Zeven jaar financieel beleid onder Lubbers TRO ONREDE Economische vernieuwing en be strijding van de werkloosheid, vooral onder jongeren, vragen om hoge deelname aan onderwijs en scho ling. Hierdoor komen ook de maat schappelijke en culturele taken van het onderwijs beter tot hun recht. De vol wasseneneducatie is een middel om bij te blijven in de snel veranderende sa menleving. In toenemende mate ver sterkt deze scholing bovendien haar bij drage aan het verhogen van kansen op de arbeidsmarkt. DINSDAG £cidóc6ouwnt ILJOENENNOTA 19 SEPTEMBER 1989 den van de Staten-Generaal, ra de vervroegde verkiezingen is U op 14 september de nieuw geko- zen Tweede Kamer bijeengeko- n. Met de vorming van een nieuw jinet is een aanvang gemaakt. Deze eenzetting van het regeringsbeleid dus sober zijn. I verscheidene delen van de wereld is sprake van een streven naar meer ijheid en een democratische rechts- e. Steeds wijder wordt erkend dat je ontwikkeling ook de beste basis dt voor een rechtvaardige en welva- ide samenleving. doen zich in een aantal Oosteuropese den bemoedigende veranderingen ar. Deze verdienen onze steun en npathie, in woord en daad, opdat de le scheiding door het IJzeren Gordijn eds meer plaats maakt voor samen - rking en goed nabuurschap. NAVO heeft afgelopen voorjaar ir veertigjarig bestaan herdacht. Ook komende jaren zal het bondgenoot- lap onmisbaar blijven om vrede en ligheid in ons werelddeel te waar- rgen. het gunstige klimaat van de wapen- ïeersing wil Nederland met zijn At- itische partners actief blijven inspe- i om tot verdere akkoorden te ko- tn. Van bijzonder belang in dit ver- ïd zijn de onderhandelingen over nventionele strijdkrachten. Deze be- rekingen bieden de gelegenheid grote evenwichtigheden, die al zo lang een laduw werpen over ons continent, te zetten in een duurzaam even- cht en te komen tot een geringere be- pening. et betrekking tot het veiligheids- aagstuk zal de voortschrijdende een- irding West-Europa beter in staat dien meer verantwoordelijkheden te agen voor politieke en economische ibiliteit, zowel in de eigen regio als el- irs in de wereld. Voor zover het inte- atieproces de economie betreft, is de irste opdracht de voltooiing van de In- rne Markt. Hiermee worden goede rderingen gemaakt. De regering ziet verwezenlijking van een Economi se en Monetaire Unie, waarvan de wie fase thans in voorbereiding is, als \tn vervolg op de totstandkoming Van j Interne Markt, het gestalte geven aan de sociale en Iturele identiteit van Europa gaat het éénheid in verscheidenheid. Met het ortgaan van de integratie is het ech- Iwel belangrijk alleen datgene op Ge- eenschapsniveau te regelen wat niet n de individuele lidstaten kan wor- n overgelaten. e interne versterking van de Ge- lmeenschap zal niet ten koste mo rgen gaan van de openheid naar liten. Integendeel, de toegankelijkheid oet vergroot worden, in het bijzonder jenover de ontwikkelingslanden. De ;en verantwoordelijkheid van deze nden voor het op gang brengen van oei en ontwikkeling vormt het pit- ngspunt van de strijd tegen armoede i achterstand. Niettemin hebben de jke landen de plicht de inspanningen in de ontwikkelingslanden te steunen, wel direct als met behulp van multi- terale organisaties. De problemen die iel ontwikkelingslanden hebben met in buitenlandse schuld, vormen een on van aanhoudende zorg. Nederland reeft ernaar deze problemen tot een (lossing te brengen door samenwer- ng in het kader van het Internationa- Monetaire Fonds en de Wereldbank, oorts kunnen industrielanden belang- k bijdragen aan de oplossing van het huldenvraagstuk, door hun grenzen irder open te stellen voor buitenlandse indel en door voorwaarden te schep- in'voor een voorspoedige economische oei en voor een duurzame verlaging in de rente. et is verheugend dat de betrekkingen et Suriname in belangrijke mate zijn inormaliseerd, zodat de ontwikke- ngsrelatie kan worden hersteld. nze wereld wordt zich steeds dui- ldelijker bewust van gemeen- schappelijke zorgen; het grens- 'erschrijdende en vaak wereldom- lannende karakter van het milieu- raagstuk is daarvan een voorbeeld, ederland, dat zelf duidelijk te kampen eeft met milieuvervuiling en voor op- issingen veelal sterk afhankelijk is van et buitenland, zal de internationale aanpak van de problemen blijven sti muleren, zowel in Europees als in mon diaal verband. De conferentie in Den Haag dit voorjaar en de ministersconfe rentie dit najaar in Noordwijk, die ge wijd zal zijn aan de problemen van at mosferische vervuiling en klimaatsver andering, geven hieraan concrete ui- ting. Het in mei uitgebrachte Nationaal Mi lieubeleidsplan bevat behalve een lan- gere-termijnstrategie voor herstel van het ecologisch evenwicht en voor een duurzame ontwikkeling, ook een uitge werkt activiteitenprogramma voor een geïntensiveerd milieubeheer voor de periode tot en met 1994. De urgentie van de milieuproblematiek bracht mee dat met de voorbereiding van de uitvoe ring reeds een begin moest worden ge maakt. De regering heeft de afgelopen maanden een aantal wetsvoorstellen en beleidsnota's ingediend die de slagvaar digheid en effectiviteit van het milieu beheer op een hoger niveau moeten brengen. Versterking van de samen werking tussen overheid en sectoren die verantwoordelijk zijn voor bepaalde vormen van vervuiling, is een belang rijke voorwaarde voor een doeltreffen de aanpak. Aanpassingen van produk- tieprocessen en consumptiepatronen zullen nodig zijn; ze doen een groot beroep op technologische creativiteit en bereidheid tot verandering in gedrag. In het verkeer neemt de spanning tus sen mobiliteit en milieu toe. De afgelo pen maanden bleek dat weer herhaal delijk. Aan de groei van het verkeer moeten grenzen gesteld worden. Tege lijk beseffen we hoe belangrijk het voor de welvaart is dat ons land hoofdingang van Europa blijft en zijn distributie functie kan blijven vervullen. De regering heeft ingrijpende voor stellen gedaan om dit dilemma het hoofd te bieden. Het nieuwe kabinet moet kiezen met welke midde len het de belasting van het milieu door de auto kan verminderen en hoe er vol doende ruimte gegeven kan worden aan het zakelijke en het goederenverkeer. Pijnloze oplossingen zijn overigens niet voorhanden. Twintig jaar geleden is de zorg voor de waterkwaliteit wettelijk geregeld. Met een actief milieubeleid werd toen eeri begin gemaakt. We kunnen nu zeggen dat de vervuiler niet voor niets heeft moeten betalen; de waterzuivering heeft heilzame gevolgen gehad. In an dere opzichten zijn de problemen echter sterk onderschat: ze zijn nog steeds zo groot dat ze met nieuw elan moeten worden aangepakt. De onlangs versche nen Nota Waterhuishouding geeft de weg daarvoor 'aan. Het komende jaar zullen de voornemens die zijn neerge legd in de Structuurnota Landbouw en het Natuurbeleidsplan, kunnen worden uitgewerkt. Hoofddoelstelling van de Structuurnota Landbouw is het bevor deren van een concurrerende, veilige en duurzame landbouw. Uitgangspunt is dat de landbouw een economische acti viteit is die moet plaatsvinden met res pect voor de instandhouding van het milieu als natuurlijke hulpbron. Het Natuurbeleidsplan heeft ten doel na tuurlijke en landschappelijke waarden duurzaam te behouden, te herstellen en te ontwikkelen. De geïndustrialiseerde wereld be leeft momenteel het zevende jaar van toenemende economische ac tiviteit. In de naoorlogse periode is de duur van deze bloei alleen vergelijkbaar met de periode van economische voor spoed in de jaren zestig. Er zonder meer van uitgaan dat deze groei zich zal voortzetten, houdt echter,grote risico's In de afgelopen periode heeft Neder land op het punt van de ontwikkeling van de economie en de bedrijfsinveste ringen weer de aansluiting gevonden bij de andere Europese landen. Op een aantal terreinen doet ons land het zelfs beter. Vooral de groei van de werkgele genheid in ons land is hoog; 500.000 mensen méér vonden daardoor werk. Dat is 2 proceht per jaar in de periode 1984-1989. Voortzetting van deze groei is van groot belang. De komende jaren zullen de kansen op werk voor langdurig werklozen in het bijzonder uit etnische minderhe den én herintredende vrouwen ver beterd moeten worden. Een actief ar beidsmarktbeleid, bestaande uit scho ling en het opdoen van werkervaring, verdient onverminderd voortzetting. De inspanningen zullen dichter bij de prak tijk gebracht worden, indien het voor stel Arbeidsvoorzieningswet wordt aan genomen. Ook in 1990 is een gematigde loon kostenontwikkeling van cruciaal belang voor voortzetting van de economische groei en herstel van de werkgelegenheid. Alleen een gematigde loonontwikkeling maakt een gelijk waardiger inkomensontwikkeling voor onderscheiden groepen burgers verant woord; dit zowel uit een oogpunt van werkgelegenheid als van de ontwikke ling van de collectieve uitgaven. Om die reden is spoedig overleg vereist tussen overheid en sociale partners over de ontwikkeling van de arbeidsvoorwaar den en de bestrijding van de werkloos heid in de komende jaren. In afwachting van nieuwe regelgeving onder verantwoordelijkheid van een volgend kabinet gaat de regering thans uit van een verhoging van mini mumloon en sociale uitkeringen met 1 procent per 1 januari aanstaande, vol gens de nu geldende Wet Aanpassings mechanismen. De regering is ernstig bezorgd over de toename van het aantal personen dat wegens arbeidsongeschiktheid niet meer aan het arbeidsproces kan deelne men. Zonder verdere maatregelen moet verwacht worden dat het aantal ar beidsongeschikten blijft stijgen. Sociaal en economisch gezien is dit niet aan vaardbaar. De collectieve-lastendruk is de afgelopen kabinetsperiode licht ge daald ten opzichte van het feitelijk ni veau in 1986. Er werd een begin ge maakt met het verlagen van belasting en premietarieven. De wetswijzigingen naar aanleiding van de voorstellen van de commissie-Oort worden inmiddels verwerkt in de loon- en inkomstenbe lasting. In de periode van 1983 tot 1990 kon in het bijzonder het marginale ta rief van belastingen en premies voor het overgrote deel van de burgers dui delijk dalen. Dit is mede van belang voor het goed functioneren van de ar beidsmarkt en het matigen van de loon kosten. Naar verwachting komt het financie ringstekort in 1990 uit op 5 procent van het nationaal inkomen. Ten opzichte van het tekort in 1983 is er sprake van een halvering. Hierbij mag niet verge ten worden dat in deze periode de aard gasbaten sterk zijn afgenomen. De te rugdringing van het financieringstekort is mede mogelijk geworden doordat het aandeel van de uitgaven in het natio naal inkomen zowel van het Rijk als FOTO: MILAN KONVALINKA van de gehele collectieve sector is gedaald. Niettemin zijn, vergeleken bij de andere landen van de Europese Ge meenschap, onze collectieve uitgaven, ons financieringstekort en onze staats schuld nog steeds erg hoog. Het blijft daarom noodzakelijk waakzaam te zijn bij de verdere beheersing van de over heidsuitgaven, mede in het kader van Europa 1992. Wil ons land zijn welvaart op peil kun nen houden, dan zullen wij moeten in vesteren in een hoog opleidingsniveau met daaraan gekoppeld een sterk on- derzoekbestel. Daarnaast roepen de snelle ontwikkelingen in wetenschap en techniek ethische vragen op, die zorg vuldige behandeling vereisen. De nota over het wetenschapsbeleid in de jaren negentig zet daarvoor de noodzakelijke lijnen uit. Om op de langere termijn een goed en voor iedereen betaalbaar stelsel van gezondheidszorg te garanderen, wordt een tweede stap voorbereid in het vernieuwingsproces van de struc tuur en financiering ervan. Besluitvor ming hierover is voorzien in het voor jaar van 1990. Belangrijk daarbij is vooral de overheveling van huisartsen- hulp naar de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, waardoor iedereen voor de kosten van deze hulp verzekerd zal zijn. Vanaf 1990 wordt niet alleen van man nen maar ook van vrouwen die dan achttien worden, verwacht dat zij een zelfstandig bestaan opbouwen. Het is de taak van de samenleving dit ook inder daad mogelijk te maken. Dit vergt acti viteiten op het terrein van scholing en bemiddeling gericht op 'kansrijke secto ren, verdere stimulering van positieve actie en verruiming van de mogelijk heid om betaald werk en verzorgende taken te combineren. Ten behoeve van de zorg voor en de dienstverlening aan mensen met een handicap en ouderen wordt in 1990 een extra bedrag ter beschikking gesteld. Voor een deel zal dit besteed kunnen worden aan verlaging van de werkdruk in de instellingen. Daarnaast wordt voortgegaan met het verminderen van de achterstand, opdat de wachtlijsten korter worden. Recent heeft de regering een advies over het minderhedenbeleid ontvangen van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. De regering be reidt een voorlopig standpunt voor, waarin het accent zal liggen op effectie ver onderwijs aan en gerichte scholing van allochtone leerlingen, alsmede op een krachtige bestrijding van de lang durige werkloosheid onder deze groe pen. Het mediabeleid staat sterk in de belangstelling. Wijziging van de omstandigheden, bijvoorbeeld door de Europese integratie op econo misch en cultureel gebied, roept de vraag op of aanpassing van de wet niet noodzakelijk is. Een eerste antwoord in de vorm van twee wijzigingsvoorstellen van de Mediawet heeft de regering reeds gegeven. De kwaliteit van de wetgeving behoeft toenemende aandacht van alle betrok kenen. Dit geldt niet alleen voor de ei sen die uit het internationale en het communautaire recht voortvloeien, maar in het bijzonder ook voor de effec tiviteit en handhaafbaarheid, eenvoud en onderlinge afstemming. Vanuit het nieuwe Directoraat-Generaal Wetge ving bij het ministerie van justitie zal de afzonderlijke ministeries daartoe onder steuning worden geboden. Bij de criminaliteitsbestrijding beginnen zich resultaten af te tekenen. Toch zul len bijzondere inspanningen nodig blij ven om de omvang van de criminaliteit verder terug te dringen. De sterkte en de uitrusting van de diensten en orga nen die met opsporing, vervolging en berechting van strafbare feiten belast zijn, zullen daarom ook in de komende jaren veel aandacht behoeven. De afge lopen jaren hebben verschillende vor men van criminaliteitspreventie hun waarde voor de praktijk bewezen. Het is voor de bestrijding van de criminali--|- teit van groot belang dat de overheden, het bedrijfsleven, maatschappelijke in stellingen en individuele burgers, elk binnen de eigen omgeving, zo weinig mogelijk gelegenheid bieden voor het plegen van misdrijven. De relatie tussen het Rijk en de an ders overheden is mede door de bestuursakkoorden sterk verbeterd. Ook in de komende jaren verdient de relatie tussen de verschil lende overheden aandacht. De positie van de grootstedelijke gebieden in de Randstad is van groot belang, niet al leen door de zich daar concentrerende problemen, maar ook vanwege de aan wezige economische potenties. Een voorlopige reactie van de regering op de eerder dit jaar uitgebrachte adviezen van de commissie-Montijn en de Raad voor het Binnenlands Bestuur is inmid dels verschenen. Alvorens een defini tief standpunt te bepalen, wordt overleg gepleegd met de betrokken overheden. De naderende voltooiing van de zoge naamde 'afslankingsoperatie' kan als .een belangrijke fase in het proces van sanering van de overheidsorganisatie worden beschouwd. De stelselmatige verbetering van de kwaliteit en de doel matigheid van het overheidsapparaat zal de komende jaren echter mede gezien de positie van de overheid op de arbeidsmarkt verder gestalte moeten krijgen. Op de Nederlandse Antillen wordt ge werkt aan versterking van de economie en gezocht naar een nieuwe evenwich tige vormgeving van de staatkundige structuur. Op Aruba worden nadere ge dachten gevormd over de toekomstige relatie met Nederland. Leden van de Staten-Generaal, Op weg naar het laatste decen nium van deze eeuw rust op U een bijzondere verantwoordelijkheid. Er is veel tot stand gebracht, maar er zullen nog belangfijke keuzen moeten worden gedaan ter verankering van het recht van een ieder op een goed milieu, en ter bevordering van de democrati sche en sociale rechtsorde, nationaal, Europees en mondiaal. Van harte wens ik U toe dat Gods zegen op Uw werk rust. Door dr. W. Drees* 'e zeven jaren van de ka- inetten-Lubbers I en II teren gebaseerd op een lentaliteitsomslag in het •olitieke denken die zich in 'et najaar van 1982 voor leed. Na de mislukte bezui- jgingen van het kabinet- 'an Agt I en het 'vechtka- 'inet'-Van Agt II zagen ve en in de politiek in dat er fundamentele maatregelen nodig waren om de staatsfi nanciën weer op orde te krijgen en de economie ge zond te maken. CDA en VVD sloten daarom een re geerakkoord, de basis voor het eerste kabinet-Lubbers, dat omvangrijke en breed gespreide bezuinigingen behelsde. Wat verklaart deze abrupte bereidheid daartoe? Een do zijn leden van het kabinet- Lubbers I was immers bewindspersoon in eerdere kabinetten en de premier zelf had ervaring opgedaan in het kabinet-Den Uyl. De verandering in hun denken en dat van hun fracties rust te op twee pijlers: ten eerste begon men in te zien dat de zware belastingdruk en het hoge overheidstekort funest waren voor de produktie en de werkgelegenheid en ten tweede was men geschrok ken van de nog altijd fors toenemende omvang van het overheidstekort. Trendbeleid diende elk jaar met een pro cent van het nationale inko men te dalen, zónder lasten verzwaring. Eigenaardig was dat de regeringspartijen overeenkwamen elk jaar achtereen fors om te buigen. Dit in tegenstelling tot eerde re besnoeiingsoperaties, zoals in de jaren '50 na de Korea- en Suezcrises, toen een om vangrijk plan werd doorge voerd met rust nadien. Bezuinigingen door verande ring van structuren (bijvoor beeld van het ambtelijk ap paraat of van sociale en fis cale wetgeving) vergen veel tijd. Verlaging van uitkerin gen, salarissen en subsidies of verhoging van belastingta rieven gaat sneller. Het eer ste kabinet-Lubbers wilde snel snoeien en bereikte dit onder meer door twee heilige huisjes te slopen: het trend beleid voor ambtenaren (waarbij zij de loonsverho gingen in het bedrijfsleven volgen) en dezelfde 'wel vaartsvastheid' van de socia le uitkeringen. De tijdens het eerste kabinet-Van Agt tot stand gekomen Wet Aanpas singsmechanismen (WAM), die deze koppelingen regel- Een aanwijzing voor de nei ging tot incidenteel beslissen is dat de WAM tijdens de ka- binetten-Lubbers telkenjare buiten spel werd gezet maar nimmer werd ingetrokken, zodat deze per 1 januari aan staande weer kan gaan func tioneren. Zie verder pagina 23

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 17