Man komt met vinger onder de trein p 1 li c Ie SPELEN Chirurg wil geen vonnissen vellen Patiëntenselectie O BEDRIJFSONGEVAL MADURODAMSE SPOORWEGEN: 'foidócCouAO/rit1 ZATERDAG 15 JULI 1989 PAGINA 23 Brood en Spelen. Onder dat motto laten we deze zomer be roepsbeoefenaren aan het woord die verbonden zijn aan een van de vele toeristische attracties die ons land rijk is - en die dus in zekere zin hun brood verdienen met spelen. Vandaag instru mentmaker Jan van Lobenstein, die belast is met het onderhoud van het rijdend materieel in Ma- durodam. Madurodam ligt aan de Haringkade 175 in Den Haag en is in de maanden juni, juli en augustus dagelijks geopend van 9.00 tot 22.30 uur. De toegangs prijs bedraagt 9,50 gulden voor volwassenen en 5 gulden voor kinderen tot en met 12 jaar. DEN HAAG - Jan van Lobenstein (52) loopt in de ziektewet. Al maanden. Als gevolg van een bedrijfsongeval dat type rend mag heten voor zijn werkkring. Jan van Lobenstein namelijk is met zijn vin ger onder de trein gekomen. „Of eigen lijk", legt hij tijdens een gezelligheidsbe- zoek aan zijn werkplaats uit, „tussen het wormwiel en de ketting van deze jongen hier. Ik wilde 'm doorsmeren. Een routi neklusje dat ik al ontelbare keren heb ge daan. Maar juist daardoor word je op een gegeven moment slordiger. Dus ik spuit de olie erin, laat de motor lopen om de smeer lekker in alle hoeken en gaatjes te krijgen - tjoep zit ik er tussen cn ben ik het topje van m'n rechter wijs vinger kwijt. De dokter heeft er een nieuw topje op gemaakt. Daarna heb ik twee nachten en drie dagen niet kunnen slapen van de pijn, maar nu gaat het weer. Alleen: het genezingsproces duurt heel lang". Instrumentmaker Van Lobenstein begon zijn werkzame leven bij de Koninklijke Marine. Maar dat oorlogszuchtige gedoe lag hem toch eigenlijk helemaal niet en dus stapte hij 25 jaar geleden over naar het bij uitstek vredelievende bedrijf van de MS, de Madurodamse Spoorwegen. Waar hij sindsdien is belast met het on derhoud van het rijdend materieel. En j dat omvat nogal wat. Alleen al in de sec tor reizigersvervoer rijden er over de in totaal drie kilometer Madurodamse I spoorbaan bijvoorbeeld twee Intercity- treinen, een Hondekop, een Sprinter, I een 1600-loc met dubbeldeksrijtuigen, een 1600-loc met gewone rijtuigen, een auto-slaaptrein, alsmede twee V-planne- i tjes. Daarnaast heb je natuurlijk het goe deren transport met zijn eindeloze rijen VAM- en koelwagons, bolle- en rongen wagons en wat al niet - voortgetrokken door vijf gewone locs en een aantal sik- Hoofdbaan Jan van Lobenstein: „Heel dat spul moetje bijna veertien uur per dag draai ende houden. Van 's morgens negen tot 's avonds half elf. Nou kunnen ze na tuurlijk niet altijd allemaal rijden, maar op de hoofdbaan van de MS rijden toch wel constant zes tot acht treinen. Trei nen van de hoofdbaan rangeren we 's nachts in de remise. De zijlijntjes blij ven gewoon buiten, in een overdekt sta tion. .Zijlijntjes noemen wij ook wel heen-en-weertjes. Die rijden zonder bo venleiding en gaan de hele tijd heen en weer tussen twee vast punten - dus bij voorbeeld tussen Enkhuizen en de ha ven. Ook het normale onderhoud aan de heen-efï-weertjes doen we buiten. De treinen van de hoofdbaan halen we via de remise naar de werkplaats - en daar is mij dus ook dat ongeluk overkomen". Behalve voor het verhelpen van gewone storingen wordt Jan van Lobenstein ook ingeschakeld bij spoorwegongevallen. En die gebeuren vaker dan een buitenstaan der wellicht zou denken. Toch wel één keer per week, schat de onderhoudsman, doet zich een ontsporing voor. Veelal veroorzaakt door saboteurs onder de 1,1 miljoen bezoekers die Madurodam jaar lijks binnen krijgt. „Mensen gooien stokjes op de rails of een steen of ze plakken er een kauw- gummmetje op. Er hoeft maar één wa gonnetje te ontsporen om de hele bups met zich mee te sleuren. Als dan ook de locomotief ontspoort, heb je de poppen helemaal aan het dansen. De ontspoorde loc verliest het contact met de bovenlei ding, waardoor hij geen signaal meer doorgeeft aan het bedieningspaneel in het seinhuis. De seinwachter weet dus niet dat er iets mis is en laat de andere treinen gewoon doorlopen. Zonder het in de gaten te hebben kan hij dan een trein van de andere kant op de ont spoorde trein laten inknallen. Dat is toch een klap van acht kilometer per uur, want zo hard gaan die treinen van ons, en dat geeft dus een enorme rava- Messing „Dan mag je nog van geluk spreken als het om een trein gaat die we in eigen be heer hebben gebouwd. Die zijn van mes sing en die kun je dus uitdeuken. Trei nen die buiten de deur zijn gemaakt zijn van kunststof. Als zo'n kunststof-trein bij een crash betrokken raakt, zit je al gauw op een reparatie van drie-, vierdui zend gu|den". Voordat hij bij de MS in dienst trad be oefende Jan van Lobenstein de model- spoorwegbouw als hobby. Mede ten ge rieve van zijn twee zoons was hij gedu rig in de weer met Marklin- en Fleisch- man-treintjes en dergelijk soort spul. Toen de miniatuur-spoorwegbouw zijn beroep werd, is hij er thuis maar mee ge stopt; van toen af nam hij zijn zoons Instrumentmaker Jan van Lobenstein: Toch wel één ontsporing per week". FOTO: MILAN KONVALINKA mee naar het werk om treintje te spelen. Het eigenlijke spelen met de MS ge schiedt trouwens vanuit het seinhuis, dat over heel het Madurodam-complex een riant uitzicht biedt. Daar werken bij toerbeurt zes seizoenmedewerkers, onder wie twee gepensioneerde NS'ers, die be palen welke treinen waarheen moeten. Intercitytreinen van Groningen naar Eindhoven, een autoslaaptrein naar Val kenburg, een gemengde goederentrein vanuit Enkhuizen naar Groningen - net naar het de dienstdoende seinwachter goed dunkt. Mocht deze beambte moe worden of verveeld raken en dus een kopje koffie willen drinken, dan kan dat. De hoofd spoorbaan van de MS is, net als bij de NS, blokbeveiligd en kan volautoma tisch functioneren. Maar langer dan een uur gelieve hij niet weg te blijven want dan gaan, afgezien van de zijlijntjes na tuurlijk, alle treinen in een lange file achter elkaar rijden. Een fenomeen dat te maken heeft met het gegeven dat bij de goederenlocs het wormwiel iets groter is dan bij de reizigerslocs - waardoor Seinhuis Af en toe kruipt Jan van Lobenstein ook zelf wel een uurtje in het seinhuis. Net als de officiële seinwachters Iaat hij de treinen dan zo rijden dat de bezoekers van Madurodam de aardigste foto's en de leukste filmpjes kunnen schieten. Wat dus bijvoorbeeld betekent dat pre cies op het moment dat een 1600-loc met acht dubbeldeksrijtuigen bij Eindho ven aankomt, hij daar een 1200-loc met een rij VAM-, koel- en gemengde goede renwagons laat vertrekken. Dat geeft zo'n gezellige bedrijvigheid. Maar zijn eigenlijke werk is onderhoud. En af en toe nieuwbouw. Zo is de Sprin ter die de MS op de baan heeft zijn, Lo- bensteins, creatie. „Ik heb allerlei foto's van de echte Sprinter gemaakt en de hand van de ori ginele NS-tekeningen ben ik toen alles gaan omrekenen op schaal 1:25. Vervol gens heb ik in de loop van een paar win terseizoenen heel die trein nagebouwd. Omdat je zoiets tussen je gewone werk moet doordoen, kun je er niet constant aan doorwerken. Als je'dat wel zou kun nen, zou het een half jaar arbeidstijd kostén schat ik". „Maar het is wel de leukste klus die je kunt verzinnen, zelf zo'n trein bouwen. Het lastigste is misschien nog wel om de motor met de wormkast, de schakelaars, de weerstanden, de verlichting - om heel die apparatuur op zo'n manier in de car rosserie onder te brengen dat je er van de buitenkant zo min mogelijk van ziet. Waar moet ik dit kwijt en hoe kan ik dat verdonkeremanen? En kom ik dan wel goed uit met de wielstellen? Want als die wielstellen te dicht bij elkaar zitten, zal zo'n trein binnen de kortste keren ont sporen". Details „Dan zijn de visuele details natuurlijk ook heel belangrijk. De deuren, de ra men, de opstapsteunen. Maar ook de pantograaf op het dak - dat is de stroomafnemer. En de koelribben en de luchtverversingskokers. En de spiegeltjes aan de zijwand, waarmee de machinist naar achteren kan kijken. Alles moet de werkelijkheid zo goed mogelijk benade ren. Een paar winters ben ik daar dus mee in de weer geweest. Maar over het resultaat ben ik niet ontevreden. Het enige is de koppeling tussen de eerste en de tweede wagen - die kan beter. Als je aan de baan zit voor een klusje en je moet die wagens van elkaar halen, dan is de ontkoppeling wel 's omslachtig. Maar voor de rest rijdt die Sprinter er keurig bij, vind ik. En dan te bedenken dat er per jaar 1,1 miljoen mensen naar kijken. Nee, je hebt hier wel eer van je werk. Al blijft het met doorsmeren na tuurlijk wel uitkijken geblazen". WILLEM SCHEER SPECIALISTEN WILLEN RICHTLIJNEN LEIDEN - Om de hete brij heen- draaien acht hij zinloos. „De zaken moeten duidelijk gesteld worden, wil er wat gebeuren". En dus stelt hij het duidelijk: „We nemen als specialisten risico's door een hart operatie uit te stellen. Een paar we ken wachten kan net te veel .zijn. En de patiënt sterft. Dat gebeurt. Dat gebeurt vrij geregeld". Prof. dr. H.A. Huysmans kan er ook niets aan doen. „IJzer met handen bre ken kan nu eenmaal niet". Hij en zijn collega's van de afdeling Thorax-chirurgie, Rijksuniversiteit Lei den, moeten een keuze maken tussen pa tiënten. Niet iedereen kan worden gehol pen en zeker niet iedereen kan snél wor den geopereerd. Dagelijks vindt er in het Academisch Ziekenhuis Leiden een moeilijke afweging plaats. En niet alleen op medische gronden: „In de praktijk blijken jongere mensen de beste papie ren te hebben". Als er echt een tekort aan capaciteit is, kun je nooit eerlijk op medische gron den selecteren, is de overtuiging van Huysmans. „Dus spelen er andere, on eerlijke criteria een rol. Het gemakke lijkst is dan behandeling uit te stellen. Je kijkt welke patiënten grote schade on dervinden van uitstel en die pik je er het eerst uit. Maar een aantal andere drin gende gevallen zet je op de wachtlijst en daarmee neem je natuurlijk een risico". Maar daarmee houdt de creativiteit van Huysmans en collega's niet op. Want is er eindelijk opluchting omdat zich 'een duidelijk geval' aandient, dan blijkt de intensive care volledig bezet te zijn en moet er worden gewacht. „Met lapmid delen houden we de patiënt in leven, in de hoop dat er de volgende dag ruimte is". De boodschap van Huysmans aan politiek en samenleving laat weinig aan De gezondheidszorg is duur. Te duur voor de met de mond beleden 'zorg op maat'. Lang niet iedereen die geholpen moet worden, kan terecht in het ziekenhuis of in andere instellingen. Een deel valt af. Vaak tijdelijk, soms blijvend. Vandaag het tweede artikel in een serie van vier over patiêntenselectie in de gezondheidszorg: „Ben je gedwongen te selecteren, dan vallen er slachtoffers". de verbeelding over: „Ben je gedwongen te selecteren, dan vallen daar slachtoffers bij". Nog ingewikkelder wordt het voor de arts als hij de ogen niet wil sluiten voor sociale omstandigheden waarin de pa tiënt verkeert. „Je haalt iemand voor lange tijd uit het arbeidsproces als je hem op de wachtlijst voor een operatie zet". En de chirurg weet dat hij daarmee een vonnis velt. „In Nederland is het vrijwel uitgesloten dat je na een jaar Ziektewet weer aan het werk kunt gaan". Uiteindelijk valt het gelukkig allemaal nog mee met dat dilemma: „Noodge dwongen kom je aan dat soort factoren in je afweging niet eens toe". Een mee valler, want de artsen zijn toch al voort durend bezig het probleem te omzeilen. Weg te schuiven. „Zo moeilijk is het, zo ongelooflijk moeilijk". Vooral leeftijd speelt als niet-medisch criterium een steeds belangrijker rol. Het is een illusie te denken dat de bejaarde die verder nog redelijk gezond is, maar dringend geopereerd moet worden, zijn of haar recht kan doen gelden. De chi rurg komt bij het bed om te overleggen. Voorzichtig voorhouden wat kiezen en wat uitstel betekent. Want ja, u moet weten dat er ook een vader uit een gezin met kinderen moet worden geholpen. En dan gooi je met het leven zoveel méér weg. „Meestal stelt men zich dan cou lant op", aldus Huysmans. Men begrijpt het dilemma en accepteert een mindere validiteit omdat opereren niet mogelijk blijkt". De deur staat dus op een kier en het is maar de vraag of de toenemende vergrij zing van de bevolking die deur niet ver der open drukt. Juist leeftijd wordt als criterium steeds nijpender. Het laat Huysmans niet onberoerd, want hij' moet steeds de boosdoener spelen. „De specialisten zijn tot dusver persoonlijk verantwoordelijk voor die ingrijpende beslissingen". Soms is er echter hulp. Want lang niet alle oudere patiënten worden onder zocht. „Er vindt natuurlijk al in een eerder stadium selectie plaats, te begin nen bij de huisarts. Niet iedereen komt bij ons terecht". Wie zich wèl melden zijn bijvoorbeeld verstokte rokers, of drinkers. Maar die wil Huysmans niet weigeren of achter stellen. Een roker kun je niet weigeren, stelt hij resoluut. Wel wordt er druk uit geoefend om te stoppen met roken of drinken en meestal met succes. „Het is toch iets dat bij de menselijke zwakhe den hoort. Dat mag je ze niet aanreke nen". Supermens Toch blijft de hoogleraar voorzichtig, omzichtig. Want hoe zit het met die an dere 'verwerpelijke' criteria? Het belang van de patiënt voor de maatschappij? Voor de mensen om hem heen? Het doorzettingsvermogen van de patiënt? Huysmans, behoedzaam: „Die zullen ooit weieens een rol spelen". En zelfver zekerd: „Maar het mag natuurlijk niet! Dan ga je supermens spelen. Dat kèn niet. Als je dergelijke criteria gaat toe passen weet je dat bepaalde categorieën nooit meer aan bod komen". Toch dreigen bijvoorbeeld gehandicap ten, door de praktijk gedwongen, eerder Als een arts noodgedwongen de kwaliteit van het leven moet beoordelen dan is het duidelijkaldus prof. Huysmans, hoe dringend er oplossingen gevonden moeten worden. FOTO: CEES VERKERK het kind van de rekening dreigen te wor den dan anderen. „Als iemand een afwij king heeft die z'n leven volkomen stem pelt, kun je je afvragen of je zo'n enorme inspanning moet leveren, zoveel geld moet besteden aan iemand die verder totaal hulpbehoevend is. Dan kan zwak zinnigheid een reden zijn om niet te opereren. Dat is erg moeilijk, maar die vraag moet je durven stellen, je moet er- pver nadenken". Huysmans erkent dat je dan oordelen gaat vellen over de kwa liteit van het leven. En waarom zouden we over tien jaar niet vaststellen dat de kwaliteit van het leven na zeventig jaar eigenlijk ook niet meer de moeite waard is? De hoogleraar ziet het probleem en verhoogt de druk: „Als je zover bent dat je noodgedwongen de kwaliteit van het leven moet beoordelen, toont dat aan hoe dringend er oplossingen gevonden moeten worden". Hoe zit het al met al met de nabije toe komst? De nood stijgt toch, er komt toch nog minder geld beschikbaar? Huysmans vermijdt een direct ant woord: „Wie zegt dat we minder geld aan gezondheidszorg moeten uitgeven? Er is nooit vastgesteld waartoe we als sa menleving bereid zijn. Op een gegeven moment staan er een paar politici op, die vinden dat het te veel is. Dat vind ik een redelijke fictieve benadering. Daar maken wij bezwaar tegen. Het moet dui delijk worden waar we heen willen. Want al die mensen die zeggen dat het zo niet kan, zijn er als de kippen bij als ze zelf behandeld moeten worden". De medici staan te springen om gehoord te worden in een politieke discussie. En willen ook een beetje schuld belijden, want het kan allemaal een stuk efficiën ter. „Vaak zijn ook wijzelf te weinig met het probleem bezig. Dat is fout, want ook van onze kant moeten we proberen het in de hand te houden". Beleid „We moeten ons afvragen of sommige investeringen niet te duur zijn. Moeten die niet achterwege blijven als maar wei nig mensen er baat bij hebben? En we willen richtlijnen voor selectiecriteria. Mogen leeftijd en de prognose van het aantal gewonnen levensjaren na een ope ratie een rol spelen? Natuurlijk, eigenlijk vinden we dat geen enkel criterium geëi gend is. Maar je moet wat. Verzorging van de wieg tot het graf blijkt niet moge lijk, we kunnen niet iedereen bieden wat we willen. Dus: moeten alleenstaanden altijd het onderspit delven voor mensen met een gezin? Dat kun je niet maken! Maar wat wel? Je komt voor de vraag te staan wat het kost om iemand langer te laten leven en hoe dat leven na de ope ratie is. Want wij willen die verantwoor delijkheid niet alleen dragen, niet Onze Lieve Heer spelen. Het is een probleem van de maatschappij. We vragen de poli tiek ons een basis te geven waarop wij zelf oplossingen proberen te vinden. We moeten kunnen terugvallen op een be leid dat gedragen wordt door politiek en samenleving". HUGO DE BRUIJNE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 23