Geregel en gesmoes rond de 'leeuwekuil' p 1 final Ie Italiaanse monumenten onder glas ■CcidócGoirumt" EUROPEES PARLEMENT ZATERDAG 3 JUNI 19 89 PAGINA 25 Op donderdag 15 juni gaat Nederland naar de stembus om leden te kiezen voor het Europees Parlement. Omdat de lidstaten van de Europese Gemeenschap (EG) hun verkiezingen op verschillende dagen houden, wordt de Nederlandse uitslag geheim gehouden tot zondag 18 juni. Hoewel 'Europa' door het wegvallen van de binnengrenzen van de EG na 1992 steeds meer aandacht krijgt, is het parlement, dat vergadert in het Franse Straatsburg, voor velen een onbekende grootheid. Daarom een kijkje in de keuken van „de vliegende schotel die maar niet van de grond komt". STRAATSBURG - Het Europees Parlement vergadert in Straatsburg in een futuristisch ogend gebouw waarin staal, aluminium en mar mer gecombineerd worden met ge welven van tropisch hardhout. „Het is net een vliegende schotel, maar dan een die niet van de grond komt", merkt de Europese PvdA-lijsttrekker Piet Dankert cy nisch op, terwijl hij vanuit zijn werkkamer uitkijkt over de glan zende westelijke vleugel van het kantoorcomplex. Dankert doelt op de nog slechts beperkte bevoegdheden van het parlement. Bo vendien zuchten de Europarlementariërs al jaren onder het feit dat in Straatsburg vergaderd wordt, terwijl het ambtelijk apparaat in Luxemburg is gehuisvest en de belangrijke besluiten in Brussel wor den genomen, want daar komen geregeld de raden van ministers en de Europese Commissie (het dagelijks bestuur van de EG) bijeen. Als gevolg daarvan sjouwen ambtenaren zich steeds weer een breuk aan metalen koffers vol vergaderstukken, terwijl par lementariërs hun tijdelijke werkkamer tjes gezellig proberen te maken met inge lijste foto's, mascottes en posters. Dat rondreizen tussen Brussel, Luxemburg en Straatsburg vergt niet alleen veel tijd, maar kost ook nog eens handenvol geld: zo'n negentig miljoen gulden per jaar. Een week per maand vertoeven de Euro pese volksvertegenwoordigers in Straats burg, waar het parlement in z'n geheel vergadert. Twee weken brengen zij door in Brussel voor het bijwonen van com missievergaderingen, en de vierde week wordt gebruikt voor bijeenkomsten met de fractie. Die vinden om beurten plaats in de landen die in zo'n fractie zijn ver tegenwoordigd. Zo trokken onlangs 115 christen-democraten naar de Schotse Hooglanden terwijl 165 socialisten te midden van de smog in het Ruhrgebied verbleven. Voor hun 'rondgang door Europa' wor den de parlementariërs niet slecht be taald. Zij ontvangen een basissalaris dat even hoog is als dat van hun collega's in de nationale volksvertegenwoordiging. Voor een Nederlandse Europarlementa riër is dat ongeveer een ton per jaar, veel meer dan de Griek of Portugees die tij dens de vergadering naast hem zit. Naast hun basissalaris krijgen zij vergoe dingen voor reis- en representatiekosten. verkwistend Jarenlang ging het parlement gebukt on der een vrij slecht imago. Het zou ver kwistend, lichtelijk corrupt en inefficiënt zijn, erkent ook CDA-lijsttrekker Jean Penders: „Het gaat er nog steeds vrij bu reaucratisch aan toe. Maar je moet niet overdrijven. Het parlement heeft met zijn zeshonderd ambtenaren nog altijd minder mensen in dienst dan bijvoor beeld een gemeente als Den Haag. Dat rondreizen: dat is inderdaad doodzonde. Niet alleen vanwege de kosten. De klacht ligt meer bij de inefficiéncy. Je zit hier op een eiland te werken doordat de werkelijke macht elders ligt, namelijk in Brussel. Bovendien gaan twee van de vijf werkdagen op aan reizen". Over de braspartijen van de parlementa riërs deden wilde verhalen de ronde. Die tijd is voorbij. Toch horen de talloze re cepties en prestigieuze diners er nog Rechts: Tijdens plenaire vergaderingen gaat het er lang niet altijd netjes aan toe omdat elk land zo zijn eigen vergader discipline heeft. FOTO: SP steeds bij. Zoals tijdens de presentatie van het boekje 'Europa komt' van de journalist Linie van Bruggen. De sfeer is beleefd-gezellig. Uitbundigheid past niet in dit gezelschap, dat immers hard zijn best doet niet als 'feestgangers' over te komen. Niemand kijkt te diep in het glaasje. De huidige generatie Nederland se Europarlementariërs is zakelijk en doelgéricht bezig. Daarin passen geen wilde fuiven. Carrousel Aan het begin van de vergaderweek in Straatsburg arriveert de Nederlandse de legatie steevast gelijk met de Deense col lega's. Zij maken samen gebruik van een 'Europese vlucht' die vanuit Kopenha gen vertrekt en op Zestienhoven de Hol landers oppikt. Al in het vliegtuig wor den -zaken gedaan: „Wanneer kom jij met dat rendierrapport?", vraagt de soci alistische milieuactivist Hemmo Mun- tingh aan een Deense collega. In het Palais de l'Europe belanden ze meteen in de op volle toeren draaiende Europese carrousel. De wandelgangen zijn onmetelijk, de vergaderruimten on telbaar, de restaurants en bars talrijk. In negen talen wordt gelobbyd en ge smoesd, gekonkeld en geregeld. In even- zovele talen verschijnen communiqués, moties, rapporten en verslagen. Papier, papier en nog eens papier, waartussen de Nederlandse stukken al van verre her kenbaar zijn vanwege het oranje randje. Honderden tolken trachten alles dat er in de vergaderzalen besproken wordt aan elkaar te breien en verstaanbaar te maken. In de perszaal worstelen journa listen met de woordenbrij op ouderwetse tikmachines. Ook Nederlandse verslaggevers geven maandelijks acte de présence, maar in tegenstelling tot die van de andere EG- lidstaten zijn de Nederlandse media slecht vertegenwoordigd. De Europarle mentariër Jessica Larive (VVD) ergert zich een beetje aan de geringe belangstel ling van de Nederlandse pers. „De pers zaal zit vol met buitenlandse journalis ten. Nederlanders zie je zelden, op een kleine trouwe groep na". Larive begrijpt er niets van. Dagelijks heeft zij een grote portie onderwerpen te behandelen. Ze ziet er zelden iets van te rug in de Nederlandse bladen. „Nee, neem dan de Spaanse en Portugese pers. Die hebben fulltime verslaggevers in Straatsburg gepost". Op primeurs wordt volgens Larive echter nauwelijks ge jaagd. De journalisten zijn al blij als uit de brij van informatie een fatsoenlijk be richt kan worden gemaakt. Van de belangrijkste Europese persa gentschappen ontbreekt alleen het Ne derlandse ANP. De berichtgeving over Straatsburg zou vanuit Brussel moeten worden verzorgd, maar de twee corres pondenten daar hebben wel andere zor gen aan hun hoofd en kunnen niet elke vergadering bijwonen. De Nederlandse Europarlementariërs kijken daarom niet eens meer vreemd op als het ANP een verslaggever stuurt die is gespecialiseerd in Midden- en Zuid-Amerika. Leeuwekuil Op de publieke tribune boven de grote vergaderzaal - de leeuwekuil - worden op een gemiddelde dag honderden be langstellenden rondgeleid. De parle mentsvoorzitter, de Britse lord Plumb, geeft het woord aan de Nederlandse af gevaardigde Larive. In een rap tempo begint ze haar verhaal af te steken. Voor de tolken is het maar net te volgen. „Je hebt meestal maar twee of drie minuten tijd om een omvangrijk probleem te be handelen", legt Larive even later uit. Jessica Larive houdt zich niet alleen be zig met grote Europese zaken, maar ook met individuele belangenbehartiging. Onlangs reisde ze nog naar Spanje om te bemiddelen in een ruzie tussen een Ne derlandse campinghouder en de Spaanse overheid. Na veel vijven en zessen kreeg de campinghouder z'n zin. „Zo zie je maar dat wij als Europarlementariërs wel degelijk invloed kunnen uitoefe nen", zegt Larive voldaan. Discipline Tijdens de plenaire vergaderingen gaat het onder de 518 parlementariërs lang niet altijd even netjes toe. Elk land heelt immers zo zijn eigen vergaderdiscipline. Duitsers zijn vooral sterk in ordevoor stellen, Fransen trommelen op hun bu reaus als iets hun niet zint, Britten kun nen op verhitte ogenblikken luidkeels „Shame!" roepen en Spanjaarden lopen nogal eens boos weg. Op een willekeurige fractievergadering van de socialisten gaat het er al even le vendig aan toe. De 165 leden van de So cialistische fractie, de grootste in het Eu ropees Parlement, gedragen zich tijdens het beraad als deelnemers aan een Pool se Landdag. Slechts een enkeling luistert naar hetgeen een collega te melden heeft. Last van het geroezemoes om hem heeft heeft de spreker echter niet. Hij commu niceert .immers met de voorzitter per koptelefoon. Op een gegeven moment ontaardt de discussie in een ordinaire scheldpartij. Een Nederlandse socialist ligt in de clinch met een Schotse collega. E)e tolk zucht en vertaalt de felle discus sie emotieloos. De Hollander wordt door de Duitse voorzitter met een paar rake woorden de mond gesnoerd. De twee liggen elkaar niet. „Ooit zo'n Feld- webel ontmoet?", zal de PvdA'er later verzuchten. De christen-democraten en de liberalen gaan in de fractievergaderingen zakelij ker en eensgezinder te werk. „Héél wat rustiger dan in het socialistische kamp", sneren de lijsttrekkers Penders (CDA) en De Vries (VVD) eensgezind. Penders, vol geveinsd mededogen: „Die socialis ten zijn het over bijna niets eens. Wat ben ik blij dat ik dat niet mee hoef te maken". Piet Dankert weerspreekt dat echter met klem: „Welnee, dat is de kift". Europese kleur Wat is de 'kleur' van het Europarle ment? Volgens Hemmo Muntingh, mi lieuspecialist van de socialistische frac tie, is het parlement zo'n beetje het mi lieuvriendelijkste ter wereld. „Als parle ment zitten we in de voorste gelederen. Dat er toch nog geen goed Europees mi lieubeleid van de grond is gekomen, is te wijten aan de raad van ministers: die verzameling nationale egoïsten die al ja renlang echte wetgeving tegenhoudt". Milieu is voor Muntingh zijn lust en zijn leven. „Willen we de problemen goed kunnen aanpakken dan moet de maat schappij veranderen en zullen we zelfs genoegen moeten nemen met een daling van het welvaartspeil". Muntingh gaat in zijn betogen geregeld verder dan de 'groenste groene' die het Europarlement kent. Cynisch zegt hij: „Dit wordt voor mij een prachtige zomer. De toeristen bijven en masse weg van de Adriatische kust omdat het daar zo smerig is. Mis schien zet dit de mensen eindelijk aan het denken". Volgens Jean Penders legt de 115 leden tellende fractie van de Europese Volks partij (de EVP, waarin het Nederlandse CDA acht zetels heeft) eveneens de na druk op het milieubeleid. Penders: „Bij de discussie over de interne markt van 1992 ligt ftet accent nog te veel op het economische verhaal; de concurrentie positie van Europa ten opzichte van Ja pan en de VS. Wat wij zeggen is: je moet die interne markt gaan aankleden. Door een Europees milieubeleid te voeren, een Europees onderwijsbeleid, een Europese defensiepolitiek en ontwikkelingssamen werking op Europees niveau. Over indi anenverhalen dat Nederland zijn vor stin, volkslied en krentemik zal verlie zen na 1992 hoeven we ons echt niet zo druk te maken. Wat wel alle aandacht verdient is de nog tekortschietende macht van het parlement. Het is in het belang van alle individuele lidstaten dat wij meer greep krijgen op de raad van ministers". Ook volgens de VVD'er Hans Nord, die zich al tientallen jaren voor een verenigd Europa inzet, heeft het Europarlement nog niet echt veel in de melk te brokke len, al is zijn bevoegdheid de afgelopen jaren wel uitgebreid: „In Nederland duurde het vierhonderd jaar voor de Staten-Generaal de bevoegdheid kregen de regering naar huis te sturen. Dat zal hier binnen vijftien jaar bereikt zijn. Ik zal niet zeggen dat het parlement al een lekkere bek met tanden heeft, maar het is toch al meer dan het melkgebitje van PAUL KOOPMAN MARGA RIJERSE ROB SEBES y Serevus is gestaakt omdat tegen de invloeden van de luchtvervuiling niet is op te FOTO: AP FLORENCE - Michelangelo was zo onder de indruk van Lorenzo Ghiberti's vergulde deurpanelen van de oostelijke ingang van de Doopkapel in Florence, dat hij ze een plaats toedacht aan de poorten van de hemel. Nu staat de Deuren van het Paradijs een plaats te wachten in een speciale glazen ruimte in het museum tegenover de Florentijnse kathedraal. Beroet en half verteerd door uitlaatgassen, zijn de tien bronzen panelen voor restauratie van hun oorspronkelijk plaats verwijderd. Aangezien ze op geen enkele manier kunnen worden beschermd tegen de uit laatgassen, zullen zij na hun herstel in een glazen, zuurstofarme ruimte van het museum worden gezet. Hun plaats op de deuren van de Florentijnse Doopkapel zal worden ingenomen door kopieën. In Italië heeft de restauratie van oude cultuurmonumenten de afgelopen jaren tal van hoogtepunten beleefd. De Vene- tiaanse paleizen werden in hun oude glo rie hersteld en de prachtige kleuren van Michelangelo's fresco's in de Sixtijnse Kapel in Rome kwamen na een grondige schoonmaakbeurt opnieuw tot leven. Gebeurtenissen als deze mochten zich verheugen in een grote internationale be langstelling. Waar men echter minder nadrukkelijk bij stil staat, is het feit dat veel cultuurmonumenten langzaam maar zeker verpulveren. Andere zijn door milieuvervuiling zodanig aangetast dat alleen een veilige plaats in het mu- seum ze nog voor de ondergang kan be hoeden. Alle technologie ten spijt, moeten restaurateurs erkennen dat zij dit proces nauwelijks kunnen tegenhou den. De deurpanelen van de Florentijnse Doopkapel zijn niet de enige kunstwer ken die naar het museum moesten wor den overgebracht. De vier vergulde bronzen paarden aan de facade van de St. Marcusbasiliek in Venetië werden na hun restauratie binnen in de kerk ge plaatst. Ook zij moesten hun oorspron kelijke plaats aan de buitenkant van de basiliek afstaan aan kopieën. De standbeelden van de Dom van Mi laan zullen ook spoedig naar binnen ver huizen en de Romeinen zullen het voortaan zonder het 1800 jaar oude rui terstandbeeld van keizer Marcus Aureli- us moeten stellen. Het onlangs gerestau reerde beeld, dat zijn plaats had op het plein voor het gemeentehuis op het Ca priool, zal daar niet terugkeren omdat het de uitlaatgassen van het Romeinse verkeer niet langer kan velen. Maar wat zou er moeten gebeuren met de 21 meter hoge Triomfboog van Settimius Severus en het Forum Romanum? Die is immers niet zo gemakkelijk over te brengen naar een museum. Volgens Alessandra Melucco, die de res tauratie van het standbeeld van Marcus Aurelius heeft gecoördineerd, is de he dendaagse technologie niet in staat het voortschrijdend verval van de cultuur monumenten te voorkomen. Haar colle ga Roberto Nardi verzucht: „Binnen een generatie verliezen we een culturele erfe nis van tweeduizend jaar". Nardi, arche oloog en restaurateur, werkte onder meer mee aan de restauratie van een deel van de Triomfboog van Settimius Serevus, een van de meest beschadigde monumenten in Rome. De restauratie van de Triomfboog in Rome werd gestaakt, niet alleen uit geld gebrek, maar vooral omdat de restaura teurs niet tegen de vervuiling konden opwerken. Het bouwwerk werd even snel weer aangetast als het werd geres taureerd. Het vervuilde bruine deel van de Triomfboog steekt scherp af tegen het gerestaureerde, bijna witte, deel. Maar over vijf, zes, hooguit tien jaar zal de zwarte afzetting weer zijn teruggekeerd. Volgens Nardi moet de restauratie van de Triomfboog pas worden hervat als de overheid concrete plannen heeft uitge werkt om de gerestaureerde gedeelten te onderhouden. Zolang dit niet het geval is, is restauratie zinloos, zegt hij. Voor de restauratie van oude bouwwer ken wordt op dit moment voornamelijk gebruik gemaakt van natuurlijke bouw materialen, maar de restaurateurs zijn het erover eens dat deze niet voldoen. De nieuw aangebrachte pleisterlagen zijn na een jaar of vijf weer door vervuiling aangetast. Daarom is men naarstig op zoek naar duurzamer, chemische midde len. De roep om uitgebreider onderzoek naar een chemische beschermlaag voor steen klonk ook tijdens een onlangs gehouden internationale conferentie van restaura teurs in Florence. De conferentie be sprak ook de mogelijkheid om het inter nationale bedrijfsleven meer voor de restauratie van cultuurmonumenten te interesseren. In Italië, waar de regering met enorm begrotingstekorten kampt en weinig geld over heeft voor culturele aangelegenheden, gebeurt dit al. Maar het inschakelen van het bedrijfs leven heeft zijn schaduwzijden. „De be drijven zijn vooral gericht op concrete projecten en hebben geen algemene be langstelling voor monumentenzorg", zegt Luis Monreal, de directeur van het Getty Conservation Institute in Califor- niè, een van de aanwezigen op de confe rentie in Florence. Roberto Boddi, de conservator van het Fortezza da Basso in Florence, een van de meest vooraanstaande restauratic- werkplaatsen van Italië, beaamt dit. Vol gens hem bestaat het gevaar dat bedrij ven slechts interesse zullen tonen voor zeer bekende of in het oog springende objecten. Objecten die minder bekend zijn maar wellicht dringender restauratie behoeven, zullen zo toch nog verloren gaan. FRANCES D'EMILIO

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 25