Werken met apen is een schaakpartij 1 1 O c Ie „De politiek durft niet te kiezen; dat noem ik vals" Patiëntenselectie V erbruid CcidócSowuint ZATERDAG 22 IULI 1989 PAGINA 21 Brood en Spelen. Onder dat motto laten we deze zomer beroepsbeoe fenaren aan het woord die verbon den zijn aan een van de vele toeris tische attracties die ons land rijk is - en die dus in zekere zin hun brood verdienen met spelen. Van daag Leo Hulsker, dierenverzorger van de Apenheul in Apeldoorn. In dit met veel natuurschoon gestof feerde dierenpark scharrelen grote groepen apen vrij tussen het pu bliek rond. Openingstijden: dage lijks van 10 tot 18 uur (na 1 sep tember tot 17 uur). Toegangsprijs 9 gulden, kinderen van 4 tot 11 jaar en senioren 6 gulden. Honden wor den niet toegelaten. APELDOORN - Op het gorilla eiland van de Apenheul heeft de speelse Pesco het pesten tot een kunst verheven. Vol overgave plaagt de jonge gorilla de huzaara pen. Maar omdat hij voor het don derjagen per ongeluk zijn keus liet vallen op de snelste apensoort die er op dit ondermaanse rondslin gert, grijpen zijn watervlugge klauwtjes voortdurend in het niets. Als dat gaat vervelen, koelt de gorilla kleuter zijn tomeloze energie op vader Bongo. De imposante spierklomp van tweehonderd kilo heeft wel trek in een robbertje stoeien in de zomerzon. Ape trots speelt hij krijgertje met zijn dan sende zoon. Uitgelaten rollebollen ze over het eiland. Maar het spelen is ook leren. Pesco krijgt boksles. Met zijn gro te vuisten deelt Bongo plaagstootjes uit. De kolos houdt zich in. Gelukkig maar, want diezelfde mokers bezorgden een ri valiserend mannetje enige tijd geleden een schedelbasisfractuur. Er komt een tijd dat Pesco zo'n stoeipar tij wel uit zijn kop laat, voorspelt dieren verzorger Leo Hulsker. Hij trekt een ver gelijking met de mens. „Kinderen van een jaar of twee, drie, mogen veel van hun ouders. Maar als kinderen van een jaar of vijf, zes hetzelfde doen krijgen ze een pets en wordt er geroepen: Hou op! Datzelfde zie je bij mensapen. Naarmate de jongen ouder worden, worden ze steeds meer op hun plaats gezet. Dan DIERENVERZORGER LEO HULSKER VAN DE APENHEUL: verplaatsen de pesterijen zich meestal naar ooms en tantes". Vlak bij het gorilla-eiland huist een ko lonie doodskopapen. Zodra de 112 die ren Leo Hulsker in de smiezen krijgen, stuiven ze de bomen in. Op veilige af stand beginnen ze in koor te schreeuwen en te schelden. Met de woedende kool oogjes in hun nijdige doodskoppies vol gen ze elke stap die de dierenverzorger zet. Het krijsen bedaart pas als de in dringer uit het zicht is verdwenen. „Ik heb eens"** een ziek doodskopaapje moeten pakken. Dat vergeten ze nooit. Dan heb je het bij de hele groep ver bruid. Elke keer als ik hier kom gaan ze aan de haal", verklaart Leo Hulkser de stampij. Met de tweehonderd andere bewoners van de Apenheul is de 27-jarige dieren verzorger wèl goede maatjes. Een uitge sproken voorkeur heeft hij niet. Hij praat met evenveel liefde en toewijding over de imposante gorilla's, als over pyg- mee-oeistities, een apensoort op Dinkey- Toyformaat die minder weegt dan een pakje echte boter. „Die dwergaapjes zijn moeilijk te verzorgen. Mensapen en chimpansees uiten zich hetzelfde als mensen. Als ze zich niet lekker voelen worden ze lusteloos. Maar bij die dwer gaapjes kun je alleen maar aan de oogjes zien hoe ze zich voelen". Leo's dierenliefde dooft 's avonds niet bij de uitgang van de Apenheul. Zijn huis in een Apeldoornse nieuwbouwwijk herbergt een dierenparkje, compleet met vijftig pythons en boa's. Pronkstuk van de verzameling is een bloedpython („de naam slaat op de kleur, niet op het ka rakter") met de afmeting van een uit de kluiten gewassen tuinslang. „Mensen hebben een afkeer van slangen, omdat ze er niet mee bekend zijn. Maar het zijn boeiende dieren". De dierenverzorger begon zijn loopbaan op 16-jarige leeftijd in Dierenpark Was senaar. Hij kwam op straat te staan toen het park op de fles ging. „Ik zal nooit vergeten hoe ik dieren die ik van hun ge boorte af kende moest inpakken en op sturen. Dat was een dieptepunt in mijn leven". Een baantje bij de 'Dierenambu lance Den Haag en omstreken' kon zijn sombere stemming niet verjagen. „Ik kreeg er vrijwel uitsluitend te maken met de dramakant van het dierengebeu- ren". Superintelligent Eind 1987 solliciteerde hij met succes bij de Apenheul. De trieste herinneringen aan Wassenaar vervaagden. Het enthou siasme straalt weer van Leo's gezicht af. „Ik werk hier met boeiende, enorm ge compliceerde en superintelligente dieren. Juist omdat ze zo slim zijn moet je steeds een schaakspel met ze spelen. Ze zijn geen enkele dag hetzelfde. Een aap die dertig keer gehoorzaam doet wat je zegt, luistert de éénendertigste keer niet. Ze blijven je voortdurend uitproberen". Omdat apen zulke gecompliceerde die ren zijn. wordt bezoekers van de Apen heul bij de kassa een aantal huisregels ingeprent. Op het terrein herhalen bor den de waarschuwingen in alle toonaar den en lettertypes. Taboe zijn bijvoor beeld: open tassen, zelf eten en het op pakken, aaien en voeren van de apen. „Die regels zijn er niet om het publiek dwars te zitten, maar om de apen te be schermen. Wolapen bijvoorbeeld hebben een lichte vorm van suikerziekte. Een snoepje is voor die dieren dus puur ver Leo Hulsker: Apen blijven je voortdurend uitproberen. Dat maakt ze juist zo interessant". gif. Vooral voor zwangere vrouwtjes is suiker levensgevaarlijk, omdat de vrucht er té snel door groeit, met alle ernstige gevolgen van dien". ..Doodskopapen zijn meesters in zak kenrollerij. Als ze zien dat iemand een snoepje loopt te eten of een geopende tas heeft, duiken ze er als een gele wolk op af. Vooral papieren zakdoekjes en pa piergeld zijn erg in trek". Dat er van de buit meestal weinig over blijft bewijst het aangevreten restant van een briefje van vijf gulden. Het groene legpuzzeltje, waaraan veel stukjes ontbreken, hangt in het kantoor van de Apenheul. „Apen voeren kost geld", luidt de ondertiteling met dubbele bodem. Als een aap iets heeft gestolen vereist het veel tact en kennis van de verzorgers. „Je kunt het niet zomaar afpakken. Een aap die hoog in de rangorde staat accep teert dat namelijk niet. Die begint te gil len. Z'n soortgenoten komen te hulp en je hebt een vechtpartij. Je moet het dus met tact doen, bijvoorbeeld door iets wat gepikt is te ruilen voor een stukje appel". Leo Hulsker en zijn collega's zien er streng op toe dat het publiek de rond dartelende apen niet oppakt, achtervolgt of aait. „Als een dominante aap een soortgenoot aait dan betekent dat: ik ben jouw baas. Dus als een bezoeker gaat aaien, dan begrijpt dat beest niet dat het goed bedoeld is. Het gaat zich verdedi gen door van zich af te bijten". Leo Hulsker voegt er snel aan toe dat agressief gedrag een uitzondering is. „We krijgen 500.000 bezoekers per jaar. maar zelden wordt er iemand gebeten. Als de mensen zich aan de regels houden, ge dragen de dieren zich rustig. We hebben FOTO: CEES BAARS hier wel eens mensen van een Duitse dierentuin gehad die vroegen: geven jul lie die beesten soms valium of librium? Ze zijn zo rustig! Maar we geven niets. En ze zijn ook niet getemd. De apen soorten die hier vrij rondlopen zijn van nature zo tolerant". De meeste bezoekers houden zich keurig aan de huisregels. „Maar er zijn natuur lijk altijd mensen die vergeetachtig zijn". Wie de apen voert of pest wordt meedogenloos voor aap gezet. „We fluis teren die mensen niet discreet iets in het oor, maar roepen vanaf tien meter af stand met luide stem, zodat iedereen het horen kan, dat ze verkeerd bezig zijn. Dat werkt prima, ook tegenover mensen die net van plan waren een regeltje te vergeten". AAD STRUIJS HOOGLERAREN FORMULEREN VOORZICHTIG CRITERIA VOOR SELECTIE UTRECHT - Even gloort er hoop in het dilemma van patiëntenselec tie. Prof. dr. A. Schrijvers, gezond- heidseconoom aan de Rijksuni versiteit van Utrecht, brengt de verademing. Zijn boodschap is vrij simpel: concentreer je niet alleen op de onmenselijke keuze tussen min of meer gelijke patiënten als er maar één behandeld kan worden. Bind de strijd aan tegen de oorzaak van de schaarste, tegen het geldge brek in de gezondheidszorg. De hoogte van de uitgaven voor de ge zondheidszorg moet worden gekop peld aan het nationaal inkomen. Stijgt het nationaal inkomen met drie procent? Dan krijgt ook de ge zondheidszorg drie procent extra. Maar gaat het economisch wat minder, dan moet ook de gezond heidszorg een stapje terug doen. „Natuurlijk is er dan nog schaarste, maar minder omvangrijk en veel eenvoudiger te beheersen". De hoop wordt echtei snel de bodem in geslagen door prof. dr. H.J.J. Leenen, hoogleraar sociale geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam: „Al beste den we honderd procent van ons natio naal inkomen aan de gezondheidszorg, we blijven zitten met het schaarstepro bleem". De gezondheidseconoom uit Utrecht be pleit de koppeling tussen nationaal inko men en de uitgaven voor de gezond heidszorg als volgt. „Een stijging is no dig om het zorgmveau in grote lijnen te handhaven. Om bijvoorbeeld de vergrij zing op te vangen. En de gehandicapten zorg in stand te houden. We kennen een goede zwakzinnigenzorg, maar het ge volg is dat die mensen ouder worden en de instellingen steeds voller. Wil je de zorg dus op peil houden, dan moet er extra geld in. Neemt het nationaal inko men af, dan kan de overheid in elk geval zeggen dat ze haar best heeft gedaan". Maar Leenen verwacht er weinig heil van. „Er is meer dan alleen gezondheids zorg, een samenleving heeft ook andere behoeftes die betaald moeten worden". Hij wijst erop dat in de jaren vijftig nog slechts 3 miljard aan gezondheidszorg werd besteed en dat we nu nog niet eens genoeg hebben aan 45 miljard. En het schaarsteprobleem is eerder groter dan kleiner geworden. „Het belangrijkste be zwaar is dat het aanbod de vraag creëert. Geef je de gezondheidszorg meer geld en mogelijkheden, dan zullen steeds meer mensen behoefte hebben aan steeds meer behandelingen. Zodra je de moge lijkheid hebt harttransplantaties uit te voeren, ontstaat er toch vraag naar die behandeling? Zo blijf je altijd zitten met een structureel tekort". Hernia Schijvers deelt de mening dat er geld over moet blijven voor het betalen van andere zaken. „Het zou wat zijn: veel geld uitgeven voor dure bestralingsappa- ratuur en ondertussen het ongezonde De gezondheidszorg is duur. Te duur voor de met de mond bele den 'zorg op maat'. Lang niet iedereen die geholpen moet worden, kan terecht in het ziekenhuis of in een andere instelling. Een deel valt af. Vaak tijdelijk, soms blijvend. Vandaag het derde artikel in een serie van vier over patiéntenselectie in de gezondheidszorg: „Als er niets gedaan wordt, hebben we over een paar jaar iedere vier weken een rel". Schrijvers: „Probleem selectie te beheersen door lichte groei budget". milieu niet aanpakken waarvan mensen kanker krijgen". En ook schaarste - en dus patiëntense lectie - zal er altijd blijven. Echter er van uitgaande dat dat probleem beheers baar is, heeft Schrijvers twee selectiecri teria bedacht die de dienstdoende arts uit de brand moeten helpen. Het eerste uitgangspunt moet in de ogen van Schrijvers zijn dat chronisch zieken vóór acute gevallen gaan. „Twee mensen komen in aanmerking voor gezinshulp, terwijl er maar één geholpen kan wor den. Een bejaarde van tachtig jaar of een moeder met hernia (echtgenoot met drukke baan. drie kinderen). Dan zou ik voor die bejaarde kiezen. Want die moe der heeft nog het perspectief dat ze beter wordt. Het is vervelend, maar iedereen heeft van die moeilijke periodes in z'n leven". Daarnaast meent de hoogleraar dat reke ning moet worden gehouden met het aantal gewonnen levensjaren. „Je hebt twee directeuren, even oud, beiden met dezelfde kwaal. Als een van beiden dan ongezond blijkt te leven, kun je nagaan dat de levenswinst bij de ander groter is. Daarvoor kies je dan. Dat gaat ook op als je die gezonde directeur in het voor beeld vervangt door een zwerver. Je kunt wel roepen dat die directeur en die minister zo'n belangrijke maatschappe lijke positie hebben, maar het kan best zijn dat die zwerver veel gelukkiger is. Mensen zijn heus wel te vervangen. Over de kwaliteit moet je niet oordelen, wel over het aantal jaren". Vals Voorwaarde is dan wel dat de keuzes zorgvuldig, door meer dan één persoon en in het openbaar plaatsvinden. En de willekeur moet worden weggenomen. „Het mag dan niet zo zijn dat je in Utrecht veel langer moet wachten op op name in een verpleeghuis, dan elders in het land". Toch is het de vraag of het dilemma van de selectie met de twee uitgangspunten wordt opgelost. Want het criterium 'ge wonnen levensjaren' pakt voor bejaar den altijd slechter uit dan voor jongere mensen. Schrijvers (geërgerd): „Mis schien is het waar dat het in feite via de achterdeur toch een selectie op leeftijd is. Maar dan hebben we toch een prima punt voor de verkiezingen? Want eigen lijk kunnen we voor ouderen medisch gezien veel meer doen. Dus wat doen we? Kiezen we voor de mensen die ons de welvaart hebben gebracht?". En dan, kwaad: „Er zijn toch allerlei scenario's opgesteld voor de toename van de ver grijzing? Maar het probleem is de poli tiek. we zitten met politici die geen keu zes durven te maken. Dat is vals. Want je weet dat je in feite vooral de ouderen treft als je maatregelen doorvoert om de ligduur in ziekenhuizen te bekorten". Schrijvers ontvangt bijkans een verbale ovatie van prof. Leenen. „De moeilijk heid met politici is dat ze altijd weten dat iets moet, maar nooit hóe het moet. Ze hollen van incident naar incident, maar structureel worden er nauwelijks zaken gedaan. Er wordt een incident ge meld en de politicus zegt: Tja. daar moet iets aan gebeuren. Dat spelen we door naar de een of andere commissie. En de commissieleden zeggen: Tja, daar moet inderdaad iets aan gebeuren. Dat spelen we door naar de Kamer en die zegt: Tja, daar moeten we wat aan doen. En dan gebeurt er wat. De belangengroep die het hardst schreeuwt, vindt het meest ge hoor in Den Haag. Besluitvorming door decibels". Leenen en Schrijvers zijn er beiden van overtuigd dat de patiëntenselectie in de jaren negentig zal uitgroeien tot een enorm probleemgebied als de politiek niet krachtig ingrijpt. „Als dat niet ge beurt hebben we straks vier weken een rel zoals over het naakt vastketenen van de zwakzinnige Jolanda Venema. Dan verschijnen er regelmatig berichten in de kranten dat er weer een patiënt op de wachtlijst overleden is". Schrikbeeld Leenen wordt bij het zoeken naar selec tiecriteria gedreven door het schrikbeeld dat de Verenigde Staten te zien geven. „Daar worden al zwakzinnige kinderen voor behandeling uitgesloten. En in de VS is de gedachte algemeen geaccepteerd dat bejaarden een lang leven achter de rug hebben, het lange tijd goed hebben gehad en een pas op de plaats moeten maken als er een tekort aan voorzienin gen is. Dat mag niet. De bejaarden heb ben dezelfde rechten. Dat is een basis principe. En het is ook niet eerlijk. Ze hebben hun hele leven premie betaald. Je kunt ze niet op basis van hun leeftijd passeren. Als een verzekeringsmaat schappij zo zou handelen komt iedereen in opstand. Zou de overheid die ontwik keling dan wel mogen tolereren?". De Amsterdamse hoogleraar heeft, toe gespitst op de schaarste bij transplanta ties, voorzichtig enige oplossingen be dacht. Welke patient kan medisch gezien het Leenen: „Al besteed je honderd procent van het nationaal inkomen aan de zorg, de schaarste blijft". FOTO'S: PERS UNIE orgaan het beste gebruiken? „Dat wordt door artsen uitgemaakt. Er zit iets on rechtvaardigs in, omdat hele ernstige ge vallen op medische indicatie minder kans maken". Je moet je volgens Leenen afvragen of de patiënt de operatie psychisch goed kan doorstaan. Dat dient objectief te worden vastgesteld door deskundigen. En tot slot: „Sommige operaties vergen veel nazorg. Dan moeten er op dat mo ment wel voorzieningen zijn. Als er geen partner is om de verzorging op zich te nemen, kan het niet. Dat is zeer onrecht vaardig. maar zo zit de maatschappij nu eenmaal in elkaar". Ook Leenen moet echter erkennen dat een deel van deze criteria feitelijk kan uitdraaien op selectie van ouderen. „Het blijft een kwestie van overmacht bij een gebrek aan middelen. Selectie is per defi nitie onrechtvaardig. Er zijn echter gren zen. In de VS spelen de produktiviteit voor de gemeenschap en de sociale sta tus al een rol. Dat is onaanvaardbaar". De hoogleraar sociale geneeskunde is er van overtuigd dat koste wat het kost moet worden voorkomen dat de beoor deling van de 'kwaliteit van het leven' een rol gaat spelen in de discussie. „Als je je dat oordeel aanmatigt, kan dat uit eindelijk leiden tot onvriiwilligë levens beëindiging. Als de conclusie wordt ge trokken dat er van 'onvoldoende kwali teit' sprake is, luidt het vonnis: geen be handeling. Dat is een smerige truc, dat is grof, een trap na voor een patiënt die toch al in een moeilijke situatie verkeert. Ik zal altijd blijven roepen dat dat niet mag". Prullenbak Aanvaardbare selectiecriteria worden ui terst voorzichtig geformuleerd, maar blijken in de praktijk de onrechtvaardig heid nauwelijks in te dammen. Slechts één ding lijkt zonneklaar in de discussie: de invoering van nieuwe technieken moet zorgvuldiger worden geëvalueerd. Maar waar dat op moet uitdraaien ver deelt de gelederen vervolgens weer. Leenen: „Ik heb m'n bedenkingen tegen financiering van reageerbuisbevruchting. Dat kost een hoop geld, terwijl de resul taten gering zijn. Hoe erg kinderloosheid ook kan zijn, maar is dat nu het pro bleemgebied waar we als samenleving zoveel geld in moeten steken? Mtfeten wc draagmoederschap in de toekomst echt gaan bekostigen? Daar heb ik m'n vragen over. Zijn die nieuwe technieken allemaal wel de moeite waard?". HUGO DE BRUIJNE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 21