De kroonprins stierf aan een gebroken hart 1 nnal le weer roem brengen Brandend Zand moet Anneke Grönloh £eidóe6ou/uMit ZATERDAG 26 AUGUSTUS 19 89 PAGINA 25 DEN HAAG - Is het niet prachtig dat er in deze hoogtechnologische turbotijden zo af en toe nog berich tjes in de krant staan over de ro mances van onze kroonprins? Dat serieuze journalisten halsbrekende toeren uithalen om er achter te ko men wie de Ware Liefde van Wil lem-Alexander is? Blijkbaar hebben we met z'n allen nog steeds behoef te aan sprookjes over een kroon prins, die trouwt met een lief meis je van eenvoudige afkomst, waarna het stel nog lang en zeer ge lukkig leeft. Afgelopen week was daar echter heel wat om te doen, met name in Den Haag, waar de Oranjeklanten het niet met el kaar eens kunnen worden over de vraag of de kroonprins nu wel of niet met een burgermeisje zou mogen trouwen. „Kroonprins Willem-Alexander moet trouwen met wie hij gelukkig is. Als dat iemand is zonder koninklijk bloed, dan is dat geen probleem", vond en vindt de Haagse gravin M.H. van Limburg Sti- rum-Hoeufft van Velzen (83). Waarmee zij reageerde op uitlatingen van mr. R.C. Sangster, secretaris van de Haagse Oran jevereniging Prinses Juliana, dat Wil lem-Alexander zou moeten trouwen met een prinses. Vertaald in personen zou het verschil kunnen zijn dat we straks een koningin Victoria (nu nog prinsesje in Zweden) krijgen of koningin Yolande. Maar het feit dat een gravin Van Limburg Stirum deze uitspraak doet is opmerkelijk. Im mers: zonder de Van Limburg Stirums hadden we nu niet eens een kroonprins Willem-Alexander gehad Dramatisch Op 18 juni 1839 trouwde erfprins Wil lem van Oranje met Sophie von Würt- temberg. Dat huwelijk was gedoemd te mislukken. Want Willem was een op vliegende, rondborstige boer, berucht om zijn driftbuien, maar geliefd bij het 'gewone volk' en bij het leger. Sophie daarentegen was een intellectuele dame, met grote belangstelling voor filosofie, natuurwetenschappen en literatuur. On danks die tegenstellingen deden Willem en Sophie wat van hen verwacht werd: zij kregen drie kinderen. Zoons nog wel: Willem (1840), Maurits (1843) en Alexander (1851). Daarmee leek het voortbestaan van het koningshuis gega randeerd. Het noodlot van het dramatische huwe lijk werkte echter door in de kinderen. In 1850 overleed het kleine prinsje Mau-' rits aan een hersenvliesontsteking. Het meningsverschil tussen beide ouders over de artsen die het zieke kind hadden behandeld, zorgde voor een nóg verdere verwijdering tussen de koning en zijn vrouw. Ook hun opvattingen over de verdere opvoeding van de twee overgebleven zoons liepen mijlenver uiteen. Willem ravotte graag met ze, deed wilde spelle tjes en zag in paardrijden en de militaire academie een perfecte voorbereiding op hun latere taak. Onnodig te vermelden dat Sophie hiervan gruwde en probeerde haar kinderen toch zoveel mogelijk in tellectuele vaardigheden bij te brengen. Kroonprins Willem leek veel op zijn va der: koppig, robuust, driftig en met wei nig belangstelling voor de diepere zaken des levens. Alexander trok meer naar zijn moeder. Het knaapje had een zwak ke gezondheid, maar was zeer begaafd. Beide jongens waren zeer gehecht aan hun moeder. Hun onberekenbare, stren ge vader waren ze respect verschuldigd, maar meer dan dat kreeg Willem III ook niet van ze. Studentenleven Was het zijn onevenwichtige opvoeding, die van prins Willem zo'n 'onmogelijk' kind maakte? Zijn gouverneur, jonkheer De Casembroot, dreef hij in elk geval tot wanhoop, zoals uit een brief van de jonkheer blijkt: zijn gebrek aan ge noegzaam levendig gevoel voor hetgeen goed en edel is, van recht begrip van rechtvaardigheid jegens anderen, en te vens zijn grillige onstuitiigheid veront rusten mij zeer". Toen deze brief Sophie onder ogen kwam werd ze woedend. Willem was immers nog maar een kind! Volgens haar was het volstrekt logisch dat een twaalfjarige opstandig werd van zo'n stijve hoffunctionaris, die hem de hele dag in het oog hield. Maar ja, haar man had De Casembroot aangesteld - daar mocht zij niet tussenkomen. Toch zag Sophie kans haar zoon onder de vleugels van De Casembroot uit te krijgen: ze stuurde hem in de zomer van 1955 mee met het zeilschip De Doggersbank voor een reis in de Middellandse Zee. Bij terugkomst brak voor Willem de on vermijdelijke studietijd aan. Het woeste Leidse studentenleven trok hem echter meer dan de colleges aan de juridische faculteit, zodat hij na anderhalf jaar met een 'loffelijk getuigschrift' uit Leiden vertrok. In de jaren daarna hield hij zich onledig met feesten, kaarten, biljarten enflirten. Want de prins was zo langzamerhand op huwbare leeftijd ge komen. Hoffunctionarissen zagen echter verontrust dat zijn voorkeur voorname lijk uitging naar vrouwelijke artiesten van de Franse komedie. Zijn vader besloot een einde te maken aan dit 'liederlijke' bestaan door zijn mi nisters opdracht te geven uit te kijken naar een geschikte huwelijkskandidate voor de toen 19-jarige Willem. De kroonprins werd eerst naar het Russi sche hof gestuurd (waar een paar huwba re grootvorstinnen rondliepen) en zijn moeder drong er vervolgens op aan om ook eens in Engeland te gaan kijken. Maar Willem zag de dames niet zitten. Waar hij wel warm voor liep was Parijs. Vanaf zijn eerste bezoek in 1860 was hij verliefd op de lichtstad met zijn terras sen, frivole vrouwen en uitbundige nachtleven. Samen met de Prins van Wales, de latere koning Edward VII, ging hij regelmatig aan de rol en aan se rieuze huwelijksvoorbereidingen dacht hij niet meer. Een laatste koppelpoging, aan prinses Thyra van Denemarken, liep dan ook op een mislukking uit. In de jaren zeventig van de vorige eeuw leek Willem wat serieuzer te worden. Hij bezocht geregeld zittingen van de Raad van State, was als toehoorder aanwezig in de Tweede Kamer en formeel was hij opperbevelhebber van de Nederlandse strijdkrachten. Maar zijn positie als kroonprins verhinderde hem daadwerke lijk met politieke zaken bezig te zijn. Bo vendien werd hij niet serieus genomen, zoals blijkt uit een voorval in de Raad van State. Nadat de prins een redevoe ring had gehouden over veranderingen in het vestingstelsel sprak staatsraad Ba- Links: Het bruidsportret van de latere koning Willem III met prinses Sophie. FOTO'S: AR- chiene de onvergeeflijke woorden: „Zo heren, laat ons nu met de behandeling der zaak voortgaan". Willem was woe dend. De opmerking maakte een eind aan zijn staatkundige belangstelling en de kroonprins pakte zijn vrolijke uit- gaansleventje weer op. Verliefd over zijn oren. Zó verliefd, dat hij het meisje van zijn dromen zelfs ten huwe lijk vroeg en zich in het geheim met haar verloofde. Dat meisje was gravin Anna Mathilde (Mattie) Van Limburg Stirum - jawel. Ze was lang, slank, had donker golvend haar en helder blauwe ogen. En ze was net zo verliefd op Wil lem als hij op haar. Toen Mattie's moeder lucht kreeg van de geheime verloving ging er onmiddel lijk een brief naar de koning. Want Julie Marie gravin Van Limburg Stirum Van Warmond, geboren Barre, die zelf in haar meisjesjaren zo vaak was uitge weest met de latere koning Willem III, wist heel goed dat de kroonprins nooit toestemming zou krijgen voor een huwe lijk met haar dochter. Ze had gelijk. Wil lem III verbood zijn zoon de verloving Jjekend te maken en een huwelijk met het gravinnetje was voor hem absoluut niet bespreekbaar. bleef Willem volharden in zijn zijn vader herinnerd aan zijn eigen labberde huwelijk - niet uit liefde, maar uit plichtsbesef en kijk eens wat er van kwam. Willem kreeg zelfs steun van de regering, die geen aanleiding zag het hu welijk te verbieden. Uiteraard speelde zich dit allemaal binnenskwamers af - journalisten legden in die tijd een grote mate van terughoudendheid aan de dag waar het 't koningshuis betrof, en als ze het hadden geweten dan hadden ze er vast niet over durven (mogen) schrijven. Twee jaar duurde het gevecht tussen va der en zoon. Twee jaar van ruzies en bit tere verwijten. Eind maart 1876 kwam het tot een uitbarsting: de prins vertrok naar Parijs om daar vrijwillig in balling schap te gaan leven. Mattie bleef achter in Den Haag. De redenen waarom het huwelijk niet mocht doorgaan zijn mysterieus. Offi cieel heette het, dat gravin Mattie van 'te lage' adel was - Willem moest met een prinses trouwen. Maar honderd jaar later wil de Haagse gravin Van Limburg Stirum-Hoeufft van Velzen wel een mi niem tipje van de sluier oplichten: „Dat Mattie niet goed genoeg zou zijn voor de kroonprins is onzin. Er speelden hele an dere redenen. Maar die wil ik u niet ver tellen, daar is de zaak te delicaat voor. In elk geval is dit een zeer, zeer tragische liefdesgeschiedenis geweest". Hopeloos Willem zag zijn vader slechts eenmaal terug. Dat was in juni 1877, toen konin gin Sophie overleed. Aan de rand van de grafkelder omhelsden zij elkaar en inge wijden vroegen zich af of dit misschien de verzoening zou inluiden. Niets was minder waar. Toen Willem enkele we ken later voor de laatste keer via een brief om toestemming voor zijn huwe lijk smeekte, stuurde zijn vader niet eens antwoord Toen begreep Mattie hoe hopeloos haar liefde was en zij schreef haar verloofde een ontroerende brief, waarin zij hem zijn woord teruggaf. Willem heeft hierna nooit meer iets met zijn vader te maken willen hebben. Lo gisch. Want niet alleen onthield Willem III zijn zoon een gelukkig huwelijk: hij was nog hypocriet ook. Na het overlij den van Sophie maakte hij nota bene be kend dat hij wilde trouwen met de Fran se actrice mademoiselle Eléonore d'Am- bre! Zijn raadslieden wisten hem daar echter van af te brengen. Maar omdat dc kroonprins in ballingschap leefde en prins Alexander nog steeds een zeer zwakke gezondheid had, begon men zich toch zorgen te maken over het voortbe staan van de dynastie. Vandaar dat Wil lem III in contact werd gebracht met de huwbare dochters van het geslacht van Waldeck-Pyrmont. En het 22-jange prin sesje Emma voelde wel iets voor een hu welijk met de koning der Nederlanden. Citron Willem heeft zijn stiefmoeder en zijn halfzusje, de latere koningin Wilhelmi- na, nooit ontmoet. Gesloopt door het uitbundige leven in de Franse hoofdstad, stierf hij op 11 juni 1879. De Nederland se kranten wisten weinig over hem te schrijven, maar Le Figaro besteedde een waardige necrologie aan 'Le Prince Ci tron'. zoals Willem, met een woordspe ling op zijn achternaam Van Oranje, in Parijs genoemd werd. Journalist Albert Wolff, die op de hoogte was van Wil- lems ongelukkige liefde, schreef: „(van wege deze liefde) weigerde hij hardnek kig in het huwelijk te treden met welke pnnses dan ook en hij zwoer tot aan zijn dood toe vrijgezel te blijven. Sinds ik bij toeval dit verhaal heb gehoord en ik de bewonderenswaardige heldin ervan (Mattie, red.) met eigen ogen heb mogen zien, heb ik meer begrepen. Ik zou dus niet verbaasd zijn, wanneer er onder de schijnbare zorgeloosheid van zijn Parijse leven gedurende deze laatste jaren een grote smart verborgen is geweest". Vijf jaar na zijn broer overleed ook Alexander, zodat Wilhelmina de enig overgebleven troonopvolger was. En. zo als bekend, is Wilhelmina de overgroot moeder van Willem-Alexander - hij is inderdaad genoemd naar de twee laatste Oranje-prinsen. Willem-Alexander, die nu van een gravin Van Limburg Stirum mag trouwen met wie hij wil. En Mattie? Zij trouwde op 5 januari 1881 met William Charles Reginard, ba ron van Tuyll van Serooskerken. Het huwelijk bleef kinderloos en de gravin stierf in 1932 op 78-jarige leeftijd in En geland. ANGELIQUE KUNST jeugd in de zaal ging plat. Een verschijn sel dat ze in het hele land aantreft. „Vraag me niet waarom, maar dit soort muziek slaat opeens vreselijk aan bij de jeugd. Dat zie je ook aan de Zangeres zonder Naam, die nota bene opeens door een rockpubliek op handen wordt gedragen". Tegenwoordig is Grönloh zelfs ingelijfd in het artiestenleger dat de grote rockdis- co's met het Nederlandse lied bestookt. „Zo'n tent als het Paard van Troje in Den Haag bijvoorbeeld: met publiek in leren jasjes en hanekammen, waar de muziek keihard staat", zegt ze. Eerst was ze verbaasd dat ze voor dat soort etablis sementen werd uitgenodigd: „Het leek een sadistisch trekje van de organisator. Je laat iemand met zulke vriendelijke liedjes toch niet voor zo'n ruig volk staan? Maar die avonden worden niet georganiseerd om het publiek eens flink te laten lachen, wat ik eerst dacht. Die gasten vinden het écht leuk. Dit soort muziek is gewoon weer in". Tina turner Het helpt natuurlijk wel dat Grönloh ook het harde werk niet schuwt. Met haar stembereik pakt ze moeiteloos de hardste rock and roll. En het kan niet uitblijven: ook haar immitatie Tina Tur ner is vast onderdeel in de dampende disco's, sinds ze er in zeemleren jurk on verwacht veel roem mee oogstte in de Soundmix-show. Al is Anneke Grönloh gepokt en gema zeld in het artiestenleven, toch wordt 8 september, als het plaatje wordt uitge bracht, een spannende dag. „Afwachten nog maar of Hilversum het oppakt". Zo'n heruitgave van het nummer heeft voorspelbare nadelen. Want als het ook maar een beetje aanslaat, is Anneke Grönloh weer jaren tot Brandend Zand veroordeeld. Dan kan ze het weer zingen tot ze er horendol van is. „Ach", zegt Anneke. „Ik vind het nu niet erg meer om het nummer te bren gen. Vroeger was het anders. Toen wilde ik liever andere dingen doen: blues en jazz. Nu heb ik van mezelf de veilige ze kerheid dat ik dat andere repertoire ook werkelijk aankan. Ik ben daar zelfbewus ter door geworden. Het blijft alleen zon de dat het zo slecht is aangeslagen. Als je eenmaal aan grote publieken bent ge wend, komt er een tijd dat je er met hartstocht naar terug verlangt. Je gaat gewoon weer op zoek naar applaus en waardering. In die zin is het commercië le werk heerlijk om te doen. En jazz en blues kan ik altijd nog in de badkamer zingen, voor mezelf'. JELLE BOONSTRA UTT \/CT5 CT TA/f Tol 7on.»rM A n_ wilHfn hnrpn Han haddpn wp wp! pen HILVERSUM - Zal zangeres An neke Grönloh er in slagen haar overweldigende hitsucces Brandend Zand te prolongeren? Zelf hoopt de zangeres het van harte. Vandaar dat het nummer, waarmee ze in 1961 zeven maanden in de hitpara de stond, in september opnieuw wordt uitgebracht. Gestoken in een kwiek nieuw jasje moet de ever green een jong, nieuw publiek ver overen. Anneke Grönloh heeft in haar streven toevallig sterk de wind mee. De jaren zestig zijn big business: de nostalgie laat de kassa prettig rinkelen. Dit jaar be klom Rocco Granata met z'n Marina (uit 1959!) al de hitladder. Zelfs Epie en Hepie staan weer met hun vederlichte levensliedje in de top tien, nu een disco- dreun hun tweestemmige smart ver sterkt. Het is ironisch dat juist Brandend Zand is uitverkoren voor een nieuw platenle- ven. Jaren had Anneke Grönloh een ver schrikkelijke hekel aan het nummer, omdat ze het veel te vaak heeft moeten zingen. En dat terwijl ze liever jazz wilde brengen. „Maar het oordeel van de zaal- houders was af en toe hard: als we jazz wilden horen, dan hadden we wel een échte jazz-zangeres gecontracteerd",.ver telt ze nu. In de loop van de jaren is Anneke Grön loh aanmerkelijk milder geworden over haar oude repertoire. Ze komt er trou wens ook niet onderuit: juist de nostalgi sche liedjes, die ze in de jaren zestig als lief Indisch meisje zong, zijn de spil van haar roem gebleven. Brandend Zand was meteen een klapper. Het publiek bleek zeer gecharmeerd van het Indische heimweegevoel in vier kwartsmaat en het nummer werd prompt gevolgd door een hele rits ande re: Paradiso, Soerabaja en Cimeroni. Vreemd genoeg is Brandend Zand altijd haar handelsmerk gebleven, ook al wa ren latere hits in omvang groter. Toen de platenmaatschappij onlangs dan ook kwam informeren of het nummer in een moderne versie kon worden opgenomen, moest ze wel even slikken. Want moet je nu zo'n ingetogen song verkwanselen aan de eisen van een nieuw hitpubliek? Maar ze ging door de knieén, zij het on der strikte voorwaarden: „Het nummer moest wel z'n oude waarde houden en mocht geen overheersende discobeat krijgen". In Elburg liet Grönloh het nummer in première gaan. De oudere bezoekers ke ken aanvankelijk schichtig op, maar de Anneke Grönloh, van wie binnenkort een oud liedje opnieuw wordt uitgebracht. Een liedje nota bene waaraan ze jarenlang een verschrik kelijke hekel heeft gehad. FOTO: DIJK STRA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 25