Oost-Timor is
zijn doden nog
niet vergeten
Succes dreigt champagne de das om
te doen
■ficlcUc Soivtant"
Paus Paulus II brengt donderdag 12 oktober een
bezoek van enkele uren aan Oost-Timor tijdens
een vijfdaagse rondreis door Indonesië. Het Va-
ticaan heeft nooit ingestemd met annexatie
door Indonesië van deze voormalige Portugese
kolonie, maar toch is er- de laatste tijd, vooral in
Portugal, enige twijfel gerezen over de houding
van het Vaticaan. Dat wordt ervan verdacht
vooral de Indonesische katholieken te willen
plezieren. De RK kerk op Oost-Timor is een
van de weinige instanties die openlijk oppositie
kan voeren tegen de inlijvingspolitiek van Indo
nesië en dat dan ook zeer geregeld doet. Onze
verslaggever Paul van der Bijl was onlangs op
Oost-Timor en maakte bijgaande reportage.
DILI - Het verweerde straatnaam
bordje dateert onmiskenbaar uit
vroeger tijden. Een relikwie, dat de
voorbijganger er op wijst dat zich
links de Avenida Bispo Medeiros
bevindt en rechts de Rua Formosa.
Het moderne groenwitte bordje
aan de overkant van de straat geeft
aan dat de tijden veranderd zijn.
De Avenida Bispo Medeiros heet
tegenwoordig Jalan Bispo Medeiros
en rechts bevindt zich niet langer
de Rua Formosa maar Jalan For
mosa.
Dit is Dili. Tegenwoordig de hoofdstad
van de 27e Indonesische provincie Oost-
Timor. Vijftien jaar geleden nog een
badplaats aan dé noordkust van een Por
tugese kolonie, die zich opmaakte voor
onafhankelijkheid.
Timor-timur, of kortweg Timtim, was
sinds de Indonesische invasie op 7 de
cember 1975 verboden gebied voor wes
terse bezoekers. Vertegenwoordigers van
internationale hulporganisaties als het
Rode Kruis, journalisten en onafhanke
lijke waarnemers werden slechts mond
jesmaat en onder begeleiding toegelaten.
Maar sinds 1 januari van dit jaar zijn de
mogelijkheden verruimd. Zelfs westerse
toeristen zijn welkom in de meest zuid
oostelijke provincie van de Indonesische
archipel. Hoewel maar weinig bezoekers
die met de bus vanuit West-Timor Tim
tim binnenrijden zich echt welkom zul
len voelen. Tot vier maal toe wordt halt
gehouden bij politie- en militaire posten,
waar buitenlandse bezoekers zich
moeten laten registreren door moeizaam
Engels sprekende wachtcommandanten,
die alles willen weten.
Bloedige invasie
De voorzichtige opening van de grens
tussen West- en Oost-Timor komt bijna
veertien jaar nadat Indonesische troepen
met veel machtsvertoon diezelfde grens
overstaken, om met een bloedige invasie
bezit te nemen van Oost-Timor.
Het voorspel tot deze dramatische wen
ding in de toch al bloedige geschiedenis
van Oost-Timor begon op 25 april 1974,
toen militairen in de Portugese hoofd
stad Lissabon een einde maakten aan
het bewind van Marcello Caetano. De
nieuwe bevelhebbers kondigden een
spoedige ontmanteling van het Portuge
se koloniale rijk aan. Zo stond ook Oost-
Timor plotseling aan de vooravond van
onafhankelijkheid.
Drie partijen maakten in die dagen aan
spraak op de macht in de kolonie. Ten
eerste Fretilin, het Revolutionaire Front
voor de Onafhankelijkheid van Oost-Ti
mor, een links-nationalistische organisa
tie die volledige onafhankelijkheid en
grootschalige landbouwhervormingen
voorstond. Zijn tegenhangers waren de
UDT. de Democratische Unie Timor, en
Apodeti, een partij die steun kreeg van
Indonesië.
In de maanden daarna leidde het politie
ke machtsvacuüm dat de Portugezen
achterlieten tot een burgeroorlog. Onder
het motto 'de orde te willen herstellen'
en het vermeende anti-democratische en
communistische Fretilin een halt toe te
willen roepen, besloten de Indonesische
machthebber* in december 1975 tot een
grootscheepse invasie. In juli 1976 werd
Oost-Timor officieel geannexeerd.
In de jaren die daarop volgden was
Oost-Timor het decor van een enorme
tragedie. Volgens schattingen lieten ten
minste 100.000 bewoners het leven, on
geveer een zesde van de totale bevol
king. Een deel stierf door oorlogsgeweld,
anderen werden het slachtoffer van ziek-
ZATERDAG 7 OKTOBER 1989
ten en hongersnoden die het land in de
aanhoudende strijd te verduren kreeg.
Amnesty International rapporteerde de
afgelopen jaren over honderden vermis
singen, buitengerechtelijke executies, in
timidatie en beperkingen van persoonlij
ke vrijheden. Na 1977, toen zich in de
gelederen van het Fretilin een splitsing
voordeed, kreeg Indonesië meer controle
over het verzet.
Leefbaar
In het Oost-Timor van vandaag lijkt op
het eerste gezicht het normale dagelijkse
leven weer z'n beloop te hebben geno
men. De hoofdstad Dili ziet er leefbaar
der uit dan andere Indonesische steden
van vergelijkbare omvang en de politie-
en legermacht op straat is minder groot
dan de talrijke controleposten op de weg
naar Dili doen vermoeden. De Golden
Bakery aan de Jalan José Mario Mar-
quez verkoopt zelfs echte Haagse Hop
jes. Aan de Jalan Bispo Medeiros staat
een gloednieuw sportstadion, waar me
nig Nederlandse eredivisieclub trots op
zou zijn.
Even voorbij het imposante gouver
neursgebouw is in een haveloos pandje
zelfs sinds kort een heus toeristenbureau
gevestigd, waar slechts één van de vier
medewerkers behoorlijk Engels spreekt
en het voorlichtingsmateriaal zich be
perkt tot een landkaart aan de muur.
Kortom, Dili lijkt in eerste instantie een
welvarende stad met een meer Indone
sisch dan Portugees karakter. Maar wie
zijn ogen goed de kost geeft ziet, dat
De westelijke sector van het eiland is
wel vrij toegankelijk.
De trip naar het zo'n honderd kilometer
ten zuiden van Dili gelegen Maubisse is
een wonderlijke mengeling van onge
kend mooie vergezichten, idyllische
dorpjes en een grimmige militaire sfeer.
Maar de mannelijke bevolking van het
fraai gelegen Maubisse heeft daar op
marktdagen geen oog voor. Op die da
gen is men geheel in de ban van hanen
gevechten, terwijl de vrouwen hun wa
ren uitstallen op straat. Oudere dorpsbe
woners maken een eerbiedige buiging
voor de westerse bezoekers, terwijl de
jeugd zich voor de ramen van de plaat
selijke eetgelegenheid verdringt om te
zien wat en hoe die blanken eten.
Een wandeling over het kerkhof, op een
heuvel even buiten het dorp, leert echter
dat jaren geleden het dagelijks leven
minder normaal verlopen moet zijn.
Veel graven vermelden jaartallen tussen
1975 en 1978.
Intussen duurt, zoals gezegd, in het afge
legen berggebied de strijd voort. Fretilin
zal nooit in staat zijn de Indonesische
troepen te verdrijven. Maar in veertien
jaar zijn de Indonesiërs er evenmin in
geslaagd de verzetsstrijders te overwin
nen. Een politieke oplossing op korte
termijn lijkt ook al niet waarschijnlijk.
Indonesië heeft Oost-Timor geanne
xeerd. Portugal acht zich nog altijd ver
antwoordelijk voor het gebied. Zowel de
Verenigde Naties als het Europese Parle
ment hebben zich in het verleden in
meerderheid voor een vrij Oost-Timor
uitgesproken. Ook de bisschop van Dili,
mgr. Carlos Belo, heeft herhaaldelijk
verklaard dat de Oosttimorezen geen In
donesische overheersing willen. Zijn vol
gelingen hopen dat paus Johannes Pau
lus II zich bij zijn komende bezoek op
gelijke wijze zal uitlaten.
Indonesië heeft echter enkele belangrijke
bondgenoten in de kwestie. Zo hebben
de Verenigde Staten en Australië de aan
spraak van Indonesië op Oost-Timor er
kend, vooral vanwege economische en
strategische belangen.
De Verenigde Staten nemen het belang
rijkste deel van de wapenleveranties aan
Indonesië voor hun rekening, terwijl Au
stralië samen met Indonesië de omvang
rijke olievelden in de Timorzee gaat ex
ploiteren. De Verenigde Staten vrezen
bovendien, als het Fretilin aan de macht
zou komen, een „Cuba in Azië" aan een
van de belangrijke internationale door-
vaartroutes.
Niettemin zeggen woordvoerders van
Fretilin die naar het buitenland zijn ge
vlucht de hoop op een vrij Oost-Timor
nog niet te hebben opgegeven. Ze verwij
zen daarbij met graagte naar de geschie
denis van Indonesië zelf: In de eerste
maanden van 1949 had Nederland voor
een belangrijk deel de controle over de
opstandelingen in de kolonie herwon
nen, leiders waren gevangen genomen en
slechts in de bergen waren nog verzets-
haarden. Onder sterke internationale
druk, vooral van de zijde van de Vere
nigde Staten, trok Nederland zich echter
terug en in december van dat jaar werd
de Republiek Indonesia een vrij en onaf
hankelijk land.
PAUL VAN DER BIJL
juist daaraan de afgelopen jaren hard is
gewerkt. Na de aanvankelijk militaire
overheersing werkt Indonesië nu ook
aan de overheersing van de Oosttimore-
se cultuur.
Een paar honderd meter voorbij het
oude monument ter nagedachtenis van
de Portugese held Hendrik de Zeevaar
der staat een glimmend standbeeld dat
de integratie van Oost-Timor in de In
donesische republiek tot een heuglijke
gebeurtenis bestempelt. Straat- en Fami
lienamen herinneren nog wel aan Portu
gese tijden, maar het Bahasa Indonesia
is tegenwoordig de officiële taal.
Gevaarlijk
Op school is het verboden om Tetum te
spreken, het oude Portugese dialect van
Oost-Timor, zo vertelt de 17rjarige scho
lier Fabiao, die op straat voorzichtig een
praatje met mij aanknoopt. Zo veel gele
genheid om zijn Engels te oefenen is er
niet voor hem, want in het Engels dat
zijn leraar spreekt heeft hij weinig ver
trouwen.
Op de vraag wat hij van de huidige poli
tieke situatie in Oost-Timor vindt komt
een verlegen gjimlachje als antwoord.
Hij kijkt zijn vriend aan en zegt: „Het is
moeilijk om daar over te praten. Het
kan gevaarlijk zijn voor ons. Er is hier
nog altijd, hoe noem je dat, intimida
tie". Even later wil hij wel kwijt dat vol
gens hem de overgrote meerderheid van
de Oosttimorezen niets van de Indonesi
sche overheersing moet hebben. „Bijna
Links: De
begraafplaats van
Maubisse, even
buiten het dorp.
Rechts: Op
marktdagen hebben
de mannen vooral
oog voor de
hanengevechten.
FOTO'S: PAUL VAN
DER BIJL
iedereen is wel een familielid kwijt ge
raakt, de mensen vergeten dat niet".
Hij koestert bewondering voor de ver
zetsstrijders van Fietilin, die in de ber
gen in het oosten van Timor nog altijd
een guerrilla-oorlog voeren tegen het In
donesische leger. Zelf ziet hij het overi
gens niet zitten om bij het verzet te
gaan. Na zijn eindexamen hoopt hij
door bemiddeling van het Rode Kruis
verder te kunnen studeren in Portugal.
„Kijk uit met wie u praat", geeft hij bij
het afscheid nog als advies mee. Hij
blijkt een van de weinige Oosttimorezen
te zijn die wat willen zeggen over de hui
dige situatie in hun land. De meesten
voelen zich in verlegenheid gebracht als
het onderwerp wordt aangesneden en ge
ven zeer omzichtig antwoord, waar
doorgaans wel uit blijkt dat de talrijke
doden nog niet vergeten zijn.
Bezoek van paus
Ondanks alle pogingen van de Indonesi
sche regering om Timtim gewoon één
van de 27 provincies te laten zijn, blijft
Oost-Timbr nog altijd een buitenbeentje
in de archipel. Reizen is aan beperkin
gen gebonden. Een trip naar de plaatsen
Bancau en Los Palos in .het oostelijk ge
deelte is tijdelijk niet mogelijk, zo vertelt
een politiebeambte op het hoofdbureau
van Dili. Normaal gesproken is reizen
daar onder begeleiding van een gids wel
mogelijk, maar in verband met de komst
van Paus Johannes Paulus II zijn er ex
tra veiligheidsmaatregelen van kracht.
In het voorjaar, wanneer het gistende druivesap wordt gebotteld, kan worden geproefd of de i
voor het certificaat van de allerhoogste Grand Cru.
oogst in aanmerking komt
FOTO: CHARLES BELS
EPERNAY - Voor de druiven
plukkers in de Champagne-streek
zijn de oogstfeesten van 1989 al
weer een goede herinnering. Met
een goed gevulde beurs zijn ze
huiswaarts gegaan. Drie weken
eerder dan gebruikelijk is Frank-
rijks noordelijkste en meest am
bachtelijke wijngaard geknipt.
De kwaliteit van de druiven heeft langs
de flanken van de Montagne de Reims
voor een euforische stemming gezorgd.
„De hoop op een groot champagnejaar is
gerechtvaardigd", bevestigt Michel Ville-
dey, directeur van het exclusieve huis
Bollinger in Ay, bij Epernay.
Sprankelen in de champagne van 1989
straks de 'bubbels van de eeuw', zoals
een krant op zijn voorpagina beloofde?
Iedereen hoopt van wel, maar toch
wordt er een slag om de arm gehouden.
Champagne blijft een zeer bewerkelijke
mengwijn. Absolute topkwaliteit is van
vele factoren afhankelijk. Pas volgend
voorjaar, wanneer het gistende druive
sap wordt gebotteld, kan worden ge
proefd of de nu bejubelde oogst inder
daad in aanmerking komt voor het certi
ficaat van de allerhoogste Grand Cru.
Moeder Natuur moet dit jaar een oogje
op de champagneboeren hebben gehad.
Een zachte winter gaf de jonge scheuten
flink gezwollen knoppen. Het zonnige
vooijaar zorgde voor een prachtige bloe
sem en de warme, droge zomer maakte
daar uiteindelijk sappige druiventrossen
van. Het zou allemaal perfect zijn ge
weest als die gemene vrieskou in april er
niet was geweest. Een kwart van de win
gerds werd erdoor vernietigd. De ijzige
gril werd echter ruimschoots goedge
maakt met een voor de koele Champag
ne-streek ongekende zonneschijn. Pre
cies op 4e goede momenten waren er de
gewenste buitjes. Misschien dat het sui
kergehalte een ietsje te hoog is, maar een
beetje champagneboer zal het gewenste
evenwicht zonder problemen kunnen
herstellen.
De schrik sloeg een van d^ wijnboeren
nog even om het hart toen 35 vaste
plukkers zonder bericht wegbleven. Bij
na op straat moest hij vervangers rekru
teren, ook als sommigen maar een paar
uur tijd hadden. Met de Beaujolais is de
Champagne een van de laatste wijnge
bieden waar nog, ouderwets, met de
hand wordt geplukt. En elke hand telt,
want de aan strenge voorschriften ge
bonden champagne-oogst moet binnen
een vastgestelde tijd binnen zijn. Naar
verluidt zou een offensief van de Franse
regering tegen zwartwerkers alsook een
nieuwe bijstandsuitkering de animo
voor het plukken wat hebben vermin
derd. Studenten die als plukkers of man
dendragers altijd voor een extra zakcen
tje werkten hebben de wijnboeren dit
jaar evenmin gezien.
Krijt
De typische krijtbodem in de streek, het
'micro-klimaat', drie bestendige druiven-
rassen en het vakmanschap van de boe
ren hebben de champagne misschien wel
tot meest prestigieuze drank op aarde ge
maakt. De bubbel wijn die door de bene-
dictijnse monnik Dom Perignon in een
aardse bui werd gecreëerd geniet een
buitengewone status, niet in de laatste
plaats omdat pausen en koningen het
drankje wel lekker vonden.
Anno 1989 voelt de consument zich
kennelijk weer koning, gezien de ver
wachte recordverkoop van 255 miljoen
flessen. Negen procent meer dan vorige
jaar, toen de stijging van een zelfde orde
van grootte was. Ongeveer twee derde
van de flessen zullen de Fransen zelf in
slaan; de rest wordt geëxporteerd naar
vooral Groot-Brittannië (bijna 21 mil
joen flessen), de Verenigde Staten (14
miljoen), Duitsland (12 miljoen) en
Zwitserland en Italië (elk 8 miljoen). Ne
derland staat na België (5 miljoen) op de
zevende plaats met een import van an
derhalf miljoen flessen in 1988.
Allemaal klinkende cijfers, maar para
doxaal genoeg dreigt juist het knallende
succes de champagne-economie op den
duur te ondermijnen. De grote champag
nehuizen hikken er al langer tegenaan:
de vraag groeit jaarlijks met zo'» tien
procent, maar de grondstof blijft, be
perkt. De grenzen van het areaal zijn na
genoeg bereikt. Uitbreiding van hét-ge-
bied is onmogelijk.
De vraag heeft de jaarlijkse product ie
inmiddels met zo'n dertig miljben fles
sen overtroffen. Om zich op betrekkelijk
nieuwe en aantrekkelijke markten als Ja
pan en Nederland te kunnen handhaven
hebben de diverse 'maisons' al behoor
lijk uit hun reserve moeten putten. „Wij
balanceren op de rand van de afgrond",
zegt Axel du Reau, de stijlvolle marke
tingman van het CIVC, het comité dat
de kwaliteit van de champagne moet be
waken.
Hoge prijs
Die afgrond zou weieens een te hoge
prijs van het produkt kunnen zijn. „We
weten niet waar de consument de drem
pel zal leggen. Met name in Nederland
voorzie ik op den duur problemen. De
consumenten weten er over het alge
meen nog te weinig van champagne en
letten daarom eerder op de prijs dan dat
ze kwaliteit zoeken. Maar wij willen de
export spreiden om niet afhankelijk te
zijn van een paar buitengewone klanten
als Engeland of Amerika. Door het nij
pende tekort aan champagnedruiven kan
het niet anders dan dat de prijzen om
hoog gaan. Misschien wel met vijftien
procent. De vraag is of bijvoorbeeld de
Nederlandse consument dat zal accepte
ren. Misschien kiest hij wel voor een
goedkopere mousserende wijn". Bij het
uitspreken van de laatste zin lijkt de
marketingman bijna een vies gezicht te
trekken. Zelf zegt hij uitsluitend cham
pagne te drinken, „of water".
BOB VAN HUËT