Het Oerhuis
van Loek Nieuw
&idóc@ou*a/ntl
ZATERDAGTÏ5 JULI 1989
de loop van 1977
en 1978 heel dit
Oerhuis gemaakt".
Een Oer-huis. Een
huis dat in zijn
naam verwijst naar
de overgang die
Loek Nieuw in de
dagen van zijn gek
te aan den lijve on
dervond en die zo
wel hemzelf als al
zijn geestverwanten
permanent in de
greep houdt: de
overgang van chaos
naar ordening, van
duisternis naar
licht, van er-niet-
zijn naar er-wel
zijn. Verspreid over
de schier eindeloze
reeks kamers en ka
mertjes krijgt dit
thema gestalte in
een veelsoortigheid
van vorm, kleur en
zelfs geluid: een
druk op de juiste
knop heeft tot ge
volg dat door heel
het gebouw Loek
Nieuws eerste pia
noconcert klinkt.
Satan
Vrouwelijke cirkels en mannelijke rechthoeken keren gedurig terug in het werk van Loek Nieuw. Hier poseert hij bij de muurschildering in zijn atelier.
klein groepje fijnproevers, toevallig met
hem in contact gekomen, dat door zijn
werk gefascineerd is geraakt. Werk dat
nog veel meer omvat dan het Oerhuis
alleen. In de loop van de jaren heeft
Loek ook honderden etsen, pentekenin
gen en schilderijen gemaakt. Hij heeft
zich als kunstfotograaf gemanifesteerd
en hij heeft drie pianoconcerten gecom
poneerd. Hij heeft poëtische, reisversla
gen geschreven en een roman over Tur
kije. Maar roem - nee. En het sympa
thieke: hij vat dit absoluut niet tragisch
op. „De tijd is er nog niet rijp voor.
Men is nog niet in staat om het op te
pakken", luidt zijn verontschuldiging
voor de stug volgehouden weigering van
de galeriehouders om zijn werk onder de
aandacht van een breed publiek te bren
gen.
Toch. Hoe interessant zou het niet zijn
om de verplaatsbare kunst van Loek
Nieuw in een bekende Haagse galerie te
hangen en deze tentoonstelling te combi
neren met openstelling van het Oerhuis.
En niet alleen artistiek interessant. Het
Oerhuis heeft meer dan genoeg attentie-
waarde om als krachtig promotiepaard
te kunnen fungeren. Jawel, de verslagge
ver ziet het geld al genoeglijk rollen.
Religieus
Maar de kunstenaar zelf in het geheel
niet: „Mijn werk is Religieus. En voor
Religie in de zin van Jung zijn de heren
pagus. Doodsbang. De tijd is gewoon
nog niet rijp".
We maken nóg een rondgang door het
doolhof van licht en duisternis, chaos en
ordening. De muurschildering tegenovér
de grote witte Big Bang op de eerste ver
dieping - in het atelier dus - bestaat uit
vrouwelijke cirkels en mannelijke vier
kanten, maar verbergt bijvoorbeeld ook
een slang en een naakte vrouw. De kleu
ren zijn primair, zoals overal in het Oer
huis. We klimmen een etage hoger en
dan nog eentje. Meer licht is de belo
ning. Helemaal bovenaan in het Oerhuis
is er zóveel lichteen verademing.
Helaas volgt dan andermaal een dreun.
In één kamer heeft een verschroeiend
vuur huisgehouden. In een andere staat
een wreed gebroken dode tak in een
dode hoop zand. We trekken nog maar
eens een kastdeur open. En stuiten op
een gigantisch fotoportret van Loek
Nieuw zelf. Naakt en voor lijk liggend in
opnieuw een dode zandkuil.
Op het terras achter het huis heeft het le
vende, en overigens zeer beminnelijke,
model van de foto inmiddels een kopje
Turkse koffie geserveerd. Tot 1984, ver
telt hij, was hij aan de naderhand gefu
seerde Haagse Pedagogische Academie
Cor Mariae verbonden als leraar teke
nen. Sindsdien geniet hij wachtgeld. Zus
ter Augustine, directrice van Cor Ma
riae, op 23 februari 1985 gestorven, was
zijn geestverwante bij uitstek.
We kijken uit op de tuin. Een tuin die
even fantastisch is als het huis waartoe
hij behoort. Met greppels, kuilen, water
putten. Met een Lenteheuvel, een Annet-
teheuvel en de al genoemde Satansheu
vel. Zorgvuldig gerangschikt tussen het
groen zijn her en der wat roestende ver
keersborden aangebracht, een pannetje
met water, een stilleven van blikjes kat-
tenvoedsel, een betonnen penis. Fantas
tisch. Maar de tijd, volgens Loek Nieuw,
is nog niet rijp. WILLEM SCHEER
Die knop te vinden
is nog niet zo een
voudig, want de be
woner van de Bali-
straat 66 belast zich
ongaarne met rond
leidingen. Hij laat
de bezoeker binnen,
stelt zich voor en
geeft toestemming
alle hoeken en ga
ten van hel huis te
doorsnuffelen: „Be
kijk het maar".
Het berglandschap in de kelder kan ook worden opgevat als barende godin.
DEN- HAAG - Alleen gelaten op
de- begane grond van de Balistraat
66 in Den Haag, is de eerste erva
ring die v&n doffe droefgeestigheid.
Wat een donkerte, wat een somber
te. Haast geen daglicht. Terwijl de
weinige zonnestralen die nog wel
doordringen worden geabsorbeerd
door zwarte, nee diep-zwarte wan
den. Kan er geen lampje aan?
Een knopje omgeschakeld en dan gaat er
inderdaad een lichtje branden. Maar
achter een dichte kastdeur. Waarin een
cirkeltje is gezaagd, waardoorheen zich
een piepdun straaltje voortplant. Een an
dere kastdeur opengetrokken: wat krij-
gen we nu? Dit moet een kelder zijn,
maar dan'omgebouwd tot een bergland
schap in het maanlicht. Opgetrokken uit
duinzand en met gipsen sneeuw - in de
vorm van een barende godin?
Ook het trapgat naar de eerste en dat
naar de tweede etage zijn spookachtig.
Nog donkerder dan de gang op de par
terre - met als gevolg dat steeds op
nieuw de neiging opkomt om licht te
ontsteken. De op de tast gevonden
knopjes bewerkstelligen slechts een ma
ger wit schijnsel. Nog net valt waar te
nemen dat de kleur van de traptreden
bloedrood is. Mijn hemel waar dwalen
we hier? Is dit het hiervoormaals? Het
hiernamaals? Of zijn we beland in het
gematerialiseerde innerlijk van Loek
Nieuw Zelf?
Loek Nieuw, 48-jarige totaal-artiest en
spiritueel zoeker, is de bewoner van de
Balistraat 66. Een huis dal vier volledige
verdiepingen telt plus een twintig meter
diepe achtertuin. Het is in zijn geheel
herschapen tot kunstwerk. Tot schrikba
rend en bovennatuurlijk „Oerhuis" zoals
Lock het zelf nöemt, met een verwijzing
naar het werk van de psychiater Carl
Gustav Jung.
Knettergek
„Ik heb", licht hij zijn magnum opus
toe, „dit huis gekocht in augustus 1972.
In februari 1973 ben ik knettergek ge
worden. Drie dagen en drie nachten lang
heb ik in krankzinnige duisternis ge
zwalkt. Daarna heb ik nog drie jaar no
dig gehad om weer echt terug bij de
mensen te komen. In die periode was
heel het huis leeg. Maar dan ook ont
daan van alles. Geen stoelen, geen tafels,
geen bed. Tot en met mijn bestek had ik
weggedonderd. Wat moest ik met al die
cultuur? Een radiootje - dat was nog het
enige. Daarmee mocht ik drie kwartier
per week naar klassieke muziek luiste
ren. Voor de rest was er in heel het huis
louter kale leegte".
„Toen op een dag, in 1976, liep de crisis
op haar eind. En toen ben ik, ha ha, als.
een razende Roeland aan het werk ge
gaan. Het eerste dat ik toen heb gedaan
was in reliéf een cirkel aanbrengen in de
muur van mijn atelier. Een enorme cir
kel, die allicht helder wit moest zijn en
die ik heb laten oprijzen uit een pik
zwarte achtergrond. Die Oer-cirkel, ja,
die is mijn doorbraak gebleken. Dat ben
Ik, met een hoofdletter. Het is mijn per
soonlijke Big Bang. Die een stroom van
energie opriep, want daarna ben ik twee
jaar lang onophoudelijk aan de slag ge
bleven. In een explosie van creativiteit,
dag in dag uit werkend, heb ik toen in
Waarna hij zelf zich
terugtrekt in de
tuin. Voor onder
houd aan zijn Sa
tansheuvel, waar
van het vormbe
houd noopt tot da
gelijkse besproeiing.
En die wekelijks
moet worden voor-
De functie van de kamer ernaast is dank
zij het hemelsblauwe bureau en de rek
ken met boeken wel duidelijk herken
baar. Maar hier geeft dynamiek de toon
aan. De muurschildering achter de werk
tafel behelst een explosie van geel, rood
er) nogmaals blauw.
Nog een andere ruimte op deze verdie
ping komt bekend voor. Niet vanwege
de zandverstuiving die er naast een an
tieke potkachel is aangebracht. Noch
door de wilgenstronk die er de resten
tooit van wat eens een stoel geweest
moet zijn. Nee het is het bed in het mid
den dat lijkt te wijzen op het gebruik als
slaapkamer. Waarbij de regen van witte
vlokken op wanden en plafond vermoe
dens oproept omtrent de grote vitaliteit
van de gebruiker. Slaapt deze hier ook?
Het beddegoed ligt niet op hel ledikant
maar keurig opgemaakt in de buiten
lucht op een één meter smal platje dat,
negen meter boven de begane grond,
elke vorm van balustrade moet ontbe
ren.
Wat enger lijkt dan het is, want Loek
Nieuw is naar eigen zeggen een kalme
zien van een verse
abrikoos^of een der- De Satansheuvel wordt voortdurend vochtig gehouden en wekelijks voorzien van een verse sinaasappel, een
gelijk stukje fruit.
Her en der dwalend
door het Oerhuis geraken we op de twee
de verdieping in een ruimte waar, geluk
kig, de angst geweken is voor rust. Aard-
bruine rust. Overdadig licht is het hier
ook niet. Maar een met schilderslinnen
bespannen vierkant voor het raam laat
juist genoeg door om tot ontspanning te
geraken. In dat vierkant bevindt zich
trouwens wéér een cirkeltje. Ook op de
vloer ligt schilderslinnen - aan de onder
zijde beschilderd met figuren, waarvan
de contouren slechts vaag en raadselach
tig aan de oppervlakte treden. Een medi
tatieruimte?
abrikoos of een dergelijk stukje fruit.
FOTO'S: MILAN KONVALINKA
slaper. Bovendien rust heel het pand on
der de zegen van zijn beroemde leraar
Co Westerik die op 28 november 1972
staande en met bezwerende handen let
terlijk heeft gezegd: „Loek, ik ga nu his
torische woorden uitspreken: alles wat je
in dit huis onderneemt, zal lukken".
Anno 1989 heeft dit gegarandeerde suc
ces zich in termen van roem nog niet be
wezen. De naam van Loek Nieuw haalt
zelden de krant en zijn hoofd verschijnt
nimmer op de buis. Buiten de kring van
vrienden en kennissen is het slechts een