„Den Haag heeft
hardere duw
nodig dan elders"
Anita Meyer
komt niet los
„Ik denk dat het binnen een
maand met die ton gedaan is
£eidóe@oma*it
Beethoven-concert subliem vertolkt
HANS CROISET (NATIONAAL TONEEL):
Slappe Ayckbourn
ondanks steracteurs
Opmerkelijke details in
„Wie was je opa's opa?"
KUNST
ZATERDAG 7 OKTOBER 1989 PAGINA 21
ding vi
van Beethoven en Brahms. Soliste de violiste Kyung-Wha
Chung. Dr. Anton Philipszaal, Den Haag. Herhaling: vanavond.
„Het Beethoven-concert is het moeilijkste van alle vi
oolconcerten" meent Herman Krebbers die in zijn gou
den jaren het opus 61 tientallen malen uitvoerde. „De
moeilijkheid is niet alleen de lengte van het werk, het
probleem is in feite een mysterie". Het concert werd
gisteravond gespeeld door de Koreaanse violiste Ky-
ung-Wha Chung samen met het Residentie Orkest dat
werd geleid door Aldo Ceccato. Vorige maand vertolk
te de fenomenale violiste in Rotterdam Mozarts eerste
vioolconcert. Die schitterende prestatie overtrof zij gis
teravond met haar Beethoven-weergave. Zij staat tech
nisch zo ver boven de materie -afgezien van enkele
kleine oneffenheden - dat zij maximaal toekomt aan
de inhoud, aan de geest. Haar spel, met name in het
Larghetto, laat zich nauwelijks in woorden weergeven.
Perfectie valt niet te verbeteren en laat zich ook niet
omschrijven. Na het enthousiaste applaus door publiek
en orkest volgde Beethovens Romance in d, een even
charmante als welluidende toegift. De Italiaanse diri
gent Aldo Ceccato (55) zal in de tweede helft van deze
maand het Residentie Orkest leiden tijdens een twaalf
daagse toernee door Oostenrijk, Zwitserland, Frankrijk
en Luxemburg. Op het programma staat onder meer
de vierde symfonie van Brahms, het werk dat ook gis
teravond in de Dr. Anton Philipszaal werd uitgevoerd.
Ceccato heeft in het vorige seizoen na een korte voor
bereiding met het Residentie Orkest Dvorak en Beet
hoven vertolkt. De goede indruk die hij toen wekte be
vestigde hij met Brahms. Hij werkt al jaren in Duits
land en daar heeft hij zich het oeuvre van Brahms ei
gen kunnen maken. De symfonie staat ook vanavond
en dinsdagavond op het programma, dan zullen diri
gent en orkest aan de spanningsvolle weergave zeker
ook verfijning hebben toegevoegd.
ADRIAAN HAGER
Informatieve serie over
tweede wereldoorlog
HILVERSUM De NOS-te-
levisie brengt vanaf 14 decem
ber de serie „De Bezetting" op
het scherm. Het gaat om een
informatieve reeks over de
tweede wereldoorlog, die werd
samengesteld door dr. L. de
Jong en is gebaseerd op een
serie die in de jaren zestig
werd uitgezonden. Dr. L. de
Jong zal de programma's niet
zelf presenteren. Hij heeft eni
ge maanden geleden namelijk
een lichte hersenbloeding ge
had. In zijn plaats komt Pier
Tania. Dr. De Jong is en blijft
echter verantwoordelijk voor
de inhoud en de samenstelling
van de programma's.
Zinsbegoochelingen bij orgelmuziek Tournemire
Tournemire herdenking: Bernard Bartelink
en Ton van Eek spelen orgelwerken van
Tournemire, St. Jacobuskerk. Gisteren.
Je laten meevoeren naar het land van
de fantasieën op de golven van ge
heimzinnige orgelmuziek. Dat is wat
een groot deel van het publiek giste
ren moet hebben ervaren in de St. Ja
cobuskerk tijdens een herdenkings
concert, georganiseerd ter gelegenheid
van de vijftigste sterfdag van Franse
componist Charles Tournemire.
In het begin van deze eeuw bogen
veel Franse componisten zich over de
vraag: hoe nu verder? Sommigen lie
ten zich inspireren door Debussy en
Ravel, anderen volgden nauwgezet de
nieuwe ontwikkelingen in Oostenrijk.
Maar de organisten onder de compo
nisten, zoals Tournemire, zetten
meestal de traditie voort van de Fran
se orgelromantiek. Franck was hun
grote voorbeeld, ook voor Tournemi
re. Het uitgevoerde, vroege werk
„Pièce Symphonique" lijkt wat de stijl
betreft sprekend op de stukken van
Franck. Later verkende Tournemire
nieuwe wegen en belandde uiteinde
lijk bij de mystiek. In de ban van de
mysterieuze kracht van zowel de Ka
tholieke kerk als het repertoire van
Gregoriaanse melodieën componeerde
hij zijn „L'Orgue Mystique". „In Festo
Pentecostes" en „Dominica VI post
Pentecosten", twee delen uit deze cy
clus, werden gisteren uitgevoerd door,
respectievelijk, Bernard Bartelink en
Ton van Eek. Beide organisten speel
den met veel inzet en hadden goed in
de gaten dat de sfeer van deze muziek
de prioriteit verdient. Om het mystie
ke en symbolische karakter van de
stukken kracht bij te zetten werden
gelijktijdig dia's vertoond van prenten
van de Engelse kunstenaar Tom Wal
ker. Wel leuk, zo'n experiment, maar
het nam veel van het voorstellings
vermogen weg. Deze muziek is op
zichzelf al hallucinatie verwekkend,
daar hoeven geen extra beelden bij.
Bernard Bartelink besloot het concert
met een improvisatie op het Te Deum.
Alle registers gingen open, niet alleen
die van het orgel, maar vooral die van
de kitsch.
ARTHUR VAN DER DRIFT
(Vervolg van de voorpagina)
DEN HAAG - Wanneer
Den Haag op donderdag
12 oktober massaal uit
stroomt om in de Konink
lijke Schouwburg de jong
ste voorstelling ,,De vol
gende" van Freek de Jon
ge te zien, dan moet dat
publiek voor lief nemen,
dat het Nationale Toneel
voor de pauze een uitvoe
ring geeft van „De tijd en
het vertrek" van Botho
Strauss. Want zo is in Den
Haag de stand van zaken.
Tot teleurstelling van zo
wel regisseur Hans Croiset
als van De Jonge.
Croiset: „In de geschiedenis is
het een nieuw toneelgezel
schap nooit meteen gelukt vol
le zalen te trekken. Het be
staan ervan is nog niet'duide
lijk, dat heeft een ingroeitijd
nodig. Maar het gaat mij nu
echt te lang duren, ik word
ongeduldig. Den Haag heeft
kennelijk een hardere duw
nodig dan elders. Daarom
kwam het goed uit dat Freek
de Jonge en ik een tijd gele
den met elkaar in gesprek
raakten en we het plan opvat
ten om samen iets te gaan
doen; niet toevallig. Wat
Freek doet, doet denken aan
het werk van Botho Strauss.
Ik denk dat het publiek dat
Freek de Jonge trekt, ook
onze voorstellingen wil zien.
Alleen weten ze dat nog niet.
Vandaar dit plan".
Freek de Jonge is het daar
mee eens. „Ik.zie wel overeen
komsten en ik herken mezelf
in Strauss, de luchtigheid, de
speelwijze. En ik weet hoe
Speaker
Freek de Jonge (I) en Hans Croiset (r) gaan samen proberen het f
het Nationaal Toneel te krijgen.
Ook tijdens een diep serieuze
toelichting op het samenwer
kingsverband, al is die eenma
lig, moet De Jonge zijn kwali
teiten als acteur kwijt, op zijn
manier: „Nu voel ik mij weer
de nieuwe speaker van het
Nationale Toneel, die door de
UEFA is geschorst", verwij
zend naar de straf die de voet
balclub Ajax is opgelegd, mede
door Freeks toedoen, toen hij
in de pauze van Ajax-Austria
Wien luidkeels de heer Wald-
heim opriep de heer Wiesent-
hal te bellen.
Maar Freek de Jonge ziet het
verband niet. „Ik vind het be
lachelijk en logisch", zei hij.
„Ik was blij toen de volgende
dag geen vliegtuig op Amster
dam neerstortte", bang daar
ook nog de schuld van te krij
gen. Maar speaker of niet, De
Jonge kent de wanhoop van
"acteurs, wanneer op de ene
plaats een gezelschap volle za
len trekt en vijftien kilometer
geen hond komt opdagen.
„Hoe lossen we dit op", vroeg
hij zich af. „Als het Nationale
Toneel in Amsterdam wel be
langstelling ondervindt, hoe
slaan we dan een brug over
die zeventig kilometer? Wie
mij leuk vindt, vindt Botho
graag naar Freek de Jonge wil
komen kijken, wil iedereen
wel geloven. Maar daarna, na
die eenmalige actie? Freek de
Jonge wil zich niet vergelij
ken, om in voetbalsfeer te blij
ven, met Johan Cruyff, die het
Zuiderparkstadion van FC
Den Haag volkrijgt als hij na
de rust drie kwartier komt to
nen wat hij allemaal nog kan.
Hij denkt na. „Voetbal is geen
toneel", zegt De Jonge, die het
Strauss ook leuk en uit deze daarmee sterk opneemt voor
samenwerking moet iets moois
kunnen groeien. Wanneer na
twaalf oktober het publiek nog
steeds weg blijft, nou, dan
weet ik ook niet meer waar
het aan ligt".
Dat een groot Haags publiek
kwaliteiten van Botho
Strauss. In „De tijd en het ver
trek" - nog te zien in de perio
de tot en met 31 oktober - pro
beren negen personen elkaar
vruchteloos te bereiken en
enigszins in de stijl van De
Jonge moet de toeschouwer
maar zien wat hij doet met los
se opmerkingen, woordspelin
gen, toenaderingspogingen. Er
is verband tussen het een en
ander, maar de toeschouwer
moet die zelf leggen. Freek de
Jonge doet dat ongeveer ook
zo, vandaar dat hij zich in
Strauss herkent. Even leuk?
Tot dusver vindt het Haagse
publiek, ongezien, van niet.
Twaalf oktober hopen Freek
de Jonge en het Nationale to
neel Den Haag ervan te over
tuigen dat beider praktijken
niet zover uit elkaar liggen.
Lukt dat niet, dan weet De
Jonge het ook niet meer. Alsof
hij uit een vorige voorstelling
citeert.
FRITS BROMBERG
Het zat Anita Meyer niet mee
gisteravond. Eerst een half uur
vertraging vanwege een in de
nok hangende camera die niet
aan de verwachtingen vol
deed, vervolgens problemen
met een slecht functionerend
geluid. En dan mogen kosten
noch moeite zijn gespaard voor
een lichtshow, een dansgroep
en een swingend orkest plus
achtergrondkoor, het blijft
knudde.
Anita Meyer heeft het geluk
dat ze inmiddels een trouw pu
bliek heeft opgebouwd, dat al
bereid is olé te roepen nog
voordat de eerste noot heeft
geklonken. En dat dus ook ge
noegen neemt met een zange
res die met geen mogelijkheid
is te verstaan, ten onder gaat
in een als een computer klin
kend orkest. Nou was dat in
het begin nog geen ramp, want
het romantische repertoire dat
mevrouw Meyer brengt kan
nauwelijks lijden onder een
dergelijk aanpak. Erger wordt
het als in swingende nummers
van Stevie Wonder geen noot
te horen valt. Gelukkig trad in
de reeks nummers van zijn
hand de verbetering in.
Het visuele en muzikale ge
weld waarmee Anita Meyer
gisteren trachtte het publiek
voor zich te winnen, heeft als
nadeel dat haar eigen tekort
komingen des te duidelijker
naar voren komen. Zoals haar
op zijn gunstigst gezegd nogal
oubollige repertoire, haar koe
le uitstraling en haar stem, die
bij de hogere noten steevast
wordt teruggedraaid tot fluis-
terniveau. Bij Anita Meyer zit
je eigenlijk steeds te wachten
tot ze eens werkelijk loskomt,
„uit haar bol gaat". Tever
geefs. Kansen waren er giste
ren genoeg, zoals in „Don't
you worry about a thing", van
Stevie Wonder, dat echter ook
al uitging als een nachtkaars.
De echte vonk moest gisteren
komen van de gasten, zoals
Margriet Eshuys en René Fro-
ger en het fanfarekorps Excel
sior, dat „When the Parade
passes by" mocht opluisteren.
En van het achtergrondkoor,
met daarin Julia Loko en Jody
Pijper, dat even op de voor
grond mocht komen en pijn
lijk duidelijk maakte dat het
echte talent in Nederland over
het algemeen wordt gebruikt
ter versiering.
KOOS VAN WEES
Het Nationale Toneel: „Tussen ons"
van Alan Ayckbourn. Vertaling en
regie: Shireen Strooker. Met Peter
Tuinman, Will van Kralingen, Marie-
Louise Stheins, Han Römer, Anne-
Marie Heyligers. Koninklijke
Schouwburg. Gisteravond. Herhalin
gen daar t/m 9 februari, en toernee.
De Britse schrijver Alan
Ayckbourn staat bekend om
zijn komedies met maatschap
pelijke relevantie. Ook „Tus
sen ons" heet zo'n stuk te zijn.
De opzet is simpel, de afloop
niet verrassend.
De elementen van „Tussen
ons" zijn voor de hand liggend.
Schoonmoeder woont in bij
Vera en Guus Corver. Guus
leeft nogal teruggetrokken in
zijn hobbygarage. De Corvers
krijgen bezoek van het echt
paar Alders, dat geïnteresseerd
lijkt in Vera's autootje. Een
soort vriendschap tussen beide
echtparen ontstaat.
Wie wel eens naar toneel gaat,
(ADVERTENTIE)
TONEEL
Tussen ons
van Alan Ayckbourn
Regie: Shireen Strooker
Met Anne-Marie Heyligers,
Will van Kralingen,
Han Römer,
Marie Louise Stheins,
Peter Tuinman
9. io. 2i, 22, 23, 25 oktober
Telefoon 070-469450
of in die literatuur snuffelt,
proeft het drama. Dat schoon
moeders in huis problemen op
leveren, is een groot cliché.
Zo'n klussende man kennen
wij uit „De klusjesman". Het
verschijnsel iets voor jezelf
hebben in een relatie, of dat
nu een auto of een kamer is,
levert ook voldoende stof op.
In „Tussen ons" wil het maar
geen pakkend stuk of een aar
dige komedie opleveren. Dat
ligt niet aan de vertaling of re
gie van mevrouw Strooker,
noch aan het acteren. Tuin
man maakt met gemak van
Guus een simpele klussende
teddybeer, Stheins is een felle,
cynische Joyce Alders, Römer
doet het niet slecht als zielig
mannetje en Will van Kralin
gen is fletser dan ooit als de
pressieve Vera.
Ayckbourn is er eenvoudig
niet in geslaagd met „Tussen
ons" iets meer te schrijven dan
wat doffe ellende. Dankzij zijn
routine staan er wat aardige
dialogen in, maar het stuk
blijft slappe hap. Moeizaam
sleept het kwintet acteurs zich
een kleine negen kwartier
voort. Het publiek kan zich in
tussen herinneren, in welke
rollen Römer, Tuinman,
Stheins en Van Kralingen
hebben geschitterd.
PETER SNEL
Grote belangstelling
voor Akropolis-museum
ATHENE Ruim 1200 archi
tecten uit de hele wereld heb
ben in het kader van een in
ternationale prijsvraag plan
nen ingezonden voor de bouw
van een groot museum bij de
Akropolis in Athene. De selec
tie van de plannen zal geruime
tijd vergen en in oktober vol
gend jaar hoopt men het win
nende ontwerp bekend te kun
nen maken. Met de bouw van
het museum, dat een vloerop
pervlak krijgt van 15.000 vier
kante meter, zal een bedrag
gemoeid zijn van zeker 60 mil
joen gulden.
WINNAAR 3M-MUZIEKPRUS TON KOOPMAN:
AMSTERDAM Misschien
dat hij er een. lang gekoesterde
wens nog eens een film over
het leven van Georg Friedrich
Handel te maken mee kan re
aliseren. Met in de hoofdrol
Woody Allen als de Handel bij
wie alles misgaat. Waarschijn
lijker is echter dat Ton Koop
man, winnaar van de 3M-mu-
ziekprijs, de honderdduizend
gulden die daaraan is verbon
den besteedt aan de aankoop
van een clavecimbel, microfi-
che-apparatuur (verkrijgbaar
bij 3M) of gewoon een groot
aantal boeken op het gebied
van de muziekwetenschap.
„Het is nu toch al zo dat ik va
ker thuiskom met oude boe
ken en handschriften dan met
een honorarium", grapte hij
gisteren nadat hij in de chique
omgeving van het Okurahotel
de prijs in ontvangst mocht
nemen.
Koopman, volgens de jury van
de prijs „musicoloog, project
ontwikkelaar, auteur en peda
goog, organist en dirigent,
maar bovenal clavecinist",
werd gistermiddag ondanks
eerdere vermoedens een beetje
overvallen door de prijs. Frans
de Ruiter, zijn werkgever als
directeur van het Koninklijk
Conservatorium in Den Haag,
had hem verteld dat er een ge
sprek moest komen met een
sponsor van het conservatori
um. En dus toog Koopman,
wiens Amsterdam Baroque
Orchestra steeds op uitsteken
de recensies, maar vaak op
minder uitstekend bezette za
len kan rekenen, welgemoed
per trein van Amsterdam naar
Den Haag, om daar dat ge
sprek te voeren. Daar kreeg
hij te horen dat het was ver
plaatst naar Amsterdam, en
toen vervolgens de naam Öku-
ra viel, begon het hem te da
gen. En werd hem ook duide
lijk waarom er de laatste tijd
allerlei dingen uit zijn per
soonlijk archief waren ver
dwenen, zoals foto's van een
Koopman zonder karakteris
tieke baard, en bepaalde unie
ke opnamen. De jury moest
het juryrapport tenslotte toch
enigszins kunnen verluchti
gen.
Derde
Koopman werd gisteren de
derde laureaat van de 3M-mu-
ziekprijs, na Henk Guittart
van het Schönberg-Ensemble
en Theo Loevendie. Opnieuw
werd daarmee een winnaar
gekozen die voor het grote pu
bliek relatief onbekend is.
Koopman voldeed volgens de
jury aan de criteria die werden
ingevoerd bij de instelling van
de prijs, en die een groot aan
tal welbekende musici al bij
voorbaat uitsluit: het zich on
derscheiden door bijzondere
n*uc
U i» UHUU
*-100.000,-
Wie was je opa's opa, opa? Docu
mentaire-serie. VPRO-televisie. Ne
derland 2 om 09.50 uur. Zondag.
prestaties, met werk van hoge
kwaliteit, met doorzettingsver
mogen, en vernieuwend. An
dere trefwoorden: inventivi
teit, creativiteit, onbaatzuch
tigheid, volharding en perfec
tionisme. Woorden die deels
ook van toepassing zijn op de
Minnesota Mining and Manu
facturing Company (3M), zoals
divisiedirecteur E.J. van Beur
ten gisteren fijntjes opmerkte.
De 44-jarige clavecinist lijkt in
alle opzichten aan de door de
jury geeiste criteria te voldoen.
Koopman is een bezetene, een
voortrekker van de oude-mu-
ziekbeweging, die muziekwe
tenschap zowel doceert als be
oefent, die „als een twintig^te-
eeuwer in hart en nieren de
gegevens uit de barok en de
pré-klassieke periode met een
actuele spiritualiteit, grote vir
tuositeit en levendigheid inte
greert", aldus het juryrapport.
Hetgeen tijdens de prijsuitrei
king wel enkele mensen deed
gokken, nog voordat Koop-
mans naam bekend werd ge
maakt, dat de prijs naar Frans
Brtlggen zou gaan.
Koopman musiceerde in en
leidde Musica Antiqua Am
sterdam en het Amsterdams
Baroque Orchestra (groten
deels bestaande uit Britten;
een barokorkest van alleen
Nederlanders kan volgens
hem niet), was een van de eer
ste voorvechters van de au
thentieke aanpak, en haalde in
zijn niet aflatende zucht daar
naar tal van oude handschrif
ten en partituren uit de verge
telheid. „Twintig uur per dag
is hij bezig met die praktijken,
wat ons in staai stelt in het
laatste kwart van deze eeuw
eindelijk contact te krijgen
met de muziekgeschiedenis
van de zestiende tot de negen
tiende eeuw", aldus nogmaals
de jury.
„Bach heeft voor het clave
cimbel geschreven, en niet
voor de piano. Als iemand nu
op een piano Bach wil spelen
moet hij dat maar doen, maar
voor mij kan dat niet", zei
Koopman enkele maanden ge
leden in een interview met
onze krant. Die opvatting is nu
beloond.
Grootste
Koopman wist gisteren dus
nog niet wat hij met de hon
derdduizend gulden, de groot
ste prijs op cultureel gebied in
Nederland, zou doen. Winnaar
van vorig jaar Theo Loeven
die, die als echte Hollander
vertelde het geld nog nauwe
lijks te hebben aangeraakt,
raadde hem aan vooral niet de
loodgieter ervan te betalen:
„Ik ben nog nooit zo in finan
ciële moeilijkheden geraakt als
toen ik de prijs won", aldus
Loevendie.
De clavecinist-dirigent zelf liet
achtereenvolgens weten zijn
nu al negen jaar geleende cla
vecimbel, microfiche-appara-
tuur voor het kopiëren en op
slaan van oude handschriften,
en materiaal voor zijn orkest
te wilen aanschaffen, „zonder
dat daar de biefstuk onder
lijdt". Om vervolgens verder
te filosoferen: „Met de prijs
moet je denk ik dingen doen
die je normaal niet doet. Ik
ben bijvoorbeeld geïnteres
seerd in de oude vingerzetting,
op dat gebied zou ik materiaal
willen aanschaffen. En voor
mijn studenten zou ik dingen
ter beschikking willen stellen.
Ik lees zeven internationale
tijdschriften, die wil ik nu wel
eens in complete series heb
ben. Ik streef naar een basis-
decor voor barokppera's, dat je
in de Amsterdamse Stads
schouwburg zou kunnen ge
bruiken, maar waarmee je ook
op reis kunt. Ik zou ook wel
eens in 17e en 18e-eeuwse
Franse kameropera's willen
duiken. Kortom, ik denk dat
het binnen een maand met die
ton gedaan is".
KOOS VAN WEES
HILVERSUM In zekere zin
valt de nieuwe docudrama-se
rie van de VPRO „Wie was je
opa's opa, opa?" tegen. Het is
een verslag geworden van de
25-jarige actrice Lot Lohr -
die het overigens prima
doet - op zoek naar de ge
schiedenis van het Nederland
se kind in de zeventiende
eeuw. Van dat kind of die tijd
wordt echter weinig tot niets
getoond. Dat de twaalf uitzen
dingen toch zeer de moeite
waard zijn bekeken te worden,
is te danken aan de vele op
merkelijke details, die soms als
terloops de kijker wordt gebo
den.
De serie begint morgen met
„Jan", een boerenzoon die in
1620 in Het Bildt werd gebo
ren. In deze eerste aflevering
wordt de basis gelegd voor alle
overige delen, met het onder
zoekende meisje Lot en haar
grootvader (Theo Joekes) in de
hoofdrollen.
Theo Joekes speelt zijn groot
vaderlijke rol uitstekend; hij is_
de oudere die zijn kleindochter
wat knorrig corrigeert. De kij
ker komt te weten, dat de
landbouwprodukten in 1620
niet zo veel verschilden van
die van deze tijd, dat de boer
derij van toen even groot was
als de huidige moderne en dat
Jan exact hetzelfde uitzicht
over de bepootte landerijen
had als Lot nu.
Maar hoe zag Jan eruit, hoe
was zijn kleding en wat lag er
op zijn bordje? Op die vragen
moet toch gemakkelijk te ant
woorden zijn, want er is niet
alleen een grafheuvel met uit
stekend geconserveerde licha
men, er is ook een dagboek.
Maar dat is bedriegelijk. „Als
jij een dagboek schrijft, komt
er dan in wat je elke dag eet,
of beschrijf je wat voor bijzon
ders je kreeg, op die éne heu
gelijke dag?" wordt Lot ge
vraagd. En daar heb je het
nou. De gewone dingen zijn
moeilijk tot niet te achterha
len; wel de uitzonderlijkheden
en dat maakt geschiedschrij
ving nu zo moeilijk.
Dat gaat op voor eetgewoon
ten, voor kleding en dat soort
normale zaken, zoals ook blijkt
uit de tweede uitzending zon
dag over veertien dagen. Die
neemt de kijker mee naar Den
Haag en Voorburg, waar Su-
zanna heeft geleefd, als onbe
kende dochter van een be
roemde vader, Huygens. En
om de geschiedschrijving nog
moeilijker te maken: voelt de
hedendaagse vrouw zich bij de
man ten achter gesteld. In de
zeventiende eeuw had ze hele
maal geen klap te vertellen en
was ze er voornamelijk voor
het huishoudelijk werk en op
z'n best voor het mooi, als ze
werd uitgehuwelijkt aan een
aanzienlijk persoon. Dan
moest ze enigszins mee kun
nen praten, luit kunnen spelen
en kinderen krijgen. Maar
veel aandacht werd verder
niet aan haar besteed. Suzanna
moet een intelligent, wat wijs
neuzig kind zijn geweest dat
zich niet inliet met de mindere
stand, die bovendien bang
voor haar scherpe tong was.
Over de geboorte gaat die
tweede aflevering voor een
groot deel. Getoond wordt hoe
de zeventiende eeuwse zuige
ling, voor zover het voortleef
de, van kop tot teen werd in
gepakt; het hoofd om flaporen
te voorkomen, de arfnpjes en
beentjes om het recht van lijf
en leden te krijgen.
Maar dat kind komt niet tot
leven in deze documentaire-
serie, die steeds eindigt met de
opmerking: „Had ik maar een
tijdmachine". Maar die is er
niet en daarom zullen we ons
nooit echt een beeld van het
kind uit de zeventiende eeuw -
en verder terug - kunnen ma-
FRITS BROMBERG