r ftzidóeSouMi/ng „Aan mn ogen konden ze wel zien of het ja of nee was" Ontmoeting kerk wereld Polen ontdekken gevolgen eigen anti-semitisme GEESTELIJK LEVEN/OPINIE £eidóe 6oma/nt ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1989 PAGIN|NL door Marinus van der Berg „Je mag wel wat schrijven over onze ervaringen", zei hij. „Als wij daarmee andere men sen kunnen helpen". Een diep verdriet had hem en zijn vrouw getroffen. Hij was me dedeelzaam over het verdriet. Hij wilde het niet alleen voor zichzelf houden als strikt pri vé. Maar er was ook geen spoor van leed-show, in de zin van „moet je eens zien wat wij hebben meegemaakt". Verdriet kun je ook misbrui ken. Met verdriet kun je macht uitoefenen door mis schien ongemerkt jezelf steeds in de schijnwerper te plaatsen. Maar geen spoor van dit alles beluisterde ik hier. De opmerking kwam veel meer voort vanuit een diep besef dat er ook anderen zijn met verdriet. Verdriet is persoonlijk, maar ook universeel. Het troost zel den echt als anderen zeggen: „er zijn meer mensen met ver driet, je moet niet denken dat je de enige bent". Zulke troost gaat voorbij aan het unieke, aan het persoonlijke en ook aan de eenzaamheid in het verdriet. Er zijn momenten waarop je je erg alleen kunt voelen, de mo menten waar jezelf door heen moet en waarbij niemand je kan helpen. Als er in jezelf ook een besef doordringt van ver bondenheid met anderen die ook verdriet te dragen heb ben, dan kan je dat bewaren voor isolement. Dat kan een horizon aan je verdriet geven. Dit besef voelde ik hier door klinken. Je kunt egoïstisch maar je kunt ook delend met je verdriet omgaan. Nog een andere gedachte kwam bij mij op toen ik hierover nadacht. Mensen getroffen door het verdriet kunnen door het ver driet verslagen zijn, verbijs terd, zich gebroken voelen, machteloos en ontredderd, maar ook kunnen ze zich soms oprichten vanuit een diepe innerlijke kracht en voorgangers worden in het verdriet. In de wijze waarop ze met hun verdriet omgaan roe pen ze respect op. Het blijkt telkens weer dat de drempel hoog is om een huis binnen te gaan, waar een zieke woont met een dodelijke ziekte, een huis waar mensen een groot verlies leden. De drempel lijkt voor sommi gen huizenhoog en ze kunnen uit zichzelf niet over die drem pel heen komen. Enkele malen mocht ik meemaken dat de mens in het verdriet, dat de zieke zelf de drempel verlaag de, de deur opende, bezoek over haar innerlijke drempel vrees heenhielp. Zo waren mensen in verdriet voorgan gers. Zo waren zij de mensen die anderen weer opgelucht naar huis lieten gaan. Soms hoor ik het geluid dat ik in deze kolom nog al eens schrijf over verlies en verdriet. Dat is ook zo. Ik weet dat te vaak niet goed is, maar zo vaak dient het zich op mijn weg aan. Zo vaak merk ik die nauwelijks nog gehoorde roep van mensen: „waarom gaan ze mij uit de weg, we zijn toch niet besmet, spreek er toch met ons over, niet meer noe men van de naam is erger dan wel noemen, denk toch niet te gauw dat het voorbij is, verge ten doen wij nooit, elke dag denken we eraan". Er is zo een dringende be hoefte aan ontmoeting. Aan ontmoeting die ruimte schept voor het verhaal. Ontmoeting waarin niet de een de sterke is en de ander de kwetsbare, maar waarin we elkaar, soms zwijgend, soms met tranen in de ogen, zo kunnen aankijken dat we het Goede Gelaat zien, dat de ervaring kan groeien dat we niet aan ons harde lot worden overgelaten. In die ontmoeting waarin niets- meer-moet kunnen onze won den geheeld worden, lang zaamaan. Ontmoeting wordt mogelijk als we ruimte schep pen, als we rustig en stil dur ven te worden, als we tijd ma ken, als het besef in ons door dringt dat de ander voorgan ger in verdriet kan zijn. Ontmoeting is dan ook een keuze voor een wijze van kij ken, luisteren, en leven die an ders is dan het leven van alle dag waar haast, gewichtig heid, tijd is geld, alsmaar ver der moeten zo gemakkelijk de overhand heeft. Wis kiest voor de ontmoeting kan geraakt worden door het wonder dat de mens is. Die ontmoeting maakt mij stil. Kiezen voor ontmoeting is het thema van de Nationale Ziekendag, mor gen. Zieken kunnen voorgan gers zijn. (De brochure van de Nationale Ziekendag is te bestellen bij „De Zonnebloem", Postbus 2100, 4800 CC Breda. Tel: 076-659325) Ojec: crisis in relatie joden-christenen DEN HAAG De joods- christelijke ontmoeting is door de ontwikkelingen rond het klooster in Auschwitz in een crisis geraakt, ook in Ne derland. Dat heeft het Ojec, het overlegorgaan van joden en christenen in ons land, ge schreven aan kardinaal Si- monis. In de brief wordt fel geprotes teerd tegen de uitlatingen van de kardinaal als zouden fana tieke joden de situatie in Auschwitz hebben opgehitst. De kardinaal heeft volgen^ het Ojec bovendien daarmee bij zeer velen de indruk gewekt de Poolse kardinalen Glemp en Macharski te willen verde digen. De Joodse Gemeente in Amsterdam heeft ook een pro testbrief gestuurd. Het grootste joodse kerkge nootschap in ons land, het Ne derlands Israelietisch Kerkge nootschap, heeft een voorge nomen gesprek over het kloos ter met kardinaal Simonis af gezegd na diens uitlatingen. „In deze situatie is het niet langer zinvol het gesprek te laten doorgaan", aldus voorzit ter dr.ir. E.M. Wikler. „Simo nis heeft oorzaak en gevolg van de slechter geworden be trekkingen tussen joden en christenen omgedraaid. De de monstraties in Auschwitz be gonnen toen de afgesproken termijn voor verplaatsing van het klooster was Sommige mensen ruilen hun eer in voor eerbewijzen TONIA MENTINK, GROOTMOEDER VAN VIJFTIG KLEINKINDEREN: Zij is moeder van zestien kinderen en zou eigenlijk Maria moeten heten. Anto- nia Theodora Men tink- Jan sen (81) uit Baak omarmde vorige week Hans, haar vijftigste kleinkind. Voor 'al die kinderzegen' is ze heel dankbaar, vooral te genover Maria, die zij 'ons aller Moeder' noemt. Welis waar bidt Tonia niet meer de hele rozenkrans na het eten, voor het overige is haar levensinstelling wei nig veranderd. „Ik ben dankbaar voor alles, maar ik zou het niet meer over willen doen." Terwijl ze de sokken van haar twee vrijgezelle zoons stopt vertelt de 81- jarige Tonia Mentink- Jansen haar levensver haal, dat klinkt als een loflied op het moeder schap. Toen ze haar eer ste kind kreeg was Tonia 21 jaar. In de twintig jaar daarna zouden er nog vijftien volgen, een enke le miskraam in de oorlog niet meegerekend. „Ik heb er niks geen moeite mee gehad en ze waren allemaal welkom. Ik wil de altijd een groot gezin, dat leek me fijn." Jan, haar man zaliger, ook. „Je kinderen maken je niet arm, zei hij altijd. Je blijft er jong bij." Dertien jaar geleden is hij plotseling gestorven. Met de Kerstdag. „In de Kerstnacht waren we samen nog naar de kerk 'ewest. Ja, hij hef' al tied hard gewerkt enne ja.... Hij was 76. Hij is zo ingeslapen, zegt den dokter, heel rustig ingeslapen. Hij kon al heel slecht lopen de laatste jaren. Hij was om zo te zeggen uut'e- leefd." Aan Tonia zelf is de tand des tijds ook waarneembaar. Ze loopt sterk gebogen, maar met haar hoofd met de pientere, onderzoekende ogen fier op gericht. „Versleten ruggewer- vels", zegt ze achteloos. „Voor de rest mankeert mie niks. Ik heb geen hoge bloeddruk en ik heb geen suuker." Ze begon de dag vroeger om half zes en ze werkte door tot dat ze naar bed ging. Soms zat ze 's nachts nog kousen te stoppen („en dat vaders het bed uutkwam en zei: nou, maak je maar dat je er inne komt"). Ze hadden een kleine boerderij van drie hectare en dat was geen vetpot, maar „we hebt altied genoeg te eten 'ehad". Haar man werkte overdag bij de baas en zij voerde de varkens en de kip pen. Dat was nu eenmaal het werk van de vrouw. En nog het een en ander. „Ik heb altied 's morgens het brood voor de jongens 'es- meerd. 't Is wel 'es 'ewest dat ik voor zeven man moe$t smeren voor de eerste lichting die wegging. Nooit 's avonds, altied 's morgens. En als we d'r weer een kleine bie had den, nou ja, dan gaf ik 's mor gens de borst tegen vijf uur, half zes. Die kreeg het eerste wat. Dan kwam de rest. „Ik heb ook wel drie keer per dag warm eten 'ekookt. Oh, toen waar' ik er toch ook zo druk mee, verschrikkelijk, toen kon ik haast niks anders meer doen. 's Middags als de kinderen uut school kwamen had ik het warm eten klaor. Dan moesten we 's avonds het eten klaor hebb'n as de jon gens van 't werk kwamen, want die moesten weer vroeg naar de ambachtsschool. En mien man kwam altied vaak 's avonds laat van 't werk weer thuus, zes uur, half ze ven. Ja, en dan moest die nog 's warm eten hebben. Toen werd het me te veel en zijn FOTO: PERS UNIE we begonnen met 's avonds warm eten." Als ze haar vroegere positie nu eens vergelijkt met die van de vrouwen van tegen woordig, wat zegt ze dan? Bedachtzaam: „Ja, wat zeg-ie dan." Ze lacht afhoudend ver ontschuldigend. „In elk geval, voor klagen, daar had je vroeger eens geen tied voor. Hoe minder je d'r an denkt... Als je eens wat voelt... tegenwoordig, dan moet ze overal tabletten voor hebben. Dan had je vroeger niet. En dan denk ik zo: dat heurt ér bie. Dat moet ze zelf maar weten. Daar prakkizeer ik eigenlijk gaar niet over. Wantte... ik kreeg ook nog een tweeling. Veertien en vijftien, die kwamen tegeliek. Toen was er wel feest in Baak." Ze lacht hard en schel. Hoe heeft ze dat ervaren, al die kinderen? „Oh fijn! Fijn, ja. Fijn!" Ze mitrailleert de woorden in mijn richting. Haar felle ogen weerhouden mij hardop aan die uitspraak te twijfelen. „Dat was mien wens ook. Dat was mien wens ook ja. Ja, ja. Heel goed. Ze waren allemaal welkom, ja. En toen die twee ling geboren is, nou, toen zat ik zelf zonder hulp. Een doch ter in het ziekenhuis en drie in betrekking. Die kwamen dan wel 's een dag in huus. En zo hebt wie ons 'ered. Want vroeger was er geen kraamhulp. De dokter die kwam en dan de buurvrouw, die kwam 's morgens helpen." Ze heeft zelf in de buurt ook altijd geholpen. „Die buren hulp die is niet meer. Tegen woordig moet alle hulp die je hebt betaald worden, dat was vroeger niet zo. Dat vind ik niet wat. Dat hebben wie in onze familie nooit 'edoan. En de kinderen doen dat ook niet. Want de kinderen bint allemaal heel goed aan de gangs. Ze hebt allemaal werk en allemaal hun eigen wo ning. En ze hebt altied me kaar geholpen. Ook al is het een hele nieuwe woning bou wen. Zonder betalen. Dat doet ze nog." Heeft ze zich het leven met minder kinderen wel eens voorgesteld? „Jawel. Maar of dan de kin deren ook makkelijker waren 'ewest, dat weet ik niet. De ene voedt de andere op. En dat zeg ik: ik heb altijd regel gehad in het gezin. Aan m'n ogen konden ze wel zien of het ja of nee was." De pil of een ander voorbe hoedsmiddel zou ze nooit ge bruikt hebben, dat staat vast. „Nee, daar is de kerk altied tegen 'ewest. En nog. Ik vind maar zo: als je oe plicht doet, dan mo'je ook op God ver trouwen. Het godsvertrouwen is d'r niet meer, dat is d'r niet meer." De dochters wijken met aan tallen van acht, zeven en vijf kinderen niet zo heel veel van hun moeder af. „Ik heb er nooit over 'eproat, dat moet ze zelf maar weten." Evenmin laat ze zich in met „praatjes" dat een groot kindertal niet meer verantwoord is tegen over de mensen in de derde wereld: er is genoeg op de we reld, alleen de verdeling klopt Band Ze' zegt haar man nog in veel dingen te missen. „De band van echtgenoten is sterker nog als de band van ouders-kinderen. Ja, dat kan ik wel zeggen." Tranen in de ogen: „En als je dan naar een feest gaat en zo en je bent al leen, nou, dat valt niet mee." Maar ze gelooft dat ze te zij ner tijd weer met hem zal worden verenigd. „Als je dat geloof niet hadd'n dan was het nog veul erger. Ik verlang niet naar de dood, maar hij schrikt me ook niet af. Die komt vanzelf." Ja, ja, knikt ze, alsof ze zichzelf bevestigt. „Het godsvertrouwen houdt oe op de been." Ze heeft nog wel een Rijnreis met hem kunnnen maken, de eerste vakantie van hun le ven. Ze gingen met een clubje van zes, drie mannen en drie vrouwen. Het is inmiddels tot de helft geslonken. Elke zon dag gaan de drie weduwen naar de kerk, zij samen met haar beide zoons. De andere kinderen gaan niet meer alle zondagen („dat moet ze zelf verantwoorden"). Het enige verschil met vroeger is, dat ze niet meer de hele rozenkrans bidt, maar 'alleen nog een tientje, na het eten." „Jammer, dat er zo weinig mensen meer in de kerk zit ten. We gebruiken op gewone zondagen alleen de kapel. Die grote kerk is te duur voor zo weinig mensen." Tonia leidt ons er binnen met een mengeling van trots en eerbied. Aan de ingang ligt het parchochieblaadje voor het grijpen. Wegwijs heet het. Ik lees over het feest van Ma ria tenhemelopneming, in au gustus gevierd: „Gij zijt geze gend onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot." Heeft ze het feest meegevierd? „Natuurlijk", zegt ze haast verwijtend over de vraag. Na een korte rondleiding, waarbij ze ons op gedempte toon de heiligdommen van de kerk laat zien, komen we bij het altaar van Maria van al tijddurende bijstand. Met een gebaar dat vertrouwd is steekt ze een kaars aan en verwijlt enige ogenblikken in stille in keer. Waar dacht ze aan? „Dat Maria onze hemelse moeder is. Dat je al je zorgen voor haar kunt neerleggen en dat ze het beste voor haar kinderen over heeft, net als elke goeie moeder." Lijkt ze zelf niet een beetje op moeder Maria? Licht geschrokken: „Nee, dat mag ik niet zeggen. Maria is wel altied mien grote voor beeld 'ewest. En ik bid om haar voorspraak voor het hiernamaals." Wat stelt ze zich daarvan voor? „Dat ik het beter hebbe dan hier." Heeft ze hier op aarde dan geen goed leven gehad? Terughoudend: „Ik heb niks te klagen." Waarop ze aanval lend laat volgen: „Nee, ik vind het goed, heel goed. Ik ben dankbaar voor alles. Maar ik hoef 't niet meer over te doen." HOMME KROL Anti-semitisme lijkt in Polen een onuitroeibaar verschijn sel. Zelfs nu in Polen vrijwel geen joden meer wonen, zijn zij geregeld voorwerp van dis puut tussen kerk en staat. De Poolse primaat kardinaal Glemp verwoordde onlangs op een bijeenkomst in Czesto- chowa naar aanleiding van de joodse protesten tegen de aan wezigheid van het karmelie tessenklooster in Auschwitz de opvattingen die decennia lang in Polen over de joden de ronde hebben gedaan. De joden moeten niet denken dat zij kunnen spreken vanuit de positie van een natie die bo ven alle andere is verheven, zei hij toen En ook: als er geen anti-polonisme is, dan zal er ook geen anti-semitisme zijn. In de visie van Glemp heerst er kennelijk nog steeds een tegenstelling tussen die twee. Diezelfde Glemp nam in 1983 het initiatief tot een officiële herdenking, veertig jaar na dato, van de vernietiging van het joodse getto in Warschau door de SS. Het was de eerste keer dat dit na de oorlog ge beurde. De .joodse kwestie" (zo wordt ze genoemd bij gebrek aan jo den zelf!), beroert het schuld gevoel van de diverse macht scentra: de kerk, de commu nistische partij en de bewe ging rond Solidariteit die nog maar zéér recent tot de kring van machthebbers is toegetre den. De .joodse kwestie" dient er soms toe posities te markeren binnen de tot voor kort vrij stabiele interne Pool se machtsverhoudingen. En dat deze aan het schuiven zijn mag duidelijk zijn sinds de te rugval van de communisten en het aan het bewind komen van Solidariteit, waarin niet de hiërarchische kerk maar de rooms-katholieke leken het voor het zeggen hebben. De anti-joodse uitlatingen zo als Glemp die heeft gedaan op de manifestatie in Czestocho- wa waarin deze appelleerde aan gevoelens van ouderwets Pools katholiek nationalisme, hebben dus vooral ook een binnenlandse functie. Dat de Poolse paus Johannes Paulus II zich in de publieke discus sie tot nu toe over de kloos terkwestie afzijdig heeft ge houden zou alles te maken hebben met het feit dat hij de veranderde verhoudingen binnen de katholieke Poolse wereld niet wil verstoren, hoe onaanvaardbaar dit ook over komt op de buitenwacht in het westen die niets liever heeft dan dat het karmelietes senklooster nog liever van daag dan morgen uit het con centratiekamp Auschwitz wordt verplaatst. Schuldgevoel Dit ongeduld dat, zoals vol strekt duidelijk is, alles te ma ken heeft met het westerse schuldgevoel over het lot dat de joden door de nazi's is aan gedaan, schijnt bij diegenen die de meest nabije getuigen waren van dit drama, ogen schijnlijk volstrekt afwezig te zijn. Niet helemaal, want de Poolse kardinaal Macharski liet zich door zijn collega's uit het westen overreden, alsnog het klooster te verplaatsen. Het getuigt van het feit dat ook in Polen de bezinning op de holocaust begonnen is en het is zelfs aannemelijk te stellen dat juist het initiatief tot vestiging van zo'n klooster in Auschwitz deel uitmaakt van de langzaam op gang ko mende bezinning in katholie ke kring over deze schuld vraag. Maar waarom is deze van zo'n recente datum? Polen heeft eeuwen lang een gastvrij on derdak geboden aan de joden. Dat zou pas veranderen toen tweehonderd jaar geleden Po len als staat ten onder ging. Dé Duitse historicus Heinrich Jaenecke schreef, toen in 1981 de beweging Solidariteit werd verboden: „De Poolse geschie denis van de afgelopen twee eeuwen is een aaneenschake ling van rampen, verloren oorlogen, mislukte opstanden, vergeefse hervormingen en steeds nieuwe overweldigin gen". In zekere zin is het Poolse anti-semitisme een bijproduct van een natie geweest die niet langer heer en meester was in haar eigen land, dat over de hoofden van de Polen heen beurtelings een twistappel was van Pruisen en Russen. De haat keerde zich in eigen contreien tegen de joden die als vrijdenkers de tegenpool waren van de katholieken en als handelslieden de jaloezie opwekten van de Poolse boe ren en adel. Aleksander Smolar, een Pool se historicus die onlangs in het Franse tijdschrift Esprit (juni 1987) op consciëntieuze wijze verslag heeft gedaan van de gecompliceerde ver houdingen tussen Polen en jo den wijst er op dat veel joden toen zij na de inval van Hitier en Stalin in 1939 uit twee kwaden moesten kiezen aan de bolsjewieken de voorkeur gaven. De joden weigerden zich te vereenzelvigen met de Poolse staat. Velen van hen, aldus Smolar, vervulden tot 1941, toen Hitier de Sovjetu nie binnenviel, bestuursfunc ties, dit uiteraard tot grote woede van de katholieke Po len die in hen collaborateurs zagen. Ditzelfde zou zich her halen toen de Russen na de oorlog wederrechtelijk aan de Polen een communistisch re gime opdrongen waarvan zij niet waren gediend. Ook daar speelden, weliswaar kort, jo den een belangrijke rol in. Naderhand zouden de com munisten zich weer van hen ontdoen in een poging alsnog de sympathie te veroveren van de katholieke Polen. Het resulteerde in het vertrek van de laatste tienduizenden joden naar Israel en de Verenigde Staten, die de holocaust had den overleefd. Relativering Het anti-semitisme "in Polen was zoals overal, ook deels re ligieus, lees: christelijk geïn spireerd. Toch weerhield dit vele katholieke Polen er niet van in de oorlog joden bij te staan. Het laat zich enigszins vergelijken met de houding van de gereformeerden in Ne derland die vanuit hun geloof de joden terecht wezen, maar het niettemin als hun christe lijke plicht zagen de joden on derduikadressen aan te bie den. In Polen handelden vele katholieken niet anders. Smo lar geeft daar overtuigende voorbeelden van. Met recht relativeert hij de in het wes ten wijd verbreide stelling dat de christelijke kerk de voor waarden heeft geschapen voor het ontstaan van de ho locaust. 'In deze visie wordt de geheel eigen dynamiek die het moorddadige nazisysteem kenmerkte, over het hoofd gezien. Daar waar continuïteit wordt bespeurd is van de meest afschuwelijke vermin king sprake: de vernietiging van de joden geeft juist blijk van een opstand tegen de waarden en de morele princi pes van de christelijke kerk'. Het nieuws over de vernieti ging van de joden na de oor log veroorzaakte een schok in de publieke opinie in het wes ten. Niets van dit alles in Po len waar de joden door een groot deel van de bevolking als staatsvijandige burgers werden gezien. Bovendien: niet alleen drie miljoen joden, ook nog eens een zelfde aan tal andere Polen werd door nazi's en communisten om het leven was gebracht- Het pro ces van nadenken over het lot van de joden tijdens de oorlog kwam nauwelijks van de grond doordat de RK kerk al haar energie - anders dan de christelijke kerken in West- Europa - moest steken om tij dens het communistische regi me te overleven. Van de niet- katholieke elite kon dit initia tief evenmin uitgaan: zij wa ren in diskrediet geraakt doordat velen van hen zich vereenzelvigd hadden met een totalitair regime. Zie hier het vacuüm over de schuld vraag zoals door Smolar ver klaard. De Polen zijn nu aan een deli cate inhaaloperatie bezig, maar het is duidelijk dat deze heel moeizaam verloopt om dat de katholieken zelf van hun eigen land nog maar sinds kort volwaardige staats burgers zijn. Hun anti-semitis me is een uiting van zelfbe houd geweest, waarvan zij de verschrikkelijke gevolgen eerst nu pas goed beginnen te ontwaren. PAUL VAN VELTHOVEN Spanningen in Suriname NADAT opstandige indianen in Suriname enkele dagen leden op vier ver uiteen gelegen plaatsen gijzelacties haddj me£ uitgevoerd, hebben zich weinig nieuwe ontwikkeling1^ voorgedaan. Vice-president Arron heeft verklaard dat delgen i gering zal trachten een vreedzame oplossing van de actiesekt. bewerkstelligen, maar dat is kennelijk gemakkelijker gez®r vol dan gedaan. De indianen hebben zich bereid verklaard P een dialoog, maar hun voorwaarden zijn niet gering en P middels hebben ze al weer nieuwe eisen gesteld. Centrf staat nog steeds de vraag in hoeverre het leger van Bouteti bij de acties betrokken is. Illl! De kennelijk zorgvuldig voorbereide kapingen van veerboot, een vliegtuigje, een pompstation en een vrachtl zijn het directe gevolg van de grote onvrede onder de Si naamse indianen. Grotendeels wonend in de binnenlam van onze voormalige kolonie is en was een armoedig best; hun deel. Bedraagt het werkloosheidspercentage in Paranj^^ ribo enige tientallen procenten, onder de indianen zijn maar weinigen met een baan. Door hun teruggetrokken staan dreigden de indianen de afgelopen maanden nog mi dan ooit tevoren een vergeten groep te worden. Daar hebbL zij nu met hun acties in één klap een eind aan gemaakt. he eondl MET lede ogen hebben de indianen moeten toezien hoe ho^ traditionele opponenten, de bosnegers, zich een veel sterkqg jo( positie wisten te verwerven. Onder aanvoering van guerifcanee laleider Ronnie Brunswijk hebben die hun strijd zo lang zei ten vol te houden dat de Surinaamse regering niets andaPe*s restte dan in Kourou met het junglecommando een waper ^r( stilstand te sluiten. Met dat akkoord wisten Brunswijk en zhja^( mannen rechtsvervolging af te kopen, maar dat niet alleA-onti De in de praktijk ondertussen goed getrainde manschappjn or van het junglecommando zullen ook nog bepaalde politietjnalei ken mogen gaan uitvoeren. ONDER de 8000 Surinaamse indianen is sindsdien de onri alleen maar toegenomen. Toen Brunswijk zijn opstandige ties begon, sloeg de indianen de schrik zo om het hart, dat met duizenden tegelijk op de vlucht sloegen, vooral na Frans-Guyana. Dat hun aartsrivalen als beloning voor guerrilla-strijd politie-agentje mogen gaan spelen, bescho wen de indianen als een klap in ljun gezicht. Zij vrezen, ni zonder reden, daarvan het slachtoffer te worden. gei hi eft nisti i dsac orde: 'mst l-'U ed V TVT II 1\ U blijft de vraag of hier sprake is van een spontane opwe t ling van de indianen, of dat legerleider Desi Bouterse hi onvrede heeft misbruikt. Die is, meer dan wie ook, fel g kant tegen het akkoord van Kourou. Dat akkoord ontna Bouterse immers de mogelijkheid af te rekenen met de rel len van Brunswijk die het vooral op hem hadden gemui^j Dat hij, Bouterse, vervolgens een aantal van die opstandelii gen ziet terugkeren met politietaken is voor de ex-dictat( echt te veel van het goede. De gewelddadige nasleep van het akkoord van Kourou iL lustreert hoe wankel het evenwicht in Suriname is. Bouter^. heeft plaats moeten maken voor een burgerregering die democratie in Suriname een kans probeert te geven. MaA/i met de militaire macht achter zich, is Bouterse nog steeu.r-1. een factor van betekenis. Hij heeft het akkoord van Kour^ scherp afgekeurd, aangedrongen op herziening en bovendii verklaard dat de regering te licht is bevonden. Er is wei: fantasie voor nodig om een verband te kunnen leggen tu: de onvrede van Bouterse en de gijzelacties van de indianei SURINAME ondervindt nu de gevolgen van de halfslachp ge manier waarop een burgerregering is gevormd, namelij zonder definitief de macht van de militairen in te perkei Alleen wereldvreemde optimisten zullen hebben geloofd d; twijfelachtige figuren als Bouterse zich zo maar aan de kaïfO zouden laten zetten. Ondanks de betrekkelijke rust blijft dn situatie in Suriname uiterst explosief. Er hoeft maar weini te gebeuren om de vlam in de pan te laten slaan, met ee burgeroorlog als onvermijdelijk gevolg. De Surinaamse rege 1 ring die onlangs op het punt stond de noodtoestand in he n land op te heffen, heeft terecht besloten daar nog maar eve n mee te wachten. Wind DE BILT (KNMI) Boven Oost-Spanje en Zuid-Frankrijk ligt een depressiegebied met verschillende kernen. Dit sy steem, waarin zich vooral in de middag of avond onweers buien vormen, beweegt zich als geheel langzaam wat in de richting van Noord-Frankrijk en België. Gelijktijdig breidt een nieuw hogedrukgebied zich vanaf de Britse eilanden naar Zuid-Skandinavie uit. Boven een groot deel van West-Europa staat hierdoor een noordoostelijke stroming. Deze neemt vandaag nog wat in kracht toe. In ons land wordt daarmee vrij warme lucht aangevoer. Deze is af komstig uit Polen en stroomt met een wijde boog via noord- Duitsland naar ons land. Vlak ten noorden van ons ligt de begrenzing met koudere lucht, deze lucht kan ons echter niet bereiken. Bij een wat toene mende noordooster blijft het bij ons overwegend zonnig en tamelijk warm. :ndg het midden en zuiden mogelijk enk >Üti' le regen- of onweersbuien Middaj t temperatuur ongeveer 25 graden. eng Ring lilden uua dl CU iuc tuil. tui»! regen of onweersbuien. MiddagtenINA peratuur van 19 graden langs de K e di naalkust tot 25 graden elders. Spanje en Portugal: Wisselend bi l.n wolkt en enkele onweersbuien. 1in Noord-Spanje laaghangende bewo >0r king en af en toe regen of motrege NA Middagtemperatuur van 20 graden i het noorden tot 25 graden in Zuiii" T Portugal. Langs de Spaanse oostku ten 27 graden en in het Spaanse bii1,001 nenlana plaatselijk 30 graden. WEERRAPPORT diverse Weersvooruitzichten voo Europese landen, geldig I morgen. Noorwegen Overwegend zonnig en droog weer. Middagtemperatuur van 17 graden langs de kust tot 19 graden in het binnenland. Zweden In het uiterste zuiden eerst nog wolkenvelden en mogelijk wat motregen Overigens overwegend zonnig en droog weer Middagtempe ratuur ongeveer 19 graden. Denemarken: Wolkenvelden, maar ook af en toe wat zon. Kans op wat motregen. Middagtemperatuur onge veer 20 graden Ierland en Schotland. Droog en zon nig weer. Middagtemperatuur van 13 graden in Schotland tot 16 graden in Engeland. Overwegend zonnig maar in Zuid-Engeland ook wolkenvelden Vrijwel overal droog, ratuur van 16 graden in het r tot 20 in het zuiden. België en Luxemburg: Geleidelijke toename van bewolking en kans op een bui, mogelijk onweer. Middag temperatuur ongeveer 24 graden. West-Duitsland Af en toe zon en in de este es I Damascus Los Angeles

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 2