De
sloop gaat door
CEAUSESCU
VERWIJDERT
ROEMENIË
UIT EUROPESE
BESCHAVING
- 'pen brief
Intimidatie
Paleis
V eelzijdig genie
CcidaeSou/ia/fit'
Terwijl de Roemeense vertegenwoordiger op de mensenrechten
conferentie in Parijs dezer dagen trots melding maakt van de
gelukzalige situatie waarin zijn land verkeert, zuchten zijn landgenoten
thuis onder Ceausescu's dictatuur. De tegenstand groeit, de
onderdrukking ook. Voormalige communistische kopstukken
verwijten de president „minachting voor de wet", de Grote Leider
reageert met opsluiting, marteling en misbruik van psychiatrie.
Reportage uit een land in afbouw.
Traditionele huisjes op het platteland; hoelang nog? FOTO: HELENE RAVESLOOT
paleis van Ceausescu, waarvoor een groot deel van historisch Boekarest heeft moeten wijken.
FOTO: STEVO AKKERMAN
- De laatste keer
het paradijs van Nicolae
bezochten was een half
en toen was het win-
was bedekt met
de mensen rilden van de
en luisterden met hongerige
^jen naar de loftuitingen die de
i(lent-zichzelf had toebedacht,
ausescu eroism - Romania,
rfiötiism!", „Ceausescu helden-
- Roemenië communisme!"
Lbevolking dacht daar anders
c f^Céausescu brrrr!" En nu?
ne£üv( is gesmolten, de kou ge
il. Maar het is er niet beter op
jrdën voor de Roemenen.
-eten niet dat ze in een krante-arti-
llen figureren, maar het is of ze het
doen, de zwerfhonden op de cam-
in Pitesti. Alsof ze speciaal zijn op-
9r4)mmeld om de indruk te versterken
^Roemenië afglijdt naar de middel
den. 's Avonds zijn het nog bede
met staarten tussen hun benen,
's nachts worden het beesten, die
ir grommend en huilend, blaffend
ihreeuwend, achterna zitten. De vol
le ochtend komen we ze weer tegen,
hinken ze gehavend voorbij en kij-
jkijze schijnheilig. Afgelopen winter za-
-ga|we ze ook al, toen liepen ze in troe-
rond bij de benzinepomp aan de
van Pitesti naar Boekarest. Daar is
nu rustig. Wel klinkt af en toe het
"leid van een automobilist die gere-
had op benzine; maar verder blijft
stil. Hier valt niets te regelen, zelfs
zwart. We rijden door, langs bejaar-
en kinderen die in de berm koeien
grazen, en bereiken Boekarest,
ungeert dë camping, een beetje
holen in de bossen, als clandestiene
kt. De ene man verdwijnt met een
in de toiletten, de andere komt er
r mee naar buiten. Achter de cam-
lopen drie heren te roepen,een
snelt een vakantiehuisje uit,
C. kt zich door een gat in het hek en
even later met een volle tas weer
En alle campinggasten bieden aan
e auto met inhoud voor een schappe-
k' prijsje over te nemen.
isiness", zegt Gheorghe 's avonds
Btdunkend over het gescharrel in de
jes. „Laat ze maar oppassen voor de
™itie". Gheorghe zegt dat niet omdat
zo enorm gezagsgetrouw is, maar
J' J dat hij als ex-gewetensgevangene
,n nwege zijn actieve lidmaatschap van
baptistenkerk zat hij drie jaar in de
a, angenis) meer bewondering heeft
(Dr mensen die vanwege hun overtui-
'bg risico's nemen dan voor hen die dat
en om geld. Voor „business" loopt hij
t warm, maar graag vertelt hij hoe hij
i Radio Free Europe hoorde dat zes
oraanstaande (ex-)communisten een
0'tn brief schreven aan Ceausescu. De
onder wie Corneliu Manescu, voor-
lig minister van buitenlandse zaken
voorzitter van de Verenigde Naties,
Silviu Brucan, voormalig hoofdredac-
van de partijkrant en ambassadeur
de VS, lieten Ceausescu dit voorjaar
ten zich „zeer wel bewust te zijn" dat
imet hun protest hun vrijheid en zelfs
n leven op het spel zetten. Maar, zo
reven ze, „wij voelen ons verplicht
beroep op u te doen om de huidige
:rs te wijzigen voordat het te laat is",
zes protesteerden tegen het plan om
itduizend van de twaalfduizend Roe-
ense dorpen te vernietigen en tegen
bepaling die ons contact met Gheorg-
en andere Roemenen zo riskant
In Boekarest heerst armoede, al de triomfantelijke propaganda ten spijt.
maakt: „De wetgevende macht heeft
zich nooit uitgesproken over het decreet
waarin het Roemeense burgers verboden
wordt contact met buitenlanders te heb
ben en dit decreet is nooit gepubliceerd,
waardoor het geen kracht van wet heeft.
En desondanks worden onze burgers op
grond daarvan bedreigd met ontslag, zij
worden lastig gevallen, gearresteerd en
veroordeeld".
Bovendien wierpen de zes Ceausescu
voor de voeten dat zijn landbouwbeleid
een chaos is en hekelden ze het gebrek
aan elementaire levensbehoeften, zoals
kleding en voedsel. Ook kwamen ze op
tegen de schending van het briefgeheim
en het afluisteren van telefoongesprek
ken: „U zult moeten toegeven, meneer
de president, dat een samenleving niet
kan functioneren als de overheid, te be
ginnen bij de top, minachting toont voor
de wet". En ze besloten snerend: „Roe
menië is en blijft een Europees land en
moet als zodanig doorgaan met het uit
voeren van de Helsinki-akkoorden en
niet ertegen ingaan. U bent begonnen de
geografie van het platteland te verande
ren, maar u kunt Roemenië niet naar
Afrika verplaatsen".
Zoveel waarheid in één brief, Gheorghe
vond het prachtig. Maar nee, een pu
bliek gesprek is er niet door op gang ge
bracht, zegt hij. De mensen praten niet
over politiek, laat staan over protest. Ze
luisteren naar Radio Free Europe, ze ho
pen dat de buurman het niet hoort -
want dat kon wel eens gevangenschap
betekenen - en verder houden ze hun
mond. Des te „moediger" acht
Gheorghe de zes mannen, van wie hij
het huidige lot niet kent. Ze zullen wel
hard aangepakt worden, veronderstelt
hij en hij weet wat dat betekent. Nadat
hij vals beschuldigd was van verduiste
ring op zijn werk, werd hij driejaar lang
opgesloten. Ze bonden hem liggend vast
op een tafel, en vroegen onophoudelijk
of hij soms baptist was. Elke keer dat hij
daar ,ja" op antwoordde, en dat deed
hij zo vaak als ze het hem vroegen, sloe
gen ze hem op zijn voetzolen. En daarbij
vertelden ze hem terug te verlangen naar
de tijd van de brandstapel. „Wel eens
gehoord van Jeanne d'Arc?" vroegen ze
hem. „Zo zou ook jij moeten branden,
baptist". Gheorghe, sinds een jaar weer
op vrije voeten, schudt zijn hoofd. Het
spijt hem, maar hij weet in welke enge
categorie zijn vaderland thuishoort: „Al
banië, Noordkorea, Vietnam".
„Het is hier het laatste half jaar alleen
maar slechter geworden. Het is veel er
ger dan de mensen in het Westen we
ten", zegt de diplomaat die we spreken
in Boekarest. Hij waarschuwt ons. Er is
al een stuk beton door de ruit van onze
auto geworpen, op het moment dat wij
een gezin bezochten om wat voedsel
achter te laten. Dat hadden we gekocht
in dollarshops, de voor Roemenen niet-
toegankelijke winkels met voor hen niet-
verkrijgbare spullen. Omdat er niets uit
de wagen gestolen is veronderstelt de di
plomaat dat er sprake is van intimidatie
door de autoriteiten. Dat komt voor?
„Ja, en pas ook op voor schijn-ongeluk-
ken".
De Roemeense geheime dienst, de Secu-
ritate, is actiever dan ooit nu het ont
staan van een dissident front ophanden
lijkt te zijn. Durfden voorheen slechts
afzonderlijke individuen openbaar hun
geloof in de vrijheid te belijden, tegen
woordig roeren opposanten zich per
groep. En het zijn niet zelden lieden die
vooraanstaande functies hebben bekleed
in de gevestigde communistische orde,
zoals 'de zes', wier voorbeeld gevolgd
werd door zeven schrijvers die het per
brief opnamen voor een collega, de dis
sident Dinescu. Volgens Sorin Alexan-
drescu, hoogleraar Roemeense letterkun
de aan de Universiteit van Amsterdam,
is „niet uitgesloten dat dit het begin is
van de institutionalisering van de oppo
sitie" en het heeft er veel van dat de Se-
curitate het ook zo ziet. De diplomaat:
„De onderdrukking is keihard. Men
deinst nergens voor terug. De zes brief
schrijvers hebben we al drie maanden
niet meer gezien, ze worden volstrekt
geïsoleerd. Rond hun huizen staan alle
maal mannetjes, je komt er niet bij. We
gaan wel regelmatig kijken, om te laten
merken dat we volgen wat er gebeurt.
Het mag niet zo zijn dat die mensen van
de aardbodem verdwijnen zonder dat ie
mand er notie van heeft. En dat zou an
ders best eens kunnen gebeuren".
„Ze zetten de mensen niet openlijk tegen
de muur. Hun methoden zijn verfijnder.
Ze werken met elektrische schokken, ze
maken misbruik van psychiatrie. De
christelijke literator Nestor Popescu zit
nu al twee jaar in een psychiatrische in
richting. De repressie is totaal".
En terwijl Ceausescu zijn volk er met ge
weld onder houdt, laat hij voor zichzelf
een nieuw paleis verrijzen, een enorm
gebouw waarvoor een historisch gedeelte
van Boekarest het veld heeft moeten rui
men. Het gebouw, vergezeld van een
Boulevard van de Overwinning van het
Socialisme, staat niet op de plattegron
den (die overigens uitsluitend in het bui
tenland verkrijgbaar zijn), net zomin als
de vele veranderingen die ervoor zijn
aangebracht in het stratenplan van de
stad. Maar plotseling zien we het ver
schijnen, in een omgeving van bouwval
len, vrachtverkeer en modder. Er wordt
nog aan gebouwd. We zetten de auto stil
en halen snel een fototoestel te voor
schijn. In november werden we door de
politie in Boekarest van straat gehaald
toen we foto's maakten van een rij men
sen voor een winkel; hoe zou men dit
maal reageren? Niet provoceren, had de
diplomaat gezegd, voorzichtig zijn. Twee
foto's dan, meer niet. We stappen weer
in en rijden weg. Achter ons rijdt een
groen karretje van de gemeente-reiniging
of iets dergelijks, met daarin twee druk
overleggende heren. Als ze op de stoep
drie agenten zien lopen, beginnen ze te
toeteren en houden ze halt. Wij hebben
wel een vermoeden waar ze over smoe
zen (of overschrijden wij hier de grens
tussen voorzichtigheid en paranoia?) en
maken ons uit de voeten, wqg, de stad
uit.
De stad uit, dat is het land in, en daar
ziet Roemenië er heel wat vriendelijker
uit, al was het maar vanwege de ooie
vaars langs de kant van de dorpswegen
en de traditionele boerenhuisjes. Het is
dit aangename gezicht van Roemenië
dat Ceausescu wil vernietigen en hoewel
het hem niet lukt in één keer een streep
te zetten door het bestaan van achtdui
zend dorpen, vordert de sloop wel. In
Otopeni zagen we in november aan de
rand van het dorp nog „kleine kleurrijke
huisjes, steevast voorzien van een aardig
bogen-galerijlje", verder zagen we flats
in aanbouw. Nu zijn de flats gereed en
de huisjes verdwenen. De rand van het
dorp wordt gevormd door braakliggende
grond, donkerbruin, leeg, zwijgzaam,
zonder verleden. Een plaatselijke ge
schiedenis plus cultuur is vermoord, de
mensen zitten gevangen in appartemen
ten. De gelijkheid is weer een stapje
dichterbij gekomen, de systematisering
gaat door.
Roemenië wordt verwoest, de inwoners
gemuilkorfd en uitgeknepen. Maar over
al in het land schalt triomfantelijk de
propagandamachine van Ceausescu
(„grote leider, dierbare kameraad, veel
zijdig genie, seculiere god, held van Roe-
menië"), die de ene glorieuze daad na de
andere opdist. De Grote Leider meldt
dat de buitenlandse schuld van zijn land
volledig is afgelost en dat dit „het uitste
kende resultaat is van het tbegewijde
werk van ons volk" alsmede „een bewijs
van de macht van de socialistische eco
nomie". In Boekarest moet een gezin
met veertien kinderen het intussen stel
len zonder kookstel en in Brasov weet
een bejaard echtpaar zonder pensioen
niet waar het zijn eten vandaan moet
halen.
Op de CVSE-conferentie in- Parijs, waar
deze maand wordt gesproken over de
mensenrechten in de 35 landen die in ja
nuari in Wenen een akkoord onderte
kenden, heeft de Roemeense afgevaar
digde een grote mond over het analfabe
tisme in Canada en prijst hij zijn eigen
land de hemel in. Intussen komen be
richten binnen over de bouw van een
twee meter hoge muur langs de grens
met Hongarije en Joegoslavië, die het de
Roemenen onmogelijk moet maken te
ontsnappen uit het communistische pa
radijs.
Ceausescu beroept zich op de verwezen
lijking van „de hogere fase van de veel
zijdig ontwikkelde socialistische samen
leving" en de aanstaande „overgang
naar de gouden droom van het commu
nisme". Zijn volk leeft intussen in een
permanente nachtmerrie en snakt steeds
sterker naar het aanbreken van een nieu
we dag.
STEVO AKKERMAN