17) blonken uit door precisie en gevoel voor ti ming. Van Sergei Rachmani- nov een opmerkelijke keuze: de onbekende Corelli-varia- ties. Roozeman begrijpt deze meesterlijke variaties waarin het beroemde 'Folia'-thema uit Corelli's vioolsonate nu en dan peinzend, af en toe snibbig, ge- mineurd, of op z'n Ameri-' kaans of Spaans omspeeld wordt. Bij hem werden de sterk uiteenlopende delen een hechte eenheid. Alles wat Roozeman aan muzi kale spankracht en technische mogelijkheden in huis heeft, toonde hij tenslotte in Igor Stravinsky's „Trois mouve- ments de Pétrouchka": kleur- lortreffelijk. TOM STRENGERS Staatsacademisch Symfonie-orkest Moskou, o.l.v. Evgeni Svetlanov, met werk van de dirigent en van Tsjaikovsky en Rachmaninoff. Anton Philipszaal, vrijdagavond. Als het Residentie Orkest op tournee gaat komt het voor dat er een Neder lands werk meegepro- grammeerd wordt. Het Staatsacademisch Symfo nieorkest Moskou begon gisteravond zijn Europese tournee in de Philipszaal met een geheel Russisch programma. Twee grote Russische compo nisten, Tsjaikovsky en Rach maninoff, waren beiden met relatief onbekend werk verte genwoordigd. De ereplaats in het programma, meestal gere serveerd voor een stuk met so list, bleek de dirigent zelf toe bedeeld, en wel met diens tweede Rapsodie uit 1978. Mu zikaal gesproken bleek de ouverture „De Storm" (op. 18) van Tsjaikovsky het sterkste stuk. Tussen winderige storm vlagen in bloeide daar een pa let van lichte romantische na tuurschilderingen. Bij beide andere stukken leek het erop alsof die stille fasen, vaak in gevuld door blazerssoli, vooral dienden als contrast en aan loop voor de volgende woeste uitbarsting. In de tweede Rapsodie van Svetlanov gold dat vooral de bijna onvermijdelijke boeren dans die rustig begint en wild eindigt. In Rachmaninoffs vierdelige eerste Symfonie was het name het slot-allegro con fuoco, waarin pathos en heldendom luid werden bele den. Door de hier ongewone opstel ling van het enorm grote or kest werd de klank bovendien anders gestuurd. Links zaten de eerste violen, met daarach ter een zware batterij contra bassen. Rechts zaten de vele tweede violisten, in de rug ge dekt door het koper. In deze expressionistische muziek speelt het koper een grote rol, maar het is wel even wennen dat die klank uitsluitend van rechts komt. In het midden zaten tenslotte de celli en de alten met daar achter de houtblazers en het slagwerk. De vele soli van de houtblazers en enkele koper blazers waren opovallend RO Theater: „Macbeth" van William Shakespeare. Vertaling: Hugo Claus. Regie: Jos Thie, Antoine Uitdehaag. Decor: Judith Lansink. Muziek: Pa leis van Boem. Met Carol van Her wijnen, Trudy Labij en o.a. Ruurt de Maesschalk. Premiere 23/9, Rotter dam, gisteravond Koninklijke Schouwburg. warm en bovendien technisch puntgaaf. Dat laatste gold trouwens voor het hele orkest dat de eenvou dige gebaren van de dirigent nauwlettend volgde en zeer gedisciplineerd speelde. Dat daarnaast de klankkleur van de vele violen schitterend bleek, maakt duidelijk waar om dit orkest zo beroemd is. Beroemd is het bij ons echter vooral als sublieme vertolker van de symfonieën van Sjosta- kowitsj. En die moesten wij hier nu net ontberen. Niet uit het oog mag echter worden verloren dat de drie deze avond gespeelde minder interessante werken, stuk voor stuk razend moeilijk zijn. Wat hier met een groot rokest werd gepresteerd maakt te recht aanspraak op de grootste bewondering, het publiek was achteraf dan ook niet zuinig met zijn enthousiasme. Dat gedurende het hele con cert een fluittoon, veroorzaakt door een magnetische sluiting van een van de deuren, voor een achtergrond-fout zorgde, deed daar verder niets aan af. ERIK BESIER Wat een verhaal is „Macbeth" toch! Heksen doen voorspellin gen, een koning en een konin gin moorden, iedereen kent het en toch blijft het span nend. De artistieke leiding van het RO Theater heeft zich er ook aan gewaagd en zie, met Carol van Herwijnen en Tru dy Labij in de hoofdrollen Macbeth en Lady Macbeth is het nu een stripverhaal gewor- Macbeth" doet zo denken aan de Classics-stripverhalen uit de jaren vijftig. Alle hoogte punten uit het plot zijn ver werkt en waar het verhaal in gewikkeld dreigt te worden, herhaalt deze of gene de be langrijke mededeling. Macbeth en Banquo horen van drie dis- co-heksen, dat ze de macht zullen hebben. De eerste zal koning worden, de tweede va der van koningen zijn. Mac beth besluit samen met zijn vrouw het lot een handje te helpen. Hij doodt de koning, jaagt diens zoons op de vlucht en brengt ook Banquo om zeep. Als de geest van de dode Banquo aan het banket ver schijnt, daalt de angst neer in huize Macbeth. De koning gaat dan toch maar even bij de heksen te rade. Zij zeggen, dat hij pas als het bos van Burn- ham hem nadert, bang moet zijn voor een man die niet uit de vrouwenschoot is geboren. Geen nood dus, lijkt het. Op opzwepend getrommel van het Paleis van Boem vinden de acteurs tussen een op een groot wafelijzer zonder stelen gelijkend decor hun weg. Sub tiele rolletjes als die van Ruurt de Maesschalk als Banquo of Hubert Fermin als de portier Seyton vallen weg in het gro ve lawaai. Lolbroekspel van Nelly Frijda en Leonoor Pauw pas nog het meest in deze met grove streek opzette versie van wat beter „Big Mac" had kunnen heten. PETER SNEL Vladimir Ashkenazy na 26 jaar weer concert in Moskou PARIJS - De pianist en dirigent Vladimir Ashke nazy zal volgende maand voor het eerst na 26 jaar weer optreden in de Sov jetunie. Dit heeft zijn pla tenmaatschappij vrijdag in Parijs bekendgemaakt. De 52-jarige Ashkenazy, ruim een kwart eeuw door de Sovjetunie als persona non grata beschouwd, zal op 11 en 12 november in Mos kou concerten geven op uit nodiging van het Cultuur fonds, waarvan Raisa Gor- batsjov beschermvrouwe is. Ashkenazy komt met het Britse Royal Philharmonic Orchestra en zal zowel sole ren als dirigeren. TROS-radio met „Nationale Top 100" in plaats van sport HILVERSUM - De TROS heeft besloten om met in gang van zaterdag het programma TROS Aktua Sport tussen 14.00 en 17.00 uur voorlopig te vervan gen door een compilatie van het programma de „Nationale Top 100". Deze wijziging geldt tot de uit spraak van de Raad van State in een verkorte procedure om trent het uitzenden van een sportprogramma op de zater dagmiddag op Radio 1. TROS en NCRV liggen hierover al jarenlang in de clinch. De TROS meent dat de sport ook op zaterdagmiddag thuishoort op de nieuws- en actualiteiten zender Radio 1. De NCRV die een sportrubriek brengt op de popzender Radio 3 bestrijdt ditj Wim Sonneveld. Sonneveld over Sonneveld. Driedeli ge documentaire. KRO-televisie. Ne derland 1 om 20.22 uur. Maandag. HILVERSUM Vijftien jaar geleden overleed Wim Sonneveld, cabare tier, lid van de toenmalige Grote Drie van de Neder landse kleinkunst (samen met Wim Kan en Toon Hermans). Hij was 56 jaar, relatief jong dus, een van de redenen dat zijn dood een soort schokgolf te weegbracht. Zeker ook onder zijn collega's, van wie velen door hem in hun loopbaan op weg zijn geholpen. Berend Boudewijn dook in de archieven en vervaardigde een driedelig televisiepro gramma, dat door de maker wordt bestempeld als een do cumentaire, maar dat eigenlijk niet is. Daarvoor herbergt deze kaleidoscoop van interview en gespreksfragmenten, geïllu streerd door beelden uit televi sie- en theaterprogramma's te weinig feitelijke informatie. Er worden geen jaartallen ge noemd, onduidelijk blijft uit wat voor programma's de frag menten afkomstig zijn en wie zijn medespelers en gespreks partners zijn. Boudewijn gaat er kennelijk vanuit dat de kij ker eigenlijk alles al weet en iedereen als vanzelf herkent. In die zin is deze montage dan ook geen documentaire maar veel meer een eerbetoon aan Sonneveld en een feest der herkenning voor de fans van toen. Wie die tijd niet heeft meegemaakt zal vanavond snel afhaken, want die zal zich buitengesloten voelen door het incrowdsfeertje waarin Boude wijn zijn hommage heeft sa mengesteld. Aardige kanten Afgezien van deze bedenkin gen heeft het programma na tuurlijk aardige kanten. Het is op z'n minst leuk om nog eens terug te zien wat een getalen teerd en technisch volmaakt performer Sonneveld was, ze ker in de latere jaren van zijn loopbaan. Wie hem bijvoor beeld weer eens „Het dorp", dat liedje over het tuinpad van zijn vader, ziet en hoort zin gen, kan er niet omheen: dit is van een griezelige zeggings kracht. Nog altijd. Wim Sonneveld zelf wist dat ook: daar lag zijn grote kracht, in het zingen. Ergens in een van de interviewfragmenten zegt hij het ook, haast terloops: het liefst zou hij gewoon, net als grote Franse chansonniers, op het podium staan en alleen maar zingen. Hij had het onge luk, een Nederlandse artiest te zijn ('artist', zegt hij zelf met onnavolgbare ironie) en in ons land was voor zo'n liedjeszan ger geen markt, zeker toen niet. In het bijna een uur durende programma van Berend Bou dewijn vertelt Sonneveld over zichzelf, over zijn collega's, zijn loopbaan, zijn jeugd. On danks de verbrokkeling van de gespreksfragmenten is het een interessant verhaal gewor den, niet alleen het verhaal van de entertainer Wim Son neveld, maar ook van een tijd, een periode. De opkomst van Sonneveld is ook een stukje van het verhaal van Louis Da vids, het succes in Frankrijk en de vlucht naar Nederland (als hij in Parijs wordt wegge hoond van het podium omdat hij in zijn naïviteit een Duits liedje zingt). Eigen groep Na de oorlog, als Sonneveld een eigen groep begint (nog al tijd beschroomd om alleen op het podium te staan), is zijn verhaal ook het verhaal van Conny Stuart, van het Nieuwe De La Mar Theater, van de tournees-voor-een-habbekrats door de provincie (met Sonne veld aan het stuur), van het radiovermaak in de jaren vijf tig (Willem Parel!). En het la tere grote succes voor het gro te publiek is het verhaal van de man die eigenlijk liedjes wilde zingen maar zich ge dwongen voelde daarnaast de pias uit te hangen (Nikkelen Nelis, Frater Venantius). Want: Sonneveld was, naast de grote entertainer, ook een tra gische figuur. Een driftige, ei genwijze man, ontevreden met zichzelf, ongedurig, snel ver veeld, steeds op zoek naar een nieuwe uitdaging. Een man van grote gebaren maar ook een nichterige giechelaar; steun en toeverlaat van tal van collega's maar ook een haast ziekelijke roddelaar. Hij was geen scheppend artiest zoals zijn collega's in de Grote Drie (Hermans en Kan) die zelf verantwoordelijk waren voor het merendeel van hun materiaal. Goed, Sonneveld schreef wel stukjes conférence en heeft ook een paar liedjes op zijn naam staan, maar hij was toch voor ideeën en tek sten vooral aangewezen op an deren. Michel van der Plas, Huub Jansen, Simon Carmig- gelt - allemaal leveranciers van (tekst)materiaal. Waar Sonneveld dan weer, drijvend op zijn feeling en techniek, wonderen mee deed op het po dium. Impro viseren Als hij was aangewezen op tekst van zichzelf, en zeker als hij moest improviseren, kon Sonneveld genadeloos onder uit gaan. Bekend bewijs daar van is te vinden op het pre mieplaatje dat de platenindu strie in 1962 uitbracht (dat deed men toen nog, vergelijk baar met zoiets als het Boe kenweekgeschenk). Daarop staat een geïmproviseerde sketch van Sonneveld in de rol van domme interviewer, Godfried Bomans ondervra gend die een beroemde compo nist speelt. De gevatheid van Bomans en diens ongrijpbare vorm van humor gaan Sonne veld zodanig boven de pet dat hij tegen het eind alleen nog maar weet te schelden, nog net binnen de rolverdeling, maar hoorbaar geïrriteerd. Dat soort aspecten zit overi gens niet in de KRO-docu- mentaire. Daarin overheersen de positieve kanten van.Son- nevelds persoonlijkheid, zijn dominerende rol in de Neder landse showbusiness van en kele decennia, en zijn avonVj tuurlijke belevenissen door de verschillende verschijnings vormen daarvan: theater, tele visie, musical, film. Om de drieluik te vervolmaken wordt op 6 november een samenvat ting vertoond van hoogtepun ten uit de theatershows in de iaren 1962-1966, op 13 novem ber uit de jaren 1969-1973. Maar er lijkt genoeg materiaal in de kast te liggen om er een hele serie van te maken. RENÉ DE COCQ

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 17