Bluf-poker in ving e Angst als rode draad in leven van joodse vrouw Mat levensverhaal Steven Rooks EcidócSouoaixt Franse revolutie van dag tot dag Doobie Brothers proberen het weene Weergaloze portretten van mislukkelingen DEKÜER BOEKEN/PLATEN VRIJDAG 30 JUNI 1989 PAGINA li CEES NOOTEBOOM: „DE WERELD EEN REIZIGER" Cees Nooteboom: „De wereld een reiziger". Uitgeverij De Arbeiders per». Prijs 34,90. Een van de heel veel echt leu ke, erudiete, wijze en amusan te stukken uit het nieuwe boek van Cees Nooteboom „De wereld een reiziger", nieuwe reisbeschrijvingen heet „Nooteboom's Hotel" en beschrijft het meest ideale ho tel. Je Peest het volgende: „Het hotel waarin over hotels ge- schreyjen gaat worden moet zorgvuldig worden uitgezocht. Ik heb'er het Ritz in Barcelona voor gekozen, maar ik had ook Browns in Londen, Santa Lu- zia in Viana do Castello, Reid's op Madeira, Hofman in Band ung of de Albergo Nazionale in Rome kunnen nemen". Op en top11 een zin uit een literair reisverslag. Waarom? Wat is het dat'Nooteboom tot zo'n be kwaam- reisverslaggever maakt/Vat is het dat hem lite rair eh erudiet, onderhoudend en meeslepend laat zijn? Voor een groot deel blufpoker, humbug en de ogen uitsteken van de minder gelukkige le zer, die gedwongen is aan de voorgeschreven werktijden van zijn baas, aan de al dan niet omschreven wetten van zijn gezin en aan de verwach tingen van zijn bloeiend soci aal leven te gehoorzamen. Verlekkerd Nooteboom reist, waar al niet l'l I.S NOOTEBOOM Dowea-kieen reiziger heen, waar wij stervelingen wel nooit zullen komen. Hij kent zoveel havens steden, spoorwegstations, vliegvelden, gebergten, meren, eilanden, kusten. Aan alle kanten om hem heen zag hij de zon opko men en ondergaan; de tempe raturen en de seizoenen wis selden met zijn onophoudelijke jet-lags en over dat alles schrijft hij dan zo mooi, dat de thuisblijver verlekkerd en wa tertandend naleest wat hij nooit deelachtig worden kan. Maar zo'n zin over het hotel waarin Nooteboom over hotels zou moeten schrijven, wat is die eigenlijk? De lezer van het boek is dan misschien al te ver heen om ongeconditioneerd zo'n zin op zijn waarde te schatten. Maar er wordt alleen een rijtje hotels in opgesomd, die vrijwel geen lezer iets te zeggen hebben. Het gaat alleen maar om de fraaie klank van de namen, zoals indertijd in Jan Engelmans gedicht voor Vera Janacopoulos! „Sulina Braïla Sulina Brest Sulina Sin gapore achter de vest!". Eerlijk gezegd: ik ken geen van die hotels die Nooteboom me daar noemt en zijn passage ontgaat me daarom in zijn geheel. Pas wanneer ik bij voorbaat aan neem dat Nooteboom met gro te doeltreffendheid een keuze gemaakt heeft en dat dit de hotels zijn om me bij te ver voegen als ik in al die buiten plaatsen arriveer, kan ik in deze beschrijving gaan gelo ven. Maar ik blijf dat nog even weigeren. Ik kan met gemak een ander lijstje opstellen, met hotels met prachtige namen in Santiago, Geneve, Panama City, Can berra, Brighton en New Orle ans. Maar niemand gelooft dat. Slechts de reputatie van de reisbeschrijver is zijn wapen. Hoezeer aan zijn effectmakerij kan en moet worden getwij feld, onthult Nooteboom op hardhandige wijze. Daarover straks nog iets. Bevreemding In dit nieuwe boek met reis verslagen beweegt Nooteboom zich werkelijk op een hoog ni veau: zijn commentaren en be schrijvingen zijn zeer erudiet, amusant, lezenswaard en ze wekken alle bevreemding die je een lezer van reisverslagen maar toe kan wensen, want dat is het waarom hij dit soort boeken leest. Wenen en Bir ma. Japan en Amerika, Berke ley (waar Nooteboom „visiting professor" was) München en Colorado. De meeste verhalen stonden al eens in tijdschrif ten. Het meest onthullend is de in leiding: „De wereld een reizi ger", waarin verwezen wordt naar de titel, die volgens mij in hoge mate de herinnering oproept aan Van Schendel's „De wereld een dansfeest". Maar Nooteboom vertelt hoe beeldend kunstenaar Jeroen Henneman schetsen maakte voor een omslag, waarin de FOTO: DIJKSTRA maan in de vorm van een kof fertje om de aardbol wentelt. Nooteboom, gegrepen door het idee, verzint daar onmiddellijk van alles bij, met name een Malinees volksgedichtje: „De wereld een reiziger, de maan is zijn koffer, zijn weg het heelal". De auteur werd M'bu- to Traoré, kennelijk geheel ge fingeerd. Kijk, dat bedoel ik nou: Als het mooi klinkt, bijvoorbeeld omdat het zo mooi geschreven is door Cees Nooteboom, is zo'n fraai reisverslag per defi nitie iets om diep te wantrou wen. Maar dat hoeft niets te betekenen: de nostalgie van lange reizen en romantische aankomsten of afkaarten blijft een bron voor schrijvers en le- JAN VERSTAPPEN F.Ch. Meijer en W.A. Knoops: „De Franse Revolutie". Uitgeverij De Ba- taafsche Leeuw. Prijs 49,50. „Het was tijdens een jachtpar tij op woensdag 27 april 1774 dat koning Lodewijk XV voor het eerst klaagde over hoofd pijn en vermoeidheid, 's A- vonds verzamelde zich een le gertje artsen rond het ziekbed van de koning. „Pokken", zo luidde hun sombere diagnose. Dertien dagen later bezweek de Franse vorst". Voor de his torici F. Meijer en W. Knoops vormt deze jachtpartij het „startsein" van de Franse re volutie. Uitvoerig en minu tieus beschrijven zij in - „De Franse Revolutie" alle gebeur tenissen die zich van 1774 tot 1799 in Frankrijk voltrokken. Voor wie de Franse revolutie „van dag tot dag" wil volgen, is het een onmisbaar boek. In chronologische volgorde ko men de vele machtswisselin gen na het „Ancien Régime" en de oorlogen met het buiten land aan bod. Een foto van de eerste coupletten van het Marslied voor het Rijnleger te Straatsburg laat zien hoe het Franse volkslied ontstaan is. Op 30 juli 1792 marcheerden de vrijwilligers uit Marseille door de straten van Parijs on der het zingen van dit mars lied. Sindsdien heet het Mar seillaise. Een goede index en verklarende kaarten ontbre ken echter aan het boek. Op elke pagina trekken in een duizelingwekkende vaart al lerlei namen aan de lezer voorbij. Robespierre en Dan- ton roepen nog een gevoel van herkenning op, wat minder geldt voor namen als Dumou- riez en abbé Sieyès; ook van begrippen als Cordeliers en sans-culottes zijn achtergrond en betekenis alleen via einde loos terugbladeren te vinden. JEANNETTE VAN LEEUWEN Alle pogingen tot nieuwe stromingen ten spijt, zal het popjaar 1989 in de kronieken vooral te boek komen te staan als het jaar, waarin tal van voormalige popgroepen aan het popfront terugkeer den. Ten Years After, Jeffer son Airplane, The Who, zij allen laten dit jaar via plaat en/of concert weer van zich horen en dat zijn nog maar een paar van een lange lijst. De Doobie Brothers horen daar ook bij. Vanaf 1981 werd de band, die met „Lis ten To The Music" tot twee maal toe een hit had in ons land, tot drie keer toe defini tief ontbonden, zodat de fans zich telkens weer afvroegen: ,,doo bie or not doo bie?" Met het uitkomen van „Cy cles" maken de Doobie Bro thers duidelijk dat ze officieel weer bestaan. Het is de eerste studio-plaat na negen jaar en de heropgerichte band speelt weer in de vrijwel originele beginopstelling, uit de tijd van de hit-albums „Toulouse Street" en „The Captain And Me". Op „Cycles" doet de band verwoede pogingen het geluid van destijds te kopië ren. Soms geeft dat hele aar dige resultaten (de aansteke lijke single „The Doctor" en „Time Is Here And Gone"), maar meestal blijft de band steken in de talrijke variaties op „Listen To The Music", zelfs en vooral in de Isley- Ramones Het schipperen tussen high energy rock 'n roll en een meer melodieuze aanpak hebben het succes van de Ra- mones altijd een beetje in de weg gestaan. De belangrijkste Amerikaanse vertegenwoor diger van de eerste punkgolf is vooral bekend van z'n kor te, flitsende liedjes, die met een ongelooflijke dosis inzet werden gespeeld. Dat het ook anders kon lieten de vier ho ren op het door Phil Spector geproduceerde „Rock 'n Roll High School", een onver wachte hit in Nedeland. Op hun twaalfde album Brain Drain", geproduceerd door Bill Laswell, klinken de Ramones loeistrak, zonder zich overigens te beperken tot primaire rock 'n roll. Zo staat naast de speedmetal in „Ignorance Is Bliss" het bijna aandoenlijke „Come Back, Baby". En is de eerste single „Pet Sematary", geschreven voor de gelijknamige griezel film van Ramones-fan Step hen King, net iets te lief om karakteristiek te zijn voor de cd. Maar het enthousiasme en zelfvertrouwen dat uit het nummer klinkt, is wel van toepassing op het hele album. „I believe in a better world for you and me", zingt Joey -D i '^afdel Ramone in het openingsnum ima- mer. De jongens zijn zo slecteranl nog niet. f|iner 10,000 Maniacs Mede dankzij de indringendfek „L stem van Natalie Merchant vijf geïntegreerd in een smaaktteerd volle folkrock-getinte bege|ilip F leiding, heeft 10,000 Maniacbfdafc in de afgelopen jaren heefslagg wat muzikale harten gestoi op c len. De wonderbaarlijk mooie liedjes op de albumj „The Wishing Chair" en „ifall My Tribe" leidden er uitein delijk zelfs toe dat de groeu-plz- vorig jaar op het festival var Torhout/Werchter stond. Op de vierde lp „Blind Man'LVEl Zoo" kost het de vijf maniakpl de ken beduidend meer moeiti 11 j om de aandacht vast te houten zi; den. Dat ligt niet aan Nata^nelijl lie's stem, zeker ook niet aaifetend haar teksten, waarin alle motrdt gelijke schandalen en problej Leei men om aandacht vragen ,PeU maar wel aan de minder op vallende composities, die ver stoken blijven van wereld melodietjes of spannende re k na; ollan hei freinen. Daardoor verlies Natalie's boodschap, ondanks het prachtige slot „Jubilee'' toch 'n beetje aan kracht. acht ontb loteli Op „Cycles" doen de Doobie Brothers verwoede pogingen het geluid van de jaren zeventig te kopiëren. Texas Texas komt, hoe kan het ook anders, uit Schotland en)ed"e"r opent dit jaar /Werchter. Het kwa in Sharleen Spiteri een krachtige zangeres, die met j^j] veel charisma de op zich een voudige gitaarrock van de|*0g band tot iets mooi's verheftL Dat wil zeggen: als de compo-§^ sities kloppen. Dat is op het debuut „Southside" helaasL niet overal het geval „Every-^ day Now" is een regelrechte1® samensmelting van Chicken au® Shack's „I'd Rather Go,n Blind" en Bob Dylan's „I1^ Shall Be Released", maaif daar waar de gitaren, soms aangevuld met Hammondor-^ gel, wel voor de noodzakelij-r ke spanning zorgen („Prayer® For You" en „Thrill Hasar Gone" bijvoorbeeld) lyk'&o Texas op weg een even inte-, ger als aantrekkelijke band, j te worden. GERT MEIJER» Eelke de Jong: grote dosis galgenhumor. FOTO: PERS UNIE Eelke de Jong: „De man achterin". Uitgeverij Nijgh Van Ditmar. Prijs ƒ29,90. Het mooiste verhaal in het nieuwe posthume boek van de twee jaar geleden overleden schrijver Eelkp de Jong is het enige hoofdstuk dat niet van zijn eigen hand is: een door Gijs van de Westelaken ge schreven weergave van het gesprek dat Eelke de Jong een week voor zijn dood voerde met zijn vrienden Rijk de Gooijer en Peter van Straaten Wat dat verhaal, getiteld „Eel ke" (op de dag van zijn begra fenis gepubliceerd in de Haag se Post), zo bijzonder maakt, is hei be^ef dat het geen verzin sel is^geen produkt van fanta sie, maar een natuurgetrouwe reproductie van een ongerijmd stukje werkelijkheid: een man van jaar met een niet meer te genezen hersentumor, be spreekt met een onbegrijpelijk grote dosis galgenhumor zijn eigen, snel naderende dood. De wèrkelijkheid is, zo blijkt ook weer uit dit laatste hoofd stuk van „De man achterin" zoals de nieuwe bundel verha len en portretten heet, soms zo absurd, zo grillig dat de fanta sie het niet „fantastischer" kan bedenken. Eigenlijk had De Jong het ver haal zelf moeten schrijven, want een realistisch, afstande lijk verhaal over zijn eigen dood .zou prima in het zo merkwaardige oeuvre van deze schrijver-journalist schaapherder hebben gepast. In die zin is het dan ook zeer góed te billijken dat de samen stellers van de posthume bun del het verhaal van Van de Westelaken hebben opgeno men. Werkelijkheid Lezing van de bundel maakt opnieuw duidelijk dat de krachtvan de schrijver Eelke de Jong niet school in het schrijven van fictie, in het be denken dus van gebeurtenis sen, m'aar in het - al dan niet natuurgetrouw - beschrijven van de werkelijkheid. Eelke de Jóng was, met andere woorden, meer journalist dan schrijver: wat doet een journa list anders dan in pakkende woorden weergeven wat er om hem heen gebeurt? De Jongs journalistieke pro- dukten hebben een hoog lite rair gehalte, zijn ook baanbre kend van stijl, en daarom is de bundeling van een aantal van zijn gepubliceerde artikelen zeer toe te juichen valt. Vooral zijn „portretten" verdienen een plaats in de eregalerij van de journalistiek, en daaronder weer heel in het bijzonder de portretten van mislukte, mis lukkende of net niet succes volle artiesten als Jan Arends, Cornelis Bastiaan Vaandrager, Ab Visser en Johnie van Schlemielen Het zijn vooral de „schlemie len" die Eelke de Jong prach tig kon portretteren, „de men sen die i^ts willen gaan ver richten en het niet voor elkaar krijgen, omdat ze daar te hoge ideeën over koesteren", zoals hij hetzelf ooit formuleerde. Hij herkende zich in dit slag mensen, ze vormden waar schijnlijk een spiegel van zijn eigen mislukking als schrijver: de man die zo veel moois wil de bedenken, excelleerde in de verwoording van andermans mislukkingen. En ook hier weer geldt: de op name in de bundel van een paar verhalen over Veldwijk- patienten, „mislukkelingen" bij uitstek, is een gelukkige greep geweest van de samen stellers van „De man achter in". Zelfs de publicatie van een paar niet zo geslaagde, aan zijn fantasie ontsproten verhalen valt te verdedigen, omdat het boek op die manier in zijn combinatie van uiteenlopende elementen een haarscherp beeld geeft van Eelke de Jong zelf. Wie dat beeld tot zich neemt, kan het achteraf alleen maar betreuren dat De Jong zich op een zeker moment in zijn loopbaan „schrijver" is gaan voelen en noemen, ter wijl hij natuurlijk gewoon de titel „joürnalist" had moeten blijven voeren. ARJEH KALMANN 1 Het Spoor 150 jssr «poorwegen in Nederland 2 (-) Brigitte Raskin Het Koekoeksjong 3 (-) Choderlos Delaclos Gevaarlijk spel met de liefde 4 (-) Marilyn French Haar moeders dochter 5 (1) Frederick Forsyth De Onderhandelaar Cazemier Boeken- Tijdschriften Kopermolen 10, 2317 PB Leiden Tel. 071-22.00.22 J. Ginsberg bv Breestraat 127-129 2311 CM Leiden Tel. 071-12.46.42 Boek- en kantoorboekhandel Veenerick Noordeinde 33 2371 CM Roelofarendsveen Tel. 01713-16033. j zandvliet II BOEKHANDEL BV ...uw l.ibris boekhandel Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest. Katwijk, Voorschoten Deze top 5 is samengesteld naar aanleiding van de verkoopcijfers bij de boven staande handelaren. GRATIS ELKE WOENSDAG DE BIJLAGE BIJ UW KRANT MET INFORMATIE OVER FILMS, MUZIEK THEATER, RECREATIE. EX POSITIES EN EEN COMPLETE AGENDA BOEIEND ROMANDEBUUT LISETTE LEWIN: Lisette Lewin: „Voor bijna Alles Bang geweest". Uitgeverij Nijgh en van Ditmar. Prijs ƒ39,90. De moeilijke start van Emma Morgenblatt's leven heeft een spoor voor de jaren daarop ge legd, ze is „bijna voor alles bang geweest". Emma wordt aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog gebo ren. Het boek begint met de onderduikpoging van Emma's joodse ouders die in de val lo pen van een man, „de Katwij- ker". De vader slaagt erin zich uit de voeten te maken, Em ma's moeder wordt opgepakt. In dat eerste deel schotelt Le win de voorgeschiedenis van Emma's ouders voor, het stevi ge fundament voor de volgen de driehonderd bladzijden. Daarin wordt in twee delen het relaas van het meisje en later de jonge vrouw uitge sponnen. Als rode draad door de roman loopt de aanvanke lijke hardnekkige ontkenning en later de pijnlijke confronta tie van haar joodse afkomst. Uit angst herkend te worden loopt haar leven langs haast onoverkomelijke hindernissen. Aan haar onderduikerstijd op de Veluwe houdt Emma her inneringen aan een warm ge zinsleven over: oma, opa en tante Pop. Veel later, als oma en opa allang zijn overleden, bezoekt ze tante Pop die met huid en haar aan herinnerin gen aan Indië gebakken zit, nog eens. Dan ervaart Emma hoeveel de familie op de Velu we van haar heeft gehouden. Voor tante Pop kwam Emma eindelijk „thuis", maar Emma die nog niet evenwichtig in het leven stond, weet geen raad met die gevoelens. De lezer komt ook niet veel te weten van Emma's zieleleven. Emma weet er zelf niet eens wat over te vertellen, kent zichzelf niet, dus hoe zou een ander meer moeten weten dan wat er uit de gedragingen van Emma valt af te leiden. Als ze eenmaal de veilige be schutting van het onderduika dres heeft verlaten begint Em ma's zwerftocht langs banen, steden en minnaars. Ook in Amsterdam is Emma betrokken bij de studentenbe weging in de jaren zestig. Af en toe is het of je de levensge schiedenis van een andere jon ge joodse vrouw in Amsterdam aan het lezen bent, die van Si- mone in „Eén Tevreden Lach", het romandebuut van Andreas Burnier. Emma en Simone moeten elkaar in die tijd welhaast ontmoet hebben in de Amsterdamse kroegen. Jongensjacht Er zijn in de roman maar een paar hoofdstukken die ik met moeite doorkwam. Daarin is Emma onophoudelijk op jon gensjacht met Haagse vrien dinnen van school, zoals in een meisjesboek wordt be schreven. Bizarre avonturen. Maar interessant begint „Voor bijna Alles Bang geweest" weer te worden als Emma ver zeild raakt in het radicale linkse intellectuele studenten leven. Lewin beschrijft de ge beurtenissen in die tijd met zo'n heerlijke afstand dat het er bijna komisch van wordt. Ook de discussies die ze over de linkse politiek heeft met vrienden en met haar vader zijn levensecht. Haar vader vergezelt haar in het leven als een lieve vriend die zich met Emma af en toe geen raad weet. Hij is voor de tweede keer getrouwd nadat Emma's moeder in de oorlog is omge bracht. Met haar tweede moe der heeft Emma een slechte relatie. Vader Siegfried voelt zich door die slechte relatie tussen twee vuren staan. Hij kiest voor zijn vrouw en pro beert zijn dochter die steeds verder afglijdt door overmatig pil-en drankgebruik te advise- Afsnauwen Haar joodse identiteit zit haar dwars, ze heeft van jongsafaan geleerd die te ontkennen en blijft dat hardnekkig doen, zelfs tegenover een joodse man die haar had herkend en haar iets vriendelijks had toegeroe pen. De eerste die sinds de vele maanden dat ze in Parijs was iets aardigs zei, snauwde De confrontatie is echter on vermijdelijk. Met meneer Lodz van de joodse gemeente voert Emma een spannende discus sie over de joodse afkomst, ze laat zich intimideren en over halen tot het zetten van een handtekening, waarmee ze zich heeft ingeschreven als lid van de joodse gemeente. Emma voelt zich gechanteerd. Joodse vrienden, een joodse inrichting en joodse traditie, ze achtervolgen Emma als de waarheid. „Voor Bijna Alles Bang Ge weest" is een boeiende roman die vlot leest, geen ingewik kelde structuren en verwijzin gen. De titel van het boek ver- Lisette Lewin wijst naar een gedicht van Va- salis, „Angst", uit de bundel „Parken en Woestijnen". Le win heeft de Angst van Vasa- lis' vers als thema genomen voor haar biografie van Emma. Ze beschrijft alle ge beurtenissen heel nauwkeurig en toch boeiend, al veront- FOTO: PERS UNIEo 0 schudligt Lewin zich in een03 motto van Róusseau al biii voorbaat met „ik weet heel: goed dat alles wat ik heb opge-^ 3 schreven niet belangrijk is om te weten voor iedereen, voor mij was het belangrijk om het te zeggen". MARSCHA VAN NOESEL Steven Rooks FOTO: DIJKSTRA „Steven Rooks, de sportman van het jaar vertelt zijn levensverhaal". Uitgeverij DCM pers. Prijs 19,80. Het ijzer smeden als het heet is. Dat moet ongeveer de ge dachte zijn geweest van Ste ven Rooks en de onbekende schrijver Mario de Boer toen zij besloten het „levensver haal" van de 28-jarige Noord hollandse wielrenner te boek te stellen. Rooks moet hebben gedacht dat een nieuwe top prestatie in de Tour, waarin hij vorig jaar tweede werd en de bergprijs veroverde, dit jaar wel eens zou kunnen uitblij ven. Dan wordt een levensver haal natuurlijk een stuk min der interessant. Van een ge brek aan goede planning kan de sportman van het jaar dan ook niet worden beticht. Maar het zal duidelijk zijn dat iemand op 28-jarige leeftijd, die weliswaar kan bogen op enkele aansprekende succes sen, niet veel schokkende za ken te vertellen heeft. Het boekwerkje met de welluiden de titel „Steven Rooks, de sportman van het jaar vertelt zijn levensverhaal" is waar schijnlijk in grote haast in el kaar gezet want er staan nogal wat onnauwkeurigheden in. Bovendien zijn sommige pagi na's door de slechte druk nau welijks te lezen. Aardig zijn wel de hoofdstuk- ken, waarin Rooks vertelt' over zijn ruzies met ploeglei-j der Peter Post. Rooks kwamjgj twee keer uit voor de ploeg|g': Post en verliet de eigenzinnigelo.i Amstelvener even zo veeli keer met ruzie. Rooks neemt!1- het Post niet eens echt kwa lijk. „Onze karakters zijn pre-l cies hetzelfde. We denken het alletwee het beste te weten. |1- Dat kan niet in de wielrenne- L rij", aldus Rooks. DICK DIJKHUIZEN b

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 16