„Bezuinigen is
geen lolletje,
maar wat ik deed
vind ik verantwoord"
Associatie: vluchten in jezelf om niet gek te worden'
Ccidóc QowuvnV
ervolg van de voorpagina Finale)
•TERMEER - De val van het
.net dreigt van vele begrotingen
ieuw een gatenkaas te maken,
onderwijsminister Deetman
Onderwerpen die door het
ement als controversieel zijn
empeld, worden niet meer be-
deld. Deetman is daarover niet
jreken. „In diverse begrotingen
tien daardoor grote gaten ge
iten en dat kost honderden mil-
len. Dat geld is pfïïft...weg!"
pvoering van een openbaar-vervoer-
I voor studenten is één van de
[regelen die door de ineenstorting
de coalitie van de politieke agenda
verdwenen. De minister windt zich
|Ik vind het zonde en onbegrijpelijk
e Eerste Kamer de behandeling van
jtudentenkaart heeft stopgezet, ter-
ïr toch héél majeure belangen in het
jg zijn, namelijk het openbaar ver
en het milieu! De openbaar-ver-
tiedrijven hebben in het besluit van
jerste Kamer aanleiding gezien het
ract met de overheid te beëindigen,
door onstaat een strop waar het vol-
e kabinet weer een mouw aan moet
»n. De bezuiniging was namelijk al
loekt".
[ldzaamheid
It een besparend effect zou de stu-
Enreiskaart volgens Deetman nog
voordelen hebben gehad. „De in-
ing ervan scheelt de Informatise-
jbank in Groningen (die onder meer
iiskosten van de individuele studen-
>ecijfert, red.) jaarlijks flink wat re-
ferk. Over het geheel genomen blijft
oopkracht van de studenten behou-
bevordert de maatregel het gebruik
het openbaar vervoer en wordt de
lliteit van studenten een stuk groter,
e zoiets kunt combineren is dat toch
Zeldzaamheid?", glundert hij.
de banken hebben een plan van de
ster doorkruist. Zeker driekwart
heeft Deetman met enkele banken
veiJegd over de vraag of zij de studiele-
c van het rijk konden overnemen,
^beraad is op niets uitgelopen. „De
was te hoog. Toch is de privatise-
aanvan de leningen nog niet van tafel.
1 tret onafhankelijke deskundigen zijn
lan het bekijken welke mogelij khe-
:htetr n0g zijn" De minister vertelt dat
:e". iaartoe een maand geleden een duo
^zwaargewichten aan het werk heeft
uj: dr. Arie van der Zwan, ex-topman
en %et Vendex-concern, en dr. Bart le
jersic vice-voorzitter van de raad van
&ur van Van Lanschot-bankiers. In
;örefstus moeten zij verslag uitbrengen
Shun bevindingen.
;0 Plannen van Deetman hebben het af-
r "Iben jaar hevige beroering onder de
n- *tnten teweeg gebracht. Zozeer zelfs
'e hij begin december (na een trap in
e* sibuik te hebben gehad) besloot voor
öe [paalde tijd uit de openbaarheid te
ieerjn. Was de situatie werkelijk zo be-
n ^end voor hem dat hij voor zijn wei
vreesde?
*e ^man schudt zijn hoofd. „Nee, die
jging was niét van persoonlijke aard.
lr. overal waar ik kwam was het een
diee rotzooi en dat werd steeds erger.
-rstS raak je in een spiraal naar boven,
^.minister moetje dan kijken of je die
aal kunt doorbreken. Mijn beslissing'
ook vrij snel effect gehad. Min of
shlrjlr geruisloos ben ik weer in de publi-
e1 teruggekomen, zonder problemen".
^BEVANGEN
Ten1 ^im Deetman "in september 1981
^staatssecretaris van onderwijs de
ierhand werd van PvdA-minister
^"Ketnenade heerste er op het minis-
- nog een sfeer die (met een knipoog
""j de voorganger van Van Kemenade)
chreven kon worden als Pais en
„We hadden toen absoluut nog
besef van de financiële problemen
ptfin we verkeerden", blikt Deetman
„De sfeer was vrij onbevangen,
J op het zorgeloze af. Pais had al wel
Ie. .^bezuinigd, maar dat was nog niet
injv ingrijpend geweest. De zogeheten
va^chaafmethode was nog in zwang:
de *hl een klein beetje geld van af. Maar
9 °i een paar maanden was het afgelo-
irJ Jmet die vrij rustige sfeer. Een uitge-
l-(j intern onderzoek op het ministerie
"U1 uit dat er grote financiële tegenval-
ta'.!| waren en dat allerlei cijfers niet
llJr klopten. Dat bracht op het departe-
t een enorme schok teweeg, herinner
hajfc. Er moest dus flink worden bezui-
hann Kemenade heeft dat niet meer
irot&emaakt want de PvdA stapte -in
fd Tl 982 uit het kabinet, CDA en D66
lat
Minister Deetman wil straks niet terug naar Onderwijs, maar wat dan wel„In eerste overigens niet uit. „Maar ik ga echt niet zeggen welk ministerie mijn voorkeur zou
instantie terug naar de Tweede Kamer". Een ministerschap op een andere post sluit hij hebben. Dat kan ik mijn collega's niet aandoen".
J r/it/~t. \4ii a \j vnr.iv a i
FOTO: MILAN KONVALINKA
WIM DEETMAN WEERLEGT 'ONGEFUNDEERDE' KRITIEK
ZATERDAG 17 JUNI 1989 PAGINA 25
de komende jaren zal er in het voortge
zet onderwijs en het middelbaar be
roepsonderwijs zelfs nog een schepje bo
venop moeten met het oog op de nood
zaak om kinderen uit etnische minder
heidsgroepen meer ontplooiingsmoge
lijkheden te geven".
Een ander voorbeeld van zijn wens om
de kwaliteit te behouden is volgens
Deetman de veelverguisde kleutermaat
regel die in 1987 werd ingevoerd. Voor
onderwijs aan vieijarigen, die officieel
nog niet onder de leerplicht vallen, wer
den minder uren (dus minder leerkrach
ten) ter beschikking gesteld. Deze bezui
niging had, in de visie van de minister,
tot gevolg moeten hebben dat kleuters
van vier jaar niet meer halverwege het
schoolseizoen in een kleuterklas zouden
worden geplaatst, maar pas aan het be
gin van het nieuwe schooljaar, in augus
tus/september.
Deetman: „Het alternatief was dat de
kleuterklassen zouden worden vergroot,
maar dat wilde ik juist niet omdat dit de
kwaliteit van het onderwijs niet ten goe
de zou komen. Toch hebben veel basis
scholen na de parlementaire behande
ling, waarin een keuzemogelijkheid werd
afgesproken, uiteindelijk voor grotere
klassen gekozen omdat ze per se wilden
vasthouden aan de geldende praktijk dat
kleuters direct na hun vierde verjaardag
naar school konden! Nu staat in de ont
werp-verkiezingsprogram ma's van CDA,
PvdA en D66 dat de kleutermaatregel
weer moet worden afgeschaft. Van mij
mag het. Ik zou daar zelfs gelukkkig mee
zijn, want die grotere klassen zijn nooit
mijn bedoeling geweest".
Schoolopziener
De kritiek op de afbraak van het onder
wijs noemt de minister „net zo ongefun
deerd" als de veel gehoorde veronder
stelling dat het gehalte van de leerstof te
genwoordig maar zo-zo is. Lachend:
„Dat wordt al meer dan een eeuw ge
zegd! In de jaren zeventig kreeg ik bij
toeval een boekje onder ogen van een
schoolopziener uit de vorige eeuw. Die
schreef ook dat de kinderen tachtig jaar
eerder véél meer leerden dan in zijn
tijd".
„Ik kom er tegen op als iemand zegt dat
de jeugd van nu veel minder weet en
kan dan die van de jaren vijftig of zestig.
Misschien weten ze van bepaalde details
wat minder, maar ze weten over andere
dingen een heleboel méér. Veel kinderen
van tien kunnen nu al redelijk met een
computer omgaan. Ik kon op die leeftijd
nog geen schrijfmachine bedienen. Leer
lingen van een basisschool weten tegen
woordig ook veel meer van de wereld
om hen heen. En kijk eens hoeveel zelfs
tandiger ze zijn! Dat zijn toch geweldig
positieve verschillen vergeleken met
vroeger?"
„Je hoort ook wel zeggen dat het onder
wijs in vreemde talen slechter is gewor
den. Onzin. Nederland staat in Europa
op de tweede plaats wat de kennis van
vreemde talen betreft, na Luxemburg,
maar dat is dan ook al een meertalig
land. Desondanks hebben staatssecreta
ris Ginjaar en ik de afgelopen jaren nog
enkele plannen ontwikkeld om de kwali
teit van de leerstof wat bij te schaven,
zoals een verscherping van de eindexa
men-normen in het voortgezet onderwijs
en de binnenkort in te voeren eis dat de
genen die aan een pedagogische acade
mie willen studeren wiskunde in hun
examenpakket moeten hebben gehad".
gingen samen door en ik verhuisde naar
de ministerszetel. Ik heb toen bij de op
stelling van de begroting voor 1983
duchtig de stofkam door het onderwijs
gehaald. Een poosje leefde ik in de ver
onderstelling dat daarmee voorlopig alle
financiële problemen waren opgelost,
maar dat gevoel duurde niet lang. In het
eerste kabinet Lubbers, dat in november
1982 begon, kwamen we tot de slotsom
dat de overheidsuitgaven in het landsbe
lang nog véél verder moesten worden in
gekrompen. Er is toen nog voor miljoe
nen aan extra bezuinigingen op Onder
wijs afgesproken. Die kwamen dus, let
wel, boven op de stofkam-operatie die ik
al had uitgevoerd! En dan te bedenken
dat dit nog lang niet het einde was, om
dat het proces in het tweede kabinet-
Lubbers nog verder doorging".
„Natuurlijk is bezuinigen geen lolletje,
maar over het algemeen heb ik er, tot
1988, weinig problemen mee gehad. Het
was allemaal verantwoord. Pas in '88
vond ik dat de grenzen van het bezuini
gen in zicht kwamen. Er ontstond naar
mijn mening enige financiële ruimte
voor bepaalde prioriteiten. Vóór die tijd
ben ik er steeds van overtuigd geweest
dat het onderwijs genoeg vetrandjes had
die konden worden weggesneden. Dat is
dan ook gebeurd, maar niet meer via de
kaasschaafmethode, want die bood te
weinig soelaas en daar deed je in feite
meer personen en instellingen pijn mee
dan nodig was. Daarom heb ik het voor
al gezocht in forse ingrepen hier en daar:
sommige onderdelen van het onderwijs
konden veel efTicienter en goedkoper
worden georganiseerd. Daar heb ik voor
al op bezuinigd. En kom nou niet aan
met het verhaal dat ik niet wist wat ik
deed omdat ik de praktijk onvoldoende
zou kennen. Ik heb in die zeven en een
half jaar meer scholen en universiteiten
bezocht dan menig bestuurder van een
onderwijsorganisatie!"
Weinig begrip
„Zeker, ik heb me in de ministerraad
nogal eens verzet als er naar mijn smaak
te zware aanslagen op mijn begroting
werden gedaan. Maar ja, ik zat nu een
maal in een vervelende positie. Onder
veel collega-ministers heerste een sfeer
van: jij hebt zo'n gigantische begroting,
dertig miljard nota bene, daar kan toch
makkelijk honderd miljoen van af?" Het
is duidelijk wat Deetman bedoelt. Zijn
medebewindslieden schermden gaarne
met de oerhollandse tekst: „Aan een
boom zo volgeladen mist men één, twee
pruimpjes niet". De minister knikt in
stemmend en concludeert met gevoel
voor understatement: „Er was dus niet
altijd evenveel begrip voor mijn proble-
Kwaliteit
Met brede afwerende gebaren weerlegt
de minister de kritiek van de onderwijs
bonden dat zijn bezuinigingswoede de
kwaliteit van het onderwijs heeft aange
tast of zelfs heeft afgebroken. „Welnee!
Dat heb ik niét gedaan! Veel bezuinigin
gen deden pijn, maar dat was juist om
dat ik de kwaliteit van het onderwijs
niet wilde aantasten. Kwaliteitsbehoud
was voor mij een belangrijke prioriteit.
Daar heb ik bewust voor gekozen. On
danks de ombuigingen heb ik er bijvoor
beeld voor gezorgd dat de scholen in de
achterstandsgebieden gespaard bleven.
Die kregen juist extra mogelijkheden. In
Welletjes
Na biina acht jaar bewindvoering op
hetzelfde ministerie vindt Deetman het
welletjes. Hij heeft dan ook aangekon
digd niet op Onderwijs te willen terugke
ren. Maar wat wil hij dan? „In eerste in
stantie terug naar de Tweede Kamer en
verder zie ik wel wat er met me ge
beurt", zegt hij op effen toon. Een mi
nisterschap op een andere post sluit hij
overigens niet uit. „Maar ik ga echt niet
zeggen welk ministerie mijn voorkeur
zou hebben. Dat kan ik mijn collega's
niet aandoen. Als op een bepaald depar
tement een goeie minister zit die graag
wil doorgaan, dan is het toch heel onfat
soenlijk als ik een claim op die post
leg?"
Er is nog een andere mogelijkheid. Hier
en daar is al geschreven dat Deetman
ook 'in' zou zijn voor het fractieleider
schap van het CDA. Waar of niet? Het
antwoord is verpakt in een brede grijns.
„Ik heb dat soort dingen ook gelezen, ja.
En dan haal ik m'n schouders op. Voor
lopig weet ik alleen dat ik niet terug wil
naar Onderwijs. Het zal me trouwens de
eerste anderhalf a twee jaar nog heel wat
moeite kosten om over het onderwijs
m'n mond te houden, want ik ben en
blijf daar ontzettend aan verknocht".
ELSBETH KEGGE
DICK VAN RIETSCHOTEN
de èha zelf weet niet wat er met
kveï aan de hand is. Soms staat ze
een winkel, maar dan kan ze
eJ| helemaal niet herinneren dat
go^an plan was boodschappen te
uith doen. Of ze vindt een sjieke
f in de kast die ze absoluut niet
i, maar die haar wel prima past.
het komt ook wel eens voor dat
uren later is dan ze dacht. Dat
Nsh voorvallen maken haar ang-
nad<en onzeker. Ze durft er eigen-
uitg niet eens met haar huisarts
geit te praten, want ze is bang dat
êenhaar voor gek verklaart.
Dat woordje speelt vaak door haar
zegjfd. En ze doet haar uiterste best om
je er de buitenwereld zo normaal moge-
de le lijken. Sascha is een verzonnen
;rs Is met niet-verzonnen ervaringen,
en bverschijnselen die bij haar worden
ileslhreven, horen bij de geestelijke aan-
oetePing dissociatie. Het verschijnsel is
molel publiek nog zo goed als onbekend
vij ontstaat als reactie op een schokken-
in traumatische ervaring. In de mees-
\RBevallen komt dissociatie voor bij
D S^wen< omdat die nou eenmaal vaker
dan mannen het slachtoffer zijn van za
ken als verkrachtingen en incest.
Zelfbehoud
Kort samengevat is dissociatie het ver
werken van een traumatische ervaring
door het buitensluiten van die ervaring
of de bijbehorende emoties. In het meest
extreme geval ontwikkelt het slachtoffer
één of meerdere deelpersoonlijkheden
die tot taak hebben de oorspronkelijke
persoonlijkheid te beschermen tegen een
herinnering die onverdragelijk is. Puur
zelfbehoud dus.
Bij een tamelijk milde vorm van dissoci
atie kan het slachtoffer zich bijvoorbeeld
wel herinneren dat zij verkracht is, maar
praat zij onbewogen over die ervaring.
De angst en pijn van dat moment zijn
gedissocieerd, los van de persoon komen
te staan.
Ernstiger
Het is ook mogelijk dat de dissociatie
ernstiger is en dat de hele gebeurtenis is
buitengesloten. In dat geval kan de pa-
tiënt zich niets meer van de traumati
sche ervaring herinneren en staat die he
lemaal los van de persoon.
Een zeldzame vorm van dissociatie kan
ontstaan bij (meestal) langdurig lichame
lijk of geestelijk geweld in de vroege
jeugd. Het slachtoffer kan een kwelling
niet verdragen en vlucht op een psychi
sche manier. Dat kan door een verzon
nen vriendje of een aardige zus te ver
zinnen die de traumatische ervaring on
dergaat. Als het geweld maar vaak ge
noeg voorkomt, is het mogelijk dat die
opgeroepen persoon een eigen leven gaat
leiden en volledig los komt te staan van
de oorspronkelijke persoonlijkheid.
„Je zou kunnen zeggen dat zo'n kame
raadje klaar staat om in te vallen", zegt
dr. M. Vink, psychiater bij het Riagg, de
regionale instelling voor ambulante gees
telijke gezondheidszorg. „Bij herhaling
van geweld of misbruik brandt dat ka
meraadje als het ware in de geest in en
wordt een deelpersoonlijkheid of 'alter
ego'. Zo'n 'alter ego' kan door een ge
beurtenis die aan het trauma doet den
ken, de regie overnemen".
Met andere woorden, het slachtoffer lijkt
een ander mens te worden. Bij het over
gaan van de ene in de andere persoon
lijkheid kunnen onder meer de houding,
mimiek, gedrag, manier van denken en
het handschrift veranderen. Twee of
meer 'alter ego's' kunnen in één mens
huizen, terwijl ze niet eens op de hoogte
zijn van eikaars bestaan.
Verticaal
„Dissociatie is een nogal moeilijk onder
werp", zegt psychiater dr. J.T. Hesta.
„Een paar jaar geleden werd er voor het
eerst vaker over gesproken en het vulde
een bepaald gat op. Er kwamen beelden
naar voren die je anders niet ziet. Ik zie
dissociatie niet als ziektebeeld. Het is
eerder een theoretisch standpunt, waar
mee je op een andere manier kijkt naar
bijvoorbeeld incest en geweldspleging".
Toch een poging het verschijnsel te ver
klaren. „Dissociatie zie ik als het verti
caal doorsnijden van de persoonlijkheid.
Een mens bestaat uit bewustzijn, het ego
en de emoties, zoals driften en verlan
gens. Wanneer er sprake is van dissocia
tie, heeft dat betrekking op een gedeelte
van het geheugen, het gevoel en het ge
drag. Niet slechts één van die drie staat
onder invloed van de dissociatie, maar
alle drie. Vandaar die verticale deling.
Mensen die hier last van hebben, mer
ken altijd dat er iets met hen aan de
hand is. Ze weten wel niet waardoor, dat
zijn ze juist vergeten, maar op de één of
andere manier lekt er altijd wat".
Dat lekken gebeurt door nachtmemes,
het vinden van vreemde kleren in de
kast, een paar dagen weg zijn geweest en
je niet kunnen herinneren waar je was
en noem maar op. Mensen merken dat
er dingen als het ware buiten hen om ge
beuren en dat vormt een aanwijzing.
Film
„Ieder mens kan dissociëren ofwel zich
afsluiten voor iets", vertelt Hesta. „Zo
kan iemand heel sterk reageren op een
film of voetbalwedstrijd, waarbij niet
meer gedacht wordt aan de omgeving.
Dat is een milde vorm, je verkeert dan
in een soort trance".
Psychiater Vink vindt het prima dat
mensen daartoe in staat zijn. „Eigenlijk
is het maar goed ook dat mensen een be
paald deel van zichzelf af kunnen slui
ten. Bijvoorbeeld bij een ernstig auto
ongeluk. Je ziet dan vaak dat mensen
heel koelbloedig blijven handelen zolang
het nodig is. En pas daarna voelen ze
opeens de pijn, de schrik en angst, dan
komen de emoties terug".
Wanneer iemand als Sascha bij een psy
chiater terechtkomt, duurt het vaak ja
ren voordat de juiste diagnose wordt ge
steld. Maar volgens Vink wordt de be
kendheid met het fenomeen steeds gro
ter. „Het is net als met incest. Dat klonk
jaren geleden ook heel ongeloofwaar
dig".
Zijn collega Hesta is van mening dat de
juiste behandeling van dissociatie-slacht
offers de integratie, het samenvoegen,
van de verschillende persoonlijkheden
is. „Je zou dit kunnen vergelijken met
het verdriet om een geliefd persoon die
juist is overleden. Verstandelijk besef je
dan wel wat er is gebeurd, maar hel
dringt niet echt tot je door. 'Ze houdt
zich heel flink', zeggen ze dan. In dat ge
val zijn je gevoelens gedissocieerd. Maar
die gevoelens, dat verdriet, horen net zo
goed bij je. Als die twee delen weer kan
integreren, gaat daar een helende kracht
van uit. Zonder die deelpersoonlijkhe
den, onder de last van de herinnering,
kan een slachtoffer gek worden of zelf
moord plegen. Als therapeut moet je dan
ook werken aan de verwerking van het
trauma. Ik denk dat wanneer de oorzaak
is weggenomen, integratie vanzelf op
treedt".
ELLIS WIENDELS