„Den Haag heeft hardere duw nodig dan elders" Anita Meyer komt niet los „Ik denk dat het binnen een maand met die ton gedaan is £eidóe@oma*it Beethoven-concert subliem vertolkt HANS CROISET (NATIONAAL TONEEL): Slappe Ayckbourn ondanks steracteurs Opmerkelijke details in „Wie was je opa's opa?" KUNST ZATERDAG 7 OKTOBER 1989 PAGINA 21 ding vi van Beethoven en Brahms. Soliste de violiste Kyung-Wha Chung. Dr. Anton Philipszaal, Den Haag. Herhaling: vanavond. „Het Beethoven-concert is het moeilijkste van alle vi oolconcerten" meent Herman Krebbers die in zijn gou den jaren het opus 61 tientallen malen uitvoerde. „De moeilijkheid is niet alleen de lengte van het werk, het probleem is in feite een mysterie". Het concert werd gisteravond gespeeld door de Koreaanse violiste Ky- ung-Wha Chung samen met het Residentie Orkest dat werd geleid door Aldo Ceccato. Vorige maand vertolk te de fenomenale violiste in Rotterdam Mozarts eerste vioolconcert. Die schitterende prestatie overtrof zij gis teravond met haar Beethoven-weergave. Zij staat tech nisch zo ver boven de materie -afgezien van enkele kleine oneffenheden - dat zij maximaal toekomt aan de inhoud, aan de geest. Haar spel, met name in het Larghetto, laat zich nauwelijks in woorden weergeven. Perfectie valt niet te verbeteren en laat zich ook niet omschrijven. Na het enthousiaste applaus door publiek en orkest volgde Beethovens Romance in d, een even charmante als welluidende toegift. De Italiaanse diri gent Aldo Ceccato (55) zal in de tweede helft van deze maand het Residentie Orkest leiden tijdens een twaalf daagse toernee door Oostenrijk, Zwitserland, Frankrijk en Luxemburg. Op het programma staat onder meer de vierde symfonie van Brahms, het werk dat ook gis teravond in de Dr. Anton Philipszaal werd uitgevoerd. Ceccato heeft in het vorige seizoen na een korte voor bereiding met het Residentie Orkest Dvorak en Beet hoven vertolkt. De goede indruk die hij toen wekte be vestigde hij met Brahms. Hij werkt al jaren in Duits land en daar heeft hij zich het oeuvre van Brahms ei gen kunnen maken. De symfonie staat ook vanavond en dinsdagavond op het programma, dan zullen diri gent en orkest aan de spanningsvolle weergave zeker ook verfijning hebben toegevoegd. ADRIAAN HAGER Informatieve serie over tweede wereldoorlog HILVERSUM De NOS-te- levisie brengt vanaf 14 decem ber de serie „De Bezetting" op het scherm. Het gaat om een informatieve reeks over de tweede wereldoorlog, die werd samengesteld door dr. L. de Jong en is gebaseerd op een serie die in de jaren zestig werd uitgezonden. Dr. L. de Jong zal de programma's niet zelf presenteren. Hij heeft eni ge maanden geleden namelijk een lichte hersenbloeding ge had. In zijn plaats komt Pier Tania. Dr. De Jong is en blijft echter verantwoordelijk voor de inhoud en de samenstelling van de programma's. Zinsbegoochelingen bij orgelmuziek Tournemire Tournemire herdenking: Bernard Bartelink en Ton van Eek spelen orgelwerken van Tournemire, St. Jacobuskerk. Gisteren. Je laten meevoeren naar het land van de fantasieën op de golven van ge heimzinnige orgelmuziek. Dat is wat een groot deel van het publiek giste ren moet hebben ervaren in de St. Ja cobuskerk tijdens een herdenkings concert, georganiseerd ter gelegenheid van de vijftigste sterfdag van Franse componist Charles Tournemire. In het begin van deze eeuw bogen veel Franse componisten zich over de vraag: hoe nu verder? Sommigen lie ten zich inspireren door Debussy en Ravel, anderen volgden nauwgezet de nieuwe ontwikkelingen in Oostenrijk. Maar de organisten onder de compo nisten, zoals Tournemire, zetten meestal de traditie voort van de Fran se orgelromantiek. Franck was hun grote voorbeeld, ook voor Tournemi re. Het uitgevoerde, vroege werk „Pièce Symphonique" lijkt wat de stijl betreft sprekend op de stukken van Franck. Later verkende Tournemire nieuwe wegen en belandde uiteinde lijk bij de mystiek. In de ban van de mysterieuze kracht van zowel de Ka tholieke kerk als het repertoire van Gregoriaanse melodieën componeerde hij zijn „L'Orgue Mystique". „In Festo Pentecostes" en „Dominica VI post Pentecosten", twee delen uit deze cy clus, werden gisteren uitgevoerd door, respectievelijk, Bernard Bartelink en Ton van Eek. Beide organisten speel den met veel inzet en hadden goed in de gaten dat de sfeer van deze muziek de prioriteit verdient. Om het mystie ke en symbolische karakter van de stukken kracht bij te zetten werden gelijktijdig dia's vertoond van prenten van de Engelse kunstenaar Tom Wal ker. Wel leuk, zo'n experiment, maar het nam veel van het voorstellings vermogen weg. Deze muziek is op zichzelf al hallucinatie verwekkend, daar hoeven geen extra beelden bij. Bernard Bartelink besloot het concert met een improvisatie op het Te Deum. Alle registers gingen open, niet alleen die van het orgel, maar vooral die van de kitsch. ARTHUR VAN DER DRIFT (Vervolg van de voorpagina) DEN HAAG - Wanneer Den Haag op donderdag 12 oktober massaal uit stroomt om in de Konink lijke Schouwburg de jong ste voorstelling ,,De vol gende" van Freek de Jon ge te zien, dan moet dat publiek voor lief nemen, dat het Nationale Toneel voor de pauze een uitvoe ring geeft van „De tijd en het vertrek" van Botho Strauss. Want zo is in Den Haag de stand van zaken. Tot teleurstelling van zo wel regisseur Hans Croiset als van De Jonge. Croiset: „In de geschiedenis is het een nieuw toneelgezel schap nooit meteen gelukt vol le zalen te trekken. Het be staan ervan is nog niet'duide lijk, dat heeft een ingroeitijd nodig. Maar het gaat mij nu echt te lang duren, ik word ongeduldig. Den Haag heeft kennelijk een hardere duw nodig dan elders. Daarom kwam het goed uit dat Freek de Jonge en ik een tijd gele den met elkaar in gesprek raakten en we het plan opvat ten om samen iets te gaan doen; niet toevallig. Wat Freek doet, doet denken aan het werk van Botho Strauss. Ik denk dat het publiek dat Freek de Jonge trekt, ook onze voorstellingen wil zien. Alleen weten ze dat nog niet. Vandaar dit plan". Freek de Jonge is het daar mee eens. „Ik.zie wel overeen komsten en ik herken mezelf in Strauss, de luchtigheid, de speelwijze. En ik weet hoe Speaker Freek de Jonge (I) en Hans Croiset (r) gaan samen proberen het f het Nationaal Toneel te krijgen. Ook tijdens een diep serieuze toelichting op het samenwer kingsverband, al is die eenma lig, moet De Jonge zijn kwali teiten als acteur kwijt, op zijn manier: „Nu voel ik mij weer de nieuwe speaker van het Nationale Toneel, die door de UEFA is geschorst", verwij zend naar de straf die de voet balclub Ajax is opgelegd, mede door Freeks toedoen, toen hij in de pauze van Ajax-Austria Wien luidkeels de heer Wald- heim opriep de heer Wiesent- hal te bellen. Maar Freek de Jonge ziet het verband niet. „Ik vind het be lachelijk en logisch", zei hij. „Ik was blij toen de volgende dag geen vliegtuig op Amster dam neerstortte", bang daar ook nog de schuld van te krij gen. Maar speaker of niet, De Jonge kent de wanhoop van "acteurs, wanneer op de ene plaats een gezelschap volle za len trekt en vijftien kilometer geen hond komt opdagen. „Hoe lossen we dit op", vroeg hij zich af. „Als het Nationale Toneel in Amsterdam wel be langstelling ondervindt, hoe slaan we dan een brug over die zeventig kilometer? Wie mij leuk vindt, vindt Botho graag naar Freek de Jonge wil komen kijken, wil iedereen wel geloven. Maar daarna, na die eenmalige actie? Freek de Jonge wil zich niet vergelij ken, om in voetbalsfeer te blij ven, met Johan Cruyff, die het Zuiderparkstadion van FC Den Haag volkrijgt als hij na de rust drie kwartier komt to nen wat hij allemaal nog kan. Hij denkt na. „Voetbal is geen toneel", zegt De Jonge, die het Strauss ook leuk en uit deze daarmee sterk opneemt voor samenwerking moet iets moois kunnen groeien. Wanneer na twaalf oktober het publiek nog steeds weg blijft, nou, dan weet ik ook niet meer waar het aan ligt". Dat een groot Haags publiek kwaliteiten van Botho Strauss. In „De tijd en het ver trek" - nog te zien in de perio de tot en met 31 oktober - pro beren negen personen elkaar vruchteloos te bereiken en enigszins in de stijl van De Jonge moet de toeschouwer maar zien wat hij doet met los se opmerkingen, woordspelin gen, toenaderingspogingen. Er is verband tussen het een en ander, maar de toeschouwer moet die zelf leggen. Freek de Jonge doet dat ongeveer ook zo, vandaar dat hij zich in Strauss herkent. Even leuk? Tot dusver vindt het Haagse publiek, ongezien, van niet. Twaalf oktober hopen Freek de Jonge en het Nationale to neel Den Haag ervan te over tuigen dat beider praktijken niet zover uit elkaar liggen. Lukt dat niet, dan weet De Jonge het ook niet meer. Alsof hij uit een vorige voorstelling citeert. FRITS BROMBERG Het zat Anita Meyer niet mee gisteravond. Eerst een half uur vertraging vanwege een in de nok hangende camera die niet aan de verwachtingen vol deed, vervolgens problemen met een slecht functionerend geluid. En dan mogen kosten noch moeite zijn gespaard voor een lichtshow, een dansgroep en een swingend orkest plus achtergrondkoor, het blijft knudde. Anita Meyer heeft het geluk dat ze inmiddels een trouw pu bliek heeft opgebouwd, dat al bereid is olé te roepen nog voordat de eerste noot heeft geklonken. En dat dus ook ge noegen neemt met een zange res die met geen mogelijkheid is te verstaan, ten onder gaat in een als een computer klin kend orkest. Nou was dat in het begin nog geen ramp, want het romantische repertoire dat mevrouw Meyer brengt kan nauwelijks lijden onder een dergelijk aanpak. Erger wordt het als in swingende nummers van Stevie Wonder geen noot te horen valt. Gelukkig trad in de reeks nummers van zijn hand de verbetering in. Het visuele en muzikale ge weld waarmee Anita Meyer gisteren trachtte het publiek voor zich te winnen, heeft als nadeel dat haar eigen tekort komingen des te duidelijker naar voren komen. Zoals haar op zijn gunstigst gezegd nogal oubollige repertoire, haar koe le uitstraling en haar stem, die bij de hogere noten steevast wordt teruggedraaid tot fluis- terniveau. Bij Anita Meyer zit je eigenlijk steeds te wachten tot ze eens werkelijk loskomt, „uit haar bol gaat". Tever geefs. Kansen waren er giste ren genoeg, zoals in „Don't you worry about a thing", van Stevie Wonder, dat echter ook al uitging als een nachtkaars. De echte vonk moest gisteren komen van de gasten, zoals Margriet Eshuys en René Fro- ger en het fanfarekorps Excel sior, dat „When the Parade passes by" mocht opluisteren. En van het achtergrondkoor, met daarin Julia Loko en Jody Pijper, dat even op de voor grond mocht komen en pijn lijk duidelijk maakte dat het echte talent in Nederland over het algemeen wordt gebruikt ter versiering. KOOS VAN WEES Het Nationale Toneel: „Tussen ons" van Alan Ayckbourn. Vertaling en regie: Shireen Strooker. Met Peter Tuinman, Will van Kralingen, Marie- Louise Stheins, Han Römer, Anne- Marie Heyligers. Koninklijke Schouwburg. Gisteravond. Herhalin gen daar t/m 9 februari, en toernee. De Britse schrijver Alan Ayckbourn staat bekend om zijn komedies met maatschap pelijke relevantie. Ook „Tus sen ons" heet zo'n stuk te zijn. De opzet is simpel, de afloop niet verrassend. De elementen van „Tussen ons" zijn voor de hand liggend. Schoonmoeder woont in bij Vera en Guus Corver. Guus leeft nogal teruggetrokken in zijn hobbygarage. De Corvers krijgen bezoek van het echt paar Alders, dat geïnteresseerd lijkt in Vera's autootje. Een soort vriendschap tussen beide echtparen ontstaat. Wie wel eens naar toneel gaat, (ADVERTENTIE) TONEEL Tussen ons van Alan Ayckbourn Regie: Shireen Strooker Met Anne-Marie Heyligers, Will van Kralingen, Han Römer, Marie Louise Stheins, Peter Tuinman 9. io. 2i, 22, 23, 25 oktober Telefoon 070-469450 of in die literatuur snuffelt, proeft het drama. Dat schoon moeders in huis problemen op leveren, is een groot cliché. Zo'n klussende man kennen wij uit „De klusjesman". Het verschijnsel iets voor jezelf hebben in een relatie, of dat nu een auto of een kamer is, levert ook voldoende stof op. In „Tussen ons" wil het maar geen pakkend stuk of een aar dige komedie opleveren. Dat ligt niet aan de vertaling of re gie van mevrouw Strooker, noch aan het acteren. Tuin man maakt met gemak van Guus een simpele klussende teddybeer, Stheins is een felle, cynische Joyce Alders, Römer doet het niet slecht als zielig mannetje en Will van Kralin gen is fletser dan ooit als de pressieve Vera. Ayckbourn is er eenvoudig niet in geslaagd met „Tussen ons" iets meer te schrijven dan wat doffe ellende. Dankzij zijn routine staan er wat aardige dialogen in, maar het stuk blijft slappe hap. Moeizaam sleept het kwintet acteurs zich een kleine negen kwartier voort. Het publiek kan zich in tussen herinneren, in welke rollen Römer, Tuinman, Stheins en Van Kralingen hebben geschitterd. PETER SNEL Grote belangstelling voor Akropolis-museum ATHENE Ruim 1200 archi tecten uit de hele wereld heb ben in het kader van een in ternationale prijsvraag plan nen ingezonden voor de bouw van een groot museum bij de Akropolis in Athene. De selec tie van de plannen zal geruime tijd vergen en in oktober vol gend jaar hoopt men het win nende ontwerp bekend te kun nen maken. Met de bouw van het museum, dat een vloerop pervlak krijgt van 15.000 vier kante meter, zal een bedrag gemoeid zijn van zeker 60 mil joen gulden. WINNAAR 3M-MUZIEKPRUS TON KOOPMAN: AMSTERDAM Misschien dat hij er een. lang gekoesterde wens nog eens een film over het leven van Georg Friedrich Handel te maken mee kan re aliseren. Met in de hoofdrol Woody Allen als de Handel bij wie alles misgaat. Waarschijn lijker is echter dat Ton Koop man, winnaar van de 3M-mu- ziekprijs, de honderdduizend gulden die daaraan is verbon den besteedt aan de aankoop van een clavecimbel, microfi- che-apparatuur (verkrijgbaar bij 3M) of gewoon een groot aantal boeken op het gebied van de muziekwetenschap. „Het is nu toch al zo dat ik va ker thuiskom met oude boe ken en handschriften dan met een honorarium", grapte hij gisteren nadat hij in de chique omgeving van het Okurahotel de prijs in ontvangst mocht nemen. Koopman, volgens de jury van de prijs „musicoloog, project ontwikkelaar, auteur en peda goog, organist en dirigent, maar bovenal clavecinist", werd gistermiddag ondanks eerdere vermoedens een beetje overvallen door de prijs. Frans de Ruiter, zijn werkgever als directeur van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, had hem verteld dat er een ge sprek moest komen met een sponsor van het conservatori um. En dus toog Koopman, wiens Amsterdam Baroque Orchestra steeds op uitsteken de recensies, maar vaak op minder uitstekend bezette za len kan rekenen, welgemoed per trein van Amsterdam naar Den Haag, om daar dat ge sprek te voeren. Daar kreeg hij te horen dat het was ver plaatst naar Amsterdam, en toen vervolgens de naam Öku- ra viel, begon het hem te da gen. En werd hem ook duide lijk waarom er de laatste tijd allerlei dingen uit zijn per soonlijk archief waren ver dwenen, zoals foto's van een Koopman zonder karakteris tieke baard, en bepaalde unie ke opnamen. De jury moest het juryrapport tenslotte toch enigszins kunnen verluchti gen. Derde Koopman werd gisteren de derde laureaat van de 3M-mu- ziekprijs, na Henk Guittart van het Schönberg-Ensemble en Theo Loevendie. Opnieuw werd daarmee een winnaar gekozen die voor het grote pu bliek relatief onbekend is. Koopman voldeed volgens de jury aan de criteria die werden ingevoerd bij de instelling van de prijs, en die een groot aan tal welbekende musici al bij voorbaat uitsluit: het zich on derscheiden door bijzondere n*uc U i» UHUU *-100.000,- Wie was je opa's opa, opa? Docu mentaire-serie. VPRO-televisie. Ne derland 2 om 09.50 uur. Zondag. prestaties, met werk van hoge kwaliteit, met doorzettingsver mogen, en vernieuwend. An dere trefwoorden: inventivi teit, creativiteit, onbaatzuch tigheid, volharding en perfec tionisme. Woorden die deels ook van toepassing zijn op de Minnesota Mining and Manu facturing Company (3M), zoals divisiedirecteur E.J. van Beur ten gisteren fijntjes opmerkte. De 44-jarige clavecinist lijkt in alle opzichten aan de door de jury geeiste criteria te voldoen. Koopman is een bezetene, een voortrekker van de oude-mu- ziekbeweging, die muziekwe tenschap zowel doceert als be oefent, die „als een twintig^te- eeuwer in hart en nieren de gegevens uit de barok en de pré-klassieke periode met een actuele spiritualiteit, grote vir tuositeit en levendigheid inte greert", aldus het juryrapport. Hetgeen tijdens de prijsuitrei king wel enkele mensen deed gokken, nog voordat Koop- mans naam bekend werd ge maakt, dat de prijs naar Frans Brtlggen zou gaan. Koopman musiceerde in en leidde Musica Antiqua Am sterdam en het Amsterdams Baroque Orchestra (groten deels bestaande uit Britten; een barokorkest van alleen Nederlanders kan volgens hem niet), was een van de eer ste voorvechters van de au thentieke aanpak, en haalde in zijn niet aflatende zucht daar naar tal van oude handschrif ten en partituren uit de verge telheid. „Twintig uur per dag is hij bezig met die praktijken, wat ons in staai stelt in het laatste kwart van deze eeuw eindelijk contact te krijgen met de muziekgeschiedenis van de zestiende tot de negen tiende eeuw", aldus nogmaals de jury. „Bach heeft voor het clave cimbel geschreven, en niet voor de piano. Als iemand nu op een piano Bach wil spelen moet hij dat maar doen, maar voor mij kan dat niet", zei Koopman enkele maanden ge leden in een interview met onze krant. Die opvatting is nu beloond. Grootste Koopman wist gisteren dus nog niet wat hij met de hon derdduizend gulden, de groot ste prijs op cultureel gebied in Nederland, zou doen. Winnaar van vorig jaar Theo Loeven die, die als echte Hollander vertelde het geld nog nauwe lijks te hebben aangeraakt, raadde hem aan vooral niet de loodgieter ervan te betalen: „Ik ben nog nooit zo in finan ciële moeilijkheden geraakt als toen ik de prijs won", aldus Loevendie. De clavecinist-dirigent zelf liet achtereenvolgens weten zijn nu al negen jaar geleende cla vecimbel, microfiche-appara- tuur voor het kopiëren en op slaan van oude handschriften, en materiaal voor zijn orkest te wilen aanschaffen, „zonder dat daar de biefstuk onder lijdt". Om vervolgens verder te filosoferen: „Met de prijs moet je denk ik dingen doen die je normaal niet doet. Ik ben bijvoorbeeld geïnteres seerd in de oude vingerzetting, op dat gebied zou ik materiaal willen aanschaffen. En voor mijn studenten zou ik dingen ter beschikking willen stellen. Ik lees zeven internationale tijdschriften, die wil ik nu wel eens in complete series heb ben. Ik streef naar een basis- decor voor barokppera's, dat je in de Amsterdamse Stads schouwburg zou kunnen ge bruiken, maar waarmee je ook op reis kunt. Ik zou ook wel eens in 17e en 18e-eeuwse Franse kameropera's willen duiken. Kortom, ik denk dat het binnen een maand met die ton gedaan is". KOOS VAN WEES HILVERSUM In zekere zin valt de nieuwe docudrama-se rie van de VPRO „Wie was je opa's opa, opa?" tegen. Het is een verslag geworden van de 25-jarige actrice Lot Lohr - die het overigens prima doet - op zoek naar de ge schiedenis van het Nederland se kind in de zeventiende eeuw. Van dat kind of die tijd wordt echter weinig tot niets getoond. Dat de twaalf uitzen dingen toch zeer de moeite waard zijn bekeken te worden, is te danken aan de vele op merkelijke details, die soms als terloops de kijker wordt gebo den. De serie begint morgen met „Jan", een boerenzoon die in 1620 in Het Bildt werd gebo ren. In deze eerste aflevering wordt de basis gelegd voor alle overige delen, met het onder zoekende meisje Lot en haar grootvader (Theo Joekes) in de hoofdrollen. Theo Joekes speelt zijn groot vaderlijke rol uitstekend; hij is_ de oudere die zijn kleindochter wat knorrig corrigeert. De kij ker komt te weten, dat de landbouwprodukten in 1620 niet zo veel verschilden van die van deze tijd, dat de boer derij van toen even groot was als de huidige moderne en dat Jan exact hetzelfde uitzicht over de bepootte landerijen had als Lot nu. Maar hoe zag Jan eruit, hoe was zijn kleding en wat lag er op zijn bordje? Op die vragen moet toch gemakkelijk te ant woorden zijn, want er is niet alleen een grafheuvel met uit stekend geconserveerde licha men, er is ook een dagboek. Maar dat is bedriegelijk. „Als jij een dagboek schrijft, komt er dan in wat je elke dag eet, of beschrijf je wat voor bijzon ders je kreeg, op die éne heu gelijke dag?" wordt Lot ge vraagd. En daar heb je het nou. De gewone dingen zijn moeilijk tot niet te achterha len; wel de uitzonderlijkheden en dat maakt geschiedschrij ving nu zo moeilijk. Dat gaat op voor eetgewoon ten, voor kleding en dat soort normale zaken, zoals ook blijkt uit de tweede uitzending zon dag over veertien dagen. Die neemt de kijker mee naar Den Haag en Voorburg, waar Su- zanna heeft geleefd, als onbe kende dochter van een be roemde vader, Huygens. En om de geschiedschrijving nog moeilijker te maken: voelt de hedendaagse vrouw zich bij de man ten achter gesteld. In de zeventiende eeuw had ze hele maal geen klap te vertellen en was ze er voornamelijk voor het huishoudelijk werk en op z'n best voor het mooi, als ze werd uitgehuwelijkt aan een aanzienlijk persoon. Dan moest ze enigszins mee kun nen praten, luit kunnen spelen en kinderen krijgen. Maar veel aandacht werd verder niet aan haar besteed. Suzanna moet een intelligent, wat wijs neuzig kind zijn geweest dat zich niet inliet met de mindere stand, die bovendien bang voor haar scherpe tong was. Over de geboorte gaat die tweede aflevering voor een groot deel. Getoond wordt hoe de zeventiende eeuwse zuige ling, voor zover het voortleef de, van kop tot teen werd in gepakt; het hoofd om flaporen te voorkomen, de arfnpjes en beentjes om het recht van lijf en leden te krijgen. Maar dat kind komt niet tot leven in deze documentaire- serie, die steeds eindigt met de opmerking: „Had ik maar een tijdmachine". Maar die is er niet en daarom zullen we ons nooit echt een beeld van het kind uit de zeventiende eeuw - en verder terug - kunnen ma- FRITS BROMBERG

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 21