Verbijsterend slotvuurwerk
van trommelaars uit Burundi
Reizend circus van Cab Calloway verovert North Sea Jazz Festival
KUNST
EcidócSoiticMit
MAANDAG 17 JULI 1989 PAGll
NORTH SEA JAZZ OPNIEUW HET FESTIVAL VAN VERRASSINGEN
DEN HAAG De veer
tiende editie van het
North Sea Jazz Festival
sloot gisternacht op een
hoogtepunt. De zondag
werd muzikaal en qua
sfeer zonder meer de bes
te dag van het driedaagse
festival. Vrijdag j.l. begon
het in verhouding rustig,
zaterdag was het absoluut
té vol en moest je als toe
schouwer teveel je best
doen om aan je trekken te
komen, maar de zondag
leverde een reeks hoogte
punten in serie op.
Zowel aan de populaire kant
voor het brede publiek, als
voor de werkelijk muzikaal
geïnteresseerde. Toch twee el
kaar wel eens dwars zittende
polen waar het festival om
draait. Paul Ackets organisatie
meldde dat er in het totaal
55.000 bezoekers binnen waren
tijdens North Sea '89. Alweer
een record.
Toen zondagnacht het Con
gresgebouw er vervuild en
amechtig bij lag, twee leden
van de Rebirth Jazz Band uit
New Orleans in de pers- en ar
tiestenkamer een feestje hiel
pen bouwen, had het festival
een serie programma-wisselin
gen acher de rug die er niet
om loog. De show-groep Man
hattan Transfer was er de oor
zaak van. In plaats van twee
concerten, wilde de groep er
maar één geven. Een van de
zangeressen was slecht bij
stem, heette het. En aangezien
er voor twee concerten kaar
ten waren verkocht moest uit
geweken worden van de
PWA-zaal naar het zeker twee
keer zo grote Tuinpaviljoen.
En moesten groepen daarvan
daan verhuizen naar de PWA-
zaal.
Manhattan Transfer bleek
trouwens nogal wat noten op
de zang te hebben: Er werden
twee limousines voor het ver
voer van de sterren gevraagd,
terwijl in Den Haag de dien
Emily Haddad,
het achtjarig jazz-
zangeresje dat
zondagmiddag de
handen op elkaar
kreeg van vele
honderden
kinderen.
sten van een „Engels spreken
de strijkster" werden geeist
voor de overhemden en de
blouses van het viertal. Aange
zien je die niet in voorraad
hebt, haalde de persoonlijke
secretaresse van Paul Acket de
strijkbout van het vuur en
streek de problemen glad.
Verbijsterend
In hetzelfde Tuinpaviljoen (de
enorme circustent) waar de
Manhattan Transfer hun glad
de show liet zien, hadden
daarvoor de Masterdrummers
uit Burundi en het orkest van
Doudou N'Daye Rose uit Sene
gal voor een onvergelijkelijk
spektakel gezorgd. Een show
met alleen maar drums (afge
wisseld met een klein beetje
zang) en dat twee 'uur lang.
Veertig in kleurige wijde ge
waden gestoken drummers die
- zelfs met hun enorme trom
mels op hét hoofd balancerend
- er gezamenlijk allerlei frene
tieke ritmes uitknalden. Er
ging geen tik fout in die twee
uur Het was een opzwepend
en verbijsterend optreden,
waarvan je kan afvragen of
het folklore is of vercommer--
cialiseerde i folklore, maar dat
in elk geval de fascinatie van
de mens dóór ritmes, die van
uit Afrika de weg naar Ameri
ka en via de jazz weer terug
naar, bijvoorbeeld, het North
Steeds goed voor vele honderden belangstellenden waren de optredens in de toegangshal van het
Congresgebouw, zoals hier van La Romanderie. foto: peter van mulken
Sea Festival, onderstreepten.
Het maakte zoveel indruk dat
ondergetekende daarna nau
welijks nog ontvankelijk was
voor wat bij Miles Davis klonk
als inmiddels bekende kost, of
zelfs voor het ongewonere
werk van Lester Bowie met
zijn groep „The Leaders" (o.m.
saxofonist Chico Freeman en
pianist Kirk Lightsey).
Krenten
Een festival als het North Sea
is gebouwd op de grote pu
bliekstrekkers. In de zalen om
hen heen kan je zoeken naar
de muzikale krenten in de
taart. De Amerikaanse pianist
psychiater Denny Zeitling was
er een van. Razend knap en
inventief in de opbouw van
zijn solo's, zijn harmonische
ontwikkelingen en zijn pure
pianistiek. Akoestisch werk
(in tegenstelling tot wat Zeit
ling eerder op de plaat zette)
dat je er onmiddellijk toe zette
op zoek te gaan naar platen
van die man. Het werk van
blazer Henry Threadgill nood
de zéker daartoe, want een
eerste confrontatie met zijn
ongebruikelijke muziek van
langzame hymne-achtige lij
nen door de blazers en een he
vig ritmewerk van o.m. twee
drummers daarachter werkte
verwarrend op niet-voorberei-
de toeschouwers. Zo van:
interessant, maar toch thuis
maar eens goed luisteren. Het
concert van Chick Corea was
muzikaal een juweeltje. Vijf
nummers in één set, waaron
der een trio-versie van Corea's
eigen compositie „Humpty
Dumpty" en een prachtige
vertolking van Monks „Round
Midnight". De om en door de
akkoorden heen kringelende
stijl van Corea zat perfect ge
bakken aan het werk van bas
sist John Pattitucci die zijn in
strument als een gitaar kan
bespelen, en - vooral - drum
mer David Wecki die vanuit
zijn drums materiaal aandroeg
Drummer Art
Blakey tijdens zijn
optreden in de
Jan Steenzaal,
waarvoor de
belangstelling
dermate groot
was dat veel
mensen toegang
tot de zaal
geweigerd werd.
dat Corea op de piano oppikte.
En die zelfs van zijn gefluis
terde drumbegeleiding van
een bassolo iets spannend
maakte.
Nog een verrassing: het gitaar-
werk v.an Tuck Andress van
het duo (man $n vrouw)
„Tuck and Patty". Een akoes
tische gitarist die met zijn for
midabele instrumentbeheer-
sing (ritme en melodie tegelij
kertijd) meer indruk maakte
dan de qua tekstinhoud sym
pathieke zang van zijn echtge
note.
Doof
Voor het eerst een „live"-op-
treden van de Zuidafrikaanse
groep Ladysmith Black Mam-
bazo, de groep die al twintig
jaar bestaat maar bekend werd
door het „Graceland"-project
van Paul Simon. Ze stonden
alleen in de immense Staten-
hal en het leek of er tien
cello's tegelijkertijd werden
aangestreken door hun zang.
Fascinerend. t
Art Blakey heeft er altijd zin
in, zeker als hij - zoals zater
dag - een „Bird" in ontvangst
mag nemen. Zijn Messengers
zijn nog altijd goed voor een
paar duizend man. Zijn nieu
we bezetting leek een homma
ge aan de Messengers van het
eerste uur (hard-bop-arrange-
menten), terwijl Blakey zelf -
inmiddels zo doof dat volgens
een collega van de Joegoslavi
sche omroep een tv-interview
eerder dit jaar daar onmogelijk
bleek - meestentijds drumde of
hij voortdurend een „Blues
March" onder z'n stokken had.
De perfectie van Peterson, het
altijd aanwezige vakmanschap
van Dizzie Gillespie, u kende
het al. Maar Chaka Khan? Ze
fungeerde een dag voor haar
optreden even als drummer bij
Randy Brecker en Bob Berg,
ze liet zich begeleiden door le
den van „The Blues brothers"
band en ze trok een hoop
mensen. Maar de feestmuziek
(oude Wilson Picket- en ande
re soul- en blues-nummers)
van die band, die faam kreeg
door die film die Dan Ayk-
royd en John Belushi met ze
maakten, was een paar concer
ten later de werkelijke win
naar. V rolijke geen-vuiltje-
aan-de-lucht-muziek met
knallers als „Sweethome Chi
cago" van zanger Larry Thur
ston.
Parkeergarage
Op zondag was de balans van
het gebodene en de aanwezige
toeschouwers perfect. Veel
sfeer, je kon bijvoorbeeld weer
in een winkel van muzieksin-
strumenten zomaar een mini-
concertje van percussie-spe
lende toeschouwers tegenko
men, en ondanks de program-
ma-wisselingen verrassend
weinig strubbelingen. Maar
Acket c.s. hadden de kaartver
koop dan ook eerder gestopt,
omdat gebleken was dat het 's
zaterdags met meer dan twin
tigduizend man écht te gek
was geworden.
Bij het concert van Art Blakey
in de Jan Steenzaal (capaciteit
toch enkele duizenden) wer
den de wachtenden binnenge
laten als auto's bij een par
keergarage: één eruit, één
erin. Buiten werden - aldus
Jos Acket - kaartjes zwart ver
kocht voor vele honderden
guldens.
Sponsor Drum had via een te
lefonische auditie driehonderd
drummers een vrijkaartje ge
geven. De zonen van Haagse
horeca-ondernemer en per
soonlijk begeleider van Oscar
Peterson Ron Goedvolk keken
op van het resultaat van het
bandje dat zij de mensen van
het shag-merk lieten horen.
Zoon één had zich inhet
zweet gewerkt voor een eigen
geluid, geen resultaat. Zoon
twee had een bandje van
meester-drummer Billy Cob-
ham wat krakkemikkig opge
nomen en ingestuurd, en hij
kreeg het vrijkaartje plus T-
shirt.
Kids
Een vondst in de kantlijn van
het veertiende North Sea Jazz
Festival was „Gigs voor Kids",
zondagmiddag in het Tuinpa
viljoen. Edwin Rutten als ver
teller van een swingend ver
haal, het zingende achtjarige
Amerikaanse meisje van Tu
nesische afkomst Emily Had
dad (je kon haar trouwens 's
nachts bij de Manhattan
Transfer nóg zien rondlopen)
doedelzakspeler Rufus Harley
(met z'n zwarte lijf in een
Schotse rok en „Altijd is Kort
jakje ziek" en het Wilhelmus
spelend), plus een optreden
van de band van de Stedelijke
Muziekschool met koor. „The
Hague Transfer" noemde Ed
win Rutten het. Karei de Rooy
(de Mini van Maxi) kon je ex
vinden, trots zijn 15-jarige
trombone-spelende dochter fil
mend. Het had allemaal een
ontspannen sfeertje. Met kin
deren die verrassend lang ge
boeid blijven luisteren naar
iets dat helemaal niet zo vi
sueel is. Misschien moet er in
de toekomst een programma
komen dat de grote leeftijds
verschillen van de kinderen
(ze waren er van vier tot
twaalf) iets beter opvangt.
Maar een ontzettend aardig
gebeuren is het zeker. Een
blijvertje.
BERT JANSMA
Verkeer p
muurvast do\3
North Sea Jai
ft;
DEN HAAG Het NaT.
Sea Jazz Festival heeft d
teren voor een en 01b
chaos gezorgd in het Hi k
se verkeer. Op de Van E
kemadelaan stond het d
keer zelfs enige uren e g
pleet stil. i
Het festival werd gistt -
door maar liefst 2Z
mensen bezocht. Doo\ I
veel mensen op weg
ren naar het strand
Scheveningen, en bo\ J
dien de politie druk do
de was met het plaab
van hekken voor het C
zoek van de A m erikas
president Bush aan Ij
Haag, kon een verkei-,
chaos niet uitblijven, r
twee tot vijf uur gïsr
middag stond het veri|r
op de Van Alkemade3s
volgens een woordvoer^1
van de politie „letten
muurvast". n
Vrijdag en zaterdag, toe
respectievelijk 16.000 mp
sen en 23.000 mensen |s
festival bezochten, wahc
er geen verkeersproh j
men in de stad. VolgenL
woordvoerder van de
tie hebben er zich tijcL
het festival verder gL
ongeregeldheden vooiL
daan. Alleen zaterd
nacht liep een bezoef
een gebroken neus I
toen hij bij een k!
vechtpartijtje tijdens P'
concert van The Driir
een kopstoot kreeg. Ij
der zijn er bij de pojju
vier aangiftes binnengm
men van diefstal uit auir
Wat er precies weg is tl
nomen, is niet bekend, jn
DEN HAAG De benen
mogen dan een beetje
stram zijn geworden, de
swing zit er nog altijd in.
Orkestleider en zanger
Cab Calloway, die over
een paar maanden 82 jaar
hoopt te worden, maakt
bij zijn entree op het podi
um een paar rare spronge
tjes en heeft de zaal al
plat voordat hij een noot
heeft gezongen. Het is za
terdagmiddag vier uur en
de ovatie in het Tuinpa
viljoen moet tot in de
Prins Willem Alexander-
zaal te horen zijn. Het pu
bliek van het North Sea
Jazz Festival weet wan
neer er iets bijzonders
staat te gebeuren.
En bijzonder is het natuurlijk,
als je getuige mag ziin van de
„Cotton Club Revue'een rei
zend circus met in de hoofdrol
een man die vijftig jaar gele
den New York op zijn kop zet
te en dat nu in Den Haag nog
even dunnetjes komt over
doen. Organisator Paul Acket
voelt haarfijn aan, hoe hij zijn
jaarlijkse supermarkt van de
jazz moet voorzien van een bij
zondere aanbieding. In de ca
tegorie oude stijl jazz is dat
deze keer Cab Calloway. En
het publiek grijpt zijn kans om
wellicht voor de laatste keer
een legende aan het werk te
zien.
„I love you"
Calloway neemt quasi ver
baasd het ovationele welkom
in ontvangst. „Is dat allemaal
voor mij?" informeert hij voor
alle zekerheid. „I love you".
De show die vervolgens los
barst houdt de toehoorders een
vol uur volledig in de ban. De
benen mogen dan niet meer
van elastiek zijn zoals vroeger,
maar de stem is nog vast en
oude successen als „St. James
Infirmary" en „Stormy Wea
ther" klinken alsof de tijd
heeft stilgestaan. Het elf man
sterke orkest onder leiding
van pianist Danny Holgate
speelt in de show een weinig
opvallende rol. Geen extrava
gante solopartijen. In de ar
rangementen draait het er in
de eerste plaats om de oude
meester te begeleiden.
Cab Calloway vervult in de
geschiedenis van de jazz de rol
van de clown. Zijn muzikale
bagage is uiterst beperkt. Een
instrument heeft hij nooit le
ren bespelen, maar als enter
tainer is hij onovertroffen. Hij
groeide op in Baltimore en
Chicago. Aan het eind van de
jaren twintig leidde hij bands
als The Alabamians en The
Missourians. In 1931 kreeg hij
de kans om het orkest van
Duke Ellington te vervangen
als huisorkest van de beroem
de Cotton Club in New York.
Ook toen al dankte hij zijn po
pulariteit niet in de eerste
plaats aan zijn muzikale in
breng, maar aan zijn uitbundi
ge toneelpersoonlijkheid.
Tapdans
In het Tuinpaviljoen wordt za
terdagmiddag duidelijk, dat
die magnetische uitstraling er
ook nu nog altijd is. De han
den gaan verder op elkaar
voor de Williams Brothers,
een duo dat een ouderwetse
tapdans voor het voetlicht
brengt. Faruna en Floyd Willi
ams vinden hun inspiratie bij
de legendarische Nicolas Bro
thers. Ze wonnen de bekende
Amerikaanse talentenjacht
„Star Search" en werden be
kend door hun optreden in de
film „The Cotton Club". Nu
reizen ze alweer een paar jaar
mee met het circus van Callo
way.
Applaus is er ook voor dochter
Chris Calloway, die vooral in
het nummer „It don't mean a
thing if it ain't got that swing"
laat horen dat ze vocaal van
wanten weet. Vader Calloway
spreekt haar na afloop van het
nummer quasi verontwaardigd
toe. „Hoor ik het goed, dat je
een nummer van Ellington
zingt? Laat liever een song
van mij horen". Het publiek
herkent al bij de eerste maten
Calloway's grote hit „The
Jumpin Jive" („It makes you
nine foot tall when you're four
foot five") en de middag kan
niet meer stuk. Aardig detail:
het nummer werd op de plaat
gezet op 17 juli 1939, op de kop
af vijftig jaar geleden.
Als de aanwezigen dan ook
nog worden uitgenodigd om de
éminence grise vocaal terzijde
te staan in het klassieke „Min
nie the Moocher" door het
produceren van de nodige „Hi-
de-Ho's", is de tent te klein
voor het pandemonium dat
losbarst. Het publiek
schreeuwt na afloop om een
toegift, maar Calloway is al op
weg naar de kleedkamer en
het North Sëa Festival heeft
zijn jaarlijkse klapper achter
de rug. Verzorgd door een
oude veteraan, die een uur
lang stond te swingen als een
jonge -vent. En Paul Acket
mag zich gaan afvragen, hoe
hij dit succes in vredesnaam
volgend jaar weer kan evena
ren.
WILLEM GOUDRIAAN
Cab Calloway tijdens zijn optreden in het Tuinpaviljoen op het North Sea Jazz Festival.