finale
een MiLiEucATAiPnROFE Welvarend ten onder
VRIJWILLIGE, WELBEWUSTE TT 7 1 1 A
Sinds 1986 ongeveer heeft de
economische berichtgeving in
de media weer een
ouderwets-positieve
toonzetting. Net als in de
periode 1950- 1980 worden
we bij voortduring getracteerd
op de meest uitlopende
groeicijfers. De produktie gaat
omhoog, de investeringen
trekken aan, de export stijgt,
en ook de koopkracht van
alle Nederlanders samen
neemt al weer een paar jaar
flink toe. Anders dan in de
jaren '50 - '80 echter plegen
in het huidige tijdsgewricht
deze hoera-meldingen te
worden afgewisseld met een
categ9rie rampspoedberichten
die duidelijk óók met
economie te maken heeft. De
milieuverhalen over
vergiftiging van bodem, lucht
en water. Over een broeikas
effect en een gat in de
ozonlaag.
De samenhang tussen het
goede en het slechte nieuws
wordt alom erkend. Naarmate
we meer welvaart vergaren,
scheppen we ook meer
rotzooi om ons heen.
Waarom dan niet, vraagt een
groeiende minderheid zich af,
die welvaart teruggedrongen?
„Dan krijg je economische
recessie en vreselijke
werkloosheid", luidt het
antwoord op verjaardagen.
Maar volgens econoom dr.
Harry de Lange,
gepensioneerd hoogleraar en
thans voorzitter van de sectie
sociale vraagstukken van de
Raad van Kerken, slaat die
reactie nergens op. „Het gaat
er om wat we produceren. En
dat is een kwestie van kiezen.
Zoals het ook een keuze is
dat we al sinds 1980 twintig
procent van de Nederlandse
bevolking van elke
koopkrachtverbetering
uitsluiten".
DEN HAAG - Bij ons thuis, waar
we van economie geen verstand
hebben, doen we het zo. Wanneer
we honger hebben gaan we eten
koken en wanneer het huis ver
vuild is gaan we schoonmaken. Nu
staat het buiten kijf dat wij nogal
lui zijn. Dus slaan we het stofzui
gen wel eens een weekje over.
Maar als we een maand lang niet
gezogen hebben, is de maat echt
vol. Dan wordt er éérst schoonge
maakt en dan pas weer gegeten.
Als je nóóit schoonmaakt, is onze
ervaring, smaakt op den duur heel
het eten je niet meer.
En wat wij nu niet snappen is dit. Dat
het Koninkrijk der Nederlanden als ge
heel aan dat voortreffelijke systeem van
ons kennelijk geen boodschap heeft.
Want alle Nederlanders samen eten
maar door en eten maar door. Vorig jaar
weer ruim twee procent meer dan in
1987. want dat was het groeipercentage
van de consumptieve bestedingen. On
derwijl laten ze de troep gewoon de
troep. Nog steeds immers worden water,
bodem en lucht dag in dag uit smeriger.
Milieubeleid? Als het Milieubeleidsplan
van minister Nijpels wordt uitgevoerd,
wat nog maar helemaal de vraag is. bete
kent dat echt geen „schoonmaak" in de
gewone zin van het woord. Welnee. Het
betekent niet meer dan dat de dagelijkse
toename van de troep wordt afgeremd.
Bij de familie De Lange, van de Fran-
kenslag in Den Haag, hebben ze hetzelf
de huishoudsysteem als bij ons - zij het
dat ze daar al na een week tot stofzuigen
overgaan. En bij De Lange hebben ze
bovendien verstand van economie. Dr.
Harry de Lange, tot vijf jaar geleden
hoogleraar in Utrecht, heeft er ruim een
halve eeuw in gestudeerd. Snapt hij nou
hoe het komt dat dat beproefde systeem
zoals zijn en onze familie dat al zo lang
naar volle tevredenheid hanteren, döor
Nederland als geheel niet wordt toege
past? Hij snapt het wel degelijk. En hij
zegt eenvoudig dit: „Het is een keuze.
Precies zoals uw en mijn familie ervoor
kunnen kiezen om onze woningen te la
ten vervuilen, zo kan ook het democra
tisch geordende Nederland ervoor kie
zen om de boel te laten verloederen. En
dat is de keuze die wij als natie thans
maken".
Groeien
Maar is dit misschien een noodgedwon
gen keuze? Het is toch niet goed voorstel
baar dat een land met een zo hoge scho
lingsgraad als Nederland, met zoveel
vriendelijke en goedwillende mensen ook,
bij volle bewustzijn kiest voor verloede
ring? Is de keuze wellicht ingegeven door
de overweging dat we een doeltreffende
schoonmaak van het milieu moeten be
kopen met het in elkaar storten van de
economie, verdubbeling van de werkloos
heidscijfers en dergelijk soort drama's?
„Nou, als die overweging al speelt is ze
niet terecht. De economie kan ook met
toepassing van een doeltreffend milieu
beleid gewoon blijven draaien. Ze kan
zelfs blijven groeien en de werkloosheid
kan verder afnemen. Alleen: bij een keu
ze voor een radicaal milieubeleid gaat de
economie in een aantal opzichten wel
anders draaien. Dat wil zeggen dat de
bedrijven in dat geval niet meer al die
goederen en diensten zullen produceren
die" ze nu maken. Althans niet meer in
de hoeveelheden waaraan we momenteel
gewend zijn".
Ze maken dan geen magnetronovens
meer?
,,In elk geval veel minder. Zoals ze - ik
noem maar wat - ook minder elektri
sche dekens en minder vliegvakanties
zullen aanbieden. In plaats daarvan pro
duceren ze bijvoorbeeld meer en betere
huizen met mooiere tuinen. Of melk
zonder dioxine. Of komkommers die,
net als de oorspronkelijke komkommers,
naar komkommer smaken. Wat er pre
cies geproduceerd moet worden, uitgaan
de van een verantwoord milieubeleid, en
hoeveel er van welk produkt mag wor
den gemaakt - daar valt over te praten.
Daarover zouden we een Brede Maat
schappelijke Discussie moeten beleg
gen".
„Zelf zou ik in zo'n discussie wel een ze
kere-vrijheid van consumptie willen be
pleiten. Ik bedoel dit: iemand die nu
eenmaal dol is op vliegvakanties en
magnetrons, mag daar van mij mee blij
ven doorgaan. Maar dan mag zo'n ie
mand het milieu niet tegelijkertijd op
dertig andere manieren belasten. Hoe
dan ook: waar het in dit verband om
gaat is dat een milieuvriendelijke inrich
ting van onze economie heel wel moge
lijk is. Daar kunnen we voor kiezen".
Door als consumenten gewoon te stoppen
met het kopen van magnetrons en vlieg
vakanties?
„Dat is één manier. Als we met zijn al
len niet meer bereid zijn om hieraan nog
langer geld uit te geven en ons massaal
storten op milieuvriendelijke produkten,
zal het bedrijfsleven zijn produktieappa-
raat automatisch aanpassen".
„De tweede manier is dat we onze rege
ring opdracht geven om deze keuze na
mens ons te maken. Door alle milieuon
vriendelijke activiteiten heel zwaar te
belasten en de schone produkten en
diensten te subsidiëren. We kunnen via
onze volksvertegenwoordiging de rege
ring de opdracht geven om de benzine
prijs te verdubbelen".
En onze economische afhankelijkheid
van het buitenland dan?
„Die zal het nemen van sommige maat
regelen allicht bemoeilijken. Als we in
ons eentje de benzineprijs verdubbelen,
ontstaan er problemen. Dat betekent dat
we er bij voorkeur voor moeten zorgen
dat onze EG-partners dezelfde maatregel
nemen. In plaats van het enkelvoud
„onze Nederlandse volksvertegenwoor
diging", zou je dus het meervoud „onze
Europese volksvertegenwoordigingen"
moeten gebruiken".
„Maar als we het buitenland er bij be
trekken, moeten we ook dit inzien. Dat
de milieusituatie in heel de wereld zó
ernstig is dat de vraag naar milieuvrien
delijke alternatieven op allerlei gebied
zonder enige twijfel heel sterk zal toene
men. Wie zich hierin nü specialiseert,
neemt straks juist een extra sterke posi
tie in".
Heroriëntatie
Allicht dat een economische heroriënta
tie tijd zou kosten, erkent De Lange.
Van de ene dag op de andere gaat het
niet. Maar wel van het ene decennium
op het andere. Mits we er voor kiezen,
en dat woord zou hij nu graag eens dub
bel onderstreept in de krant zien. De mi
lieucatastrofe is geen natuurramp zoals
een aardbeving of een komeetinslag
maar komt voort uit een vrijwillige, wel
bewuste keuze.
Alle vergelijkingen gaan mank. Het
beeld dat we in de aanhef hebben opge
roepen van een gezin dat almaar méér
eet en nooit schoonmaakt klopt in die
zin niet dat, toegepast öp de samenle
ving als geheel, het „eten" breed moet
worden geïnterpreteerd. Het moet wor
den begrepen als „consumeren" in eco
nomische zin.
Als we dit nu even doen, kunnen we
vervolgens versteld staan van het gege
ven dat er vorig jaar in Nederland voor
een miljard gulden aan kleurentelevisies
is uitgegeven - of geconsumeerd dus.
Een miljard gulden! Voor een elektro
nisch speeltje dat, hoe amusant het op
zichzelf genomen ook mag zijn, toch op
geen enkele wijze kan worden aange
merkt als een voor mensenkinderen vi
taal produkt. Informatie, ontspanning?
Met het totaal aan beschikbare radiosta
tions, dag- en weekbladen, boeken en
bioscopen komt men echt ook een heel
eind.
Met welke waarneming natuurlijk geen
voorstel geformuleerd wil zijn om de te
levisie af te schaffen. Maar waarmee wel
duidelijk gemaakt wil worden dat die
duizend miljoen gulden ook anders be
steed hadden kunnen worden. En denk
er aan dat dit bedrag nog exclusief de vi
deorecorders is. In het video-speelgoedje
ging ook nog eens vijfhonderd miljoen
zitten.
Alle consumenten-elektronica samen
slokte inclusief onderhoudsuitgaven al
leen al in 1988 de somma van 5,7 mil
jard gulden op. De verwachting voor
1989 is dat dit bedrag nog vijf procent
hoger zal komen te liggen. Ter vergelij
king: in het Nationaal Milieubeleidsplan
wordt voor het totale pakket aan milieu
maatregelen in de jaren tot 1994 6,6 mil
jard gulden uitgetrokken.
Miljardjemeer
Consumenten-elektronica (van de was-
tot de afwasmachine, van de walkman
tot de CD-speler, van de haarföhn tot
het peeceetje) vormt een belangrijk on
derdeel van de consumptieve bestedin
gen, maar aan een fenomeen als vakan
tie geven we in ons koninkrijk nog veel
meer uit. Het totaalbedrag in 1988 voor
alle Nederlanders samen: 12,3 miljard
gulden. De verwachting voor 1989: nog
een miljardje meer. Een deel hiervan
wordt uitgegeven aan dagtochtjes op de
fiets en wandelingen op Ameland. Een
ander deel echter heeft een karakter dat
aanzienlijk milieubelastender mag heten.
Zo werden er vorig jaar 1,7 miljoen va
kanties geboekt waarvoor het vliegtuig
als vervoermiddel diende. Het aantal au
tovakanties in 1988: 19,4 miljoen. Het
aantal auto's dat, mede hiervoor, nieuw
werd aangeschaft: een hajf miljoen stuks.
Consumeren maar! Jaar in jaar uit méér,
en dat al sinds de Tweede Wereldoorlog.
Tussen het begin van de jaren vijftig en
het eind van de jaren zeventig heeft Ne
derland een vrijwel ononderbroken eco
nomische groei gekend. Gecorrigeerd
voor inflatie nam de consumptie per
hoofd van de bevolking toe met ruim
3,5 procent per jaar. Daardoor was de
reële consumptie per Nederlander in
1980 ruim twee en een half keer zo groot
als in 1951. In het begin van het lopende
decennium hebben we een paar jaar ge
had dat de consumptieve bestedingen
met een procentje per jaar daalden,
maar inmiddels is die „achteruitgang" al
weer ruimschoots goedgemaakt. Sinds
1985 consumeren we elk jaar weer ruim
twee procent meer dan in het vooraf
gaande jaar.
De verwachting van een organisatie als
het Economisch Instituut voor het Mid
den- en Kleinbedrijf is dat dit globaal ge
nomen tot het jaar 2000 zo zal blijven.
En zo'n prognose wordt dan geformu
leerd in bewoordingen die doortrokken
zijn van optimisme en zelfvertrouwen.
De economie groeit, de investeringen
nemen toe, de export stijgt, de koop
kracht gaat vooruit: dus het gaat goed -
luidt de boodschap die ons sinds de op
leving van de conjunctuur in 1986 weer
dag in dag uit bereikt.
Goed. Net zo goed dus als die familie
die elke dag heerlijk eet en onbekom
merd alle verpakkingsmaterialen, schil
len en kliekjes op de grond gooit. En dat
al zó lang dat ze inmiddels tot heup
hoogte door de ongerechtigheden waart.
U ltra-consument
„Kom-kom-niet-zo-somber". wil er bij
het vernemen van een dergelijke beeld
spraak nog wel eens geroepen worden
door een ultra-consument die zich juist
zat af te vragen of hij voor zijn „derde
vakantie" naar Kenya of naar het Cari-
bisch gebied zou gaan. Somber? De stel
ling dat het Nationaal Milieubeleidsplan
géén schoonmaakactie behelst, wordt
niet alleen door de totale milieubewe
ging onderschreven. Vrijwel alle weten
schappers van wie het vakgebied op een
of andere manier de milieuproblematiek
raakt zijn het er over eens: uitvoering
van de door Ed Nijpels voorgestelde
maatregelen zal per saldo niet meer ef
fect hebben dan een afremming van het
tempo waarin de vervuiling jaarlijks toe
neemt.
Toegegeven - in theorie is het mogelijk
dat de toekomst gunstiger uitpakt dan
zich nu laat aanzien. Als morgen een
techniek voor kernfusie wordt bedacht
plus een nieuw soort ozon-velpon plus
nog twintig andere hightech-oplossingen,
dan zal het wellicht inderdaad allemaal
nog wel meevallen.
Maar dit verhindert dan weer niet dat er
nog een ander verschijnsel is aan te wij
zen dat op de euforie rond alle economi
sche groeicijfers een vreemd licht werpt.
Van elke vijf Nederlanders is er één die
alle koopkrachtverbetering die is opge
treden sinds 1980 aan zijn neus voorbij
heeft zien gaan.
De producenten van de 350.000 magne
trons die er vorig jaar over de toonbank
zijn gegaan hebben geen statistieken be
schikbaar waaruit te lezen valt wie deze
luxe hebben aangeschaft. Maar het is on
waarschijnlijk dat daar veel bejaarden
tussen zitten die van de aow moeten
rondkomen. Ook bijstandsvrouwen met
magnetron-ambities hebben voor deze
aanschaf in elk geval zeer lang moeten
sparen. Net als de langdurig werklozen
die zijn teruggevallen op de bijstands
wet. Deze dne categorieën Nederlandse
inkomenstrekkers, samen 1,5 miljoen
mensen, hebben nu nog precies evenveel
te besteden als negen jaar geleden. Wat
betekent dat ze vergeleken met de rest
van ons land een inkomensachterstand
hebben opgelopen van 12 a 13 procent.
Nog-een keer. het beeld van het huisge
zin. Vader, moeder en twee kinderen
schransen voortdurend meer. Het derde,
gehandicapte, kind wordt al negen jaar
lang verboden om meer te eten. Ook in
dit opzicht gaat het bij ons thuis zowel
als bij de familie De Lange toch echt an
ders.
Econoom dr. Harry de Lange: „Ook dit
verschijnsel komt louter voort uit een
keuze. Een politieke keuze ten voordele
van de tachtig procent in de samenle
ving die er beter van wordt - of dénkt er
beter van te worden. Economisch ge
sproken verhindert niets ons om al die
nieuwe typen kleurentelevisies, magne
trons en vliegvakanties te verdelen over
iedereen. Wat zou ons kunnen verhinde
ren? De producenten maakt het echt
geen lor uit wie het zijn die hun spullen
kopen".
Andere keuze
„Kiezen", is het trefwoord waarop dr.
De Lange almaar terugkomt. Het noopt
tot een precisering van onze aanvanke
lijke vraag. Hoe komt het nu dat er bij
ons thuis, bij de familie De Lange en bij
99,9 procent van de Nederlandse fami
lies heel anders wordt gekozen dan in
het Koninkrijk der Nederlanden als ge
heel? Thuis gaan we eerst stofzuigen en
dan pas weer eten; thuis krijgt van een
dikkere biefstuk iedereen een extra plak
- terwijl in het grote „thuis" dat Neder
land heet
Hier komen we in een grensgebied van
wat nog wel en wat niet meer tot het
vakdomein van dr. De Lange mag wor
den gerekend. De kwestie van het hemd
dat nader is dan de rok zou een rol kun
nen spelen. Al pleit hier weer tegen dat
op smog-dagen en tijdens vakanties in
het Zwarte Woud iederéén toch moet er
varen dat het consumeren steeds minder
leuk wordt.
Een beperkt inzicht kan misschien ook
een factor zijn. In die zin dat het ons
ontbreekt aan voldoende abstractie-ver
mogen. Het kleine verband van'een fa
milie kunnen we overzien en een paar
jaar vooruit denken gaat ook nog. Maar
een heel land overzien en dan twintig
jaar vooruit denken, is wellicht te veel
gevraagd. Laat staan een hele wereld
(waar anno 1989 veertigduizend mensen
per dag van de honger doodgaan, maar
daar gaat het nou even niet om) gedu
rende een periode van een eeuw. Ten
slotte hebben we per persoon gemiddeld
maar drie pond hersens.
Afziende van dit soort speculaties, op
pert dr. De Lange de mogelijkheid dat
zeer velen in de samenleving zich nog
steeds laten leiden door de gedachte dat
een toeneming van de produktie per de
finitie goed is.
„Heel lang. misschien wel sinds de beoe
fening van de economie als wetenschap,
was dat een onomstreden opvatting.
Goederen en diensten, was de redene
ring, worden geproduceerd doordat er.
vraag naar is. Dat wil zeggen: doordat ze
bepaalde behoeften bevredigen. En naar
mate er meer behoeften van de mens
worden bevredigd, gaat hij er op voor
uit. Tot eind jaren zestig was dit ook
mijn mening. Maar in 1972 hebben we
dat rapport van de Club van Rome ge
kregen. Dat heeft heel veel economen,
onder wie ik zelf, de ogen geopend voor
het feit dat er nogal wat behoeften be
staan, puur materiële behoeften, die in
het marktmechanisme van vraag en aan
bod totaal niet tot uitdrukking komen.
En dat het als gevolg daarvan heel goed
mogelijk is dat de bevrediging van be
hoeften die er wèl in tot uitdrukking ko
men juist heel frustrerend werkt op be
hoeften die zich aan het marktmechanis
me onttrekken".
Het rapport van de Club van Rome ging
voornamelijk over de eindigheid van de
grondstoffen die ons ter beschikking
staan. De toekomstige behoefte aan ij
zererts, tin, aluminium is in de prijs die
we er nu voor betalen niet verdiscon
teerd, zo maakte 'Rome' duidelijk. In
middels zijn economen gaan inzien dat
ook zoiets als de toekomstige behoefte
aan een leefbare temperatuur op aarde
in de prijs van zeg even een kilo ribkar-
bonade niet tot uitdrukking komt. En
sterker: zelfs onze huidige behoefte aan
schone grond en lucht is er niet in mee-
berekend. Elke karbonade die iemand
eet draagt bij aan het mestprobleem, aan
de zure regen en daarmee aan de ontbos
sing van Nederland. Maar de behoefte
aan bos, een behoefte die door iedereen
wordt erkend, weegt in de productiekos
ten en dus in de prijs die de consument
uiteindelijk betaalt, eenvoudig niet mee.
Boswandeling
Dr. De Lange: „Dit inzicht brengt met
zich mee dat je een toeneming van de
produktie op zichzelf niet meer als posi
tief kunt zien. Als de produktie aan nb-
karbonaden vertienvoudigt, wordt de
trek in zo'n stukje vlees kennelijk beter
gestild dan voorheen, maar de bevredi
ging van de behoefte om op zijn tijd een
boswandeling te maken wordt juist sterk
bemoeilijkt".
„Onder economen is deze waarneming
inmiddels wel gemeengoed. Maar de sa
menleving als geheel heeft het nog te
weinig in de gaten. Als je naar de media
kijkt, zie je dat een toeneming van de
produktie steevast als positief nieuws
wordt gebracht. Toeneming van de pro
duktie is in het gewone spraakgebruik
synoniem met groei. En groei is weer sy
noniem met welvaart".
En het is dit misverstand dat veel men
sen ertoe brengt om op het macro-niveau
van de samenleving als geheel tot een
heel andere keuze te komen dan op het
micro-niveau van hun eigen huishouden?
„Ik denk dat dit eén rol speelt, ja. Wat
we met zijn allen helderder voor ogen
moeten krijgen is dat toeneming van de
produktie alleen dan 'groei' is als aan
twee voorwaarden is voldaan. Ten eerste
moet het om die goederen en diensten
gaan waarvan we echt willen dat ze toe
nemen. En ten tweede moet dat extra
ook nog eens terechtkomen bij die men
sen bij wie we willen dat ze terechtko
men. Willen we echt steeds meer vries
kisten en magnetrons of willen we eigen
lijk liever meer schone lucht en meer ge
zonde bomen? En als we kiezen voor
meer luxe speeltjes, willen we dan dat
die terechtkomen in huishoudens die
toch al volgepakt staan met 83 soorten
huishoudelijke apparaten? Zo ja, dan is
het groei. Zo nee, dan is het achteruit
gang".
Een kwestie van kiezen dus?
„Het is allemaal een kwestie van kie
zen".
WILLEM SCHEER
Dr. H. de Lange: „De economie kan blij
ven groeien en de werkloosheid kan verder
afnemen".
FOTO: CEES VERKERK
De Familie Doorsnee. Vader, moeder en
van hun kinderen eten elk jaar meer.
Vorig jaar - hiep hoi - wéér twee pro-
meer. Alleen het derdegehandicapte,
staat al negen jaar op dieet. Op
houden de Doorsneetjes niet van.
Wel hebben ze nu een heel groot Milieu-
opgesteld. Dat houdt niet in
schoonmaken, maar dat ze de
toename van de vervuiling gaan
foidóeCouttuit