Specialistische hulp voor stekelachtige Hagenaars De man en zijn kleingoed UIT THUIS CeicU© Souoa/nt maandag 3 juli i989 pagina 10 door Joke Forceville-Van Rossum Pries terwi jding Hou toch op met die smoesjes De Kerk is een plaats waar ruimte is voor velen Wim van Essen. Goud was het licht van de Geel en wit de versiering: vlaggetjes, vaantjes, strikjes en prachtige boeketten in de kerk. Geel/wit de wimpel aan de vlag op het plein. Als van heel ouds: feest in de kerk. Zoals vroeger een stoet bruid jes de wijdeling naar binnen geleidde, zo was er nu een heel grote groep fleurig geklede jongens en meisjes, elk met een bloem in de hand: wit of geel. Het is feest geweest in Wier- den, waar Wim van Essen door monseigneur A. Sim on is tot priester is gewijd. De zesdeI in de reeks van kandidaten van de eerste lichting uit de priesteropleiding in Boven donk. Ik woon niet in Wier- den; maar wegens mijn be trokkenheid bij Bovendonk j was niet verwonderlijk dat ik het feest kwam meevieren. Het was het zesde in nauwe lijks twee maanden tijd. Ik ben aanwezig geweest in Rotter dam waar Monseigneur Bar de eerste priester wijdde; in 's- Hertogen bosch bij Monseig neur Ter Schure, in Breda en Bovendonk bij Monseigneur Ernst en in Wageningen en Wierden, waar Kardinaal Si- monis in ons midden was. In oktober volgt dan nog één wij ding in Breda van een diaken die eerst is ingetreden in de orde van de Capucijnen. Wierden had de bijzondere glans van de aanwezigheid en betrokkenheid bij de viering van de vijf andere neomisten. Als soms met enige scepsis wordt vermeld dat de Boven donkopleiding, een vorming voor oudere mannen vroe ger „late roepingen genoemd een vergeefse poging is om het priestertekort in de Neder landse Kerkprovincie aan te vullen, teken ik daartegen protest aan. Natuurlijk wordt het structurele gemis aan mankracht zo niet opgeheven. Maar het treft mij telkens diep te ervaren dat volwassen man nen, na jaren van letterlijke of figuurlijke omzwervingen door het leven, zich geroepen voelen alsnog zich voor te be reiden Op het priesterschap. Het is zoals Monseigneur Ernst bij één van de wijdingen heeft gezegd: Er is in deze omzwer vingen overeenkomst te ont dekken met de Kerk. De nieu we priesters zijn niet van be weging tot stilstand gekomen. „Het komen van het Rijk Gods vroeg en vraagt een vrije ruimte". Voor al deze neomisten geldt dat heb ik van de viering in Breda nadrukkelijk meegeno men het feit dat verbonden zijn met de Kerk niet betekent ophouden met het dragen van maatschappelijke verbonden heid. Geloof is immers leven. Indrukwekkend heb ik gevon den de grote betrokkenheid er verbondenheid die in Wierden en ook bij eerdere wijdingen was te constateren. Méér dan vroegër beleven we kennelijk dat en een priester één der onzen is, gekozen om ons voor te gaan. Dat gekozen zijn wordt in de moderne vormgeving van het sacra ment van het priesterschap heel duidelijk, waar vooraf de bisschop vraagt hem ervan te overtuigen dat de kandidaat waardig bevonden is om ge wijd te worden. Veel nadruk krijgt daarbij in onze dagen het oordeel van de parochiege meenschap waarbinnen de wijdeling de laatste twee jaar als stagiaire heeft gefunctio neerd. (Het is spijtig te moeten constateren dat dit niet in alle gevallen zo is gebleken). Hart verwarmend is het als, bij monde van de vertegenwoor diger van de parochie, de ge meenschap met redenen om kleed haar verzoek om deze man tot priester te wijden aan2 de bisschop overbrengt. Het zijn goede weken geweest, waarover we een blij stuk kerkgeschiedenis kunnen bij schrijven. We denken dan niet in kwan titeit, maar beleven dankbaar hoe de kwaliteit van het pries ter zijn in deze neomisten van nu kan bijdragen tot opbouw van kerkgemeenschap daar waar zij, vanuit hun gerijpte en doorleefde keuze voor wat zij als hun roeping ervaren, vol inspiratie het ambt op zich nemen. De zon heeft geschenen; bij alle zes wijdingen. Letterlijk èn figuurlijk. Zesmaal hebben we enthousiast de vlag uitge hangen. Die wapperde op een zacht windje. Mét de geel/wit te wimpel! Weg met de sproetenbus Na drie zomers van 'hier en daar een bui' -* die drie jaar achtereen alsmaar 'hier' vielen en nooit 'daar' - was het mij, die nooit naar het buitenland gaat, eindelijk eens gelukt om wat zon op mijn huid te krijgen. Diezelfde avond vertoonde het journaal beelden van een merkwaardige bus die in Noord- wijk het strand op kwam rijden. De sproetenbus. Daarin zaten twee huidartsen alsmede een kankerchi rurg om het strandvolk te controle ren op huidkanker. Dat was nog niet het meest verbazingwekkende. Het meest vreemde was nog, dat het volk zich prompt en gehoor zaam ops,telde in rijen van drie ten einde zich door de dokters te laten onderzoeken. Het zonnige strand veranderde plotseling in een grote wachtkamer. Uit een denkbeeldige badtas haalde ik een even denk beeldige bazooka en schoot de sproetenbus de buis af. Natuurlijk was het allemaal vrese lijk goed bedoeld: het volk ligt va ker in de zon dan goed is voor hun huid, en de ome dokters waren al leen maar op het strand om te hel pen. Maar goede bedoelingen zijn niet genoeg, ondanks enkele ver ontrustende feiten. Laten we daar eens mee beginnen. Met de feiten dus. Huidkanker, één van de meest voorkomende kankers in de Wes terse wereld, slaat in Nederland bij 15.000 mensen per jaar toe en onge veer 380 mensen gaan er elk jaar aan dood. Je hebt er grofweg twee soorten van. De ene soort manifes teert zich als een klein, bolvormig en glazig knobbeltje dat heel lang zaam groeit dan wel een rood knobbeltje of een hardnekkig zweertje en dan vooral op veelvul dig door de zon beschenen plekken als gezicht, lippen, oren, nek en de rug van de hand. Deze huidkanker komt verreweg het meeste voor (ongeveer bij" 14.000 van de 15000 nieuwe patiënten per jaar), maar is, omdat het zelden uitzaait, in 95 procent van de gevallen heel goed te genezen. De echte kwaaie aap onder de huidkankers is het 'maligne mela- noom', de op hol geslagen moeder vlek. Als een moedervlek groter of dikker wordt, van kleur verschiet, een rafelige rand krijgt, bloedt of zweert, dan is het erg verstandig om de moedervlek eens aan de dokter te laten zien. Dit melanoom is berucht 'maligne', ofwel kwaad aardig, omdat het de neiging heeft om eerder vroeg dan laat dodelijk over het lichaam uit te zaaien. Hoe vroeger je er bij bent, hoe beter, en tegenwoordig kan men driekwart van de gevallen genezen. Gelukkig komt deze kanker niet veel voor (ongeveer 1000 keer per jaar), maar eist door zijn veel grotere kwaad aardigheid ongeveer 300 van de 380 jaarlijkse doden aan huidkanker op. Bruin De laatste tijd maken gezondheids strategen zich zorgen over de toe name aan huidkanker. De oorzaak van die toename is de mode die bruin is, de duurste mode per strekkende meter. Mensen liggen meer in de zon dan vroeger, laten zich in de winter bijbruinen met zonnekanonnen en het ultraviolet te (UV) licht in zon en kanon kleurt de huid bruin, maar ver hoogt ook de kans op huidkanker. Vandaar dat het Koningin Wilhel- mina Fonds (hulp- en informatiete lefoon 020 - 6644044) deze zomer een campagne voert om verstandig te bruinen, hoewel het „niemand het genoegen van een zonnebad wil ontnemen, noch de vakantieganger afraden naar zonnige oorden te gaan". Het Fonds raadt aan om geleidelijk aan de zon te wennen, niet uren lang te bakken, vooral niet op het heetst van de dag, zonnebrandcrè me te gebruiken, ook als je bij strakblauwe lucht op het strand in de schaduw ligt. Dit geldt vooral hebben, blauwe ogen en een tere huid 'van melk en honing'. Een veilige dosis UV licht bestaat niet: een klein beetje straling geeft een kleine, en meer straling geeft een grotere kans op huidkanker. Ie mand die veel binnen zit loopt elk jaar sowieso 100 eenheden van die straling op, tien keer op de zonne bank 10 tot 20 eenheden, en drie weken zonnevakantie maximaal 60. „Deskundigen", aldus het Fonds, „raden aan om de hoeveel heid extra straling (dus zonnebank plus vakantie) te beperken tot hooguit 100 eenheden per jaar". Daarmee beperkt men vooral de kans op het krijgen van de eerste, tamelijk goedaardige vorm van huidkanker die weliswaar veel voorkomt maar in 95 procent van de gevallen heel goed te genezen is. De echt kwaadaardige huidkanker, de op hol geslagen moedervlek dus, die ruim drie keer zoveel doden veroorzaakf lijkt zich merkwaardig genoeg minder aan te trekken van de eventueel schadelijke 'werking van zonlicht. Vrouwen bijvoor beeld, doen veel minder buiten werk en toch komt bij hen het ma ligne melanoom vaker voor. Wat heeft het Fonds eigenlijk te winnen met deze campagne? Op het eerste gezicht niet veel. De goedaardige vorm van huidkanker is nooit tot nul te reduceren want te weinig zonlicht is ook al niet goed, en of de kwaadaardige vorm zich door goede raad laat temmen moet men nog afwachten. Aan de andere kant is ook het met succes doormaken van een behandeling een zware lichamelijke en geestelij ke belasting. Bovendien worden de gevolgen van onze zonnige mode pas over 20 tot 50 jaar zichtbaar zo dat je de te verwachten groei nu moet indammen. Bemoeien De sproetenbus. Wat is daar nou op tegen? In de jaren '70 waarschuwde Ivan Illich tegen wat hij de 'medi- calisering -van de maatschappij' noemde. Hij doelde daarmee op een toenemende neiging van dokters en andere hulpverleners om zich met alle aspecten van het menselijk be staan te bemoeien. Of zoals prof. Dunning, cardioloog en allerminst een softie, ooit zei: „Het is tegen woordig geweldig moeilijk om de geneeskunde van je lijf te houden". In de gemedicaliseerde wereld is iedereen ziek, of nog niet ziek, en is de maatschappij één en al zie kenhuis. Dat bleek weer eens in Noordwijk. Op het moment dat de sproetenbus als een tank in de voorhoede van een medisch leger het strand op kwam rijden werden alle badgasten plotseling patiënt en het eens zo zorgeloze strand een groot kankerpaviljoen. „Nog meer dan te doen gebruikelijk onder zochten de ogen van de ene badgast het fysiek van de ander. En er werd vrolijk informatie uitgewis seld over gekke sproetjes, moeder vlekken, v/ratten of vreemde bob beltjes op de glanzend-bruine dan wel roodverbrande huid", aldus een krant. Wie hier geen zin in heeft, mijde op 8 juli het strand van Kijkduin. Wie zich zorgen maakt over een raar plekje op de huid kan heel goed bij zijn huisarts terecht. Herenondergoed uit 1929. Je zult ermee gestraft worden... (Intermodis). Vooral op dagen dat de smog-dichtheid tegen de alarmfase aankruipt, hebben Goofy en Baantje het weinig naar hun zin. Goof gaat als chronische hoester door het leven en Baan moet zich behel pen met twee ingeklapte longen. Beide egels zijn, enkele maanden geleden in het Westland, in moei lijkheden geraakt door een agro-industriële ver giftiging. Dat ze op dit moment nog steeds ademhalen, zij het pie pend en kreunend, heb ben ze vooral te danken aan Noor Gietema die vier jaar geleden een asiel in Den Haag begon voor de opvang van ge wonde, vergiftigde of an derszins door de mens in het nauw gebrachte egels. Noor Gietema: „Ik rij auto. Zo min mogelijk natuurlijk, maar toch. Een paar duizend kilometer per jaar. Eind no vember '84 ben ik op een druilerige avond op weg naar mevrouw De Groot van de Vogelbescherming - zie ik op de Segbroeklaan iets kleins over de weg dribbelen. Een rat? Nee, een egeltje. Ik zet mijn auto aan de kant, pak het beestje op en consta teer dat het een baby-egeltje is. Veel te klein om zich zelf standig in leven te houden. Ik heb eerst nog aan me vrouw De Groot gevraagd of zij het diertje onder haar hoede wilde nemen, maar dat ging niet. Toen heb ik het een plekje gegeven bij ons in de bijkeuken, in een oud ko- nijnehok dat mijn zoon nog over had". Egel-hospitaal „Als je eenmaal zo'n egeltje in huis hebt, ga je je op de hoogte stellen van de achter-' gronden van het dier. Buren en kennisserj komen dat te weten en als die dan weer een egeltje vinden, brengen ze dat ook bij jou. In 1985 kreeg ik in totaal 24 egels in huis. Wat betekende dat ik heel mijn bijkeuken moest verbouwen tot egel-hospitaal en mijn achtertuin tot een soort herstellingsoord". Nu spreken we mevrouw Gietema in een onderkomen dat in het Haagse Westduin- park is gelegen en dat haar speciaal voor de egel-opvang ter beschikking is gesteld door de gemeentelijke Dienst Groenvoorzieningen en Mi lieu-educatie. In deze loods zijn thans de egel-ziekenboeg en -revalidatiehokken inge richt; de bijkeuken thuis is alleen nog voor intensive De zorg die in het Westduin- park voor de Haagse steke- lachtigen beschikbaar is, wordt al lang niet meer uit sluitend door Noor Gietema gegeven. In de loop van de jaren heeft zij een steunleger- tje om zich heen verzameld van maar liefst 70 vrijwilli gers - vrijwel uitsluitend vrouwen. Gezamenlijk heeft dit egel-korps sinds novem ber '84 het respectabele aan tal van 448 egels opgevangen. In enkele tientallen gevallen heeft de hulp niet mogen ba ten en zijn de diertjes dood gegaan. Maar de overgrote meerderheid is na soms maandenlange behandelin gen teruggezet in vogelreser vaten, in openbare parken of in wijken die rijk zijn aan grote, aaneengesloten tuinen zoals de Vogelwijk in Den Haag. Leiden Uniek is het instituut van Noor Gietema overigens niet. Ook steden als Delft en Hoek van Holland kennen een egel-asiel. Leiden en wijde omgeving daarentegen moeten het zonder gespeciali seerde egel-opvang stellen. De algemene dierenasiels in deze regio zullen zo'n dier natuurlijk niet gauw de deur wijzen, maar beschikken niet over de accommodatie en de deskundigheid die mevrouw Gietema en haar medewerk sters te bieden hebben. De oorzaken waardoor egels in de problemen komen zijn velerlei, maar hebben alle te maken met het optreden van de mens. Op de eerste plaats zijn daar de stadsuitbreidin gen en de wegenaanleg waar aan in de afgelopen decennia talloze voor egels geschikte leefgebieden ten offer zijn gevallen. Zijn de wegen eenmaal in ge bruik, dan roepen ze - zoals iedere automobilist weet - grote gevaren op voor egels die een poging tot oversteken wagen. Verder brengen de op grote schaal gebruikte land bouw- en tuinvergiften voor de egels vele risico's met zich mee. Ontkomen ze ook hier aan, dan is er nog een breed scala aan bodem- en water verontreinigingen dat hun hachje bedreigt. In heel West-Europa is de egelstand sterk afgenomen en inmid dels is dit zoogdier dan ook opgenomen op de lijst van de beschermde 'diersoorten. Moshe Dayan Mevrouw Kiek Vermeulen, een van de medewerksters van wat officieel heet de Stichting Egelopvang Den Haag: „Wij proberen die ach teruitgang dus af te remmen. En een beetje lukt dat wel. In de Vogelwijk, waar ik al 34 jaar woon, was de afgelopen jaren geen egel te bekennen. Maar de laatste tijd zie je af en toe toch weer zo'n diertje langs flitsen. En een vriendin van mij die in Wassenaar naast de golfbaan woont zegt dat ook zij weer meer egels waarneemt. Zoals Moshe Dayan. Moshe is een egel die een tijdje bij ons in het asiel is geweest. Hij is aan één oog blind - vandaar zijn naam - en je kunt hem makkelijk herkennen doordat hij blond is. Nou, bij die Wassenaarse golfbaan wordt Moshe regel matig gesignaleerd". Zoals de blonde egel Moshe krijgen alle egels die bij het Haagse asiel worden binnen gebracht een eigen naam. Dat maakt het makkelijker om ze van elkaar te onder scheiden, wat bijvoorbeeld van belang is bij herplaat sing: egels uit één nest wor den bij voorkeur in verschil lende Haagse groengebieden teruggezet. Terugdenkend aan de honderden stekelbees tjes die zij en haar mede werksters in de afgelopen vijf jaar voor een voortijdige dood hebben behoed, weet Noor Gietema er dan ook tal loze bij hun naam te noemen. Bloem Zoals de egel die „Bloem" werd gedoopt en die tot op het bot verontreinigd was met een buitengewoon ge meen chemisch goedje. „De dierenarts heeft hem onder, narcose vier keer schoonge- schrapt, maar zonder het ge wenste resultaat. Bloem zou zijn avontuur niet overleven, zei de dokter. Maar wij heb ben het hoofd niet in de schoot gelegd en we zijn hem gaan wassen met Biotex- groen. Veertien dagen lang tien minuten per dag. En dat hielp inderdaad. Na twee we ken was-ie weer helemaal schoon. Bij de golfbaan in Wassenaar hebben we hem weer losgelaten". De omgeving van die golf baan is voor egels in veel, maar niet in alle opzichten een aantrekkelijk leefgebied. Noor Gietema: „Ik herinner me Jane die daar een golfbal tegen haar kop had gekregen waardoor haar kaak was ge broken. We waren al blij dat het geen schedelbasis-frac tuur was, want dat is vrese lijk pijnlijk en haast altijd fa taal. Nou, die kaak is weer recht gezet. Weken- en we kenlang hebben we Jane als een vorstin verzorgd, en toen is ze toch nog aan longontste king doodgegaan. Heel tra gisch en niet alleen voor haar, want wij waren aan Jane enorm gehecht ge- Ook aan egels als Yoka (die Over mannenon- dergoed valt veel wetenswaardigs te vertellen. John de Greef, die kos tuumgeschiedenis doceert aan ver schillende Neder landse modeaca demies (hij is ook redacteur van het maandblad Man'), heeft dit bewezen in zijn vermakelijk boekje 'Onder goed'. Het meest 'onthullende' mis schien is dat er heel vroeger geen - ondergoed be stond. De ver schillende vor men van li- chaamsbedekkihg in lagen zijn te danken aan ker kelijke verorde ningen en later aan de grote 'baltsdansvan het leven. Simpe le landarbeiders waren al blij als ze een hemd aan het lijf hadden te rgen de kou. Het publiekelijk ver toon van de vorm der billen kwam pas later in strak ke maillots, eerder met eroti- - sche bijbedoelin gen dan om nou eens een broek aan te trekken. In onze eeuw is de onderbroek voor de man bijna een 'I cultu$ geworden! Winkeltjes die ze verkopen rijzen als paddestoelen uit de grond en 'underwear 1990' heeft niets meer te maken met de degelijke hansop pen, rare lange jaegerbroeken of de 'Cool Athletic Underwear' uit 1922, die zo'n arme kerel van nek tot knieën verpakte in een soort mouwloos hemd (singlet) en - wat we nu zou den noemen - lij zige shorts. Inter locks in degelijk handbreiwerk van nijvere huis vrouwen waren het. Nee, dan nu! De Greef laat onder meer de elegant ste broekjes, al gelanceerd in de jaren '60, de re vue passeren. Het worden modever schijnselen, oök gebruikt voor commercials van scheercrème en bezweek aan graaf mijt die zich via het oor haar hoofd binnenvrat), aan Hummeltje (die een confrontatie met een grasmaaimachine overleefde) en aan Pam (botsing met een een Black Dekker-zaag) bewaart Noor Gietema le vendige herinneringen. Maar ook aan Maria Houtwijk, Ma- doe Bouwput, Elizabeth El- boog en haar kinderen Eli, Liza, Lizar en Kleine Betje. Schier eindeloos zijn de goed èn slecht afgelopen egelavon- turen die mevrouw Gietema in de loop van de jaren heeft meegemaakt. En die allemaal zijn terug te voeren op ver storing van het egelmilieu door stedebouw, wegenaan leg of de chemische bestrij ding van plantenziekten. Géén melk Intussen is Kiek Vermeulen begonnen met het serveren van de lunch aan Goofy en Baantje. Een lunch die nog tamelijk gecompliceerd in el kaar steekt en die onder meer bevat: hondevoer, Whiskas, Tom Pouce, appel, vitamine B, druivesuiker, universeel insectenpoeder, Murnil (voor de stekels), kat- tebrokjes alsmede enige le vende meelwormen. Noor Gietema, geruststellend: „Wie thuis, bijvoorbeeld in zijn tuin, te maken krijgt met een egel die hulp nodig heeft, kan natuurlijk toe met een eenvoudiger prak. Bruin- brood met pindakaas vinden de meeste egels heel lekker. Bouillon, honing en fruit gaan er ook goed in. Maar één ding is echt heel slecht. Melk. En vreemd genoeg is dat nu juist wat de meeste goedwillende leken aan deze dieren voorzetten. Een egel die toch al ziek of gewond is en dan nog een schoteltje melk krijgt ook - nee, die is pas écht in de aap gelogeerd". WILLEM SCHEER De Stichting Egelopvang Den Haag (070) is telefo nisch bereikbaar onder de nummers 542188, 911726 en 552060. de och ten dkoffie op zondag. Er valt heel wat te bele ven aan rimpelin gen, elastieke banden, glans en glimeffecten, prints en 'bandjes voor pandjes'. On t werpers als Calvin Klein, Gaultier en ande re modegroothe den gooien zich languit op de mannebroek voor 'onder boven', Armani grijpt er naar, Pierre Bal- main schept een droomprins in een boxershort, waarvoor de held van de 'uppercut' model stond. Al leen is zijn bips bedekking geen roze of paars glimmend satij nen broekje, maar twee gestreepte pijpjes aan een brede zwarte elas tieke band. Fila maakt boxers horts met een print van wol kenkrabbers; Mo- schino voorziet ze van een afdruk van muzieknoten. De Greef gaat ook in op de praktisch e kan t van ondergoed voor de man: ma ten in zuid-Euro pa, Engeland, Amerika en noord-Europa als mede de sportieve en vermakelijke kant van onder goed. Met dit rijk geïllustreerde naslagwerkje is John nog niet uit gepraat over ac cessoires voor mannen. Het boekje 'Shirts' vertelt de lezer alles over hem den en hun verre herkomst tot de zomershirts van de jonge Belgi sche ontwerper Dirk Bikkenberg met een collectie in '88, geïnspi reerd op het boe renleven (een door het wassen te klein geworden hemd dat bij de armsgaten gaat knellen!) en de chic van Arrow, Melka etcetara. Verder boordsys temen, koopad viezen, shirtvlek- ken en shirtmate rialen in het sma kelijke boekje. Er volgen in septem ber nog twee boekjes: 'Kos tuums' en 'Strop dassen', die zeker even leesbaar en instructief zullen zijn als de voor gaande. Prijs 29,90 per stuk. Uitgeverij 'Cante- cleer' bv, de Bilt. TINY FRANCIS Noor Gietema (links) houdt de hoestende Goofy in haar hand. Kiek Vermeulen bekijkt Baantje met zijn ingeklapte longen. Hun advies: „Geef egels geen melk, want dan zijn ze écht in de aap gelogeerd".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 10