Bluf-poker in
ving
e
Angst als rode draad in
leven van joodse vrouw
Mat levensverhaal Steven Rooks
EcidócSouoaixt
Franse revolutie van dag tot dag
Doobie Brothers proberen het weene
Weergaloze portretten
van mislukkelingen
DEKÜER
BOEKEN/PLATEN
VRIJDAG 30 JUNI 1989 PAGINA li
CEES NOOTEBOOM: „DE WERELD EEN REIZIGER"
Cees Nooteboom: „De wereld een
reiziger". Uitgeverij De Arbeiders
per». Prijs 34,90.
Een van de heel veel echt leu
ke, erudiete, wijze en amusan
te stukken uit het nieuwe
boek van Cees Nooteboom
„De wereld een reiziger",
nieuwe reisbeschrijvingen
heet „Nooteboom's Hotel" en
beschrijft het meest ideale ho
tel. Je Peest het volgende: „Het
hotel waarin over hotels ge-
schreyjen gaat worden moet
zorgvuldig worden uitgezocht.
Ik heb'er het Ritz in Barcelona
voor gekozen, maar ik had ook
Browns in Londen, Santa Lu-
zia in Viana do Castello, Reid's
op Madeira, Hofman in Band
ung of de Albergo Nazionale
in Rome kunnen nemen". Op
en top11 een zin uit een literair
reisverslag. Waarom? Wat is
het dat'Nooteboom tot zo'n be
kwaam- reisverslaggever
maakt/Vat is het dat hem lite
rair eh erudiet, onderhoudend
en meeslepend laat zijn? Voor
een groot deel blufpoker,
humbug en de ogen uitsteken
van de minder gelukkige le
zer, die gedwongen is aan de
voorgeschreven werktijden
van zijn baas, aan de al dan
niet omschreven wetten van
zijn gezin en aan de verwach
tingen van zijn bloeiend soci
aal leven te gehoorzamen.
Verlekkerd
Nooteboom reist, waar al niet
l'l I.S NOOTEBOOM
Dowea-kieen reiziger
heen, waar wij stervelingen
wel nooit zullen komen. Hij
kent zoveel havens steden,
spoorwegstations, vliegvelden,
gebergten, meren, eilanden,
kusten. Aan alle kanten om
hem heen zag hij de zon opko
men en ondergaan; de tempe
raturen en de seizoenen wis
selden met zijn onophoudelijke
jet-lags en over dat alles
schrijft hij dan zo mooi, dat de
thuisblijver verlekkerd en wa
tertandend naleest wat hij
nooit deelachtig worden kan.
Maar zo'n zin over het hotel
waarin Nooteboom over hotels
zou moeten schrijven, wat is
die eigenlijk? De lezer van het
boek is dan misschien al te ver
heen om ongeconditioneerd
zo'n zin op zijn waarde te
schatten. Maar er wordt alleen
een rijtje hotels in opgesomd,
die vrijwel geen lezer iets te
zeggen hebben. Het gaat alleen
maar om de fraaie klank van
de namen, zoals indertijd in
Jan Engelmans gedicht voor
Vera Janacopoulos! „Sulina
Braïla Sulina Brest Sulina Sin
gapore achter de vest!". Eerlijk
gezegd: ik ken geen van die
hotels die Nooteboom me daar
noemt en zijn passage ontgaat
me daarom in zijn geheel. Pas
wanneer ik bij voorbaat aan
neem dat Nooteboom met gro
te doeltreffendheid een keuze
gemaakt heeft en dat dit de
hotels zijn om me bij te ver
voegen als ik in al die buiten
plaatsen arriveer, kan ik in
deze beschrijving gaan gelo
ven. Maar ik blijf dat nog even
weigeren.
Ik kan met gemak een ander
lijstje opstellen, met hotels met
prachtige namen in Santiago,
Geneve, Panama City, Can
berra, Brighton en New Orle
ans. Maar niemand gelooft dat.
Slechts de reputatie van de
reisbeschrijver is zijn wapen.
Hoezeer aan zijn effectmakerij
kan en moet worden getwij
feld, onthult Nooteboom op
hardhandige wijze. Daarover
straks nog iets.
Bevreemding
In dit nieuwe boek met reis
verslagen beweegt Nooteboom
zich werkelijk op een hoog ni
veau: zijn commentaren en be
schrijvingen zijn zeer erudiet,
amusant, lezenswaard en ze
wekken alle bevreemding die
je een lezer van reisverslagen
maar toe kan wensen, want
dat is het waarom hij dit soort
boeken leest. Wenen en Bir
ma. Japan en Amerika, Berke
ley (waar Nooteboom „visiting
professor" was) München en
Colorado. De meeste verhalen
stonden al eens in tijdschrif
ten.
Het meest onthullend is de in
leiding: „De wereld een reizi
ger", waarin verwezen wordt
naar de titel, die volgens mij
in hoge mate de herinnering
oproept aan Van Schendel's
„De wereld een dansfeest".
Maar Nooteboom vertelt hoe
beeldend kunstenaar Jeroen
Henneman schetsen maakte
voor een omslag, waarin de
FOTO: DIJKSTRA
maan in de vorm van een kof
fertje om de aardbol wentelt.
Nooteboom, gegrepen door het
idee, verzint daar onmiddellijk
van alles bij, met name een
Malinees volksgedichtje: „De
wereld een reiziger, de maan
is zijn koffer, zijn weg het
heelal". De auteur werd M'bu-
to Traoré, kennelijk geheel ge
fingeerd.
Kijk, dat bedoel ik nou: Als
het mooi klinkt, bijvoorbeeld
omdat het zo mooi geschreven
is door Cees Nooteboom, is
zo'n fraai reisverslag per defi
nitie iets om diep te wantrou
wen. Maar dat hoeft niets te
betekenen: de nostalgie van
lange reizen en romantische
aankomsten of afkaarten blijft
een bron voor schrijvers en le-
JAN VERSTAPPEN
F.Ch. Meijer en W.A. Knoops: „De
Franse Revolutie". Uitgeverij De Ba-
taafsche Leeuw. Prijs 49,50.
„Het was tijdens een jachtpar
tij op woensdag 27 april 1774
dat koning Lodewijk XV voor
het eerst klaagde over hoofd
pijn en vermoeidheid, 's A-
vonds verzamelde zich een le
gertje artsen rond het ziekbed
van de koning. „Pokken", zo
luidde hun sombere diagnose.
Dertien dagen later bezweek
de Franse vorst". Voor de his
torici F. Meijer en W. Knoops
vormt deze jachtpartij het
„startsein" van de Franse re
volutie. Uitvoerig en minu
tieus beschrijven zij in - „De
Franse Revolutie" alle gebeur
tenissen die zich van 1774 tot
1799 in Frankrijk voltrokken.
Voor wie de Franse revolutie
„van dag tot dag" wil volgen,
is het een onmisbaar boek. In
chronologische volgorde ko
men de vele machtswisselin
gen na het „Ancien Régime"
en de oorlogen met het buiten
land aan bod. Een foto van de
eerste coupletten van het
Marslied voor het Rijnleger te
Straatsburg laat zien hoe het
Franse volkslied ontstaan is.
Op 30 juli 1792 marcheerden
de vrijwilligers uit Marseille
door de straten van Parijs on
der het zingen van dit mars
lied. Sindsdien heet het Mar
seillaise. Een goede index en
verklarende kaarten ontbre
ken echter aan het boek. Op
elke pagina trekken in een
duizelingwekkende vaart al
lerlei namen aan de lezer
voorbij. Robespierre en Dan-
ton roepen nog een gevoel van
herkenning op, wat minder
geldt voor namen als Dumou-
riez en abbé Sieyès; ook van
begrippen als Cordeliers en
sans-culottes zijn achtergrond
en betekenis alleen via einde
loos terugbladeren te vinden.
JEANNETTE
VAN LEEUWEN
Alle pogingen tot nieuwe
stromingen ten spijt, zal het
popjaar 1989 in de kronieken
vooral te boek komen te
staan als het jaar, waarin tal
van voormalige popgroepen
aan het popfront terugkeer
den. Ten Years After, Jeffer
son Airplane, The Who, zij
allen laten dit jaar via plaat
en/of concert weer van zich
horen en dat zijn nog maar
een paar van een lange lijst.
De Doobie Brothers horen
daar ook bij. Vanaf 1981
werd de band, die met „Lis
ten To The Music" tot twee
maal toe een hit had in ons
land, tot drie keer toe defini
tief ontbonden, zodat de fans
zich telkens weer afvroegen:
,,doo bie or not doo bie?"
Met het uitkomen van „Cy
cles" maken de Doobie Bro
thers duidelijk dat ze officieel
weer bestaan. Het is de eerste
studio-plaat na negen jaar en
de heropgerichte band speelt
weer in de vrijwel originele
beginopstelling, uit de tijd
van de hit-albums „Toulouse
Street" en „The Captain And
Me". Op „Cycles" doet de
band verwoede pogingen het
geluid van destijds te kopië
ren. Soms geeft dat hele aar
dige resultaten (de aansteke
lijke single „The Doctor" en
„Time Is Here And Gone"),
maar meestal blijft de band
steken in de talrijke variaties
op „Listen To The Music",
zelfs en vooral in de Isley-
Ramones
Het schipperen tussen high
energy rock 'n roll en een
meer melodieuze aanpak
hebben het succes van de Ra-
mones altijd een beetje in de
weg gestaan. De belangrijkste
Amerikaanse vertegenwoor
diger van de eerste punkgolf
is vooral bekend van z'n kor
te, flitsende liedjes, die met
een ongelooflijke dosis inzet
werden gespeeld. Dat het ook
anders kon lieten de vier ho
ren op het door Phil Spector
geproduceerde „Rock 'n Roll
High School", een onver
wachte hit in Nedeland.
Op hun twaalfde album
Brain Drain", geproduceerd
door Bill Laswell, klinken de
Ramones loeistrak, zonder
zich overigens te beperken
tot primaire rock 'n roll. Zo
staat naast de speedmetal in
„Ignorance Is Bliss" het bijna
aandoenlijke „Come Back,
Baby". En is de eerste single
„Pet Sematary", geschreven
voor de gelijknamige griezel
film van Ramones-fan Step
hen King, net iets te lief om
karakteristiek te zijn voor de
cd. Maar het enthousiasme en
zelfvertrouwen dat uit het
nummer klinkt, is wel van
toepassing op het hele album.
„I believe in a better world
for you and me", zingt Joey
-D i '^afdel
Ramone in het openingsnum ima-
mer. De jongens zijn zo slecteranl
nog niet. f|iner
10,000 Maniacs
Mede dankzij de indringendfek „L
stem van Natalie Merchant vijf
geïntegreerd in een smaaktteerd
volle folkrock-getinte bege|ilip F
leiding, heeft 10,000 Maniacbfdafc
in de afgelopen jaren heefslagg
wat muzikale harten gestoi op c
len. De wonderbaarlijk
mooie liedjes op de albumj
„The Wishing Chair" en „ifall
My Tribe" leidden er uitein
delijk zelfs toe dat de groeu-plz-
vorig jaar op het festival var
Torhout/Werchter stond.
Op de vierde lp „Blind Man'LVEl
Zoo" kost het de vijf maniakpl de
ken beduidend meer moeiti 11 j
om de aandacht vast te houten zi;
den. Dat ligt niet aan Nata^nelijl
lie's stem, zeker ook niet aaifetend
haar teksten, waarin alle motrdt
gelijke schandalen en problej Leei
men om aandacht vragen ,PeU
maar wel aan de minder op
vallende composities, die ver
stoken blijven van wereld
melodietjes of spannende re
k na;
ollan
hei
freinen. Daardoor verlies
Natalie's boodschap, ondanks
het prachtige slot „Jubilee''
toch 'n beetje aan
kracht.
acht
ontb
loteli
Op „Cycles" doen de Doobie Brothers verwoede pogingen het
geluid van de jaren zeventig te kopiëren.
Texas
Texas komt, hoe kan het ook
anders, uit Schotland en)ed"e"r
opent dit jaar
/Werchter. Het kwa
in Sharleen Spiteri een
krachtige zangeres, die met j^j]
veel charisma de op zich een
voudige gitaarrock van de|*0g
band tot iets mooi's verheftL
Dat wil zeggen: als de compo-§^
sities kloppen. Dat is op het
debuut „Southside" helaasL
niet overal het geval „Every-^
day Now" is een regelrechte1®
samensmelting van Chicken au®
Shack's „I'd Rather Go,n
Blind" en Bob Dylan's „I1^
Shall Be Released", maaif
daar waar de gitaren, soms
aangevuld met Hammondor-^
gel, wel voor de noodzakelij-r
ke spanning zorgen („Prayer®
For You" en „Thrill Hasar
Gone" bijvoorbeeld) lyk'&o
Texas op weg een even inte-,
ger als aantrekkelijke band, j
te worden.
GERT MEIJER»
Eelke de Jong: grote dosis galgenhumor.
FOTO: PERS UNIE
Eelke de Jong: „De man achterin".
Uitgeverij Nijgh Van Ditmar. Prijs
ƒ29,90.
Het mooiste verhaal in het
nieuwe posthume boek van de
twee jaar geleden overleden
schrijver Eelkp de Jong is het
enige hoofdstuk dat niet van
zijn eigen hand is: een door
Gijs van de Westelaken ge
schreven weergave van het
gesprek dat Eelke de Jong een
week voor zijn dood voerde
met zijn vrienden Rijk de
Gooijer en Peter van Straaten
Wat dat verhaal, getiteld „Eel
ke" (op de dag van zijn begra
fenis gepubliceerd in de Haag
se Post), zo bijzonder maakt, is
hei be^ef dat het geen verzin
sel is^geen produkt van fanta
sie, maar een natuurgetrouwe
reproductie van een ongerijmd
stukje werkelijkheid: een man
van jaar met een niet meer
te genezen hersentumor, be
spreekt met een onbegrijpelijk
grote dosis galgenhumor zijn
eigen, snel naderende dood.
De wèrkelijkheid is, zo blijkt
ook weer uit dit laatste hoofd
stuk van „De man achterin"
zoals de nieuwe bundel verha
len en portretten heet, soms zo
absurd, zo grillig dat de fanta
sie het niet „fantastischer" kan
bedenken.
Eigenlijk had De Jong het ver
haal zelf moeten schrijven,
want een realistisch, afstande
lijk verhaal over zijn eigen
dood .zou prima in het zo
merkwaardige oeuvre van
deze schrijver-journalist
schaapherder hebben gepast.
In die zin is het dan ook zeer
góed te billijken dat de samen
stellers van de posthume bun
del het verhaal van Van de
Westelaken hebben opgeno
men.
Werkelijkheid
Lezing van de bundel maakt
opnieuw duidelijk dat de
krachtvan de schrijver Eelke
de Jong niet school in het
schrijven van fictie, in het be
denken dus van gebeurtenis
sen, m'aar in het - al dan niet
natuurgetrouw - beschrijven
van de werkelijkheid. Eelke
de Jóng was, met andere
woorden, meer journalist dan
schrijver: wat doet een journa
list anders dan in pakkende
woorden weergeven wat er om
hem heen gebeurt?
De Jongs journalistieke pro-
dukten hebben een hoog lite
rair gehalte, zijn ook baanbre
kend van stijl, en daarom is de
bundeling van een aantal van
zijn gepubliceerde artikelen
zeer toe te juichen valt. Vooral
zijn „portretten" verdienen
een plaats in de eregalerij van
de journalistiek, en daaronder
weer heel in het bijzonder de
portretten van mislukte, mis
lukkende of net niet succes
volle artiesten als Jan Arends,
Cornelis Bastiaan Vaandrager,
Ab Visser en Johnie van
Schlemielen
Het zijn vooral de „schlemie
len" die Eelke de Jong prach
tig kon portretteren, „de men
sen die i^ts willen gaan ver
richten en het niet voor elkaar
krijgen, omdat ze daar te hoge
ideeën over koesteren", zoals
hij hetzelf ooit formuleerde.
Hij herkende zich in dit slag
mensen, ze vormden waar
schijnlijk een spiegel van zijn
eigen mislukking als schrijver:
de man die zo veel moois wil
de bedenken, excelleerde in de
verwoording van andermans
mislukkingen.
En ook hier weer geldt: de op
name in de bundel van een
paar verhalen over Veldwijk-
patienten, „mislukkelingen"
bij uitstek, is een gelukkige
greep geweest van de samen
stellers van „De man achter
in".
Zelfs de publicatie van een
paar niet zo geslaagde, aan zijn
fantasie ontsproten verhalen
valt te verdedigen, omdat het
boek op die manier in zijn
combinatie van uiteenlopende
elementen een haarscherp
beeld geeft van Eelke de Jong
zelf. Wie dat beeld tot zich
neemt, kan het achteraf alleen
maar betreuren dat De Jong
zich op een zeker moment in
zijn loopbaan „schrijver" is
gaan voelen en noemen, ter
wijl hij natuurlijk gewoon de
titel „joürnalist" had moeten
blijven voeren.
ARJEH KALMANN
1 Het Spoor
150 jssr «poorwegen in Nederland
2 (-) Brigitte Raskin
Het Koekoeksjong
3 (-) Choderlos Delaclos
Gevaarlijk spel met de liefde
4 (-) Marilyn French
Haar moeders dochter
5 (1) Frederick Forsyth
De Onderhandelaar
Cazemier
Boeken- Tijdschriften
Kopermolen 10,
2317 PB Leiden
Tel. 071-22.00.22
J. Ginsberg bv
Breestraat 127-129
2311 CM Leiden
Tel. 071-12.46.42
Boek- en kantoorboekhandel
Veenerick
Noordeinde 33
2371 CM Roelofarendsveen
Tel. 01713-16033.
j zandvliet
II BOEKHANDEL BV
...uw l.ibris boekhandel
Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest.
Katwijk, Voorschoten
Deze top 5 is samengesteld
naar aanleiding van de
verkoopcijfers bij de boven
staande handelaren.
GRATIS ELKE WOENSDAG DE
BIJLAGE BIJ UW KRANT MET
INFORMATIE OVER FILMS, MUZIEK
THEATER, RECREATIE. EX POSITIES
EN EEN COMPLETE AGENDA
BOEIEND ROMANDEBUUT LISETTE LEWIN:
Lisette Lewin: „Voor bijna Alles
Bang geweest". Uitgeverij Nijgh en
van Ditmar. Prijs ƒ39,90.
De moeilijke start van Emma
Morgenblatt's leven heeft een
spoor voor de jaren daarop ge
legd, ze is „bijna voor alles
bang geweest". Emma wordt
aan de vooravond van de
Tweede Wereldoorlog gebo
ren. Het boek begint met de
onderduikpoging van Emma's
joodse ouders die in de val lo
pen van een man, „de Katwij-
ker". De vader slaagt erin zich
uit de voeten te maken, Em
ma's moeder wordt opgepakt.
In dat eerste deel schotelt Le
win de voorgeschiedenis van
Emma's ouders voor, het stevi
ge fundament voor de volgen
de driehonderd bladzijden.
Daarin wordt in twee delen
het relaas van het meisje en
later de jonge vrouw uitge
sponnen. Als rode draad door
de roman loopt de aanvanke
lijke hardnekkige ontkenning
en later de pijnlijke confronta
tie van haar joodse afkomst.
Uit angst herkend te worden
loopt haar leven langs haast
onoverkomelijke hindernissen.
Aan haar onderduikerstijd op
de Veluwe houdt Emma her
inneringen aan een warm ge
zinsleven over: oma, opa en
tante Pop. Veel later, als oma
en opa allang zijn overleden,
bezoekt ze tante Pop die met
huid en haar aan herinnerin
gen aan Indië gebakken zit,
nog eens. Dan ervaart Emma
hoeveel de familie op de Velu
we van haar heeft gehouden.
Voor tante Pop kwam Emma
eindelijk „thuis", maar Emma
die nog niet evenwichtig in
het leven stond, weet geen
raad met die gevoelens.
De lezer komt ook niet veel te
weten van Emma's zieleleven.
Emma weet er zelf niet eens
wat over te vertellen, kent
zichzelf niet, dus hoe zou een
ander meer moeten weten dan
wat er uit de gedragingen van
Emma valt af te leiden.
Als ze eenmaal de veilige be
schutting van het onderduika
dres heeft verlaten begint Em
ma's zwerftocht langs banen,
steden en minnaars.
Ook in Amsterdam is Emma
betrokken bij de studentenbe
weging in de jaren zestig. Af
en toe is het of je de levensge
schiedenis van een andere jon
ge joodse vrouw in Amsterdam
aan het lezen bent, die van Si-
mone in „Eén Tevreden
Lach", het romandebuut van
Andreas Burnier. Emma en
Simone moeten elkaar in die
tijd welhaast ontmoet hebben
in de Amsterdamse kroegen.
Jongensjacht
Er zijn in de roman maar een
paar hoofdstukken die ik met
moeite doorkwam. Daarin is
Emma onophoudelijk op jon
gensjacht met Haagse vrien
dinnen van school, zoals in
een meisjesboek wordt be
schreven. Bizarre avonturen.
Maar interessant begint „Voor
bijna Alles Bang geweest"
weer te worden als Emma ver
zeild raakt in het radicale
linkse intellectuele studenten
leven. Lewin beschrijft de ge
beurtenissen in die tijd met
zo'n heerlijke afstand dat het
er bijna komisch van wordt.
Ook de discussies die ze over
de linkse politiek heeft met
vrienden en met haar vader
zijn levensecht. Haar vader
vergezelt haar in het leven als
een lieve vriend die zich met
Emma af en toe geen raad
weet. Hij is voor de tweede
keer getrouwd nadat Emma's
moeder in de oorlog is omge
bracht. Met haar tweede moe
der heeft Emma een slechte
relatie. Vader Siegfried voelt
zich door die slechte relatie
tussen twee vuren staan. Hij
kiest voor zijn vrouw en pro
beert zijn dochter die steeds
verder afglijdt door overmatig
pil-en drankgebruik te advise-
Afsnauwen
Haar joodse identiteit zit haar
dwars, ze heeft van jongsafaan
geleerd die te ontkennen en
blijft dat hardnekkig doen,
zelfs tegenover een joodse man
die haar had herkend en haar
iets vriendelijks had toegeroe
pen. De eerste die sinds de
vele maanden dat ze in Parijs
was iets aardigs zei, snauwde
De confrontatie is echter on
vermijdelijk. Met meneer Lodz
van de joodse gemeente voert
Emma een spannende discus
sie over de joodse afkomst, ze
laat zich intimideren en over
halen tot het zetten van een
handtekening, waarmee ze
zich heeft ingeschreven als lid
van de joodse gemeente.
Emma voelt zich gechanteerd.
Joodse vrienden, een joodse
inrichting en joodse traditie, ze
achtervolgen Emma als de
waarheid.
„Voor Bijna Alles Bang Ge
weest" is een boeiende roman
die vlot leest, geen ingewik
kelde structuren en verwijzin
gen. De titel van het boek ver-
Lisette Lewin
wijst naar een gedicht van Va-
salis, „Angst", uit de bundel
„Parken en Woestijnen". Le
win heeft de Angst van Vasa-
lis' vers als thema genomen
voor haar biografie van
Emma. Ze beschrijft alle ge
beurtenissen heel nauwkeurig
en toch boeiend, al veront-
FOTO: PERS UNIEo 0
schudligt Lewin zich in een03
motto van Róusseau al biii
voorbaat met „ik weet heel:
goed dat alles wat ik heb opge-^ 3
schreven niet belangrijk is om
te weten voor iedereen, voor
mij was het belangrijk om het
te zeggen".
MARSCHA VAN NOESEL
Steven Rooks
FOTO: DIJKSTRA
„Steven Rooks, de sportman van
het jaar vertelt zijn levensverhaal".
Uitgeverij DCM pers. Prijs 19,80.
Het ijzer smeden als het heet
is. Dat moet ongeveer de ge
dachte zijn geweest van Ste
ven Rooks en de onbekende
schrijver Mario de Boer toen
zij besloten het „levensver
haal" van de 28-jarige Noord
hollandse wielrenner te boek
te stellen. Rooks moet hebben
gedacht dat een nieuwe top
prestatie in de Tour, waarin
hij vorig jaar tweede werd en
de bergprijs veroverde, dit jaar
wel eens zou kunnen uitblij
ven. Dan wordt een levensver
haal natuurlijk een stuk min
der interessant. Van een ge
brek aan goede planning kan
de sportman van het jaar dan
ook niet worden beticht.
Maar het zal duidelijk zijn dat
iemand op 28-jarige leeftijd,
die weliswaar kan bogen op
enkele aansprekende succes
sen, niet veel schokkende za
ken te vertellen heeft. Het
boekwerkje met de welluiden
de titel „Steven Rooks, de
sportman van het jaar vertelt
zijn levensverhaal" is waar
schijnlijk in grote haast in el
kaar gezet want er staan nogal
wat onnauwkeurigheden in.
Bovendien zijn sommige pagi
na's door de slechte druk nau
welijks te lezen.
Aardig zijn wel de hoofdstuk-
ken, waarin Rooks vertelt'
over zijn ruzies met ploeglei-j
der Peter Post. Rooks kwamjgj
twee keer uit voor de ploeg|g':
Post en verliet de eigenzinnigelo.i
Amstelvener even zo veeli
keer met ruzie. Rooks neemt!1-
het Post niet eens echt kwa
lijk. „Onze karakters zijn pre-l
cies hetzelfde. We denken het
alletwee het beste te weten. |1-
Dat kan niet in de wielrenne- L
rij", aldus Rooks.
DICK DIJKHUIZEN b