nalë
VEERTIG JAAR
VEILIGHEIDSDIENST
£eidóc Qowuvnt'
Over de Binnenlandse
Veiligheidsdienst (BVD)
hangt zo'n dichte sluier
van geheimzinnigheid dat
niemand gemerkt heeft
dat de dienst vier jaar
geleden in gezelschap van
koningin Beatrix zijn
veertigjarig jubileum
vierde. Als het inderdaad
de bedoeling was dat het
feest onopgemerkt zou
blijven, had men ook wel
een goede datum
uitgezocht: 29 mei 1985.
Op die dag was het
weliswaar veertig jaar
geleden dat het Bureau
Nationale Veiligheid werd
opgericht, maar dat was
nog niet de Binnenlandse
Veiligheidsdienst. Die
kwam op 8 augustus 1949
ter wereld, per
vertrouwelijk Koninklijk
Besluit. Wij roepen
daarom deze dag uit tot
verjaardag van de BVD.
En kijken terug op zijn
geheim bestaan.
DEN HAAG - „Nee", zegt de
woordvoerster van het minister van
binnenlandse zaken. „Meneer Doc-
ters van Leeuwen acht de tijd nog
niet rijp voor een interview". Nee,
mr. A. W. H. Docters van Leeu
wen, hoofd van de Binnenlandse
Veiligheidsdienst, houdt niet van
publiciteit. Bij zijn aantreden, nu
ruim een jaar geleden, weigerde hij
vraaggesprekken al evenzeer. Zo
hoort het ook. Zo weten we dat de
BVD nog altijd iets te verbergen
heeft - en een geheime dienst die
niets te verbergen heeft, is geen ge
heime dienst.
De BVD werd in stijl, dat wil zeggen in
het geniep, geboren. De regering vaardig
de in augustus 1949 een Koninklijk Be
sluit uit waarin de oprichting van de
dienst werd vastgelegd, maar liet de ge
bruikelijke publikatie in het Staatsblad
achterwege. Niemand hoefde te weten
dat de democratie voortaan bewaakt zou
worden door een organisatie die zelf bui
ten alle democratische controle viel. De
Tweede Kamer had er niets over te ver
tellen, het publiek werd er niet over in
gelicht. Zo zou het veertig jaar lang blij
ven. Wel werd de geheime basis onder
de dienst vervangen door een heuse wet
en wel kwam af en toe iets van zijn na
speuringen aan het licht, maar nooit ont
stond een werkelijk betrouwbaar beeld
van de BVD. Nooit kreeg het parlement
greep op de dienst, laat staan op zijn
aanverwante, nog geheimere soortgeno
ten. Ook nu niet. Bijna alles wat we we
ten is te danken aan het wantrouwige ge
snuffel van een paar journalisten, die in
de loop der jaren wat flarden van de
waarheid boven water wisten te bfengen.
Oorlog
Dat een democratie het niet zonder ge
heime dienst kon stellen, was in het na
oorlogse Nederland niet direct voor ie
dereen duidelijk, maar het uitbreken van
een nieuwe, zogeheten „koude", oorlog
maakte een einde aan de twijfel. Er
dreigde gevaar, rood gevaar. Spionnen
uit het Oostblok kwamen, veelal onder
diplomatieke dekmantel, ons land beloe
ren. En van binnenuit morrelden de
communisten, zo meende men, aan de
wortels van de samenleving. Zij moesten
in de gaten worden gehouden, daar was
bijna iedereen het over eens. Ook de
fractievoorzitters van de vijf grote partij
en (KVP. CHU, ARP. VVD. PvdA), die
samen (en exclusief) de vaste commissie
voor de inlichtingen- en veiligheidsdien
sten vormden; een commissie die na
mens de Kamer de diensten moest con
troleren. maar daarover nimmer mede
delingen mocht doen.
De collega-kamerleden moesten maar
aannemen dat het wel goed zat. Het
duurde tot 1972 voordat ze officieel
mochten vernemen welke taak aan de
BVD was toebedacht; toen werd het ge-
heime Koninklijke Besluit uit 1949
openbaar gemaakt. Veel duidelijkheid le
verde dat niet op. Er is een Binnenland
se Veiligheidsdienst, zo luidde de open
baarmaking, en die heeft tot taak gege
vens in te winnen over groepen en per
sonen die een gevaar kunnen vormen
voor',.de democratische rechtsorde", „<ie
veiligheid" of „andere gewichtige belan
gen van de Staat". Bovendien moet de
BVD gegevens beveiligen van „die sec
toren van de overheidsdienst en van het
bedrijfsleven die van vitaal belang zijn
voor het instandhouden van het maat
schappelijke leven".
Uit het laatste deel van deze taakom
schrijving vloeide voort dat de BVD ook
de gangen naging van wie solliciteerde
naar een vertrouwensfunctie. In die ja
ren zeventig waren dat er ruim 70.000,
voornamelijk bij de PTT en de ministe
ries van defensie en buitenlandse zaken.
De Tweede Kamer vond dat veel. De
Tweede Kamer had zijn twijfels. Het
werd de geachte afgevaardigden langza
merhand te gortig nog langer genoegen
te moeten nemen met een zo schimmig
instituut als de BVD, dat zo ver kon
doordringen in het persoonlijke leven
van de burgers. In 1975 werd een motie
van de PvdA'er Roethof aangenomen
waarin de regering „in het belang van de
democratie" werd gevraagd een wets
voorstel voor de inlichtingendiensten te
ontwerpen. Dan kon de Kamer daarover
debatteren en stemmen (met het ver
trouwelijk Koninklijk Besluit uit 1949
en 1972 had de regering zich onttrokken
aan een dialoog met het parlement), zo
dat althans duidelijk zou worden of de
BVD kon werken met een mandaat van
de volksvertegenwoordiging.
Van welke mensen en organisaties de
BVD dossiers heeft aangelegd is niet
bekend. Een lijst is er niet en komt er
ook niet. TEKENING: LEO HENNY
ZATERDAG 29 JULI 1989
Werken bij de BVD: een kwestie van geheimhouding.
„Elk parlement is zo machtig als het zelf
wil", zei de PvdA'er Stoffelen ten tijde
van de behandeling van het voorstel tot
wet op de inlichtingen- en veiligheids
diensten. Het was inmiddels 1985, tien
jaar na de motie-Roethof, en eindelijk
vergaderde de Tweede Kamer over een
wettekst. Van machtsbelustheid kon de
Kamer niet beticht worden. Er werd wat
heen en weer gepraat over de bevoegd
heden van de vele honderden agenten
van de Plaatselijke Inlichtingendiensten,
politieambtenaren die onder bevoegd
heid van de BVD vallen en onder meer
de politieke activiteiten van de burgers
in het oog houden. Zij vormen een wel
kome aanvulling voor de zevenhonderd
ambtenaren die gewoon rechtstreeks bij
de BVD werken („Mijn buurman werkt
bij de BVD", zo meldt ons een collega.
„Dat heeft zijn vrouw eens aan ons ver
teld - en daar heeft ze nu enorme spijt
van. Niemand mag het weten. Zelf zegt
hij dat hij bij de politie werkt").
De Kamer ging akkoord met de inzet
van politiemensen voor de inlichtingen
diensten. En de Kamer bleef zijn contro
lerende taak uitbesteden aan de speciale
commissie van fractievoorzitters, wier
geheimhoudingsplicht niet werd opgehe
ven. Zo vaak Andrée van Es (PSP) de
minister van binnenlandse zaken aan
zijn jasje trok omdat de BVD weer eens
trachtte te infiltreren in een of ander
krakershol, zo vaak antwoordde de mi
nister dat hij „gaarne bereid" was „meer
openheid van zaken te verschaffen in de
Vaste Commissie voor Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten", waarna er nimmer
meer iets van werd vernomen.
In de wet waar het parlement uiteinde
lijk mee instemde, wordt slechts een tip
je opgelicht van de sluier die over de
Nederlandse inlichtingen- en veiligheids
diensten ligt. Daaronder ligt heel wat
verborgen. Zo onthulde de Haagsche
Courant vier jaar geleden (inspecteur-ge
neraal der krijgsmacht De Geus: „Dit
had nooit in de krant gemogen") het be
staan van het afluistercentrum TIVC,
dat enthousiast communicatiesatellieten
„afstraalt". Dank zij informatie van het
TIVC was Israel in 1981 in staat een
Iraakse atoomcentrale uit te schakelen,
vlak voordat daar een atoombom ver
vaardigd zou worden. De wet vermeldt
de activiteiten van het TIVC niet. Ook
zwijgt zij over het bestaan van de oor
logsdiensten 0 en 1, die zich volgens de
Haagsche Courant in oorlogstijd onder
meer bezig dienen te houden met sabo
tage. De krant wist overigens ook de
hand te leggen op de notulen van de Mi-
TEKENING: CORIEN DE KLER
nisteriêle Commissie voor de Inlichtin
gen- en Veiligheidsdiensten, waarin te le
zen valt hoe de toenmalige minister-pre
sident Den Uyl ervoor pleitte minister
van justitie Van Agt buiten de beraad
slagingen te houden, omdat die als ver
dediger van het recht de BVD wel eens
al te zeer zou kunnen dwarsbomen. Dat
een minister van justitie daar redenen
voor zou kunnen hebben, bleek wel uit
de brief die vice-admiraal Kruimink
(toenmalig hoofd van de Inlichtingen
dienst Buitenland) in 1971 aan de minis
ter-president schreef om bezwaar te ma
ken tegen de tekst van het Koninklijk
Besluit over de inlichtingendiensten,
omdat daarin stond dat ze „in gebon
denheid aan de wet" en „ondergeschikt
aan de betrokken minister" zouden wer
ken. Gebonden? Ondergeschikt? „In in
ternationaal opzicht maakt Nederland
zich in de kring van vakgenoten onge
twijfeld belachelijk!", blies Kruimink.
En hij legde ook uit waarom: „Het in
lichtingenwerk is nu juist niet bij uitstek
uit op eerbiediging van menselijke rech
ten en waardigheden".
Het is niet eenvoudig te achterhalen wel
ke groepen of personen zich de afgelo
pen veertig jaar hebben mogen verheu
gen in de aandacht van de BVD. Ja, er
zijn er genoeg die roepen dat ze („Schan
de. schande!") door de BVD zijn bena
derd. of dat de BVD hun buurman heeft
besnuffeld - en niet zelden is dat nog
waar ook. Maar die onthullinkjes, die
vaak het gevolg zijn van knullig optre
den van de BVD. verschaffen geen be
trouwbaar beeld van de werkzaamheden
van de dienst. Daarvoor zou een lijst
noodzakelijk zijn waarop alles en ieder
een in wie de BVD interesse heeft gehad
vermeld staat; zo'n lijst is er niet en
komt er niet. Blijft over: een vage in
druk, gebaseerd op de weinige BVD-ac-
ties die de publiciteit haalden.
In de jaren vijftig, toen de koude oorlog
op z'n vurigst was, wist de BVD een ge
reformeerde havenarbeider zover te krij
gen lid te worden van de CPN om aldus
het communistisch gevaar van binnenuit
te verkennen. De man maakte verschil
lende reizen naar het Oostblok en klom
op tot lid van het hoofdbestuur van de
CPN. een functie die hij te baat nam om
het partijarchief te fotograferen. Daarna
staakte hij zijn spionageactiviteiten, en
ging - letterlijk - ten onder aan de
spanningen en de drank.
In 1975 werd medewerker A. Kisselew
van de ambassade van de Sovjetunie
„teruggeroepen door zijn regering", na
dat de BVD had ontdekt dat hij „ge
poogd had Nederlandse militairen om te
kopen ter verkrijging van militaire in
lichtingen". En in datzelfde jaar werden
dank zij de BVD vijf Syriërs aangehou
den die op het station van Amersfoort
een aanslag hadden willen plegen op het
Russische rijtuig van de Warschau-Ex-
press. De terroristen dachten dat in die
trein Russische joden zouden zitten, die
via Nederland naar Israel wilden emigre
ren.
In antwoord op vragen van het CDA-ka-
merlid Beincma bevestigde staatssecreta
ris Korte-van Hemel (justitie) in 1984
dat de douaniers aan de grens tussen Ne
derland en West-Duitsland registreren
wie in zijn paspoort een visum voor de
DDR of een ander Oosteuropees land
heeft staan. „Dit geschiedt met het oog
merk gegevens te verzamelen, die voor
de veiligheid van de Staat van belang
kunnen zijn", aldus de staatssecretaris.
De BVD zelf kreeg een jaar later een
brief van ds. Hans Visser, de Rotter
damse predikant die zich laat kennen als
de rechtste niet. Visser had gemerkt dat
de BVD aan het vissen was binnen zijn
stichting voor Kerkelijke en Sociale Ar
beid en het leek hem beter de informa
tievoorziening via fatsoenlijke kanalen
te laten verlopen. Mocht de dienst meer
willen weten, dan was men altijd wel
kom voor een gesprek. Visser: „Het be
zwaar van uw manier van informatie in
winnen lijkt ons, dat u een bepaalde
vorm van hypocrisie stimuleert binnen
de organisatie, wat om voor de hand lig
gende redenen niet wenselijk is".
Het voorbeeld van Visser werd begin dit
jaar gevolgd door het voormalige kamer
lid Janmaat, lijsttrekker van de Cen
trumdemocraten. Hij diende bij de mi
nister van binnenlandse zaken een ver
zoek in om voortaan met rust te worden
gelaten. „De BVD maakt de omstandig
heden waaronder de leden van de Cen
trumdemocraten politiek moeten bedrij
ven moeilijker dan die van het verzet uit
de Tweede Wereldoorlog", aldus Jan
maat.
Die klacht van Janmaat moet de BVD
als muziek in de oren klinken, want
daarmee kan de beschuldiging worden
weersproken dat de BVD louter geïnte
resseerd is in linkse groeperingen, om
niet te zeggen dat het een club is van
vastgeroeste communistenvreters. Mr. P.
de Haan, hoofd van de BVD tot 1986,
werd zelfs een beetje kwaad toen hem,
tijdens een interview met deze krant, ge
vraagd werd naar die eenzijdige belang
stelling voor links. „Ik heb u verteld dat
de dienst is opgebouwd uit mensen die
vrijwel allemaal in het verzet hebben ge
zeten, velen ook in een concentratie
kamp. Dan moet u mij niet aankomen
met aantijgingen dat deze dienst, met
haar achtergrond en sfeer, al veertig jaar
bezig is met een heksenjacht op links!
Dat pik ik niet! Namens al die zeven
honderd man die hier werken, kan ik dat
niet accepteren! De BVD maakt geen
onderscheid. Wij hebben dezelfde war
me belangstelling voor links als voor
rechts".
STEVO AKKERMAN
A