U
ING
,Kort geding
te weinig
toegepast'
We toveren mensen roze wolk voor
Ü2ËJÉ
Uail<?ia.l5 M]C voor 4? Nederlandse*
MR. ASSCHER:
PREVENTIE IS NU SLEUTELWOORD BIJ KANKERBESTRIJDING
-AV/ZW
BINNENLAND
CeidócSouAont
ZATERDAG 14 OKTOBER 1989 PAGINA 7
Kabinet start procedure
voor nieuwe baan op Beek
MAASTRICHT Het kabinet heeft giste
ren besloten de procedure voor de aanleg
van de oost-westbaan op vliegveld Beek te
laten doorgaan. Gedeputeerde Staten van
Limburg hebben instemmend gereageerd op
het besluit dat impliceert dat niet wordt ge
wacht op de behandeling van nieuwe natio
nale normen voor nachtelijk vliegverkeer.
Het bestuur van de provincie vindt dat hier
mee een belangrijke stap is gezet op weg
naar realisering van de al lang bepleite uit
breiding, die niet alleen van betekenis is
voor de ontwikkeling van de betrokken
luchthaven, maar ook voor de economische
expansie van Zuid-Limburg en van de aan
grenzende regio's in België en de Bondsre
publiek Duitsland.
Ouderen en vrouwen zorgen
voor toename motorrijden
AMSTERDAM Motorrijden maakt op dit
moment in Nederland een grote opleving
door. Tussen 1987 en 1988 steeg het aantal
aanvragen voor het afleggen van een mo
torrijbewijs met bijna twintig procent en
groeide de verkoop van motorfietsen even
eens explosief. Het valt de afdeling Gemoto
riseerde Tweewielers van de RAI op dat
motorrijden niet meer in de eerste plaats
een activiteit van jongeren is, maar dat ook
ouderen (tussen de dertig en veertig jaar)
steeds meer belangstelling krijgen voor de
motorfiets. Nieuw is voor de RAI de toene
mende interesse van vrouwen voor dit ver
voermiddel. De nieuwkomers behoren veel
al tot de categorie kapitaalkrachtigen. Van
daar dat er naar verhouding veel dure mo
toren worden verkocht.
De interesse
voor
motorrijden is
de afgelopen
jaren flink
toegenomen.
Ook terrein
motoren mogen
zich in een
toenemende
- belangstelling
verheugen.
Vrachtwagens overtreden
massaal maximumsnelheid
DEN HAAG De Nederlandse automobilis
ten houden zich redelijk aan de maximum
snelheid, zo blijkt uit gegevens die minister
Smit-Kroes (Verkeer en Waterstaat) gisteren
naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Uit
metingen van Rijkswaterstaat komt naar vo
ren dat op weggedeelten waar 120 km per uur
gereden mag worden, de gemiddelde snelheid
dit jaar schommelde rond de 112 km per uur.
Op weggedeelten waar een maximumsnelheid
van 100 km geldt bedroeg de gemiddelde snel
heid 104 km per uur. Voertuigen waarvoor
een maximumsnelheid van 80 km per uur
geldt houden zich minder goed aan de regels.
Die rijden op gedeelten waar een maximum
van 120 km geldt gemiddeld circa 89 km per
uur, en op de overige delen ongeveer 88 km
per uur.
Drs. K. van Koppen van de Nederlandse organisatie van Kankerbestrijding: ,,Aan jongeren het goede voorbeeld geven
De Nederlandse organisatie
voor Kankerbestrijding ofwel
de stichting Koningin
Wilhelminafonds bestaat
veertig jaar en organiseert
daarom extra veel activiteiten
op het gebied van
kankervoorlichting en -
preventie. Met name van
preventieve voorlichting
onder scholieren verwacht de
jarige kankerbestrijding de
komende tijd veel heil. Ze
hoopt jongeren duidelijk te
kunnen maken dat er een
relatie is tussen het krijgen
van kanker en ongezonde
leefgewoonten. Donderdag 19
oktober is de jubilaresse te gast
bij de Avro, die een avond
lang een nationale actie rond
het thema kanker zal
coördineren. Helemaal
rozegeur en maneschijn is het
niet rondom het festijn, want
er is een stevige discussie
losgebarsten over de juistheid
van de opgegeven
genezingscijfers van kanker.
DEN HAAG „Als je de
verhalen mag geloven,
hebben heel wat mensen
in ons land een opa van
negentig, die z'n leven
'lang heeft gerookt, graag
een borrel mocht drinken,
er goed van at en... die
toch gewoon aan ouder
dom is gestorven. Veel
mensen denken of hopen
dat het hen net zo zal ver
gaan als die grootvaders.
Helaas, voor de meesten
loopt het anders af".
Zomaar een citaat uit voorlich
tingsmateriaal van de veertig
'jaar bestaande stichting Ko
ningin Wilhelminafonds, te
genwoordig officieel de Neder
landse organisatie voor Kan
kerbestrijding geheten, die de
komende week opnieuw aan
dacht (en centen) vraagt voor
de strijd tegen een grillige
ziekte, waartegen onze moder
ne medische technologie nog
steeds niet goed lijkt opgewas-
Hoewel het Nederlandse volk
het Koningin Wilhelmina
fonds traditioneel een warm
hart toedraagt jaarlijks incas
seert het fonds minstens veer
tig miljoen gulden van particu
lieren verloopt de jubileumin
zameling niet zo rimpelloos als
gewenst. Voor het eerst klinkt
boven het gerammel van de
collectebusjes het - geluid uit
van een controverse, over... de
kans op genezing van kanker.
Trots
„Vijftig procent van de kaA-
kers geneest", liet de Neder
landse Kankerbestrijding de
afgelopen weken trots horen
in goed geoliede reclamebood
schappen. De beroemde Ne
derlandse Hollywood-ganger
Jeroen Krabbé was er zelfs
voor ingehuurd om het alle
maal nog mooier te laten klin
ken. „Niks van waar, alle
maal", repliceerde de psycho
loog dr. F. van Dam van het in
kankerbestrijding gespeciali
seerde Antonie van Leeuwen
hoek-ziekenhuis in Amster
dam.
„De cijfers worden veel te op
timistisch voorgesteld, we zijn
bezig mensen valse hoop te ge
ven". Van Dam vindt dat het
gescherm met te rooskleurige
cijfers en met „allerlei zoge
naamde doorbraken" in het
onderzoek naar kanker maar
eens afgelppen moet zijn.
De afgelopen week kreeg hij
steun van chirurg dr. J. Bos
van het Deventer ziekenhuis,
die tijdens een symposium on
omwonden stelde dat „er slim
me woordspelletjes" worden
gespeeld met de kankercijfers
en dat het door de kankerbe
strijding genoemde genezings
percentage van vijftig procent
„geheel onwaar is". „We tove
ren de mensen een roze wolk
voor. Dat is niet goed. Reële
voorlichting biedt de beste
kans op nuchter handelen
rond kanker".
Bos houdt het er vooralsnog
heel eigenwijs op dat sprake is
van een genezingskans van
pakweg dertig procent. Waar
op de chirurg zijn wijsheid ba
seert? „Op eigen waarnemin
gen en uitlatingen van de
Leidse kankerspecialist profes
sor Cleton, die pas geleden cij
fers heeft genoemd in het tijd
schrift 'Kanker' Hij komt tot
een genezing van veertig pro
eent, ik aanvankelijk tot twin
tig procent. Laten we er dus
maar tussenin gaan zitten en
er dertig procent van maken".
Bos geeft toe dat hij zijn cijfer
matige conclusies niet kan be
wijzen. „Maar", relativeert hij
„dat kunnen de mensen dié
zeggen dat er een genezing is
van vijftig procent is, ook
In de kantoren van de stich
ting Nederlandse Kankerbe
strijding in Amsterdam wordt
stug vastgehouden aan de
eerder genoemde vijftig pro
cent genezingen. Voorlichter
drs. Karei van Koppen, heeft
het omstreden getal vorige
week zelfs durven noemen op
het in Deventer gehouden
symposium waar ook dr. Bos
het woord voerde.
Desgevraagd zegt hij dat het
cijfer „via ingewikkelde bere
keningen" tot stand is geko
men en dat het uitgaat van
een reeds in 1950 „met elkaar
vastgestelde definitie" dat ie
mand die vijf jaar na constate
ring van kanker symptoomvrij
is als genezen wordt be
schouwd. „Als we een andere
definitie zouden hanteren ko
men we misschien op andere
cijfers uit, maar daar zouden
we dan afspraken over moeten
maken".
Eindhoven
Vooralsnog houdt Van Kop
pens' organisatie dus vast aan
een gemiddeld percentage ge
nezingen van vijftig. „Bij long
kanker en maagkanker ligt
dat cijfer wat lager en bij zaad
balkanker en de ziekte van
Hodgkin wat hoger. De Am
sterdamse cijfers blijken in de
praktijk van alledag gebaseerd
te zijn op gegevens van zie
kenhuizen in Eindhoven en
omgeving, de enige plek waar
de afgelopen jaren cijfers rond
kanker zijn bijgehouden, die
zijn uitgewerkt door prof
M.W. Coebergh van de Eras
mus Universiteit in Rotter
dam.
Dus chirurg Bos heeft het alle
maal bij het verkeerde eind?
Van Koppen voorzichtig:
„Misschien hanteert hij een
andere definitie voor zijn be
rekeningen dan wij doen. Dat
zou dan niet de officiële defi
nitie zijn. Gelukkig worden nu
overal in het land cijfers bijge
houden door de regionale Inte
grale Kankercentra. In de toe
komst is er geen verschil van
mening meer over de interpre-
Overigens probeert de voor
lichter van de Nederlandse or
ganisatie voor Kankerbestrij
ding de controverse over de
cijfers vergoelijkend te relati
veren: „Het is een goed teken
dat we nu strijden over de ge
nezingspercentages. Vroeger
waren die zo laag dat niemand
een discussie erover aandurf
de".
Kan hij aangeven of de kan
kerbestrijding is opgeschoten
in de afgelopen tientallen ja
ren? „Als je rekent vanaf de
Tweede Wereldoorlog is er ze
ker vooruitgang geboekt. Vlak
na de oorlog kwamen we uit
op een genezing van hooguit
25 procent. Vooral voor men
sen van onder de zestig is de
kans op genezing sindsdien
flink toegenomen".
Opmars
Hij verbergt niet dat zijn zon
nige conclusies over gene
zingskansen worden overscha
duwd door de constatering dat
de opmars van kanker niet tot
staan is gebracht in de afgelo
pen jaren. Integendeel. Tot nu
toe is er vanuit gegaan dat één
op de vier Nederlanders ooit
kanker krijgt, maar nu ver
moedt de Kankerbestrijding
dat in de toekomst één op de
drie Nederlanders geraakt zal
worden door de slopende ziek
te.
Met het oog op deze verontrus
tende vooruitzichten en op de
verwachting dat voorlopig
geen spectaculaire stijging van
genezingskansen mogelijk is,
zijn de kankerbestrijders in
Nederland en in andere Euro
pese landen met man en
macht bezig het publiek voor
te lichten over de mogelijkhe
den van preventie. Van Kop
pen is ervan overtuigd dat er
heel wat leed kan worden
voorkomen, gelet op het, we
tenschappelijk vastgestelde,
feit dat er bij het ontstaan van
kanker verschillende leef- en
milieufactoren in het spel zijn.
„De kankersterfte zou met
veertig procent omlaag kun
nen worden gebracht als men
sen strikt zouden letten op
hun leefgewoonten. Er is een
direct verband tussen roken
en longkanker en tussen te
veel zonnebaden en huidkan
ker. Verder wordt het ver
band tussen ongezond eten en
kanker steeds duidelijker, een
derde deel van de sterfte heeft
te maken met voedingsge
woonten. We voeren onder
meer de acties 'Zon wijzer' en
'Eet Wijzer', waarin we aanbe
velingen doen voor verbeterd
gedrag. We zeggen onder
meer: rook niet, ga niet te veel
in de zon liggen, eet niet te
vèt, eet gevarieerd en voor
kom overgewicht".
Jeugd
De hoop van de Nederlandse
Kankerbestrijding is vooral
gericht op de jeugd, bij wie
men 'gezond gedrag' verwacht
te kunnen aankweken. Er zijn
onder meer lesprogramma's
opgesteld voor de 10- tot 12-ja-
rigen op de basisschool en de
leerlingen van het voortgezet
onderwijs. Op de basisschool
gaat het er daarbij vooral om
dat kanker 'anders' wordt be
keken. Leerlingen worden ge
confronteerd met stellingen
als: kanker is niet één ziekte,
maar meer dan honderd; kan
ker is geen ziekte van uitslui
tend onze tijd of het welvaren
de deel van de wereld; kanker
is zelden erfelijk en nooit be
smettelijk; iedereen kan zelf
zijn risico bepalen op enkele
veel voorkomende vormen
van kanker.
Afgelopen dinsdag is het ver
volgproject 'Kanker? Voorko
men is beter' verschenen dat
wordt aangeboden aan de leer
lingen van 13 tot 15 jaar in het
voortgezet onderwijs. Het pro
ject is in het algemeen geba
seerd op de eerste zes aanbe
velingen van de zogenoemde
Europese Kankercode: niet ro
ken, matig met alcohol, ver
standig zonnen, voorzichtig
zijn met kankerverwekkende
stoffen, gezond eten en vermij
den van overgewicht. Het is de
bedoeling dat de lessen kennis
aanreiken, maar geen gebie
dende voorschriften geven en
geen gedrag bepalen.
„Die lessen kunnen een bijdra
ge zijn in de ontwikkeling van
een verbeterde leefstijl", zegt
Van Koppen. „Hopelijk veran
deren de jongeren zodanig dat
ze automatisch slechte dingen
weglaten die volwassenen nog
wel doen". Zijn organisatie be
seft dat volwassenen bij de at
titude-verandering van de
jeugd een heel grote rol spelen.
Omgeving
„De steun die de leerling bij
het ontwikkelen van een nieu
we leefstijl ondervindt in zijn
omgeving, bijvoorbeeld van
vrienden, ouders en leerkrach
ten, is van doorslaggevend be
lang. Volwassenen kunnen het
gezonde of ongezonde gedrag
van jongeren sterk beïnvloe
den. Juist daarom is ook voor
lichting aan ouderen van blij
vend belang".
Van Koppen neemt bij dat
laatste een minder rigoureus
standpunt in dan de chirurg
dr. Bos, die volwassenen bij
preventieve kankervoorlich
ting lijkt te hebben afgeschre
ven.
Bos: „Alle campagnes tegen
het roken ten spijt vallen er
nog steeds tienduizend doden
per jaar door longkanker, ter
wijl het verband tussen het
krijgen van longkanker en ro
ken heel duidelijk is bewezen.
Onbegrijpelijk dus. Veel vol
wassenen trekken zich er niets
van aan. Kanker door roken
krijg je pas na twintig jaar, dat
staat te ver van hen af. Als
men nou van roken direct
haaruitval of rimpels zou krij
gen dan zou iedereen natuur
lijk al lang gestopt zijn. Veel
oudere mensen zijn kennelijk
niet meer van hun gewoontes
af te brengen".
Hij verzucht: „Gewone pre
ventie helpt te weinig en daar
om zullen we het begrip pre
ventie anders moeten bekij
ken. We moeten zien te berei
ken dat mensen zodra er
klachten en/of symptomen
zijn zo snel mogelijk naar een
huisarts gaat. Op die manier
wordt het misschien mogelijk
kanker nog vaker in een
vroeg stadium te ontdekken
en dan kan hopelijk worden
bereikt dat meer mensen kun
nen genezen dan tot nu toe het
geval is".
Hoop
Hoewel hij pessimistisch is ge
stemd over directe preventie
ve mogelijkheden wenst de
Deventer kankerspecialist niet
als een zwartkijker over te ko
men Kijkend naar cijfers uit
1988 die uitwijzen dat er vier
honderdduizend rokers min
der zijn dan in het jaar daar
voor zegt hij: „Er is hoop,
vooral ook omdat blijkt dat
heel veel jonge mensen niet
met roken zijn begonnen. Jon
ge mensen zijn nog te verbete
ren Daarom zullen we bij de
voorlichting juist op hen
moeten mikken".
Toch gelooft dr. Bos niet dat
het op korte termijn zal luk
ken het aantal kankerslachtof
fers flink te verminderen. De
doelstelling van de Europese
gemeenschap, die het aantal
kankerslachtoffers in tien jaar
tijd met vijftien procent hoopt
te verminderen acht hij „met
de huidige mogelijkheden van
diagnostiek en behandeling"
niet haalbaar.
Karei van Koppen van de Ne
derlandse Kankerbestrijding
wil optimistischer zijn. „In
landen als Nederland waar al
behoorlijke resulaten worden
bereikt, is vijftien procent mis-
FOTO: DIJKSTRA
schien niet haalbaar, maar in
de Mediterrane landen, waar
de genezingskansen nu lager
liggen, kan de situatie nog
flink worden verbeterd. Daar
ligt mogelijk de kans op het
halen van die vijftien pro-
Als er niets zou veranderen
vielen in geheel Europa in
2000 een miljoen kankerslach
toffers per jaar door kanker,
nu zijn dat er achthonderddui
zend. Nederland neemt er per
jaar dertigduizend voor zijn
rekening. Naar leeftijd uitge
splitst blijkt bijna de helft van
de kankersterfte te gebeuren
tussen de 65 en 79 jaar en bijna
eenderde tussen de 40 en de 64
V erouderingsziekte
Vraag aan Karei van Koppen:
betekent dat niet dat kanker
in hoofdzaak gewoon een ver-
ouderingsziekte is? „Kanker
blijkt inderdaad vooral bij ou
dere mensen voor te komen,
maar dat betekent niet dat een
oudere is gedoemd aan kanker
te sterven. Natuurlijk zullen er
mensen zijn die zeggen dat je
toch ergens aan dood moet
gaan. Ik denk dan: het maakt
wel wat uit of je op een na
tuurlijke manier sterft van ou
derdom of dat je doodgaat aan
kanker. Dat is voor de meeste
mensen toch een ellendige ma
nier van sterven".
„Als je desondanks zegt dat
het allemaal niks uitmaakt en
dat je er in het leven niets
voor wilt laten staan is dat na
tuurlijk je goed recht. Maar als
je conclusie is dat je liever
geen kanker wilt krijgen dan
kun je gebruik maken van
onze adviezen. Wij worden er
voor betaald de oorzaken van
kanker naar boven te halen en
als wij iets weten, waar men
sen op een verantwoorde wijze
wat mee kunnen doen, dan
zullen wij daar voorlichting
over geven. Het risico van
kanker kun je beperken. Dat
is nu al heel duidelijk geble
ken".
Of hij optimistisch is over een
werkelijke verbetering van de
toch nog trieste kankercijfers?
Nuchter: „Als je ziet dat kan
ker voorkomen kan worden
mogen we optimistisch zijn.
Daarom doen we nu ook veel
aan educatie. Jongeren kèn
veel ellende worden bespaard,
mits ze maar het goede voor
beeld krijgen. Wij zeggen te
genwoordig tegen de mensen:
het beste geschenk aan een
kind is een goed voorbeeld."
ARVID VAN DER WOLF
Mr. B.J. Asscher: „Meesters der me
tamorfose". Uitgeverij Balans. Prijs:
ƒ17,50
DEN HAAG Een fa
briek loost giftig afval in
een fiviertje, waardoor
massale vissterfte op
treedt. De directie van de
fabriek krijgt een straf
proces aan haar broek en
wordt tot een hoge boete
veroordeeld.
Dat pikt de directie niet en
dus gaat zij in hoger beroep.
Ook dan blijkt het vonnis
gelijkluidend te zijn. Een
beroep op de Hoge Raad om
het vonnis te vernietigen heeft
evenmin succes, zodat de di
rectie uiteindelijk mokkend
bakzeil haalt. Intussen zijn er
echter vier jaar verstreken.
Dit is nu een typisch voor
beeld van een hoogst onbevre
digende juridische procedure,
vindt de Amsterdamse recht
bankpresident mr. B.J. As
scher „Is het onrecht nu ver
golden?", zo vraagt hij zich af.
„Zullen andere fabrieken nu
wel uitkijken voordat zij het
milieu verontreinigen? En wat
heeft de uiteindelijk veroor
deelde fabriek in de tussenlig
gende periode van vier jaar
met zijn chemisch afval ge
daan0 Geen idee, maar dat zal
misschien later wel blijken als
er huizen op staan".
Mr Asscher staat bekend als
een kleurrijk rechter die niet
bepaald behoort tot de magi
straat die men in doorsnee in
rechtbanken en gerechtshoven
pleegt aan te treffen. Hij houdt
er uitgesproken en soms eigen
zinnige opvattingen over het
Nederlandse rechtssysteem op
na en geeft die in de dagelijkse
praktijk ook vaak gestalte. Tij
dens strafprocessen en kort ge
dingen is hij doorgaans geen
stille toehoorder van de stand
punten der partijen, maar een
actief deelnemer aan het pro
ces, vragend en zoekend naar
achtergronden van gebeurte
nissen en vissend naar moge
lijkheden om, indien gewenst,
een compromis te -bereiken.
Enige maanden geleden be
sloot Asscher een aantal van
zijn ideeën over ons recht op
schrift te stellen. Het resultaat
daarvan is deze week versche
nen in de vorm van een boek
je dat, in tegenstelling tot wat
de mysterieus aandoende titel
(„Meesters der metamorfose")
doet vermoeden, in een zeer
heldere en plezierige stijl is ge
schreven.
Ei van Columbus
Terug naar de fabriek met z'n
giftige afval, één van de vele
voorbeelden waarmee Asscher
zijn boek heeft verluchtigd.
Een onbevredigende zaak, om
dat het juridische steekspel dat
ermee gepaard ging maar
liefst vier jaar in beslag nam.
Kan dat niet anders? Jazeker,
beweert Asscher. en hij komt
met twee oplossingen op de
proppen die beide draaien om
het naar zijn smaak.te weinig
gehanteerde wapen van het
kort geding. Een milieu-orga
nisatie kan vrij snel nadat de
veroorzaker van de vissterfte
is opgespoord een kort geding
tegen de fabrieksdirectie aan
spannen. Daarbij kan geëist
worden dat het bedrijf op
straffe van een dwangsom
wordt veroordeeld tot onmid
dellijke stopzetting van de ver
ontreiniging van het riviertje.
„Dan lijdt het geen twijfel dat
met grote voortvarendheid zal
worden gewerkt aan procedu
res om het afvalwater te reini
gen voordat het wordt geloosd.
En dat is dan een goed en snel
resultaat", aldus mr. Asscher.
Uiteraard is de directie na het
kort geding niet van de gewo
ne strafrechtsprocedure af.
Het geding dient hier slechts
als welkome aanvulling op de
strafprocedure, zo maakt As
scher duidelijk.
De schrijver geeft volmondig
toe dat er ook nadelen aan een
kort geding zijn verbonden:
het kost al gauw enkele dui
zenden guldens en als je het
verliest komt er nog zo'n vijf
tienhonderd of meer gulden
bovenop. Stel nu dat zo'n mi
lieugroepering (of een indivi
duele burger, want iedereen
heeft immers het recht een
kort geding aan te spannen)
geen geld heeft om dit alle
maal te kunnen bekostigen,
wat dan?
Ook hier heeft mr. Asscher
een antwoord op, maar het zal
ongetwijfeld nog heel wat voe
ten in de aarde hebben eer zijn
oplossing in praktijk wordt ge
bracht. Het Ei van Columbus
is volgens hem dat de overheid
zélf, in de persoon van een of
ficier van justitie, de wettelijke
mogelijkheid krijgt namens de
gemeenschap een bedrijf, in
stelling of persoon in een kort
geding voor de rechter te da
gen om onrechtmatige hande
lingen onmiddellijk te doen
ophouden. Niet voor niets
kenschetst Asscher in zijn
boek het openbóar ministerie
als „de hoeder van het alge
meen belang, de handhaver
van het recht, de grootste ac
tiegroep van Nederland".
Asscher noemt overigens nog
een tweede reden waarom of
ficieren van justitie gebruik
zouden moeten gaan maken
van het kort geding teneinde
bepaalde vormen van onrecht
snel en effectief te bestrijden.
„Veel slachtoffers van delicten
en groeperingen die zich hun
belangen aantrekken, zijn zeer
uitdrukkelijk niet bereid in
kort geding met de dader in
het krijt te treden. Zij wensen
zich niet op voet van gelijk
heid met hem te meten. Zij
zijn van oordeel dat het de
taak en de functie van de
overheid is dat te doen", aldus
Asscher. „Ik kan dat stand
punt maar al te goed begrij
pen. Ja, eigenlijk aanvaard ik
het als juist. En dus: overheid,
versta uw taak! Bied uw be
scherming! Doe wat!"
Strengere straffen
In zijn boekje verzet mr. As
scher zich met kracht tegen de
veelgehoorde roep om strenge
re straffen. Dat haalt niets uit,
luidt zijn conclusie. Hij betoogt
dat het beter is effectiever, dus
sneller en meer op de dader
toegespitst, te straffen. Dat
vonnisseri van rechters per ar
rondissement nogal eens ver
schillen wijt Asscher niet aan
de rechters, die immers te al
len tijde onafhankelijk moeten
kunnen oordelen, maar meer
aan dé officieren van justitie
die vaak zeer uiteenlopende
eisen op tafel leggen.
De schrijver pleit dan ook
voor meer overleg binnen het
openbaar ministerie en tevens
voor een grotere bemoeienis
van de politiek (minister van
justitie èn parlement) met het
strafrecht. Asscher: „Als de of
ficier met een strafeis ter zit
ting komt die gebaseerd is op
een in het parlement getoetst
beleid, dan zal de rechter veel
minder dan thans het geval is
de neiging hebben een afwij
kend plaatselijk beleid te gaan
voeren. Hij zou zichzelf dan
min of meer plaatsen buiten
het resultaat van het, ook in
zijn naam gevoerde, parlemen
taire debat".
Eén van de aardige aspecten
van „Meesters der metamorfo
se" is dat Asscher voortdurend
rekening heeft gehouden met
de vragen die naar aanleiding
van zijn beweringen bij de le
zer opkomen. Ook na zijn plei
dooi voor een grotere invloed
van de politiek op het straf
recht geeft hij de verbouwe
reerde lezer onmiddellijk lik
op stuk. En dus staat er: „Maar
maken wij dan van het straf
recht geen politieke zaak? Een
goede vraag, maar het ant
woord luidt ontkennend. We
maken op deze manier slechts
duidelijk dat strafrechtstoepas
sing altijd een politieke zaak is
geweest en ook altijd zal blij
ven".
DICK VAN RIETSCHOTEN
Mr. B. J. Asscher.
FOTO: DIJKSTRA