Van voetbal weet
ik nog steeds niks"
Russisch meesterschap
Wim Sonneveld
wilde eigenlijk
zanger zijn
KUNST/RADIO/TELEVISIE
DOKTER JAN DE CLER EXPOSEERT
Innemende ernst
van Roozeman
RO maakt
'Big Mac'
van
Macbeth
CcicbcSouAtmt
ZATERDAG 28 OKTOBER 1989 PAGINA 17
NOS krijgt begroting 1990 moeizaam sluitend
HILVERSUM - Het kostte het NOS-be-
stuur gisteren veel moeite een sluitende
L egroting voor 1990 vast te stellen. Voor-
itter J. van der Reijden zag pas kans de
egroting erdoor te slepen, nadat hij een
aar fondsen in de strijd had gegooid,
'aaruit incidenteel geld kan worden ge
haald de tekorten aan te zuiveren. De
totale NOS-begroting bedraagt 210 mil-
n gulden, er is een tekort van negen
miljoen gulden. Zeven miljoen daarvan
komt uit de stijging van allerlei inkoop
rechten, voornamelijk die voor uitzen
ding van voetbalwedstrijden. De NOS
hoopt dit tekort aangevuld te krijgen
door wvc.
De gemeenschappelijke dienst, het be
stuursapparaat van de NOS met de on
dersteunende diensten daar omheen, oi
soorzaak van de rest van het tekort. De
omroepvertegenwoordigers in het NOS-
bestuur vinden dat de NOS daarop moet
bezuinigen of proberen extra inkomsten
binnen te halen, bijvoorbeeld uit de
dienst kijk-en luisteronderzoek.Zij wil
den dan ook alleen de begroting goed
keuren als de NOS 1,2 miljoen gulden zou
schrappen en wensten niet in te gaan op
de uitnodiging van de NOS-voorzitter om
zelf aan te geven wéór dat moest. De op
lossing kwam uit twee fondsen ('opfris
singsverlof' en 'oplosing knelpunten op
de arbeidsmarkt'), waar nog reserves wa
ren. Daaraan zal de NOS ongeveer 1 mil
joen gulden onttrekken, de rest komt uit
bezuinigingen op uitzendkrachten en ex
tra inkomsten van de afdeling kijk-en
luisteronderzoek uit werkzaamheden
voor Veronique.
Europese animatiefilmers: samen avondvullende film
HAARLEM - Animatiefil
mers uit negen Europese
landen gaan samen een
avondvullende film maken.
De film, die „Seven deadly
sins" (de zeven hoofdzon
den) gaat heten, moet 1 ja
nuari 1993 in première gaan
bij de viering van de Euro
pese eenwording.
Het ambitieuze plan om een geza
menlijke Europese animatiefilm
te maken is afkomstig van de
Haarlemse animatiefilmer Gerrit
van Dijk. Hij was tien jaar gele
den al van plan de „Zeven hoofd
zonden" te verfilmen, maar het
project verdween toen onderin
een la.
In het kader van het media-92
plan van de Europese Gemeen
schap is het idee nu weer uit de
kast gehaald. Het is de bedoeling
dat zeven animatiefilmers de
even zovele hoofdzonden, te we
ten wraak, trots, lust, luiheid,
gulzigheid, gierigheid en afgunst,
in een animatiefilm uitwerken.
Twee anderen maken een pro
loog en een epiloog. Het script
voor de film wordt geschreven
door de Engelse auteur David
Reilly, bekend van het tv-pro-
gramma „Spitting Image". De
Griekse componist Mikis Theodo-
rakis is gevraagd de muziek te
maken.
De opzet van het gezamenlijke
project is de animatiefilm aan
trekkelijker te maken voor het
commerciële bioscoopcircuit. De
bioscoop is namelijk uitsluitend
gericht op avondvullende voor
stellingen. Daarnaast wordt „Se
ven deadly sins" de eerste film
waaraan alle landen van de Eu
ropese Gemeenschap meedoen.
Voor de totstandkoming van de
film is tenminste vijf miljoen gul
den nodig. Dat geld is nog niet
binnen. De EG en het ministerie
van WVC hebben inmiddels
steun toegezegd voor het project.
De negen betrokken animators
en producenten zijn deze week in
Haarlem bijeen geweest
AMSTERDAM „Nou ja.
Als in het stadion het or
kest weer 'Hup, Holland,
hup' inzet en het publiek
gaat meezingen, denk ik
eigenlijk alleen maar: dat
is dan wéér zestien cent.
Want dat vangt de Buma
voor dat liedje voor me, ik
ben nog geen vijftig jaar
dood en dus krijg ik nog
steeds de auteursrechten.
Veel is het natuurlijk niet,
te weinig om ervan op va
kantie te gaan, maar een
paar keer per jaar lekker
eten, dat toch wel".
Aldus de nu 74-jarige Jan de
Cler, in zijn huidige verschij
ningsvorm de reïncarnatie van
Herman Heijermans, auteur
van het kort naoorlogse radio
programma 'Negen heit de
klok', huisarts, piloot, timmer
man, kunstschilder, grappen
maker, francofiel, liedjeszan
ger en nog zo wat. Maar alles
bij elkaar een opvallend be
minnelijk mens die 'hè hè ein
delijk' dit weekeinde een ei
gen expositie krijgt in de
showroom van Wilhelmine
van Aerssen, Roemer Vis-
scherstraat 48 in Amsterdam.
De Cler toont ruim dertig wer
ken: in olieverf, aquarel en
pentekeningen. De opening
van de expositie is zondagmid
dag door Henk van Ulsen die
dan toevallig gelegenheid
heeft. Maar het publiek kan er
vandaag al in, tot vijf uur.
Zondag en maandag zijn de
openingstijden steeds van tien
tot vijf.
Voor een groot aantal Amster
dammers is Jan de Cler in de
eerste plaats huisarts, die ken
nelijk erg graag schildert,
want om tot enig lichamelijk
onderzoek te komen moet toch
eerst wat schilderwerk terzijde
worden geschoven. In een
ruimte die eerst aan een nogal
wanordelijk atelier doet den
ken en bij nader inzicht aan
een doktersspreekkamer.
Maar wel erg knus.
„Al ben ik natuurlijk op de
eerste plaats huisarts, want dat
wilde ik altijd al worden, ook
toen alleen mijn broer Cees
die op school de beste cijfers
haalde - vijf tienen had hij op
zijn eindrapport - van vader
mocht studeren. Ik had maar
één tien: voor tekenen. Toen
ik al veertig was, besloot ik in
de avonduren alsnog medicij
nen te gaan studeren en nu
ben ik dus huisarts. En als ik
volgend jaar vijfenzeventig
word, neemt een van mijn
tweelingdochters de handel
over, want die is er nu bijna
klaar voor. Ik houd het schip
voor haar zolang drijvend".
Met intense arbeidsvreugde.
De Cler ziet er aanzienlijk jon
ger uit dan op 74-jarige leeftijd
gebruikelijk is. „Al ben ik vijf
kilo te zwaar. Dat zei die arts
op Soesterberg ook, die schud
de steeds zijn hoofd als ik me
liet onderzoeken, want ik
vlieg ook nog. Hij zelf was ma
ger als een lat; maar toen ik de
laatste keer voor onderzoek
kwam, was hij wèl dood; ik
niet. Ik ben levensgenieter,
veertig jaar gelukkig getrouwd
en zolang ik me lekker voel, is
er niks aan de hand. Al zou
den die vijf kilo er eigenlijk
wel af moeten, natuurlijk...".
Voetbal
Over de jaren van muziek en
plezier, van haastig in elkaar
geknutselde voetbalverslagen
op rijm niets dan goeds, maar
zonder veel accenten. „Van
voetbal weet ik nog stééds
niks. Maar ik deed het graag,
al zou ik het nu niet meer wil
len doen In die tijd werkte ik
me te pletter aan de teksten,
tijdens de wedstrijd. En na af
loop van elke wedstrijdhelft
rekte Leo Pagano het feitelijke
verslag met twee minuten, om
mij in de gelegenheid te stel
len de laatste regels te beden
ken. Hup, Holland, hup, laat
de leeuw niet in z'n hempie
staan... Ik schreef de teksten
met hulp van Dico van der
Meer, die de muziek erbij
maakte.
En Negen heit de klok... Met
Kris, Kras en Kruimeltje, hoe
was het ook maar weer. En de
tuinman: wat eten we van
daag, freule... Hoe dat ging,
ben ik ook vergeten. Het is
ook al zo lang geleden. Freek
dè Jonge heeft nog eens gepro
beerd voetbalverslagen op
mijn manier op rijm te maken,
maar dat was het toch niet he
lemaal. Ik heb bewondering
voor Freek, maar hij kon het
gewoon niet. Mijn laatste ver
slag is ook alweer van tweeën
dertig jaar geleden... Uit die
tijd stamt ook de Bonte Dins-
dagavondtrein, dat zich in een
zaal met publiek afspeelde. De
radioluisteraars moesten zich
maar een voorstelling maken,
van wat daar allemaal gebeur
de. Wij deden alles van papier
voor de microfoon, misschien
was dat wel een betere ma
nier. Maar we waren geen
concurrenten, we hielpen el
kaar waar we konden. Negen
heit de klok was ook meer een
intellectueel programma, de
Dinsdagavondtrein voor ieder-
Toeval
Dat Jan de Cler liedjeszanger
en radioprogrammamaker
werd, berustte op toeval. De
Cler nam schilder-, boetseer
en beeldhouwlessen in Den
Haag, toen broer Cees mocht
Jan de Cler
kort na de
oorlog, toen hij
met voetbal
verslagen en
'Negen heit de
klok' nationaal
beroemd werd.
FOTO: SP
studeren en tussen de lessen
door zong Jan schampere lied
jes over de Duitsers. Dit trok
de aandacht van Herbert Per-
quin die aan volle zalen dacht.
„Dat trok me wel. Maar later
vroeg Herbert of het ook radio
mocht wezen en dat vond ik
ook goed. Zo ontstond Negen
heit de klok. Puur toeval".
Maar het schilderen ging door,
„ik schilder nu nog, als het
even kan, elke dag een paar
uurtjes. En elk jaar ga ik een
paar weken in m'n eentje naar
Frankrijk, om te schilderen".
Het resultaat daarvan wordt
hoofdelijk over de kamers van
zijn woonhuis omgeslagen,
soms rijp, soms groen, maar
met het enthousiasme van de
amateur en de vakkennis van
de beroepsschilder. „Afbeel-
der", laat Jan de Cler met be
vestigende hoofdknikjes zich
noemen. En hij zelf betitelt
zijn werk met „goed vakwerk,
als ik wat onaardigs van me
zelf mag zeggen".
Meer niet? Soms. De Cler moet
het in hoge mate hebben van
de intimiteit van zijn onder
werp en dat geeft hij prima
weer. „Maar ik heb geen brede
blik. En soms maak ik heel erg
slecht werk; nog steeds". Dat
krijgt de belangstellende dit
weekeinde niet te zien; wèl
ruim dertig geselecteerde wer
ken. Maar weer niet een groot,
hoog werk, centraal in zijn
woonkamer opgehangen. „Als
ik dat meeneem, moet ik het
nog helemaal schoonmaken en
opnieuw vernissen. Dat haal
ik niet, voor zaterdag. Maar ik
heb een idee: ik exposeer het
volgend jaar. Dan ben ik vijf
enzeventig. Echt iets voor
FRITS BROMBERG
Dokter/schilder Jan de Cler bij een van zijn meest kleurrijke schilder-werken: Bloemen.
Recital door Robbert-Jan Rooze
man (piano) met werk van Van
Beethoven, Prokovieff, Rachmani
noff en Stravinsky. Gehoord op 27
oktober in de K& O-Kapelzaal.
Van alle kunsten hangt mu
ziek wel het sterkst af van de
wisselwerking tussen publiek
en artiest. Robbert-Jan Rooze
man, die met zijn optreden gis
teravond flink wat publiek
trok, heeft dat heel goed be
grepen.
Dat de jonge pianist zelfs al
bijzonder bedreven is in de
kunst om de toehoorder op de
interessantste momenten op
merkzaam te maken, bleek uit
zijn vertolking van Beetho-
vens sonate voor piano, opus
110. Verheugend om te horen
hoeveel en vooral wat hij hier
in de moeite waard vindt. De
interpretatie van voornamelijk
het moderato cantabile molto
espressivo, in een beheerste en
warme voordracht, klonk aan
genaam vrij: Roozeman zoekt
voor elke frase andere wegen.
Die aanpak brengt risico's
mee. Niet dat er sprake was
van technische fouten, maar
de aantrekkelijke spanning in
het eerste deel opgebouwd,
bleef in het tweede en met
name het derde deel onvol
doende behouden. De muziek
ontglipte Roozeman hier wei
eens zodat hij houvast moest
zoeken in de noten. In de drie
stukken van naar het Westen
gekomen en door Westeurope-
se en Amerikaanse muziek
beïnvloede Russen, ontpopte
hij zich weer als een zelfverze
kerd musicus met gerichter,
mededeelzaam spel.
Serge Prokovieffs „Sarcas-
mes" (opus 17) blonken uit
door precisie en gevoel voor ti
ming. Van Sergei Rachmani-
nov een opmerkelijke keuze:
de onbekende Corelli-varia-
ties. Roozeman begrijpt deze
meesterlijke variaties waarin
het beroemde 'Folia'-thema uit
Corelli's vioolsonate nu en dan
peinzend, af en toe snibbig, ge-
mineurd, of op z'n Ameri-'
kaans of Spaans omspeeld
wordt. Bij hem werden de
sterk uiteenlopende delen een
hechte eenheid.
Alles wat Roozeman aan muzi
kale spankracht en technische
mogelijkheden in huis heeft,
toonde hij tenslotte in Igor
Stravinsky's „Trois mouve-
ments de Pétrouchka": kleur-
lortreffelijk.
TOM STRENGERS
Staatsacademisch Symfonie-orkest
Moskou, o.l.v. Evgeni Svetlanov,
met werk van de dirigent en van
Tsjaikovsky en Rachmaninoff.
Anton Philipszaal, vrijdagavond.
Als het Residentie Orkest
op tournee gaat komt het
voor dat er een Neder
lands werk meegepro-
grammeerd wordt. Het
Staatsacademisch Symfo
nieorkest Moskou begon
gisteravond zijn Europese
tournee in de Philipszaal
met een geheel Russisch
programma.
Twee grote Russische compo
nisten, Tsjaikovsky en Rach
maninoff, waren beiden met
relatief onbekend werk verte
genwoordigd. De ereplaats in
het programma, meestal gere
serveerd voor een stuk met so
list, bleek de dirigent zelf toe
bedeeld, en wel met diens
tweede Rapsodie uit 1978. Mu
zikaal gesproken bleek de
ouverture „De Storm" (op. 18)
van Tsjaikovsky het sterkste
stuk. Tussen winderige storm
vlagen in bloeide daar een pa
let van lichte romantische na
tuurschilderingen. Bij beide
andere stukken leek het erop
alsof die stille fasen, vaak in
gevuld door blazerssoli, vooral
dienden als contrast en aan
loop voor de volgende woeste
uitbarsting.
In de tweede Rapsodie van
Svetlanov gold dat vooral de
bijna onvermijdelijke boeren
dans die rustig begint en wild
eindigt. In Rachmaninoffs
vierdelige eerste Symfonie
was het name het slot-allegro
con fuoco, waarin pathos en
heldendom luid werden bele
den.
Door de hier ongewone opstel
ling van het enorm grote or
kest werd de klank bovendien
anders gestuurd. Links zaten
de eerste violen, met daarach
ter een zware batterij contra
bassen. Rechts zaten de vele
tweede violisten, in de rug ge
dekt door het koper. In deze
expressionistische muziek
speelt het koper een grote rol,
maar het is wel even wennen
dat die klank uitsluitend van
rechts komt.
In het midden zaten tenslotte
de celli en de alten met daar
achter de houtblazers en het
slagwerk. De vele soli van de
houtblazers en enkele koper
blazers waren opovallend
RO Theater: „Macbeth" van William
Shakespeare. Vertaling: Hugo Claus.
Regie: Jos Thie, Antoine Uitdehaag.
Decor: Judith Lansink. Muziek: Pa
leis van Boem. Met Carol van Her
wijnen, Trudy Labij en o.a. Ruurt de
Maesschalk. Premiere 23/9, Rotter
dam, gisteravond Koninklijke
Schouwburg.
warm en bovendien technisch
puntgaaf.
Dat laatste gold trouwens voor
het hele orkest dat de eenvou
dige gebaren van de dirigent
nauwlettend volgde en zeer
gedisciplineerd speelde. Dat
daarnaast de klankkleur van
de vele violen schitterend
bleek, maakt duidelijk waar
om dit orkest zo beroemd is.
Beroemd is het bij ons echter
vooral als sublieme vertolker
van de symfonieën van Sjosta-
kowitsj. En die moesten wij
hier nu net ontberen.
Niet uit het oog mag echter
worden verloren dat de drie
deze avond gespeelde minder
interessante werken, stuk voor
stuk razend moeilijk zijn. Wat
hier met een groot rokest
werd gepresteerd maakt te
recht aanspraak op de grootste
bewondering, het publiek was
achteraf dan ook niet zuinig
met zijn enthousiasme.
Dat gedurende het hele con
cert een fluittoon, veroorzaakt
door een magnetische sluiting
van een van de deuren, voor
een achtergrond-fout zorgde,
deed daar verder niets aan af.
ERIK BESIER
Wat een verhaal is „Macbeth"
toch! Heksen doen voorspellin
gen, een koning en een konin
gin moorden, iedereen kent
het en toch blijft het span
nend. De artistieke leiding van
het RO Theater heeft zich er
ook aan gewaagd en zie, met
Carol van Herwijnen en Tru
dy Labij in de hoofdrollen
Macbeth en Lady Macbeth is
het nu een stripverhaal gewor-
Macbeth" doet zo denken aan
de Classics-stripverhalen uit
de jaren vijftig. Alle hoogte
punten uit het plot zijn ver
werkt en waar het verhaal in
gewikkeld dreigt te worden,
herhaalt deze of gene de be
langrijke mededeling. Macbeth
en Banquo horen van drie dis-
co-heksen, dat ze de macht
zullen hebben. De eerste zal
koning worden, de tweede va
der van koningen zijn. Mac
beth besluit samen met zijn
vrouw het lot een handje te
helpen. Hij doodt de koning,
jaagt diens zoons op de vlucht
en brengt ook Banquo om
zeep. Als de geest van de dode
Banquo aan het banket ver
schijnt, daalt de angst neer in
huize Macbeth. De koning gaat
dan toch maar even bij de
heksen te rade. Zij zeggen, dat
hij pas als het bos van Burn-
ham hem nadert, bang moet
zijn voor een man die niet uit
de vrouwenschoot is geboren.
Geen nood dus, lijkt het.
Op opzwepend getrommel van
het Paleis van Boem vinden
de acteurs tussen een op een
groot wafelijzer zonder stelen
gelijkend decor hun weg. Sub
tiele rolletjes als die van Ruurt
de Maesschalk als Banquo of
Hubert Fermin als de portier
Seyton vallen weg in het gro
ve lawaai. Lolbroekspel van
Nelly Frijda en Leonoor Pauw
pas nog het meest in deze met
grove streek opzette versie
van wat beter „Big Mac" had
kunnen heten.
PETER SNEL
Vladimir Ashkenazy
na 26 jaar weer
concert in Moskou
PARIJS - De pianist en
dirigent Vladimir Ashke
nazy zal volgende maand
voor het eerst na 26 jaar
weer optreden in de Sov
jetunie. Dit heeft zijn pla
tenmaatschappij vrijdag in
Parijs bekendgemaakt.
De 52-jarige Ashkenazy,
ruim een kwart eeuw door
de Sovjetunie als persona
non grata beschouwd, zal op
11 en 12 november in Mos
kou concerten geven op uit
nodiging van het Cultuur
fonds, waarvan Raisa Gor-
batsjov beschermvrouwe is.
Ashkenazy komt met het
Britse Royal Philharmonic
Orchestra en zal zowel sole
ren als dirigeren.
TROS-radio met
„Nationale Top 100"
in plaats van sport
HILVERSUM - De TROS
heeft besloten om met in
gang van zaterdag het
programma TROS Aktua
Sport tussen 14.00 en 17.00
uur voorlopig te vervan
gen door een compilatie
van het programma de
„Nationale Top 100".
Deze wijziging geldt tot de uit
spraak van de Raad van State
in een verkorte procedure om
trent het uitzenden van een
sportprogramma op de zater
dagmiddag op Radio 1. TROS
en NCRV liggen hierover al
jarenlang in de clinch. De
TROS meent dat de sport ook
op zaterdagmiddag thuishoort
op de nieuws- en actualiteiten
zender Radio 1. De NCRV die
een sportrubriek brengt op de
popzender Radio 3 bestrijdt
ditj
Wim Sonneveld.
Sonneveld over Sonneveld. Driedeli
ge documentaire. KRO-televisie. Ne
derland 1 om 20.22 uur. Maandag.
HILVERSUM Vijftien
jaar geleden overleed
Wim Sonneveld, cabare
tier, lid van de toenmalige
Grote Drie van de Neder
landse kleinkunst (samen
met Wim Kan en Toon
Hermans). Hij was 56 jaar,
relatief jong dus, een van
de redenen dat zijn dood
een soort schokgolf te
weegbracht. Zeker ook
onder zijn collega's, van
wie velen door hem in
hun loopbaan op weg zijn
geholpen.
Berend Boudewijn dook in de
archieven en vervaardigde
een driedelig televisiepro
gramma, dat door de maker
wordt bestempeld als een do
cumentaire, maar dat eigenlijk
niet is. Daarvoor herbergt deze
kaleidoscoop van interview
en gespreksfragmenten, geïllu
streerd door beelden uit televi
sie- en theaterprogramma's te
weinig feitelijke informatie.
Er worden geen jaartallen ge
noemd, onduidelijk blijft uit
wat voor programma's de frag
menten afkomstig zijn en wie
zijn medespelers en gespreks
partners zijn. Boudewijn gaat
er kennelijk vanuit dat de kij
ker eigenlijk alles al weet en
iedereen als vanzelf herkent.
In die zin is deze montage dan
ook geen documentaire maar
veel meer een eerbetoon aan
Sonneveld en een feest der
herkenning voor de fans van
toen. Wie die tijd niet heeft
meegemaakt zal vanavond
snel afhaken, want die zal zich
buitengesloten voelen door het
incrowdsfeertje waarin Boude
wijn zijn hommage heeft sa
mengesteld.
Aardige kanten
Afgezien van deze bedenkin
gen heeft het programma na
tuurlijk aardige kanten. Het is
op z'n minst leuk om nog eens
terug te zien wat een getalen
teerd en technisch volmaakt
performer Sonneveld was, ze
ker in de latere jaren van zijn
loopbaan. Wie hem bijvoor
beeld weer eens „Het dorp",
dat liedje over het tuinpad van
zijn vader, ziet en hoort zin
gen, kan er niet omheen: dit is
van een griezelige zeggings
kracht. Nog altijd.
Wim Sonneveld zelf wist dat
ook: daar lag zijn grote kracht,
in het zingen. Ergens in een
van de interviewfragmenten
zegt hij het ook, haast terloops:
het liefst zou hij gewoon, net
als grote Franse chansonniers,
op het podium staan en alleen
maar zingen. Hij had het onge
luk, een Nederlandse artiest te
zijn ('artist', zegt hij zelf met
onnavolgbare ironie) en in ons
land was voor zo'n liedjeszan
ger geen markt, zeker toen
niet.
In het bijna een uur durende
programma van Berend Bou
dewijn vertelt Sonneveld over
zichzelf, over zijn collega's,
zijn loopbaan, zijn jeugd. On
danks de verbrokkeling van
de gespreksfragmenten is het
een interessant verhaal gewor
den, niet alleen het verhaal
van de entertainer Wim Son
neveld, maar ook van een tijd,
een periode. De opkomst van
Sonneveld is ook een stukje
van het verhaal van Louis Da
vids, het succes in Frankrijk
en de vlucht naar Nederland
(als hij in Parijs wordt wegge
hoond van het podium omdat
hij in zijn naïviteit een Duits
liedje zingt).
Eigen groep
Na de oorlog, als Sonneveld
een eigen groep begint (nog al
tijd beschroomd om alleen op
het podium te staan), is zijn
verhaal ook het verhaal van
Conny Stuart, van het Nieuwe
De La Mar Theater, van de
tournees-voor-een-habbekrats
door de provincie (met Sonne
veld aan het stuur), van het
radiovermaak in de jaren vijf
tig (Willem Parel!). En het la
tere grote succes voor het gro
te publiek is het verhaal van
de man die eigenlijk liedjes
wilde zingen maar zich ge
dwongen voelde daarnaast de
pias uit te hangen (Nikkelen
Nelis, Frater Venantius).
Want: Sonneveld was, naast de
grote entertainer, ook een tra
gische figuur. Een driftige, ei
genwijze man, ontevreden met
zichzelf, ongedurig, snel ver
veeld, steeds op zoek naar een
nieuwe uitdaging. Een man
van grote gebaren maar ook
een nichterige giechelaar;
steun en toeverlaat van tal
van collega's maar ook een
haast ziekelijke roddelaar.
Hij was geen scheppend artiest
zoals zijn collega's in de Grote
Drie (Hermans en Kan) die
zelf verantwoordelijk waren
voor het merendeel van hun
materiaal. Goed, Sonneveld
schreef wel stukjes conférence
en heeft ook een paar liedjes
op zijn naam staan, maar hij
was toch voor ideeën en tek
sten vooral aangewezen op an
deren. Michel van der Plas,
Huub Jansen, Simon Carmig-
gelt - allemaal leveranciers
van (tekst)materiaal. Waar
Sonneveld dan weer, drijvend
op zijn feeling en techniek,
wonderen mee deed op het po
dium.
Impro viseren
Als hij was aangewezen op
tekst van zichzelf, en zeker als
hij moest improviseren, kon
Sonneveld genadeloos onder
uit gaan. Bekend bewijs daar
van is te vinden op het pre
mieplaatje dat de platenindu
strie in 1962 uitbracht (dat
deed men toen nog, vergelijk
baar met zoiets als het Boe
kenweekgeschenk). Daarop
staat een geïmproviseerde
sketch van Sonneveld in de
rol van domme interviewer,
Godfried Bomans ondervra
gend die een beroemde compo
nist speelt. De gevatheid van
Bomans en diens ongrijpbare
vorm van humor gaan Sonne
veld zodanig boven de pet dat
hij tegen het eind alleen nog
maar weet te schelden, nog net
binnen de rolverdeling, maar
hoorbaar geïrriteerd.
Dat soort aspecten zit overi
gens niet in de KRO-docu-
mentaire. Daarin overheersen
de positieve kanten van.Son-
nevelds persoonlijkheid, zijn
dominerende rol in de Neder
landse showbusiness van en
kele decennia, en zijn avonVj
tuurlijke belevenissen door de
verschillende verschijnings
vormen daarvan: theater, tele
visie, musical, film. Om de
drieluik te vervolmaken wordt
op 6 november een samenvat
ting vertoond van hoogtepun
ten uit de theatershows in de
iaren 1962-1966, op 13 novem
ber uit de jaren 1969-1973.
Maar er lijkt genoeg materiaal
in de kast te liggen om er een
hele serie van te maken.
RENÉ DE COCQ