Specialistische hulp voor
stekelachtige Hagenaars
De man en
zijn kleingoed
UIT THUIS CeicU© Souoa/nt maandag 3 juli i989 pagina 10
door Joke Forceville-Van Rossum
Pries terwi jding
Hou toch op met die smoesjes
De Kerk is een plaats
waar ruimte is voor velen
Wim van Essen.
Goud was het licht van de
Geel en wit de versiering:
vlaggetjes, vaantjes, strikjes en
prachtige boeketten in de
kerk. Geel/wit de wimpel aan
de vlag op het plein. Als van
heel ouds: feest in de kerk.
Zoals vroeger een stoet bruid
jes de wijdeling naar binnen
geleidde, zo was er nu een heel
grote groep fleurig geklede
jongens en meisjes, elk met
een bloem in de hand: wit of
geel.
Het is feest geweest in Wier-
den, waar Wim van Essen
door monseigneur A. Sim on is
tot priester is gewijd. De zesdeI
in de reeks van kandidaten
van de eerste lichting uit de
priesteropleiding in Boven
donk. Ik woon niet in Wier-
den; maar wegens mijn be
trokkenheid bij Bovendonk j
was niet verwonderlijk dat ik
het feest kwam meevieren.
Het was het zesde in nauwe
lijks twee maanden tijd. Ik ben
aanwezig geweest in Rotter
dam waar Monseigneur Bar de
eerste priester wijdde; in 's-
Hertogen bosch bij Monseig
neur Ter Schure, in Breda en
Bovendonk bij Monseigneur
Ernst en in Wageningen en
Wierden, waar Kardinaal Si-
monis in ons midden was. In
oktober volgt dan nog één wij
ding in Breda van een diaken
die eerst is ingetreden in de
orde van de Capucijnen.
Wierden had de bijzondere
glans van de aanwezigheid en
betrokkenheid bij de viering
van de vijf andere neomisten.
Als soms met enige scepsis
wordt vermeld dat de Boven
donkopleiding, een vorming
voor oudere mannen vroe
ger „late roepingen genoemd
een vergeefse poging is om
het priestertekort in de Neder
landse Kerkprovincie aan te
vullen, teken ik daartegen
protest aan. Natuurlijk wordt
het structurele gemis aan
mankracht zo niet opgeheven.
Maar het treft mij telkens diep
te ervaren dat volwassen man
nen, na jaren van letterlijke of
figuurlijke omzwervingen
door het leven, zich geroepen
voelen alsnog zich voor te be
reiden Op het priesterschap.
Het is zoals Monseigneur Ernst
bij één van de wijdingen heeft
gezegd: Er is in deze omzwer
vingen overeenkomst te ont
dekken met de Kerk. De nieu
we priesters zijn niet van be
weging tot stilstand gekomen.
„Het komen van het Rijk Gods
vroeg en vraagt een vrije
ruimte".
Voor al deze neomisten geldt
dat heb ik van de viering in
Breda nadrukkelijk meegeno
men het feit dat verbonden
zijn met de Kerk niet betekent
ophouden met het dragen van
maatschappelijke verbonden
heid. Geloof is immers leven.
Indrukwekkend heb ik gevon
den de grote betrokkenheid er
verbondenheid die in Wierden
en ook bij eerdere wijdingen
was te constateren.
Méér dan vroegër beleven we
kennelijk dat en een priester
één der onzen is, gekozen om
ons voor te gaan. Dat gekozen
zijn wordt in de moderne
vormgeving van het sacra
ment van het priesterschap
heel duidelijk, waar vooraf de
bisschop vraagt hem ervan te
overtuigen dat de kandidaat
waardig bevonden is om ge
wijd te worden. Veel nadruk
krijgt daarbij in onze dagen
het oordeel van de parochiege
meenschap waarbinnen de
wijdeling de laatste twee jaar
als stagiaire heeft gefunctio
neerd. (Het is spijtig te moeten
constateren dat dit niet in alle
gevallen zo is gebleken). Hart
verwarmend is het als, bij
monde van de vertegenwoor
diger van de parochie, de ge
meenschap met redenen om
kleed haar verzoek om deze
man tot priester te wijden aan2
de bisschop overbrengt.
Het zijn goede weken geweest,
waarover we een blij stuk
kerkgeschiedenis kunnen bij
schrijven.
We denken dan niet in kwan
titeit, maar beleven dankbaar
hoe de kwaliteit van het pries
ter zijn in deze neomisten van
nu kan bijdragen tot opbouw
van kerkgemeenschap daar
waar zij, vanuit hun gerijpte
en doorleefde keuze voor wat
zij als hun roeping ervaren,
vol inspiratie het ambt op zich
nemen.
De zon heeft geschenen; bij
alle zes wijdingen. Letterlijk
èn figuurlijk. Zesmaal hebben
we enthousiast de vlag uitge
hangen. Die wapperde op een
zacht windje. Mét de geel/wit
te wimpel!
Weg met
de sproetenbus
Na drie zomers van 'hier en daar
een bui' -* die drie jaar achtereen
alsmaar 'hier' vielen en nooit
'daar' - was het mij, die nooit naar
het buitenland gaat, eindelijk eens
gelukt om wat zon op mijn huid te
krijgen. Diezelfde avond vertoonde
het journaal beelden van een
merkwaardige bus die in Noord-
wijk het strand op kwam rijden. De
sproetenbus. Daarin zaten twee
huidartsen alsmede een kankerchi
rurg om het strandvolk te controle
ren op huidkanker. Dat was nog
niet het meest verbazingwekkende.
Het meest vreemde was nog, dat
het volk zich prompt en gehoor
zaam ops,telde in rijen van drie ten
einde zich door de dokters te laten
onderzoeken. Het zonnige strand
veranderde plotseling in een grote
wachtkamer. Uit een denkbeeldige
badtas haalde ik een even denk
beeldige bazooka en schoot de
sproetenbus de buis af.
Natuurlijk was het allemaal vrese
lijk goed bedoeld: het volk ligt va
ker in de zon dan goed is voor hun
huid, en de ome dokters waren al
leen maar op het strand om te hel
pen. Maar goede bedoelingen zijn
niet genoeg, ondanks enkele ver
ontrustende feiten. Laten we daar
eens mee beginnen. Met de feiten
dus. Huidkanker, één van de meest
voorkomende kankers in de Wes
terse wereld, slaat in Nederland bij
15.000 mensen per jaar toe en onge
veer 380 mensen gaan er elk jaar
aan dood. Je hebt er grofweg twee
soorten van. De ene soort manifes
teert zich als een klein, bolvormig
en glazig knobbeltje dat heel lang
zaam groeit dan wel een rood
knobbeltje of een hardnekkig
zweertje en dan vooral op veelvul
dig door de zon beschenen plekken
als gezicht, lippen, oren, nek en de
rug van de hand. Deze huidkanker
komt verreweg het meeste voor
(ongeveer bij" 14.000 van de 15000
nieuwe patiënten per jaar), maar is,
omdat het zelden uitzaait, in 95
procent van de gevallen heel goed
te genezen.
De echte kwaaie aap onder de
huidkankers is het 'maligne mela-
noom', de op hol geslagen moeder
vlek. Als een moedervlek groter of
dikker wordt, van kleur verschiet,
een rafelige rand krijgt, bloedt of
zweert, dan is het erg verstandig
om de moedervlek eens aan de
dokter te laten zien. Dit melanoom
is berucht 'maligne', ofwel kwaad
aardig, omdat het de neiging heeft
om eerder vroeg dan laat dodelijk
over het lichaam uit te zaaien. Hoe
vroeger je er bij bent, hoe beter, en
tegenwoordig kan men driekwart
van de gevallen genezen. Gelukkig
komt deze kanker niet veel voor
(ongeveer 1000 keer per jaar), maar
eist door zijn veel grotere kwaad
aardigheid ongeveer 300 van de 380
jaarlijkse doden aan huidkanker
op.
Bruin
De laatste tijd maken gezondheids
strategen zich zorgen over de toe
name aan huidkanker. De oorzaak
van die toename is de mode die
bruin is, de duurste mode per
strekkende meter. Mensen liggen
meer in de zon dan vroeger, laten
zich in de winter bijbruinen met
zonnekanonnen en het ultraviolet
te (UV) licht in zon en kanon
kleurt de huid bruin, maar ver
hoogt ook de kans op huidkanker.
Vandaar dat het Koningin Wilhel-
mina Fonds (hulp- en informatiete
lefoon 020 - 6644044) deze zomer
een campagne voert om verstandig
te bruinen, hoewel het „niemand
het genoegen van een zonnebad wil
ontnemen, noch de vakantieganger
afraden naar zonnige oorden te
gaan".
Het Fonds raadt aan om geleidelijk
aan de zon te wennen, niet uren
lang te bakken, vooral niet op het
heetst van de dag, zonnebrandcrè
me te gebruiken, ook als je bij
strakblauwe lucht op het strand in
de schaduw ligt. Dit geldt vooral
hebben, blauwe ogen en een tere
huid 'van melk en honing'. Een
veilige dosis UV licht bestaat niet:
een klein beetje straling geeft een
kleine, en meer straling geeft een
grotere kans op huidkanker. Ie
mand die veel binnen zit loopt elk
jaar sowieso 100 eenheden van die
straling op, tien keer op de zonne
bank 10 tot 20 eenheden, en drie
weken zonnevakantie maximaal
60. „Deskundigen", aldus het
Fonds, „raden aan om de hoeveel
heid extra straling (dus zonnebank
plus vakantie) te beperken tot
hooguit 100 eenheden per jaar".
Daarmee beperkt men vooral de
kans op het krijgen van de eerste,
tamelijk goedaardige vorm van
huidkanker die weliswaar veel
voorkomt maar in 95 procent van
de gevallen heel goed te genezen is.
De echt kwaadaardige huidkanker,
de op hol geslagen moedervlek dus,
die ruim drie keer zoveel doden
veroorzaakf lijkt zich merkwaardig
genoeg minder aan te trekken van
de eventueel schadelijke 'werking
van zonlicht. Vrouwen bijvoor
beeld, doen veel minder buiten
werk en toch komt bij hen het ma
ligne melanoom vaker voor.
Wat heeft het Fonds eigenlijk te
winnen met deze campagne? Op
het eerste gezicht niet veel. De
goedaardige vorm van huidkanker
is nooit tot nul te reduceren want
te weinig zonlicht is ook al niet
goed, en of de kwaadaardige vorm
zich door goede raad laat temmen
moet men nog afwachten. Aan de
andere kant is ook het met succes
doormaken van een behandeling
een zware lichamelijke en geestelij
ke belasting. Bovendien worden de
gevolgen van onze zonnige mode
pas over 20 tot 50 jaar zichtbaar zo
dat je de te verwachten groei nu
moet indammen.
Bemoeien
De sproetenbus. Wat is daar nou op
tegen? In de jaren '70 waarschuwde
Ivan Illich tegen wat hij de 'medi-
calisering -van de maatschappij'
noemde. Hij doelde daarmee op een
toenemende neiging van dokters en
andere hulpverleners om zich met
alle aspecten van het menselijk be
staan te bemoeien. Of zoals prof.
Dunning, cardioloog en allerminst
een softie, ooit zei: „Het is tegen
woordig geweldig moeilijk om de
geneeskunde van je lijf te houden".
In de gemedicaliseerde wereld is
iedereen ziek, of nog niet ziek, en
is de maatschappij één en al zie
kenhuis. Dat bleek weer eens in
Noordwijk. Op het moment dat de
sproetenbus als een tank in de
voorhoede van een medisch leger
het strand op kwam rijden werden
alle badgasten plotseling patiënt en
het eens zo zorgeloze strand een
groot kankerpaviljoen. „Nog meer
dan te doen gebruikelijk onder
zochten de ogen van de ene badgast
het fysiek van de ander. En er
werd vrolijk informatie uitgewis
seld over gekke sproetjes, moeder
vlekken, v/ratten of vreemde bob
beltjes op de glanzend-bruine dan
wel roodverbrande huid", aldus
een krant.
Wie hier geen zin in heeft, mijde
op 8 juli het strand van Kijkduin.
Wie zich zorgen maakt over een
raar plekje op de huid kan heel
goed bij zijn huisarts terecht.
Herenondergoed uit 1929. Je zult ermee gestraft worden...
(Intermodis).
Vooral op dagen dat de
smog-dichtheid tegen de
alarmfase aankruipt,
hebben Goofy en Baantje
het weinig naar hun zin.
Goof gaat als chronische
hoester door het leven
en Baan moet zich behel
pen met twee ingeklapte
longen. Beide egels zijn,
enkele maanden geleden
in het Westland, in moei
lijkheden geraakt door
een agro-industriële ver
giftiging. Dat ze op dit
moment nog steeds
ademhalen, zij het pie
pend en kreunend, heb
ben ze vooral te danken
aan Noor Gietema die
vier jaar geleden een
asiel in Den Haag begon
voor de opvang van ge
wonde, vergiftigde of an
derszins door de mens in
het nauw gebrachte
egels.
Noor Gietema: „Ik rij auto.
Zo min mogelijk natuurlijk,
maar toch. Een paar duizend
kilometer per jaar. Eind no
vember '84 ben ik op een
druilerige avond op weg naar
mevrouw De Groot van de
Vogelbescherming - zie ik
op de Segbroeklaan iets
kleins over de weg dribbelen.
Een rat? Nee, een egeltje. Ik
zet mijn auto aan de kant,
pak het beestje op en consta
teer dat het een baby-egeltje
is. Veel te klein om zich zelf
standig in leven te houden.
Ik heb eerst nog aan me
vrouw De Groot gevraagd of
zij het diertje onder haar
hoede wilde nemen, maar dat
ging niet. Toen heb ik het
een plekje gegeven bij ons in
de bijkeuken, in een oud ko-
nijnehok dat mijn zoon nog
over had".
Egel-hospitaal
„Als je eenmaal zo'n egeltje
in huis hebt, ga je je op de
hoogte stellen van de achter-'
gronden van het dier. Buren
en kennisserj komen dat te
weten en als die dan weer
een egeltje vinden, brengen
ze dat ook bij jou. In 1985
kreeg ik in totaal 24 egels in
huis. Wat betekende dat ik
heel mijn bijkeuken moest
verbouwen tot egel-hospitaal
en mijn achtertuin tot een
soort herstellingsoord".
Nu spreken we mevrouw
Gietema in een onderkomen
dat in het Haagse Westduin-
park is gelegen en dat haar
speciaal voor de egel-opvang
ter beschikking is gesteld
door de gemeentelijke Dienst
Groenvoorzieningen en Mi
lieu-educatie. In deze loods
zijn thans de egel-ziekenboeg
en -revalidatiehokken inge
richt; de bijkeuken thuis is
alleen nog voor intensive
De zorg die in het Westduin-
park voor de Haagse steke-
lachtigen beschikbaar is,
wordt al lang niet meer uit
sluitend door Noor Gietema
gegeven. In de loop van de
jaren heeft zij een steunleger-
tje om zich heen verzameld
van maar liefst 70 vrijwilli
gers - vrijwel uitsluitend
vrouwen. Gezamenlijk heeft
dit egel-korps sinds novem
ber '84 het respectabele aan
tal van 448 egels opgevangen.
In enkele tientallen gevallen
heeft de hulp niet mogen ba
ten en zijn de diertjes dood
gegaan. Maar de overgrote
meerderheid is na soms
maandenlange behandelin
gen teruggezet in vogelreser
vaten, in openbare parken of
in wijken die rijk zijn aan
grote, aaneengesloten tuinen
zoals de Vogelwijk in Den
Haag.
Leiden
Uniek is het instituut van
Noor Gietema overigens niet.
Ook steden als Delft en Hoek
van Holland kennen een
egel-asiel. Leiden en wijde
omgeving daarentegen
moeten het zonder gespeciali
seerde egel-opvang stellen.
De algemene dierenasiels in
deze regio zullen zo'n dier
natuurlijk niet gauw de deur
wijzen, maar beschikken niet
over de accommodatie en de
deskundigheid die mevrouw
Gietema en haar medewerk
sters te bieden hebben.
De oorzaken waardoor egels
in de problemen komen zijn
velerlei, maar hebben alle te
maken met het optreden van
de mens. Op de eerste plaats
zijn daar de stadsuitbreidin
gen en de wegenaanleg waar
aan in de afgelopen decennia
talloze voor egels geschikte
leefgebieden ten offer zijn
gevallen.
Zijn de wegen eenmaal in ge
bruik, dan roepen ze - zoals
iedere automobilist weet -
grote gevaren op voor egels
die een poging tot oversteken
wagen. Verder brengen de op
grote schaal gebruikte land
bouw- en tuinvergiften voor
de egels vele risico's met zich
mee. Ontkomen ze ook hier
aan, dan is er nog een breed
scala aan bodem- en water
verontreinigingen dat hun
hachje bedreigt. In heel
West-Europa is de egelstand
sterk afgenomen en inmid
dels is dit zoogdier dan ook
opgenomen op de lijst van de
beschermde 'diersoorten.
Moshe Dayan
Mevrouw Kiek Vermeulen,
een van de medewerksters
van wat officieel heet de
Stichting Egelopvang Den
Haag: „Wij proberen die ach
teruitgang dus af te remmen.
En een beetje lukt dat wel. In
de Vogelwijk, waar ik al 34
jaar woon, was de afgelopen
jaren geen egel te bekennen.
Maar de laatste tijd zie je af
en toe toch weer zo'n diertje
langs flitsen. En een vriendin
van mij die in Wassenaar
naast de golfbaan woont zegt
dat ook zij weer meer egels
waarneemt. Zoals Moshe
Dayan. Moshe is een egel die
een tijdje bij ons in het asiel
is geweest. Hij is aan één oog
blind - vandaar zijn naam -
en je kunt hem makkelijk
herkennen doordat hij blond
is. Nou, bij die Wassenaarse
golfbaan wordt Moshe regel
matig gesignaleerd".
Zoals de blonde egel Moshe
krijgen alle egels die bij het
Haagse asiel worden binnen
gebracht een eigen naam.
Dat maakt het makkelijker
om ze van elkaar te onder
scheiden, wat bijvoorbeeld
van belang is bij herplaat
sing: egels uit één nest wor
den bij voorkeur in verschil
lende Haagse groengebieden
teruggezet. Terugdenkend
aan de honderden stekelbees
tjes die zij en haar mede
werksters in de afgelopen
vijf jaar voor een voortijdige
dood hebben behoed, weet
Noor Gietema er dan ook tal
loze bij hun naam te noemen.
Bloem
Zoals de egel die „Bloem"
werd gedoopt en die tot op
het bot verontreinigd was
met een buitengewoon ge
meen chemisch goedje. „De
dierenarts heeft hem onder,
narcose vier keer schoonge-
schrapt, maar zonder het ge
wenste resultaat. Bloem zou
zijn avontuur niet overleven,
zei de dokter. Maar wij heb
ben het hoofd niet in de
schoot gelegd en we zijn hem
gaan wassen met Biotex-
groen. Veertien dagen lang
tien minuten per dag. En dat
hielp inderdaad. Na twee we
ken was-ie weer helemaal
schoon. Bij de golfbaan in
Wassenaar hebben we hem
weer losgelaten".
De omgeving van die golf
baan is voor egels in veel,
maar niet in alle opzichten
een aantrekkelijk leefgebied.
Noor Gietema: „Ik herinner
me Jane die daar een golfbal
tegen haar kop had gekregen
waardoor haar kaak was ge
broken. We waren al blij dat
het geen schedelbasis-frac
tuur was, want dat is vrese
lijk pijnlijk en haast altijd fa
taal. Nou, die kaak is weer
recht gezet. Weken- en we
kenlang hebben we Jane als
een vorstin verzorgd, en toen
is ze toch nog aan longontste
king doodgegaan. Heel tra
gisch en niet alleen voor
haar, want wij waren aan
Jane enorm gehecht ge-
Ook aan egels als Yoka (die
Over mannenon-
dergoed valt veel
wetenswaardigs
te vertellen. John
de Greef, die kos
tuumgeschiedenis
doceert aan ver
schillende Neder
landse modeaca
demies (hij is ook
redacteur van het
maandblad
Man'), heeft dit
bewezen in zijn
vermakelijk
boekje 'Onder
goed'. Het meest
'onthullende' mis
schien is dat er
heel vroeger geen
- ondergoed be
stond. De ver
schillende vor
men van li-
chaamsbedekkihg
in lagen zijn te
danken aan ker
kelijke verorde
ningen en later
aan de grote
'baltsdansvan
het leven. Simpe
le landarbeiders
waren al blij als
ze een hemd aan
het lijf hadden te
rgen de kou. Het
publiekelijk ver
toon van de vorm
der billen kwam
pas later in strak
ke maillots,
eerder met eroti-
- sche bijbedoelin
gen dan om nou
eens een broek
aan te trekken. In
onze eeuw is de
onderbroek voor
de man bijna een
'I cultu$ geworden!
Winkeltjes die ze
verkopen rijzen
als paddestoelen
uit de grond en
'underwear 1990'
heeft niets meer
te maken met de
degelijke hansop
pen, rare lange
jaegerbroeken of
de 'Cool Athletic
Underwear' uit
1922, die zo'n
arme kerel van
nek tot knieën
verpakte in een
soort mouwloos
hemd (singlet) en
- wat we nu zou
den noemen - lij
zige shorts. Inter
locks in degelijk
handbreiwerk
van nijvere huis
vrouwen waren
het.
Nee, dan nu! De
Greef laat onder
meer de elegant
ste broekjes, al
gelanceerd in de
jaren '60, de re
vue passeren. Het
worden modever
schijnselen, oök
gebruikt voor
commercials van
scheercrème en
bezweek aan graaf mijt die
zich via het oor haar hoofd
binnenvrat), aan Hummeltje
(die een confrontatie met een
grasmaaimachine overleefde)
en aan Pam (botsing met een
een Black Dekker-zaag)
bewaart Noor Gietema le
vendige herinneringen. Maar
ook aan Maria Houtwijk, Ma-
doe Bouwput, Elizabeth El-
boog en haar kinderen Eli,
Liza, Lizar en Kleine Betje.
Schier eindeloos zijn de goed
èn slecht afgelopen egelavon-
turen die mevrouw Gietema
in de loop van de jaren heeft
meegemaakt. En die allemaal
zijn terug te voeren op ver
storing van het egelmilieu
door stedebouw, wegenaan
leg of de chemische bestrij
ding van plantenziekten.
Géén melk
Intussen is Kiek Vermeulen
begonnen met het serveren
van de lunch aan Goofy en
Baantje. Een lunch die nog
tamelijk gecompliceerd in el
kaar steekt en die onder
meer bevat: hondevoer,
Whiskas, Tom Pouce, appel,
vitamine B, druivesuiker,
universeel insectenpoeder,
Murnil (voor de stekels), kat-
tebrokjes alsmede enige le
vende meelwormen.
Noor Gietema, geruststellend:
„Wie thuis, bijvoorbeeld in
zijn tuin, te maken krijgt met
een egel die hulp nodig heeft,
kan natuurlijk toe met een
eenvoudiger prak. Bruin-
brood met pindakaas vinden
de meeste egels heel lekker.
Bouillon, honing en fruit
gaan er ook goed in. Maar
één ding is echt heel slecht.
Melk. En vreemd genoeg is
dat nu juist wat de meeste
goedwillende leken aan deze
dieren voorzetten. Een egel
die toch al ziek of gewond is
en dan nog een schoteltje
melk krijgt ook - nee, die is
pas écht in de aap gelogeerd".
WILLEM SCHEER
De Stichting Egelopvang
Den Haag (070) is telefo
nisch bereikbaar onder de
nummers 542188, 911726 en
552060.
de och ten dkoffie
op zondag. Er valt
heel wat te bele
ven aan rimpelin
gen, elastieke
banden, glans en
glimeffecten,
prints en 'bandjes
voor pandjes'.
On t werpers als
Calvin Klein,
Gaultier en ande
re modegroothe
den gooien zich
languit op de
mannebroek voor
'onder boven',
Armani grijpt er
naar, Pierre Bal-
main schept een
droomprins in
een boxershort,
waarvoor de held
van de 'uppercut'
model stond. Al
leen is zijn bips
bedekking geen
roze of paars
glimmend satij
nen broekje, maar
twee gestreepte
pijpjes aan een
brede zwarte elas
tieke band. Fila
maakt boxers
horts met een
print van wol
kenkrabbers; Mo-
schino voorziet ze
van een afdruk
van muzieknoten.
De Greef gaat
ook in op de
praktisch e kan t
van ondergoed
voor de man: ma
ten in zuid-Euro
pa, Engeland,
Amerika en
noord-Europa als
mede de sportieve
en vermakelijke
kant van onder
goed. Met dit rijk
geïllustreerde
naslagwerkje is
John nog niet uit
gepraat over ac
cessoires voor
mannen. Het
boekje 'Shirts'
vertelt de lezer
alles over hem
den en hun verre
herkomst tot de
zomershirts van
de jonge Belgi
sche ontwerper
Dirk Bikkenberg
met een collectie
in '88, geïnspi
reerd op het boe
renleven (een
door het wassen
te klein geworden
hemd dat bij de
armsgaten gaat
knellen!) en de
chic van Arrow,
Melka etcetara.
Verder boordsys
temen, koopad
viezen, shirtvlek-
ken en shirtmate
rialen in het sma
kelijke boekje. Er
volgen in septem
ber nog twee
boekjes: 'Kos
tuums' en 'Strop
dassen', die zeker
even leesbaar en
instructief zullen
zijn als de voor
gaande. Prijs
29,90 per stuk.
Uitgeverij 'Cante-
cleer' bv, de Bilt.
TINY FRANCIS
Noor Gietema (links)
houdt de hoestende
Goofy in haar hand. Kiek
Vermeulen bekijkt
Baantje met zijn
ingeklapte longen. Hun
advies: „Geef egels geen
melk, want dan zijn ze
écht in de aap
gelogeerd".