r
ftzidóeSouMi/ng
„Aan mn ogen konden ze wel
zien of het ja of nee was"
Ontmoeting
kerk
wereld
Polen ontdekken gevolgen eigen anti-semitisme
GEESTELIJK LEVEN/OPINIE
£eidóe 6oma/nt
ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1989 PAGIN|NL
door Marinus van der Berg
„Je mag wel wat schrijven
over onze ervaringen", zei hij.
„Als wij daarmee andere men
sen kunnen helpen". Een diep
verdriet had hem en zijn
vrouw getroffen. Hij was me
dedeelzaam over het verdriet.
Hij wilde het niet alleen voor
zichzelf houden als strikt pri
vé. Maar er was ook geen
spoor van leed-show, in de zin
van „moet je eens zien wat wij
hebben meegemaakt".
Verdriet kun je ook misbrui
ken. Met verdriet kun je
macht uitoefenen door mis
schien ongemerkt jezelf
steeds in de schijnwerper te
plaatsen. Maar geen spoor
van dit alles beluisterde ik
hier. De opmerking kwam veel
meer voort vanuit een diep
besef dat er ook anderen zijn
met verdriet.
Verdriet is persoonlijk, maar
ook universeel. Het troost zel
den echt als anderen zeggen:
„er zijn meer mensen met ver
driet, je moet niet denken dat
je de enige bent". Zulke troost
gaat voorbij aan het unieke,
aan het persoonlijke en ook
aan de eenzaamheid in het
verdriet.
Er zijn momenten waarop je je
erg alleen kunt voelen, de mo
menten waar jezelf door heen
moet en waarbij niemand je
kan helpen. Als er in jezelf ook
een besef doordringt van ver
bondenheid met anderen die
ook verdriet te dragen heb
ben, dan kan je dat bewaren
voor isolement. Dat kan een
horizon aan je verdriet geven.
Dit besef voelde ik hier door
klinken. Je kunt egoïstisch
maar je kunt ook delend met
je verdriet omgaan. Nog een
andere gedachte kwam bij mij
op toen ik hierover nadacht.
Mensen getroffen door het
verdriet kunnen door het ver
driet verslagen zijn, verbijs
terd, zich gebroken voelen,
machteloos en ontredderd,
maar ook kunnen ze zich
soms oprichten vanuit een
diepe innerlijke kracht en
voorgangers worden in het
verdriet. In de wijze waarop ze
met hun verdriet omgaan roe
pen ze respect op. Het blijkt
telkens weer dat de drempel
hoog is om een huis binnen te
gaan, waar een zieke woont
met een dodelijke ziekte, een
huis waar mensen een groot
verlies leden.
De drempel lijkt voor sommi
gen huizenhoog en ze kunnen
uit zichzelf niet over die drem
pel heen komen. Enkele malen
mocht ik meemaken dat de
mens in het verdriet, dat de
zieke zelf de drempel verlaag
de, de deur opende, bezoek
over haar innerlijke drempel
vrees heenhielp. Zo waren
mensen in verdriet voorgan
gers. Zo waren zij de mensen
die anderen weer opgelucht
naar huis lieten gaan.
Soms hoor ik het geluid dat ik
in deze kolom nog al eens
schrijf over verlies en verdriet.
Dat is ook zo. Ik weet dat te
vaak niet goed is, maar zo
vaak dient het zich op mijn
weg aan. Zo vaak merk ik die
nauwelijks nog gehoorde roep
van mensen: „waarom gaan
ze mij uit de weg, we zijn toch
niet besmet, spreek er toch
met ons over, niet meer noe
men van de naam is erger dan
wel noemen, denk toch niet te
gauw dat het voorbij is, verge
ten doen wij nooit, elke dag
denken we eraan".
Er is zo een dringende be
hoefte aan ontmoeting. Aan
ontmoeting die ruimte schept
voor het verhaal. Ontmoeting
waarin niet de een de sterke is
en de ander de kwetsbare,
maar waarin we elkaar, soms
zwijgend, soms met tranen in
de ogen, zo kunnen aankijken
dat we het Goede Gelaat zien,
dat de ervaring kan groeien
dat we niet aan ons harde lot
worden overgelaten. In die
ontmoeting waarin niets-
meer-moet kunnen onze won
den geheeld worden, lang
zaamaan. Ontmoeting wordt
mogelijk als we ruimte schep
pen, als we rustig en stil dur
ven te worden, als we tijd ma
ken, als het besef in ons door
dringt dat de ander voorgan
ger in verdriet kan zijn.
Ontmoeting is dan ook een
keuze voor een wijze van kij
ken, luisteren, en leven die an
ders is dan het leven van alle
dag waar haast, gewichtig
heid, tijd is geld, alsmaar ver
der moeten zo gemakkelijk de
overhand heeft. Wis kiest voor
de ontmoeting kan geraakt
worden door het wonder dat
de mens is. Die ontmoeting
maakt mij stil. Kiezen voor
ontmoeting is het thema van
de Nationale Ziekendag, mor
gen. Zieken kunnen voorgan
gers zijn.
(De brochure van de Nationale
Ziekendag is te bestellen bij
„De Zonnebloem", Postbus
2100, 4800 CC Breda. Tel:
076-659325)
Ojec: crisis in relatie joden-christenen
DEN HAAG De joods-
christelijke ontmoeting is
door de ontwikkelingen rond
het klooster in Auschwitz in
een crisis geraakt, ook in Ne
derland. Dat heeft het Ojec,
het overlegorgaan van joden
en christenen in ons land, ge
schreven aan kardinaal Si-
monis.
In de brief wordt fel geprotes
teerd tegen de uitlatingen van
de kardinaal als zouden fana
tieke joden de situatie in
Auschwitz hebben opgehitst.
De kardinaal heeft volgen^ het
Ojec bovendien daarmee bij
zeer velen de indruk gewekt
de Poolse kardinalen Glemp
en Macharski te willen verde
digen. De Joodse Gemeente in
Amsterdam heeft ook een pro
testbrief gestuurd.
Het grootste joodse kerkge
nootschap in ons land, het Ne
derlands Israelietisch Kerkge
nootschap, heeft een voorge
nomen gesprek over het kloos
ter met kardinaal Simonis af
gezegd na diens uitlatingen.
„In deze situatie is het niet
langer zinvol het gesprek te
laten doorgaan", aldus voorzit
ter dr.ir. E.M. Wikler. „Simo
nis heeft oorzaak en gevolg
van de slechter geworden be
trekkingen tussen joden en
christenen omgedraaid. De de
monstraties in Auschwitz be
gonnen toen de afgesproken
termijn voor verplaatsing van
het klooster was
Sommige mensen
ruilen hun eer in voor
eerbewijzen
TONIA MENTINK, GROOTMOEDER VAN VIJFTIG KLEINKINDEREN:
Zij is moeder van zestien
kinderen en zou eigenlijk
Maria moeten heten. Anto-
nia Theodora Men tink- Jan
sen (81) uit Baak omarmde
vorige week Hans, haar
vijftigste kleinkind. Voor
'al die kinderzegen' is ze
heel dankbaar, vooral te
genover Maria, die zij 'ons
aller Moeder' noemt. Welis
waar bidt Tonia niet meer
de hele rozenkrans na het
eten, voor het overige is
haar levensinstelling wei
nig veranderd. „Ik ben
dankbaar voor alles, maar
ik zou het niet meer over
willen doen."
Terwijl ze de sokken van
haar twee vrijgezelle
zoons stopt vertelt de 81-
jarige Tonia Mentink-
Jansen haar levensver
haal, dat klinkt als een
loflied op het moeder
schap. Toen ze haar eer
ste kind kreeg was Tonia
21 jaar. In de twintig jaar
daarna zouden er nog
vijftien volgen, een enke
le miskraam in de oorlog
niet meegerekend. „Ik
heb er niks geen moeite
mee gehad en ze waren
allemaal welkom. Ik wil
de altijd een groot gezin,
dat leek me fijn." Jan,
haar man zaliger, ook.
„Je kinderen maken je
niet arm, zei hij altijd. Je
blijft er jong bij."
Dertien jaar geleden is hij
plotseling gestorven. Met de
Kerstdag. „In de Kerstnacht
waren we samen nog naar de
kerk 'ewest. Ja, hij hef' al tied
hard gewerkt enne ja.... Hij
was 76. Hij is zo ingeslapen,
zegt den dokter, heel rustig
ingeslapen. Hij kon al heel
slecht lopen de laatste jaren.
Hij was om zo te zeggen uut'e-
leefd."
Aan Tonia zelf is de tand des
tijds ook waarneembaar. Ze
loopt sterk gebogen, maar met
haar hoofd met de pientere,
onderzoekende ogen fier op
gericht. „Versleten ruggewer-
vels", zegt ze achteloos. „Voor
de rest mankeert mie niks. Ik
heb geen hoge bloeddruk en
ik heb geen suuker."
Ze begon de dag vroeger om
half zes en ze werkte door tot
dat ze naar bed ging. Soms zat
ze 's nachts nog kousen te
stoppen („en dat vaders het
bed uutkwam en zei: nou,
maak je maar dat je er inne
komt"). Ze hadden een kleine
boerderij van drie hectare en
dat was geen vetpot, maar
„we hebt altied genoeg te eten
'ehad". Haar man werkte
overdag bij de baas en zij
voerde de varkens en de kip
pen. Dat was nu eenmaal het
werk van de vrouw. En nog
het een en ander.
„Ik heb altied 's morgens het
brood voor de jongens 'es-
meerd. 't Is wel 'es 'ewest dat
ik voor zeven man moe$t
smeren voor de eerste lichting
die wegging. Nooit 's avonds,
altied 's morgens. En als we
d'r weer een kleine bie had
den, nou ja, dan gaf ik 's mor
gens de borst tegen vijf uur,
half zes. Die kreeg het eerste
wat. Dan kwam de rest.
„Ik heb ook wel drie keer per
dag warm eten 'ekookt. Oh,
toen waar' ik er toch ook zo
druk mee, verschrikkelijk,
toen kon ik haast niks anders
meer doen. 's Middags als de
kinderen uut school kwamen
had ik het warm eten klaor.
Dan moesten we 's avonds het
eten klaor hebb'n as de jon
gens van 't werk kwamen,
want die moesten weer vroeg
naar de ambachtsschool. En
mien man kwam altied vaak
's avonds laat van 't werk
weer thuus, zes uur, half ze
ven. Ja, en dan moest die nog
's warm eten hebben. Toen
werd het me te veel en zijn
FOTO: PERS UNIE
we begonnen met 's avonds
warm eten."
Als ze haar vroegere positie
nu eens vergelijkt met die
van de vrouwen van tegen
woordig, wat zegt ze dan?
Bedachtzaam: „Ja, wat zeg-ie
dan." Ze lacht afhoudend ver
ontschuldigend.
„In elk geval, voor klagen,
daar had je vroeger eens geen
tied voor. Hoe minder je d'r
an denkt... Als je eens wat
voelt... tegenwoordig, dan
moet ze overal tabletten voor
hebben. Dan had je vroeger
niet. En dan denk ik zo: dat
heurt ér bie. Dat moet ze zelf
maar weten. Daar prakkizeer
ik eigenlijk gaar niet over.
Wantte... ik kreeg ook nog
een tweeling. Veertien en
vijftien, die kwamen tegeliek.
Toen was er wel feest in
Baak." Ze lacht hard en schel.
Hoe heeft ze dat ervaren, al
die kinderen?
„Oh fijn! Fijn, ja. Fijn!" Ze
mitrailleert de woorden in
mijn richting. Haar felle ogen
weerhouden mij hardop aan
die uitspraak te twijfelen.
„Dat was mien wens ook. Dat
was mien wens ook ja. Ja, ja.
Heel goed. Ze waren allemaal
welkom, ja. En toen die twee
ling geboren is, nou, toen zat
ik zelf zonder hulp. Een doch
ter in het ziekenhuis en drie
in betrekking. Die kwamen
dan wel 's een dag in huus.
En zo hebt wie ons 'ered.
Want vroeger was er geen
kraamhulp. De dokter die
kwam en dan de buurvrouw,
die kwam 's morgens helpen."
Ze heeft zelf in de buurt ook
altijd geholpen. „Die buren
hulp die is niet meer. Tegen
woordig moet alle hulp die je
hebt betaald worden, dat was
vroeger niet zo. Dat vind ik
niet wat. Dat hebben wie in
onze familie nooit 'edoan. En
de kinderen doen dat ook
niet. Want de kinderen bint
allemaal heel goed aan de
gangs. Ze hebt allemaal werk
en allemaal hun eigen wo
ning. En ze hebt altied me
kaar geholpen. Ook al is het
een hele nieuwe woning bou
wen. Zonder betalen. Dat doet
ze nog."
Heeft ze zich het leven met
minder kinderen wel eens
voorgesteld?
„Jawel. Maar of dan de kin
deren ook makkelijker waren
'ewest, dat weet ik niet. De
ene voedt de andere op. En
dat zeg ik: ik heb altijd regel
gehad in het gezin. Aan m'n
ogen konden ze wel zien of
het ja of nee was."
De pil of een ander voorbe
hoedsmiddel zou ze nooit ge
bruikt hebben, dat staat vast.
„Nee, daar is de kerk altied
tegen 'ewest. En nog. Ik vind
maar zo: als je oe plicht doet,
dan mo'je ook op God ver
trouwen. Het godsvertrouwen
is d'r niet meer, dat is d'r niet
meer."
De dochters wijken met aan
tallen van acht, zeven en vijf
kinderen niet zo heel veel
van hun moeder af. „Ik heb
er nooit over 'eproat, dat moet
ze zelf maar weten." Evenmin
laat ze zich in met „praatjes"
dat een groot kindertal niet
meer verantwoord is tegen
over de mensen in de derde
wereld: er is genoeg op de we
reld, alleen de verdeling klopt
Band
Ze' zegt haar man nog in veel
dingen te missen.
„De band van echtgenoten is
sterker nog als de band van
ouders-kinderen. Ja, dat kan
ik wel zeggen." Tranen in de
ogen: „En als je dan naar een
feest gaat en zo en je bent al
leen, nou, dat valt niet mee."
Maar ze gelooft dat ze te zij
ner tijd weer met hem zal
worden verenigd. „Als je dat
geloof niet hadd'n dan was
het nog veul erger. Ik verlang
niet naar de dood, maar hij
schrikt me ook niet af. Die
komt vanzelf." Ja, ja, knikt
ze, alsof ze zichzelf bevestigt.
„Het godsvertrouwen houdt
oe op de been."
Ze heeft nog wel een Rijnreis
met hem kunnnen maken, de
eerste vakantie van hun le
ven. Ze gingen met een clubje
van zes, drie mannen en drie
vrouwen. Het is inmiddels tot
de helft geslonken. Elke zon
dag gaan de drie weduwen
naar de kerk, zij samen met
haar beide zoons. De andere
kinderen gaan niet meer alle
zondagen („dat moet ze zelf
verantwoorden"). Het enige
verschil met vroeger is, dat ze
niet meer de hele rozenkrans
bidt, maar 'alleen nog een
tientje, na het eten."
„Jammer, dat er zo weinig
mensen meer in de kerk zit
ten. We gebruiken op gewone
zondagen alleen de kapel. Die
grote kerk is te duur voor zo
weinig mensen."
Tonia leidt ons er binnen met
een mengeling van trots en
eerbied. Aan de ingang ligt
het parchochieblaadje voor
het grijpen. Wegwijs heet het.
Ik lees over het feest van Ma
ria tenhemelopneming, in au
gustus gevierd: „Gij zijt geze
gend onder de vrouwen en
gezegend is de vrucht van uw
schoot." Heeft ze het feest
meegevierd? „Natuurlijk",
zegt ze haast verwijtend over
de vraag.
Na een korte rondleiding,
waarbij ze ons op gedempte
toon de heiligdommen van de
kerk laat zien, komen we bij
het altaar van Maria van al
tijddurende bijstand. Met een
gebaar dat vertrouwd is steekt
ze een kaars aan en verwijlt
enige ogenblikken in stille in
keer.
Waar dacht ze aan?
„Dat Maria onze hemelse
moeder is. Dat je al je zorgen
voor haar kunt neerleggen en
dat ze het beste voor haar
kinderen over heeft, net als
elke goeie moeder."
Lijkt ze zelf niet een beetje op
moeder Maria?
Licht geschrokken: „Nee, dat
mag ik niet zeggen. Maria is
wel altied mien grote voor
beeld 'ewest. En ik bid om
haar voorspraak voor het
hiernamaals."
Wat stelt ze zich daarvan
voor?
„Dat ik het beter hebbe dan
hier."
Heeft ze hier op aarde dan
geen goed leven gehad?
Terughoudend: „Ik heb niks
te klagen." Waarop ze aanval
lend laat volgen: „Nee, ik
vind het goed, heel goed. Ik
ben dankbaar voor alles.
Maar ik hoef 't niet meer over
te doen."
HOMME KROL
Anti-semitisme lijkt in Polen
een onuitroeibaar verschijn
sel. Zelfs nu in Polen vrijwel
geen joden meer wonen, zijn
zij geregeld voorwerp van dis
puut tussen kerk en staat. De
Poolse primaat kardinaal
Glemp verwoordde onlangs
op een bijeenkomst in Czesto-
chowa naar aanleiding van de
joodse protesten tegen de aan
wezigheid van het karmelie
tessenklooster in Auschwitz
de opvattingen die decennia
lang in Polen over de joden
de ronde hebben gedaan. De
joden moeten niet denken dat
zij kunnen spreken vanuit de
positie van een natie die bo
ven alle andere is verheven,
zei hij toen En ook: als er
geen anti-polonisme is, dan
zal er ook geen anti-semitisme
zijn.
In de visie van Glemp heerst
er kennelijk nog steeds een
tegenstelling tussen die twee.
Diezelfde Glemp nam in 1983
het initiatief tot een officiële
herdenking, veertig jaar na
dato, van de vernietiging van
het joodse getto in Warschau
door de SS. Het was de eerste
keer dat dit na de oorlog ge
beurde.
De .joodse kwestie" (zo wordt
ze genoemd bij gebrek aan jo
den zelf!), beroert het schuld
gevoel van de diverse macht
scentra: de kerk, de commu
nistische partij en de bewe
ging rond Solidariteit die nog
maar zéér recent tot de kring
van machthebbers is toegetre
den. De .joodse kwestie"
dient er soms toe posities te
markeren binnen de tot voor
kort vrij stabiele interne Pool
se machtsverhoudingen. En
dat deze aan het schuiven zijn
mag duidelijk zijn sinds de te
rugval van de communisten
en het aan het bewind komen
van Solidariteit, waarin niet
de hiërarchische kerk maar
de rooms-katholieke leken
het voor het zeggen hebben.
De anti-joodse uitlatingen zo
als Glemp die heeft gedaan op
de manifestatie in Czestocho-
wa waarin deze appelleerde
aan gevoelens van ouderwets
Pools katholiek nationalisme,
hebben dus vooral ook een
binnenlandse functie. Dat de
Poolse paus Johannes Paulus
II zich in de publieke discus
sie tot nu toe over de kloos
terkwestie afzijdig heeft ge
houden zou alles te maken
hebben met het feit dat hij de
veranderde verhoudingen
binnen de katholieke Poolse
wereld niet wil verstoren, hoe
onaanvaardbaar dit ook over
komt op de buitenwacht in
het westen die niets liever
heeft dan dat het karmelietes
senklooster nog liever van
daag dan morgen uit het con
centratiekamp Auschwitz
wordt verplaatst.
Schuldgevoel
Dit ongeduld dat, zoals vol
strekt duidelijk is, alles te ma
ken heeft met het westerse
schuldgevoel over het lot dat
de joden door de nazi's is aan
gedaan, schijnt bij diegenen
die de meest nabije getuigen
waren van dit drama, ogen
schijnlijk volstrekt afwezig te
zijn. Niet helemaal, want de
Poolse kardinaal Macharski
liet zich door zijn collega's uit
het westen overreden, alsnog
het klooster te verplaatsen.
Het getuigt van het feit dat
ook in Polen de bezinning op
de holocaust begonnen is en
het is zelfs aannemelijk te
stellen dat juist het initiatief
tot vestiging van zo'n klooster
in Auschwitz deel uitmaakt
van de langzaam op gang ko
mende bezinning in katholie
ke kring over deze schuld
vraag.
Maar waarom is deze van zo'n
recente datum? Polen heeft
eeuwen lang een gastvrij on
derdak geboden aan de joden.
Dat zou pas veranderen toen
tweehonderd jaar geleden Po
len als staat ten onder ging.
Dé Duitse historicus Heinrich
Jaenecke schreef, toen in 1981
de beweging Solidariteit werd
verboden: „De Poolse geschie
denis van de afgelopen twee
eeuwen is een aaneenschake
ling van rampen, verloren
oorlogen, mislukte opstanden,
vergeefse hervormingen en
steeds nieuwe overweldigin
gen".
In zekere zin is het Poolse
anti-semitisme een bijproduct
van een natie geweest die niet
langer heer en meester was in
haar eigen land, dat over de
hoofden van de Polen heen
beurtelings een twistappel
was van Pruisen en Russen.
De haat keerde zich in eigen
contreien tegen de joden die
als vrijdenkers de tegenpool
waren van de katholieken en
als handelslieden de jaloezie
opwekten van de Poolse boe
ren en adel.
Aleksander Smolar, een Pool
se historicus die onlangs in
het Franse tijdschrift Esprit
(juni 1987) op consciëntieuze
wijze verslag heeft gedaan
van de gecompliceerde ver
houdingen tussen Polen en jo
den wijst er op dat veel joden
toen zij na de inval van Hitier
en Stalin in 1939 uit twee
kwaden moesten kiezen aan
de bolsjewieken de voorkeur
gaven. De joden weigerden
zich te vereenzelvigen met de
Poolse staat. Velen van hen,
aldus Smolar, vervulden tot
1941, toen Hitier de Sovjetu
nie binnenviel, bestuursfunc
ties, dit uiteraard tot grote
woede van de katholieke Po
len die in hen collaborateurs
zagen. Ditzelfde zou zich her
halen toen de Russen na de
oorlog wederrechtelijk aan de
Polen een communistisch re
gime opdrongen waarvan zij
niet waren gediend. Ook daar
speelden, weliswaar kort, jo
den een belangrijke rol in.
Naderhand zouden de com
munisten zich weer van hen
ontdoen in een poging alsnog
de sympathie te veroveren
van de katholieke Polen. Het
resulteerde in het vertrek van
de laatste tienduizenden joden
naar Israel en de Verenigde
Staten, die de holocaust had
den overleefd.
Relativering
Het anti-semitisme "in Polen
was zoals overal, ook deels re
ligieus, lees: christelijk geïn
spireerd. Toch weerhield dit
vele katholieke Polen er niet
van in de oorlog joden bij te
staan. Het laat zich enigszins
vergelijken met de houding
van de gereformeerden in Ne
derland die vanuit hun geloof
de joden terecht wezen, maar
het niettemin als hun christe
lijke plicht zagen de joden on
derduikadressen aan te bie
den. In Polen handelden vele
katholieken niet anders. Smo
lar geeft daar overtuigende
voorbeelden van. Met recht
relativeert hij de in het wes
ten wijd verbreide stelling dat
de christelijke kerk de voor
waarden heeft geschapen
voor het ontstaan van de ho
locaust. 'In deze visie wordt
de geheel eigen dynamiek die
het moorddadige nazisysteem
kenmerkte, over het hoofd
gezien. Daar waar continuïteit
wordt bespeurd is van de
meest afschuwelijke vermin
king sprake: de vernietiging
van de joden geeft juist blijk
van een opstand tegen de
waarden en de morele princi
pes van de christelijke kerk'.
Het nieuws over de vernieti
ging van de joden na de oor
log veroorzaakte een schok in
de publieke opinie in het wes
ten. Niets van dit alles in Po
len waar de joden door een
groot deel van de bevolking
als staatsvijandige burgers
werden gezien. Bovendien:
niet alleen drie miljoen joden,
ook nog eens een zelfde aan
tal andere Polen werd door
nazi's en communisten om het
leven was gebracht- Het pro
ces van nadenken over het lot
van de joden tijdens de oorlog
kwam nauwelijks van de
grond doordat de RK kerk al
haar energie - anders dan de
christelijke kerken in West-
Europa - moest steken om tij
dens het communistische regi
me te overleven. Van de niet-
katholieke elite kon dit initia
tief evenmin uitgaan: zij wa
ren in diskrediet geraakt
doordat velen van hen zich
vereenzelvigd hadden met
een totalitair regime. Zie hier
het vacuüm over de schuld
vraag zoals door Smolar ver
klaard.
De Polen zijn nu aan een deli
cate inhaaloperatie bezig,
maar het is duidelijk dat deze
heel moeizaam verloopt om
dat de katholieken zelf van
hun eigen land nog maar
sinds kort volwaardige staats
burgers zijn. Hun anti-semitis
me is een uiting van zelfbe
houd geweest, waarvan zij de
verschrikkelijke gevolgen
eerst nu pas goed beginnen te
ontwaren.
PAUL VAN VELTHOVEN
Spanningen in Suriname
NADAT opstandige indianen in Suriname enkele dagen
leden op vier ver uiteen gelegen plaatsen gijzelacties haddj me£
uitgevoerd, hebben zich weinig nieuwe ontwikkeling1^
voorgedaan. Vice-president Arron heeft verklaard dat delgen i
gering zal trachten een vreedzame oplossing van de actiesekt.
bewerkstelligen, maar dat is kennelijk gemakkelijker gez®r vol
dan gedaan. De indianen hebben zich bereid verklaard P
een dialoog, maar hun voorwaarden zijn niet gering en P
middels hebben ze al weer nieuwe eisen gesteld. Centrf
staat nog steeds de vraag in hoeverre het leger van Bouteti
bij de acties betrokken is. Illl!
De kennelijk zorgvuldig voorbereide kapingen van
veerboot, een vliegtuigje, een pompstation en een vrachtl
zijn het directe gevolg van de grote onvrede onder de Si
naamse indianen. Grotendeels wonend in de binnenlam
van onze voormalige kolonie is en was een armoedig best;
hun deel. Bedraagt het werkloosheidspercentage in Paranj^^
ribo enige tientallen procenten, onder de indianen zijn
maar weinigen met een baan. Door hun teruggetrokken
staan dreigden de indianen de afgelopen maanden nog mi
dan ooit tevoren een vergeten groep te worden. Daar hebbL
zij nu met hun acties in één klap een eind aan gemaakt. he
eondl
MET lede ogen hebben de indianen moeten toezien hoe ho^
traditionele opponenten, de bosnegers, zich een veel sterkqg jo(
positie wisten te verwerven. Onder aanvoering van guerifcanee
laleider Ronnie Brunswijk hebben die hun strijd zo lang zei
ten vol te houden dat de Surinaamse regering niets andaPe*s
restte dan in Kourou met het junglecommando een waper ^r(
stilstand te sluiten. Met dat akkoord wisten Brunswijk en zhja^(
mannen rechtsvervolging af te kopen, maar dat niet alleA-onti
De in de praktijk ondertussen goed getrainde manschappjn or
van het junglecommando zullen ook nog bepaalde politietjnalei
ken mogen gaan uitvoeren.
ONDER de 8000 Surinaamse indianen is sindsdien de onri
alleen maar toegenomen. Toen Brunswijk zijn opstandige
ties begon, sloeg de indianen de schrik zo om het hart, dat
met duizenden tegelijk op de vlucht sloegen, vooral na
Frans-Guyana. Dat hun aartsrivalen als beloning voor
guerrilla-strijd politie-agentje mogen gaan spelen, bescho
wen de indianen als een klap in ljun gezicht. Zij vrezen, ni
zonder reden, daarvan het slachtoffer te worden.
gei
hi eft
nisti
i dsac
orde:
'mst
l-'U
ed V
TVT II
1\ U blijft de vraag of hier sprake is van een spontane opwe t
ling van de indianen, of dat legerleider Desi Bouterse hi
onvrede heeft misbruikt. Die is, meer dan wie ook, fel g
kant tegen het akkoord van Kourou. Dat akkoord ontna
Bouterse immers de mogelijkheid af te rekenen met de rel
len van Brunswijk die het vooral op hem hadden gemui^j
Dat hij, Bouterse, vervolgens een aantal van die opstandelii
gen ziet terugkeren met politietaken is voor de ex-dictat(
echt te veel van het goede.
De gewelddadige nasleep van het akkoord van Kourou iL
lustreert hoe wankel het evenwicht in Suriname is. Bouter^.
heeft plaats moeten maken voor een burgerregering die
democratie in Suriname een kans probeert te geven. MaA/i
met de militaire macht achter zich, is Bouterse nog steeu.r-1.
een factor van betekenis. Hij heeft het akkoord van Kour^
scherp afgekeurd, aangedrongen op herziening en bovendii
verklaard dat de regering te licht is bevonden. Er is wei:
fantasie voor nodig om een verband te kunnen leggen tu:
de onvrede van Bouterse en de gijzelacties van de indianei
SURINAME ondervindt nu de gevolgen van de halfslachp
ge manier waarop een burgerregering is gevormd, namelij
zonder definitief de macht van de militairen in te perkei
Alleen wereldvreemde optimisten zullen hebben geloofd d;
twijfelachtige figuren als Bouterse zich zo maar aan de kaïfO
zouden laten zetten. Ondanks de betrekkelijke rust blijft dn
situatie in Suriname uiterst explosief. Er hoeft maar weini
te gebeuren om de vlam in de pan te laten slaan, met ee
burgeroorlog als onvermijdelijk gevolg. De Surinaamse rege 1
ring die onlangs op het punt stond de noodtoestand in he n
land op te heffen, heeft terecht besloten daar nog maar eve n
mee te wachten.
Wind
DE BILT (KNMI) Boven
Oost-Spanje en Zuid-Frankrijk
ligt een depressiegebied met
verschillende kernen. Dit sy
steem, waarin zich vooral in
de middag of avond onweers
buien vormen, beweegt zich
als geheel langzaam wat in de
richting van Noord-Frankrijk
en België. Gelijktijdig breidt
een nieuw hogedrukgebied
zich vanaf de Britse eilanden
naar Zuid-Skandinavie uit.
Boven een groot deel van
West-Europa staat hierdoor
een noordoostelijke stroming.
Deze neemt vandaag nog wat
in kracht toe. In ons land
wordt daarmee vrij warme
lucht aangevoer. Deze is af
komstig uit Polen en stroomt
met een wijde boog via noord-
Duitsland naar ons land. Vlak
ten noorden van ons ligt de
begrenzing met koudere lucht,
deze lucht kan ons echter niet
bereiken. Bij een wat toene
mende noordooster blijft het
bij ons overwegend zonnig en
tamelijk warm.
:ndg
het midden en zuiden mogelijk enk >Üti'
le regen- of onweersbuien Middaj t
temperatuur ongeveer 25 graden.
eng
Ring lilden uua dl CU iuc tuil. tui»!
regen of onweersbuien. MiddagtenINA
peratuur van 19 graden langs de K e di
naalkust tot 25 graden elders.
Spanje en Portugal: Wisselend bi l.n
wolkt en enkele onweersbuien. 1in
Noord-Spanje laaghangende bewo >0r
king en af en toe regen of motrege NA
Middagtemperatuur van 20 graden i
het noorden tot 25 graden in Zuiii" T
Portugal. Langs de Spaanse oostku
ten 27 graden en in het Spaanse bii1,001
nenlana plaatselijk 30 graden.
WEERRAPPORT
diverse
Weersvooruitzichten voo
Europese landen, geldig I
morgen.
Noorwegen Overwegend zonnig en
droog weer. Middagtemperatuur van
17 graden langs de kust tot 19 graden
in het binnenland.
Zweden In het uiterste zuiden eerst
nog wolkenvelden en mogelijk wat
motregen Overigens overwegend
zonnig en droog weer Middagtempe
ratuur ongeveer 19 graden.
Denemarken: Wolkenvelden, maar
ook af en toe wat zon. Kans op wat
motregen. Middagtemperatuur onge
veer 20 graden
Ierland en Schotland. Droog en zon
nig weer. Middagtemperatuur van 13
graden in Schotland tot 16 graden in
Engeland. Overwegend zonnig maar
in Zuid-Engeland ook wolkenvelden
Vrijwel overal droog,
ratuur van 16 graden in het r
tot 20 in het zuiden.
België en Luxemburg: Geleidelijke
toename van bewolking en kans op
een bui, mogelijk onweer. Middag
temperatuur ongeveer 24 graden.
West-Duitsland Af en toe zon en in
de
este
es I
Damascus
Los Angeles