Zinderende zwarte show en uiterste beschaving
Bus klemrijden om
klanten te krijgen
BODY SOUL:
HOLLANDSE
HERBERG
IN
OOSTENRIJK
CcidóeGowatit
AMSTERDAM - Het zindert,
swingt en danst, wekt ongekende
spanningen naar de hartstreek, ver
stilt en beklemt; alles vrijwel zon
der overgangen in een perfectie die
tot een merkwaardige verwarring
leidt. Tapdance, blues, ragtime,
soul en onvervalste woede. Dat zit
allemaal in de waanzinnige, zwarte
show die „Body Soul" heet en
van 8 tot en met 20 augustus in het
Amsterdamse theater Carré is te
zien.
Uitgangspunt van theatermaker André
Heller: „De zwarten zijn de uitvinders
van de tapdance en rockmuziek. Maar
het zijn weer de blanken die ten onrech
te pronken met de veren die de zwarte
artiesten toekomen".
En zo is het maar net. De show die Car
ré biedt, met zestig zwarte dansers, zan
gers, musici en anderen heeft kleur en
vaart en straalt warmte uit. De show is
rauw, niet ruw, perfect, maar niet glad,
tegendraads en toch harmonisch. Verge
leken met soortgelijke Amerikaanse
shows met blanke artiesten is dit een
pracht van een wilde roos, waarbij die
van de blanken van kunststof is; mooi
gemaakt hoor, dat wel en nauwelijks van
echt te onderscheiden, maar wel kunst
stof.
In Body Soul is de Afro-Amerikaanse
muziek basis voor een show waarin de
meest fantastische talenten bijeen zijn
geschoven. In een volgorde die tot in de
tails moet zijn uitgekiend, al valt dat
niet onmiddellijk op; maar het kan niet
anders: het ene moment regelt een zan
geres hartslag en emotie van een hele
zaal in haar eentje, even later heeft een
behoorlijke groep het podium bevolkt in
wilde dans, uitbundig en fonkelend in
kleuren die niet bestaan. Twee uitersten.
Maar waar gingen die in elkaar over?
Geen notie van. Het groeide en gebeurde
organisch, in perfecte timing, als bijeen
gegoocheld door een tovenaar die zich
niet betrappen laat.
En waar komen de stukjes Brits gevoel
voor humor vandaan, in deze show die
Afro-Amerikaans heet te zijn, maar zon
der de vette Amerikaanse lach; wie be
dacht de fijnzinnigheden en de dubbele
bodems, de op Vlaams volkstheater lij
kende scènes, de groteske gebaren die tot
verfijning leiden? André Heller, die
meer theaterfeesten op zijn naam zette
en aan een tikje met de linker pink ge
noeg heeft om een heel theaterspektakel
op z'n kop te zetten.
Body Soul telt twintig nummers,
waarin de zwarte muziek naar de basis
wordt teruggevoerd, waaraan later blan
ke grootheden hun naam te danken zou
den krijgen. Maar nu, terug in zwarte
handen en voeten, blijken uitersten feil
loos in elkaar over te kunnen stromen
met een stuk beschaving die eerder Afri
kaans dan Amerikaans is. Soms is dat
zonder meer opvallend, soms onder
huids. En onmiskenbaar wanneer een
zwarte zangeres de titelsong zingt. Ze
kan in elk geval zingen. Mooi en harmo
nisch en warm zingen. Elke toon wordt
apart gevormd en tot achterin de zaal
nagekeken, zuiver tot op de trilling en
sterk variërend in hoogte, timbre en
sterkte. Maar waar blijven nu toch de
uitschieters, de geschreeuwde scherpe
halen naar de hoge fis twee keer ge
streept die kenmerkend is voor de blan
ke blueszangeressen? Deze zwarte, onge
twijfeld zeer geschoolde zangeres heeft
geen snijdende uithalen nodig om van
het warmste laag tot de meest blanke
hoge toon te komen, ze heeft haar stem
gewoon in alle registers in bedwang en
straalt een beschaving uit om jaloers op
te worden.
Zo is die show. Ook bont en kleurig,
wild en woest en met vaart die plotseling
als oliegedempt inhoudt tot een stille be
leving waarbij zelfs de decors hun adem
inhouden. Alsof de show een zwarte oer
beschaving alsnog aan het blanke ras wil
presenteren: okee, het is allemaal een
beetje uitbundig, het is zelfs een beetje
boel uitbundig, maar tot een grens die
van nature niet wordt overschreden.
Er zijn nummers waarin rock en twist,
charleston, rap, blues en ragtime in één
dans tezamen komen; waarin de zwarte
zangers hun kleur lijken te verliezen en
gewoon acteur/zanger worden waarbij
ras en afkomst geen enkele rol spelen.
Misschien is op die manier.de zwarte
kunst in handen gekomen van blanke
entertainers, die echter vergaten dat van
oorsprong zwarte kunst ook zwarte de
cors heeft. En die zijn in Body Soul
als vanzelfsprekend aanwezig, waardoor
de show een meerwaarde krijgt waarvan
men zich kan afvragen hoe men ooit
zonder heeft gekund.
En dan zijn er de komische details en
vondsten die de show luchtig laten ade
men: als gezongen wordt „The man I
love" en de zangerfes) aan het slot een
mannetjespauw blijkt te zijn; de giganti
sche, metersgrote beschermende witte
handschoen die een tapdanser zonder
pardon, met duim en wijsvinger het po
dium opduwt. Een vondst die aan het
eind verdubbeld wordt herhaald: twéé
handen die het gordijn sluiten, nadat in
een groots spektakel waarin alle mede
werkers voorkomen, in één nummer de
hele show nog eens wordt samengevat.
Schitterend, mooi en dwaas, perfect in
alle ogenschijnlijke wanorde waarin geen
pas te veel of verkeerd wordt gezet.
Bewijzen
Kleurige beelden blijven na afloop op
het netvlies achter, alle bewijzen van
heftige emoties, zelfspot en aangeboren
virtuositeit, sensueel, waanzinnig, een
eenheid aan muziek, dans en expressie.
André Heller is naar Amerika gegaan
met schop en houweel en heeft onder
een dikke laag van blanke beschaving
oerbronnen aangeboord en vormgegeven
op de planken gezet. Waarbij Heller
enerzijds zijn eigen ideeën naar voren
bracht, maar autonoom liet vertalen
door de echte deskundigen: de zwarte
dansers en musici die nog kunnen om
gaan met lichaam en ziel en zich niet
schamen voor emotie. Daarvan spreekt
Body Soul, dus. Zonder voorbehoud,
zonder enige emotionele beperking, want
Afro-Amenkaans. En dat in de meest
moderne en toch pure vorm. Vakwerk.
FRITS BROMBERG
ZATERDAG 29 JULI 1989 PAGINA 21
SCHÖNBERG - Een klein beetje
is het alsof ze thuiskomen, de va
kantiegasten die bijna over elkaar
heen vallen om zo snel mogelijk
hun sjieke touringcar te verlaten.
'Fliegender Hollander' staat in ne
onletters op het grote pand, naast
de eigenlijke naam 'Gasthof Schön
bergerhof. Het personeel, dat vlot
en vriendelijk een lunch serveert,
spreekt Nederlands. Dat is een hele
opluchting voor enkele gasten met
speciale wensen als zout- of vetarm
of 'ik wil alleen maar een kop
soep'.
Het tafereel speelt zich af in het stadje
Schönberg op zo'n twintig kilometer van
Innsbruck, aan de oude weg die naast de
dure tol-snelweg naar de Brennerpas
leidt. Freek en Anja de Ruiter hebben de
zaken goed in de hand. Zij runnen nu al
twaalf jaar het etablissement, en voor
enkele bussen vol toeristen tegelijk
draaien ze de hand niet meer om. Slapen
kunnen hun gasten ook in de Gaststatte,
in 55 bedden in overwegend met bad-
/douche en wc ingerichte keurige ka
mers. En dat tegen een fractie van de
prijs die de internationale hotels in de
Tiroolse hoofdstad Innsbruck vragen.
Hoe vindt zo'n oer-Nederlands echtpaar
nu zijn plekje in een horecabedrijf in de
Alpen?
„Tja", vertelt Freek de Ruiter, „dat is
een heel vreemd verhaal. Ik was oberkel
ner in Alkmaar, het jongste kind van een
stationschef. En mijn vrouw Anja was
fysiotherapeut. Goed twaalf jaar geleden
hadden we heel andere plannen: we wil
den aan ontwikkelingshulp in Brazilié
gaan doen. Anja had een briefwisseling -
gevoerd met de leprakolonie van Antho
ny van Kampen en pater Jan de 'Vries.
En nu twaalf jaar geleden belde zé mij
op een dinsdagmorgen op, diep teleurge
steld: de Braziliaanse regering gaf geen
toestemming meer aan buitenlanders om
daar ontwikkelingswerk te komen
doen".
Freek de Ruiter wil zeker sindsdien geen
kwaad woord horen over zijn schoon
moeder. Want zij was het die het versla
gen echtpaar, dat alle mooie plannen in
duigen had zien vallen, vier dagen later
uit de put trok. „Ze belde die zaterdag
op omdat ze in de krant een leuke ad
vertentie had gelezen over een horeca
zaak aan de Brennerweg die te huur
stond", vertelt hij.
V reselijk
„Die zondag zat ik al met schoonma in
de trein. En toen kwamen we bij dit
pand terecht. Nou, het zag er echt vrese
lijk uit. Een enorm achterstallig onder
houd, nauwelijks meubilair. Voor alle
gasten waren twee toiletten en een dou
che beschikbaar. Maar het plekje was
fantastisch. En het uitzicht zonder meer
fascinerend. We hebben de uitdaging
aangenomen, beseffend dat er ongelofe
lijk veel werk verzet moest worden en
dat het risico van een mislukking leVens-
groot was".
Omgerekend 800 gulden was het echt
paar per maand kwijt aan pacht van het
pand. ..We gingen hierheen met 40.000
gulden spaargeld, maar daar ging meteen
al 13.000 af wegens het contract. Na zes
maanden konden we het pand kopen,
met hulp van de bank. Dat hebben we
gedaan, eigenlijk alleen omdat we vol
strekt geen andere keus hadden. Inmid
dels hebben we er voor negen ton in ge
ïnvesteerd".
En wisten de gasten deze herberg te vin
den? „Nou nee. De eerste twee en een
half jaar hebben we het ongelofelijk arm
gehad. En het personeel heeft met ons
broederlijk de armoe gedeeld. Dat is on
voorstelbaar solidair gebleven. Het laat
ste personeelslid van het eerste uur is
nog maar pas geleden vertrokken".
Klemrijden
De kunst was ervoor te zorgen dat de
toeristen naar en van de Brennerpas de
moeite namen om een stop bij Schón-
bergerhof in te lassen. Maar hoe doe je
dat?
Freek: „Na een paar maanden kregen we
papierencontrole, en wij stonden met
lege handen. Toen is Anja zes weken
naar school geweest voor een stoomcur
sus horeca. We hadden geen keus, an
ders had de zaak dicht gemoeten. Nu
drijft de hele zaak formeel op de papie
ren van mijn vrouw. Maar het werk heb
ben we al die jaren samen gedaan, met
hart en ziel, en elkaar perfect aanvul
lend. Sinds kort heeft Anja zich nu gro
tendeels teruggetrokken, want we wer
den na vele jaren huwelijk nog eens ver
rast met de geboorte van een zoon. En
dat terwijl we ervan overtuigd waren dat
we kinderloos moesten blijven".
„Sinds die geboorte heeft ons leven toch
weer een andere dimensie gekregen. Ik
besef nu dat ik niet alleen maar voor
onze zaak leef. Ik werk honderd uur per
week en daar word je op den duur toch
wel moe van. Een bedrijf verderop in
Schönberg dat ik er een paar jaar gele
den bij had gekocht heb ik inmiddels
weer verkocht. Dat is nu een internatio
nale school. Van die transactie ben ik
niet armer geworden".
Armoe
Met toch wel enige weemoed denkt De
Ruiter terug aan de begintijd. „Maak het
nou niet te mooi", waarschuwt zijn
vrouw hem, voordat ze naar het pas ge
kochte woonhuis rijdt om zich aan het
welzijn van haar zoon te wijden. „Ik
hou me strikt aan de waarheid", belooft
Freek, „die is mooi genoeg".
Hij vertelt het verhaal van de gasten in
de eerste maanden, die bitter met hun
gastheer en -vrouw hebben meegeleden
in hun schamele hotelkamertjes met en
kel glas in de ramen, krakende bedden,
een wc en een douche op de gang en
's winters te weinig dekens. „Twee jaar
geleden hebben we onze tienjarige vesti
ging hier gevierd met een groot feest,
voor al die mensen die hier in de begin
periode hebben overnacht. Enkelen heb
ben ons verteld dat ze met de jas aan in
bed hebben gelegen om het toch nog een
beetje warm te houden. We hebben toen
eindelijk iets goed kunnen maken. We
hadden 220 gasten, die hier gratis heb
ben gegeten en geslapen. Van dat feest
hebben we geen seconde spijt gehad".
Gezegend
Wanneer is het eigenlijk echt goed gaan
lopen, hier in de Schönbergerhof?
„Dat is ook zo'n mooi verhaal", vertelt
De Ruiter. „We hadden hier een groot
overdekt terras aangebouwd, om ook bij
slecht weer de gasten een leuk plaatsje te
bieden. Op donderdag is het klaar, op
vrijdag stoppen hier twee bussen met be
devaartgangers. Vraagt een pater in het
gezelschap mij: „Kunnen wij hier een
mis opdragen?". Natuurlijk kan dat. Het
wordt een mis op het nieuwe terras. Alle
bedevaartgangers krijgen de zegen. Ik
vraag: „Wilt u ons huis ook zegenen?'
Dat gebeurt. Ik weet werkelijk niet wat
ik ervan moet geloven, maar vanaf dat
moment is het ons echt voor de wind ge
gaan".
Hoe vinden al die Nederlanders nu de
Schönbergerhof? En komen er ook ande
re nationaliteiten?
„Vijfentachtig procent van onze gasten
zijn Nederlanders. Jaarlijks gaat het om
tussen de zestig- en tachtigduizend. De
rest bestaat voor het overgrote deel uit
Duitsers. En verder krijgen we hier nog
al eens Scandinaviërs. De bussen stop
pen hier vooral omdat ik met de onder
nemers in Nederland afspraken heb ge
maakt. Anderen vinden ons soms omdat
ze hier toevallig komen, maar meestal
op grond van de reclame die ik maak of
die vroegere gasten bij hun vrienden en
familieleden maken. We staan in de toe
ristische horecagids 'Links und rechts
der Autobahn'. Vroeger hadden we een
heel eenvoudig foldertje. Daar komen
nu nog wel mensen op".
Kritiek op de inrichting, de aankleding
van de zaak, de slaapkamers, de bedie
ning, dat alles kan Freek de Ruiter ac
cepteren. „We zijn geen Hilton, maar de
prijzen zijn ook heel anders", zegt hij.
Maar kritiek op wat hij en zijn personeel
in de keuken fabriceren, daar kan hij
niet tegen. „Ik doe er werkelijk alles aan
om mijn gasten tevreden te laten zijn
met de kwaliteit van het eten. Een Hol
landse keuken bestaat nauwelijks. Wat
ik maak is een mix van de Nederlandse,
de Oostenrijkse en de Duitse keuken.
Met speciale wensen houd ik altijd reke
ning. Ik heb ook een Engelse kaart. Nee,
kritiek op het eten krijg ik eigenlijk
nooit. En als die komt, neem ik die vre
selijk serieus".
RINK DROST
Anja en Freek
de Ruiter voor
hun bedrijf.
'Fliegender
Hollander' is
de naam van
het bruine café
dat in een
hoekje is
ingericht.
FOTO: PERS
UNIE
„We zagen met lede ogen al die Neder
landse bussen hier langs rijden. Rustig
afwachten tot er eentje zou stoppen had
geen zin, bleek al gauw. Op een gegeven
moment heb ik er met mijn oude autoo
tje gewoon een klem gereden. De chauf
feur half verbaasd, half kwaad: „Wat is
hier aan de hand?". Ik zeg: „Jullie zijn
zojuist mijn zaak voorbijgereden!". Iets
verderop, richting Innsbruck, heb ik bij
de Europabrug gewacht tot Nederlandse
bussen stopten. Die heb ik hierheen ge
praat.'En ik ben bij Nederlandse tour
operators langs gegaan om hen te bewe
gen onze Gaststatte als lunch- of over
nachtingsplaats in hun busreizen naar en
van Italië op te nemen. Bij hen kom ik
nog geregeld. We zijn in de loop der ja
ren goede maatjes geworden".
Een andere manier om aan enkele in
komsten te komen vond De Ruiter in
een blokkade door vrachtwagenchauf
feurs op de Brennerpas. „Ik erheen in
mijn autootje, om met warme worst en
koffie te leuren. Dat vond gretig aftrek
bij al die chauffeurs. Op die manier is
toch heel langzamerhand het spul op
gang gekomen".
Papieren
Oostenrijk is nog geen lid van de Euro
pese Gemeenschap; buitenlandse vesti
gingspapieren worden niet zonder meer
geaccepteerd. Freek en Anja hadden
trouwens helemaal geen papieren, zelfs
geen Nederlandse.
Zwarte show vol lichte tonen: Body Soul.
FOTO: PR