M !90 Nederlandse conomie weerbaarder ILJOENENNOTA rijksbegroting Loonstijging remt aantal nieuwe banen werk en inkomen Werkloosheid daalt sterkst onder jongeren geregistreerde werkloosheid cbs xiooo Ontwikkeling van koopkracht in procenten Volgend jaar verbetering koopkracht JekUcSomxmt DINSDAG 19 SEPTEMBER 1989 PAGINA 19 6,4 nc )EN HAAG De Neder- jidse economie groeit rachtiger dan vorig jaar og werd aangenomen, 'olgens de vandaag ge- resenteerde Miljoenen ota groeit de produktie de bedrijven momen- eel met gemiddeld 4 pro mt per jaar. De economi se opleving, die in 1983 egon, duurt nu al langer an in voorgaande perio- en van economisch her- „De economie is weerbaarder geworden", ildus de Miljoenennota. linister Ruding van financiën ■kent hierbij echter aan dat iet alle voorwaarden voor oortzetting van een duurza- ie economische groei zonder leer zijn vervuld. Zo wijst hij nder meer op de nog kwets- are overheidsfinanciën, de steeds stijgende staats- :huld, de hardnekkige werk- Kjsheid en de grote groep ar- eidsongeschikten. Daarnaast ïl ons land in de jaren negen voor nieuwe uitdagingen worden geplaatst zoals de Eu ropese eenwording in 1992 en de aanpak van de milieupro blematiek. Het milieu zal volgens het ka binet gesaneerd moeten wor den zonder schade toe te bren gen aan de economie. Voort zetting van het tot nu toe ge voerde herstelbeleid en loon matiging zijn daarbij onont beerlijk. „Het jaar 1990 is geen eindstation, maar een tussen stop", aldus de Miljoenennota. Ruding in een toelichting daarop: „Extra milieulasten zullen gecompenseerd moeten worden door lastenverlichting elders. We kunnen er niet vanuit gaan dat het begrip 'ombuigingen' nu uit de we reld is. Daar moeten we ook na 1990 mee doorgaan". Het financieringstekort van de overheid komt dit jaar uit op 5,7 procent en zal verder te ruglopen naar 5 procent in 1990. Dat is een kwart lager dan wat in het regeerakkoord van 1986 was afgesproken. Deze meevaller mag echter volgens Ruding niet onmiddel lijk door het nieuwe kabinet opgesoupeerd worden. „Die voorsprong moeten we vast houden". Het financieringstekort van het rijk loopt langzaam terug; vol gend jaar komt het op 5 pro cent, een kwart procent lager dan in het regeerakkoord van 1986 was afgesproken. De staatsschuld zal volgend jaar naar schatting 317 miljard gulden bedragen. Dit kost de schatkist 23 miljard gulden aan rentebetalingen, hetgeen meer is dan de gezamenlijke uitgaven van de ministeries van verkeer en waterstaat en VROM. De collectieve uitgaven dalen in 1990 tot circa 60 procent van het nationaal inkomen. In 1983 bedroeg dit percentage nog 70. Ondanks de forse da ling zijn de uitgaven historisch en internationaal gezien nog altijd te hoog, meent het kabi net. De in het regeerakkoord afge sproken stabilisatie van de las tendruk (totaal belastingen en premies) op 52 procent van het nationaal inkomen wordt eveneens in 1990 bereikt. De belastingoperatie van 1 januari aanstaande is overigens slechts een begin op de weg naar ver dere belastingverlaging, schrijft het kabinet. Deze ver laging zal onder meer een compensatie moeten zijn voor de extra milieuheffingen die burgers en bedrijven te wach ten staan. DEN HAAG Het Centraal Planbureau (CPB) is bevreesd dat de verwachte loonstijgin gen in de komende jaren de groei van de werkgelegenheid zullen aantasten. Op grond van de eisen die de vakbonden momenteel stellen gaat het CPB ervan uit dat het gemid delde bruto loonpeil (inclusief periodieken e.d.) in de bedrij- vensector met bijna vier pro cent per jaar zal stijgen. Als de loonstijging nog iets hoger uit valt, stagneert de groei van de werkgelegenheid volledig, waarschuwt het CPB in zijn jaarlijkse zogeheten Macro Economische Verkenning. Een volledige koppeling van uitkeringen en minimumlonen aan de lonen in het bedrijfs leven, zoals vooral door de PvdA wordt bepleit, zou een nog ongunstiger effect op de werkgelegenheid hebben, zo verwacht het CPB. Elke pro cent loonstijging zou dan vier duizend werklozen extra bete kenen. De kans op nóg hogere looneisen acht het CPB overi gens voor volgend jaar zeer gering. Dan wordt immers het belastingplan-Oort van kracht, waardoor de koopkracht van vrijwel iedereen zal toenemen. De modale inkomens (ca. 49.000 bruto per jaar) zullen hun koopkracht in 1990 zelfs met vijf procent zien stijgen. De dikkere portemonnee zorgt voor hogere bestedingen aan duurzame consumptiegoederen (auto's, video's e.den naar schatting bijna vijf procent meer uitgaven aan vakantie reisjes. Na 1990, als het Oort-effect minder voelbaar zal zijn, zou er volgens het CPB wel weer een loongolf kunnen ontstaan, mede vanwege het feit dat de burgers dan weer met zwaar dere lasten (onder meer voor het milieubehoud) zullen wor den geconfronteerd. Overigens heeft het CPB becijferd dat de sociale minima er in de ko mende vier jaar niet of nauwe lijks in koopkracht op vooruit zullen gaan. De verwachte loonstijgingen en het grote aantal 'nieuwko mers' op de arbeidsmarkt zijn volgens het CPB de voor naamste oorzaken van de te genvallende werkgelegenheid sontwikkeling. Het aantal nieuwe banen zal zich de ko mende vier jaar minder gun stig ontwikkelen dan in de af gelopen kabinetsperiode, zo luidt de verwachting. Het Planbureau gaat ervan uit dat de groei van het aantal nieuwe banen bij bedrijven met onge veer vijftig procent zal dalen. Als gevolg daarvan loopt de werkloosheid de komende ja ren slechts mondjesmaat terug. Het bedrijfsleven blijft naar verwachting floreren. In de Macro Economische Verken ning wordt gerekend met een produktiegroei van bijna drie procent per jaar. De bedrijfsin vesteringen zullen met onge veer 4,5 procent per jaar toe nemen. Door een forse groei van de export zal het over schot op de betalingsbalans (inkomsten uit export minus de uitgaven voor import) tot 1994 met 1,5 miljard groeien tot 12,5 miljard. Wat de eco nomische groei betreft rekent het CPB evenals in zijn laatst verschenen voorlopige raming op 2,25 procent groei per jaar tot 1994. Nieuw stuivertje DEN HAAG Het minis terie van Financiën zoekt naar een nieuwe metaal soort voor de stuiver. Het huidige bronzen muntje is naar verhouding te duur. Het is wel de bedoeling dat voorlopig de oude en de nieuwe stuiver naast el kaar zullen blijven circule- Hopelijk lijkt de nieuwe stuiver wat minder op het 5-guldenstuk, al valt vol gens Financiën de verwar ring wel mee. Volgend jaar geeft 's Rijkrf Munt ook een zilveren vijftigguldenstuk uit, ter herdenking van honderd jaar vorstinnen-regering: Emma, Wilhelmina, Julia na en Beatrix. Kabinet doet te veel 'gewaagde' uitspraken DEN HAAG Het demissio naire kabinet heeft in de Mil joenen-nota te veel 'gewaagde' beleidsmatige uitspraken ge daan. Dat meent de Raad van State, het belangrijkste advies orgaan van de regering. De uit het CDA afkomstige vice-pre sident van de Raad, mr. W. Scholten, heeft zijn partijge noot minister Ruding van fi nanciën namens het college geschreven dat het kabinet te rughoudender had moeten zijn. Scholten wees erop dat deze Miljoenennota een bijzonder karakter diende te dragen ge zien de demissionaire status van het kabinet. Volgens de Raad van State heeft het kabi net echter beleidsmatige uit spraken gedaan die „niet in voorstellen zijn uitgemond" en die „niet noodzakelijk zijn" als toelichting op de begroting 1990. Als voorbeelden hiervan noemde Scholten de passages over de verdere verlaging van de btw-tarieven en over het vervolg van de belastingopera- tie-Oort. Ook viel de Raad over de uitspraken die zijn ge daan over de voortgaande ver mindering van het financie ringstekort in de jaren negen tig, het terugdringen van de collectieve lastendruk en het inkomens- en milieubeleid. De Raad drong er op aan al deze passages te herschrijven, zodat niet de indruk zou blij ven hangen dat het om werke lijk beleid gaat. Verder stelde de Raad dat het kabinet over de economische ontwikkeling in 1990 en de jaren daarna cij fers heeft genoemd die niet af komstig waren van het Cen traal Planbureau (CPB). Minister Ruding heeft mr. Scholten per brief geantwoord dat het kabinet bewust terug houdend is geweest bij de op stelling van de Miljoenennota. „Maar daarnaast heeft het ka binet gemeend enkele be schouwingen te wijden aan be langrijke toekomstige vraag stukken dan wel uitdagingen waarop door het volgende ka binet moet worden gereageerd. Wij hebben echter geprobeerd te vermijden dat de indruk zou ontstaan dat het gaat om concrete beleidsvoornemens", aldus Ruding. De minister heeft bij het samenstellen van de definitieve versie van de Miljoenennota gedeeltelijk het advies van de Raad opgevolgd door enkele passages te ver duidelijken of te nuanceren. )EN HAAG De werk- rosheid zal dit jaar naar chatting met 35.000 dalen aar circa 400.000. Vol- end jaar wordt een ver- lere daling verwacht met 10000 werklozen. Daar slaat tegenover dat het ö/ital banen dit jaar met 15.000 zal toenemen en 1990 met 85.000. lat de groei van het aantal ba- en niet per definitie leidt tot en forse daling van het aantal rerklozen komt voort uit het lit dat steeds meer nieuwko- lers zoals jongeren, vrouwen n buitenlanders zich op de ar- eidsmarkt melden. Tot nu toe er dit jaar al sprake geweest an 80.000 nieuwkomers. Vol gens minister De Koning van sociale zaken leidt dit tot een paradoxale situatie: „De werk gelegenheid is in Nederland sneller toegenomen dan ge middeld in de EG, maar de werkloosheid daalt onvoldoen de. Economische groei levert banen op, maar dat is niet ge- Hoewel de daling van de werkloosheid dit jaar procen tueel de gro .ste is sinds de crisis aan he begin van de ja ren '80, is deze toch minder gunstig dan werd verwacht. Er blijkt Volgens De Koning een harde kern van langdurig werklozen te zijn die moeilij ker aan werk is te helpen en niet zonder meer van de groei van de werkgelegenheid profi teert. De doelstelling in het re geerakkoord om de werkloos heid tussen 1986 en 1990 met 200.000 te laten dalen (waar premier Lubbers ooit zijn poli tieke lot aan verbond) is der halve maar voor de helft tot tweederde gehaald. Voor een aantal bijzondere groepen is blijvende aandacht nodig. Zo zijn 15.000 jongeren tot 25 jaar al langer dan twee jaar werkloos. Deze groep heeft alleen lager onderwijs genoten of een afgebroken middelbare opleiding achter de rug. Toch is de daling van de werkloosheid het sterkst onder jongeren tot 25 jaar. Het aantal werklozen dat ouder is dan 35 jaar daalt daarentegen vrijwel niet. De groep die al langer dan vier jaar bij het ar beidsbureau staat ingeschre ven stijgt nog steeds. Veel langdurig werklozen wo nen in de oude wijken van grote steden. De combinatie van een laag opleidingsniveau en een sociaal-culturele ach terstand bemoeilijkt het vin den van werk. Ook de werk loosheid onder minderheden neemt toe. Ruim 40 procent van de Turkse en Marokkaan se beroepsbevolking is werk- Vacatures Tegenover langdurige werk loosheid staat een toenemend aantal moeilijk vervulbare va catures, ook voor ongeschoold werk. De Koning noemt dit „zorgwekkend". Anderzijds stijgt het opleidingsniveau in Nederland wel, zelfs sneller dan de meeste functieniveaus. Veel werknemers vinden dat öj.ö O J o fl ojö o oio o L o 1 o o o Oi 00 0 p 0 G O O O O O O! hun opleidingsniveau hoger is ging" van lager door hoger op- hogere opleidingsniveau kun- dan het werk vereist. Eén van geleiden is het grote aanbod nen werkgevers hun aanstel de oorzaken van de „verdrin- van werkzoekenden. Door het lingseisen verscherpen. 'ositie vrouw >p arbeidsmarkt s zorgwekkend IEN HAAG Hoewel steeds leer vrouwen een baan krij- en blijft hun positie op de ar- leidsmarkt zorgwekkend. Het andeel van vrouwen in de ge- igistreerde werkloosheid is estegen naar 36 procent, ter wijl het aandeel van vrouwen de beroepsbevolking 31 pro ent bedraagt. Het aantal wer- iende vrouwen stijgt jaarlijks lechts met 1 procent. Volgens linister De Koning moet een optimistisch beeld worden ermeden omdat een kwart an de vrouwen minder dan uur per week werkt, het kader van het „1990-be- lid", gericht op de economi- iche zelfstandigheid van meis- es, zal extra aandacht worden egeven aan jonge vrouwen ie geen betaalde baan hebben n ook geen onderwijs volgen, let gaat daarbij om tien pro- lent van de vrouwen tussen 20 n 24 jaar. besteedb. inkomen. 1989 1990 Uitkeringsgerechtigden: - sociale minima (AOW-gehuwd) - wao-modaal 19.500 20.600 0,1 0,3 1,6 1.1 (1,6) (0,9) Alleenverdieners (2 kind.): - werknemer minimumloon - werknemer modaal - werknemer 2 x modaal - ambtenaar modaal - ambtenaar 2 x modaal 22.700 30.500 48.400 30.500 48.400 -0,1 2,2 0,9 1,7 0,9 1.2 3,7 4.3 1,6 3,3 (1.2) (3.0) (3.1) (0,9) (2.1) Tweeverdieners (marktsector): - modaal, Va minimumloon - modaal, minimumloon - 2 x modaal, Va minimumloon - 2 x modaal, minimumloon 34.700 46.800 53.200 64.800 2,1 2,1 0,8 1,1 3.5 3.6 3,9 4,9 (2,9) (3,1) (2,8) (4,0) (Tussen haakjes staat het in 1990 verwachte effect van het wegvallen van een aantal fiscale aftrekposten) BRON: CENTRAAL PLANBUREAU DEN HAAG De meeste huishoudens gaan er vol gend jaar in koopkracht op vooruit. Op basis van berekeningen van het Centraal Planbureau ver wacht het ministerie van sociale zaken een verho ging van de lonen in het bedrijfsleven met gemid deld 2,5 procent (exclusief incidentele stijgingen, bij voorbeeld als gevolg van een periodiek). De uitke ringen en ambtenarensa larissen zullen in 1990, als gevolg van het herstel van de koppeling, met 1 pro cent stijgen. Door de invoering van de be lastingverlaging per 1 januari kan de koopkrachtverbetering hoger uitvallen. Dit hangt ove rigens sterk af van het gebruik dat iemand placht te maken van de aftrekmogelijkheden (die fors beperkt gaan wor den). In de „Notitie Inkomensbeleid 1990" benadrukt demissionair minister De Koning het belang van afspraken tussen werkge vers, vakbeweging en de over heid voor het bereiken van een gelijkwaardige inkomen sontwikkeling in de jaren ne gentig. Volgens De Koning kunnen uitkeringen en lonen alleen weer gelijk op gaan als er sprake is van een gematigde loonontwikkeling in het bedrijfsleven. Een te forse loonstijging zal, aldus de be windsman, het bereikte her stel van de economie èn het verder terugdringen van de werkloosheid in gevaar bren gen. De gemiddelde stijging van de cao-lonen bedraagt dit jaar 1,4 procent. Bij de overheid is de verhoging 0,8 procent en in de gepremieerde en gesubsidieer de sector 2,1 procent. Met name de nieuwe cao voor het ziekenhuiswezen drukt zwaar op dit laatste cijfer. De. gemid delde arbeidsduur per week is dit jaar blijven steken op 38 uur. De gemiddelde vut-leef- tijd bleef op 60 jaar gehand haafd. Terugblikkend op twee kabi- netten-Lubbers kan worden geconstateerd dat de koop kracht in de jaren 1982 tot en met 1985 op alle niveaus is ge daald, relatief het sterkste bij de hogere inkomens. Na 1985 bleven minimumloon en socia le uitkeringen „bevroren". In deze periode steeg de koop kracht echter enigszins door dat het algemene prijspeil daalde. „Niettemin", zo stelt De Koning, „zijn de offers die de laagste inkomens hebben gebracht zwaar geweest. Bij zondere aandacht voor deze groep blijft nodig". Door de eerdergenoemde bevriezing is het verschil tussen het netto minimumloon en het netto modale inkomen in vier jaar tijd 6 procent groter geworden. Tien procent ontloopt gesprek op arbeidsbureau DEN HAAG In 1990 geeft de overheid ruim anderhalf miljard gulden uit aan maatre gelen gericht op het verbete ren van de kansen van men sen op de arbeidsmarkt. Dit betekent dat het budget daar voor in nog geen vijf jaar tijd is verdubbeld. Een belangrijk hulpmiddel zijn de heroriënteringsge- sprekken op de arbeidsbu reaus. Verwacht wordt dat na volgend jaar met 135.000 lang durig werkloien zulke ge sprekken zijn gevoerd. Van de tot nu toe opgeroepen mensen kwam 90 procent opdagen. Het kabinet vindt het niet accepta bel dat 10 procent is weggeble ven. Volgens minister De Ko ning moet voor deze groep de uitkering worden verlaagd. Dit gebeurt tot nu toe echter slechts sporadisch. INKOMSTEN IN MILJARDEN GULDENS EN ALS PROCENTEN VAN HET TOTAAL O VERMOEDELIJKE UITKOMSTEN 1989 IN MILJARDEN GULDENS BEGROTING 1990 IN MILJARDEN GULDENS UITGAVEN IN MILJARDEN GULDENS EN ALS PROCENTEN VAN HET TOTAAL I I VERMOEDELIJKE UITKOMSTEN 1989 BEGROTING 1990 faal EB I5H ETC H f^ta In gewoon Nederlands ACCIJNS: Extra belasting die wordt geheven op benzine, ta bakswaren en alcohol. BELASTINGDRUK: Het in procen ten uitgedrukte deel van het inko men dat aan de belasting moet worden afgedragen. BETALINGSBALANS: Overzicht van import en export. Is de export groter dan spreekt men van een overschot op de betalingsbalans. BRUTO-NETTO-TRAJECT: af stand tussen het bruto- en netto- jnkomen. Hierbij gaat het om pen sioenpremies. sociale premies en loon- en inkomstenbelasting. Voor verschillende sociaal-economische categorieën (zelfstar naren, werknemers, rechtigden) geldt een verschillend bruto-netto-traject. CENTRAAL AKKOORD: Een op centraal niveau gesloten overeen komst tussen sociale partners (werkgevers- en werknemersor ganisaties) of tussen de sociale partners en de overheid. CENTRAAL PLANBUREAU: Het rekeninstituut van de regering. Voorspelt onder meer wat de ge volgen zullen zijn van bepaalde si tuaties en maatregelen voor bedrijfsleven en burgers. COLLECTIEVE LASTENDRUK: Het in procenten uitgedrukte deel van het inkomen van allen (ook ondernemingen) dat in de vorm van belastingen en premies aan de staat moet worden afgedragen. COLLECTIEVE SECTOR: Alles wat met de overheid te maken heeft, maar niet alleen ministeries, provincies en gemeenten, maar ook sociale dienstverlening, zie kenhuizen etc. COLLECTIEVE UITGAVEN: Alle betalingen ten behoeve van de collectieve sector. DEKKER, COMMISSIE-: Ingesteld om voorstellen te doen voor een nieuw stelsel van ziektekostenver zekering. Met de stapsgewijze in voering is op 1 januari 1989 een begin gemaakt. FINANCIERINGSTEKORT: Het na delige verschil tussen de inkom sten en uitgaven van de staat, doorgaans uitgedrukt in een per centage van het Nationaal Inko- HUURSUBSIDIE, INDIVIDUELE: Rijksbijdrage in de huur waarvan de hoogte afhankelijk is van de huur en het inkomen. Huursubsi die wordt alleen verleend tot een belastbaar (gezins)inkomen van 37.000 gulden. HUURWAARDEFORFAIT: Bepaald bedrag dat een huiseigenaar bij de aangifte van de loon- en in komstenbelasting bij zijn inkomen moet optellen. INCIDENTELE LOONSVERHO GING: Loonstijging die niet voor iedereen geldt, zoals een 'perio diek'. INKOMENSPLAATJE: Schema van de te verwachten veranderin gen in de lonen en uitkeringen en berekening van koopkrachttoena me of -verlies. KOPPELING: Het gelijk op laten gaan van de inkomensontwikke ling van werknemers in het bedrijfsleven, ambtenaren en uit keringsgerechtigden. LOONGRENS: Het loon of de uit kering waarboven men niet meer ingevolge de Ziekenfondswet ver zekerd is bij een ziekenfonds. In 1989 is de loongrens 50.150 gul den. LOONKOSTEN: Kosten die een werkgever maakt voor het in dienst nemen van een werknemer: brutoloon plus werkgeverspre- MACRO-ECONOMISCHE VER KENNING: Economische voorspel lingen van het Centraal Planbu reau waar een belangrijk deel van het financiële en economische ka binetsbeleid op is gebaseerd. MARKTSECTOR: Het bedrijfs- MINIMA: Huishoudens die louter van een minimuminkomen moeten rondkomen. MINIMUM: Het inkomen waarop iemand minimaal recht heeft, het zij via een uitkering, hetzij als loon (afhankelijk van leeftijd). MODALE WERKNEMER: Werkne mer met twee kinderen beneden de 16 jaar en een loon dat juist onder de 'loongrens' van de ver plichte ziekenfondsverzekering ligt. NATIONAAL INKOMEN: Het be drag dat burgers en bedrijven te zamen verdienen. Uitkeringen be horen hier niet toe. NIET-ACTIEVEN: Personen die niet zelf een inkomen uit arbeid verwerven. Naast een kleine groep mensen met een inkomen uit ver mogen worden hieronder gere kend: huisvrouwen, mensen met een uitkering en gepensioneerden. OORT, COMMISSIE-: Ingesteld om voorstellen te doen ter vereen voudiging van het stelsel van loon- en inkomstenbelasting. Het nieu we belastingstelsel wordt per 1 ja nuari 1990 ingevoerd. Het houdt o.a een vermindering van het aantal tarieven en aftrekposten in. OVERDRACHTSUITGAVEN: Uit gaven van de overheid aan ande ren om te besteden: uitkeringen, subsidies. STAATSLENING: Lening van de overheid om uitgaven te kunnen doen die niet door inkomsten wor den gedekt. TRENDVOLGERS: Werknemers In de gepremieerde- en gesubsi dieerde sector (bijv. gezondheids zorg en welzijnswerk) waarvan de arbeidsvoorwaardenontwikkeling is gekoppeld aan die van de amb tenaren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 19