Solidariteit vertrouwt op klinkende zege Shi Hui Ye vertaalt Mulisch voor Chinezen Gewonde kinderen zijn helden van de intifada BUITENLAND £«icUc(3ommtt VRIJDAG 2 JUNI l PAGINA 7 Polen gaat overmorgen naar de stembus voor verkiezingen, waaraan naast de Poolse communistische partij ook andere groepen mogen deelnemen. Niet dat de oppositie de macht kan verkrijgen, want een meerderheid van de zetels is voor de communisten gereserveerd. Toch is er in Polen onder de oppositie sprake van een zekere verkiezingskoorts. Onze verslag gever Leo van Vlijmen bericht hierover vanuit de hoofdstad Warschau. (Van onze speciale verslaggever Leo van Vlijmen) WARSCHAU „Nu is eindelijk ook de Poolse Verenigde Arbeiderspartij (PVAV) ondergronds ge gaan", luidt de nieuwste politieke grap in Polen. En op verkiezingsbijeen komsten willen de kandi daten van het „burgerco mité Solidarnosc" altijd even kwijt: „De Poolse Arbeiderspartij (de com munistische partij -red). Die bestaat toch al lang niet meer?" Inderdaad, wie niet beter weet zou kunnen denken dat de Poolse communisten helemaal niet aan de verkiezingen van zondag voor de Sejm en de Se naat meedoen. De reusachtige partijcentrale in het centrum van Warschau staat erbij alsof er niet gestemd behoeft te worden: geen verkiezingspla- katen, geen slogans, geen fo to's van kandidaten. En bin nen heerst er berusting. Ook partijfunctionarissen kunnen niet meer ontkennen dat de iverkiezingscampagne van de Bonte affiches Het ..burgercomité Solidar nosc" daarentegen is van plan tot de laatste minuut aan de weg te timmeren De verkie zingscentra van Solidarnosc zijn al van verre te herkennen aan de bonte verkiezingsaffi ches. De gezichten van de kandidaten stralen vanachter vensters en vanuit telefooncel len voorbijgangers toe. Op bus sen en trams in de grote ste den zijn buitenmodel-stickers geplakt met in het vertrouwde rode klodderhandschrift „Soli darnosc" en daaronder: „Geef je stem aan Lech Walesa" En die is zelf niet eens kandidaat, noch voor de Sejm, noch voor de Senaat Hij heeft zijn han den momenteel vol aan de re organisatie van zijn vakbond. Toch is hij op de verkiezings plakkaten van het burgerco mité lijfelijk aanwezig. Aan het begin van de campagne zijn alle 261 kandidaten die onder het vaandel van Soli darnosc een zetel proberen te veroveren naar Gdansk afge reisd, om bij wijze van han delsmerk samen met een breed lachende Lech Walesa gefotografeerd te worden. De ruggegraat van het burger comité wordt gevormd door de inmiddels weer gelegaliseerde Solidarnosc (de vakbond Soli dariteit -red), geflankeerd door Boeren-Solidarnosc en door de studentenbond NZS, die nog steeds voor zijn weder- toelating vecht. Verder geniet het burgercomité de steun van de ongeveer zeventig „clubs van katholieke intellectuelen" die over het hele land zijn ver- Meer oppositie Alle 261 Solidarnosc-kandida- ten zijn de afgelopen weken stad en land afgelopen om de kiezers ervan te overtuigen dat alleen zij tot de enige echte oppositie behoren. Dat is ech ter allerminst conform de waarheid, want het aantal op positionele groeperingen dat niet met Solidarnosc optrekt is veel groter. Bijvoorbeeld de groep „Strijdende Solidariteit", die op het standpunt staat dat je nooit moet onderhandelen met communisten omdat ze niet te vertrouwen zijn. Of de nationalistische Confederatie van een Onafhankelijk Polen, die niet alleen alle Russen over de grens wil zetten maar ook niet wenst dat er commu nisten in de regering zitten. En er zijn nog tal van andere oppositie-groepen. Volgens opiniepeilingen komt Solidarnosc er met 47 procent Op alle mogel ieren wordt in Polen propaganda gevoerd voor Solidariteit. FOTO: AP van de stemmen verreweg het beste van af. Nog eens dertig procent denkt er over op een andere oppositionele groepe ring te stemmen. Slechts zeven procent van de ondervraagden wil zijn stem aan de PVAP ge ven. Indien blijkt dat deze cijfers niet met de werkelijkheid kloppen, dan ligt dit niet zo zeer aan de opiniepeiling als wel aan de merkwaardige stemprocedure die er voor ge maakt lijkt te zijn om de kie zers in verwarring te brengen. Elke kiesgerechtigde krijgt na melijk zoveel stembiljetten als er in zijn district zetels te ver geven zijn. Op die stembiljet ten slaan echter alleen maai de namen van alle kandidaten voor die zetel, zonder vermel ding van de politieke partij of politieke groepering waartoe zij behoren. En omdat het stemmen moet geschieden door de namen van de niet-ge- wenste kandidaten door te strepen staat straks menige Poolse kiezer radeloos in het stemhokje. Op tv De stemprocedure is door me nige kandidaat van de PVAP aangegrepen om in de anoni miteit onder te duiken en zich als onafhankelijke kandidaat voor te doen. Zelfs Jerzy Ur ban, de gehate voormalige re geringswoordvoerder die nu directeur van de Poolse staat stelevisie is. voert campagne als „onafhankelijke kandi daat". Een aantal van hen zal onge twijfeld op grond van hun be loftes of bij vergissing worden gekozen. Zodoende kan het percentage van de op de PVAP uitgebracht stemmen flink worden opgekrikt. Nieuw voor Polen is dat de verkiezingsstrijd ook op tv wordt uitgevochten. Hoewel: de televisie is het medium waartoe zij onbeperkt toegang heeft, zeker nu Jerzy Urban daar de dienst uitmaakt, en de oppositie niet. Dus krijgt de PVAP en zij alleen alle gelegenheid om in nieuws- en actu^liteitenuitzendingen de kijkers aan te moedigen om op haar kandidaten te stemmen. Het burgercomité Solidarnosc heeft op de tv weinig succes gehad. De eerste drie kwartier durende uitzending, op 9 mei. gaf hoofdzakelijk beelden van Lech Walesa te zien. De tv- uitzending van 23 mei is niet doorgegaan omdat daarin on derwerpen aan de orde kwa men die volgens de Ronde Ta fel-afspraken taboe waren. Groot succes daarentegen heeft Gazeta Wyborcza, de binnen enkele weken door Adam Michnik uit de grond gestampte verkiezingskrant van het burgercomité Solidar nosc, die dagelijks in een opla ge van 500.000 exemplaren wordt verspreid. GAZA Het lijkt rustig in het Ahli Arab zieken huis in de door Israel be zette Gaza-strook. Uitzon derlijk rustig. De poort wachter op zijn houten keukenstoel wuift ons vriendelijk naar binnen, en in de tuin maken pa tiënten ondersteund door familieleden een wande ling. „Weinig werk", zegt Iorahim de verpleger. „Tot nu toe tenminste". Plotseling het geluid van een ambulance. Geroezemoes bui ten. Mannen trekken de bran card uit de auto. Suheir, 13 jaar, heeft een schotwond in de rug. Het kind kreunt. Het team van doktoren en verple gers heeft niet veel woorden nodig. „We plakken de wond dicht. Dan een röntgenfoto om te kijken hoeveel schade er is". Ritselende pleisters, een infuus in de arm. Zuurstof op de neus. Suheir verliest het be wustzijn. „Zijn toestand is kri tiek". zegt dokter Yousef. „Meer kan ik niet zeggen. Ik heb geen tijd". Hij rer,t naar een andere tafel. I Een kind van zes met een ga pende hoofdwond. „Hoe voel je je?", vraagt de dokter. „Kwais, goed", zegt het kind. De jongen huilt niet wanneer zijn hoofd wordt verbonden. Op de volgende behandelings tafel ligt een vijftienjarige jon gen. Schotwond in zijn linker been", zegt dokter Yousef. „Hij moet onmiddellijk naar de operatiekamer". Weer een ander slachtoffer, de 9-jange Muntasser, laat me zijn gebroken arm zien. „De soldaten hebben me gesla gen", legt hij uit. „Met de loop van hun geweer". „Waarom ben je geslagen?" „Omdat ik een steen heb ge gooid". „Waarom heb je een steen ge gooid?" „Voor mijn land". Zijn vader staat naast hem. „Onze kinderen zijn onze hel den", zegt hij trots. Slachtoffers De helden. De kinderen van de intifada In de laatste maanden neemt het aantal kinder-slachtoffers van de Palestijnse opstand duidelijk toe. Volgens gegevens van de UNWRA, de VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen in het Midden-Oosten werden er vanaf het begin van de inti fada, in december 1987, tot be gin maart dit jaar 45 kinderen gedood door soldaten en kolo- Vanaf begin maart tot eind mei vielen er onder de kinde ren tot vijftien jaar 18 doden. „Dat betekent nu zes dode kinderen per maand", aldus een woordvoerder in Jeruza- „Er is een toename in het aan tal gevallen, waarbij de Israë lische soldaten zonder onder scheid van leeftijd, schieten en slaan", zegt Claire Grimes, woordvoerder van de UN WRA in Gaza. „Ook als er geen stenen worden gegooid, slaan de soldaten kinderen op straat. Dit is door UNWRA- waarnemers gezien". Volgens Claire Grimes was een dag eerder een baby van een jaar in het ziekenhuis op genomen met een schotwond. Op de dag dat wij Gaza bezoe ken telt men achttien gewon den, van wie tien kinderen onder de vijftien jaar. De jeugd groeit er op met het beeld van strijd en geweld. Geen kinderen In de Gaza-strook zijn de kin deren geen kinderen meer. Meedoen met de intifada, de dagelijkse confrontatie met het leger is hun bezigheid. En de wond die het kind oploopt, is de bijna vanzelfsprekende prijs die betaald wordt. Zonder huilen. Op de kinder-afdeling van het Ahli Arab ziekenhuis ligt Yami, tien jaar oud, in diepe verdoving na een operatie waarbij zijn galblaas is verwij derd. „Hij is twee maanden ge leden geslagen door soldaten", vertelt zijn zuster Etaf „Van morgen kreeg hij plotseling flinke pijn in zijn buik. Hij bleek een interne bloeding te hebben De doktoren zeggen dat hij gauw weer beter zal Yami's moeder en vader staan stil om het bed Als het kind even beweegt, trekken zij de deken wat hoger op „Wij krijgen hier slachtoffers van de intifada van alle leeftij den", legt een kinderarts uit „De jongste die ik behandeld heb, was een baby van vijf maanden. Traangas". In het vluchtelingenkamp Bu- reigh, ten oosten van het stad je Gaza, maken Israëlische sol daten zich even later op om de scherpfluitende kinderen in het kamp te lijf te gaan. Met het geweer in de aanslag ruk ken ze voorzichtig op. De jeeps volgen hen. Intense spanning. „Het is ge vaarlijk hier", zegt mijn bege leider. „Weet je hoever een kogel van een M-16 geweer reikt0". Als we dekking zoe ken komen de Palestijnse kin deren op ons af. „Er zijn al vijf gewonden", melden ze. Intus sen is mijn aanwezigheid re den om in actie te komen. Kinderen midden in de straat. recht tegenover de soldaten, „Allah Anhkbar" schreeu wend Het teken van de strijd. Later op de dag praten we met Suad. een 47-jarige moeder van tien kinderen. We zitten in haar kleine huis in het vluchtelingenkamp Shate. „Wij zijn hier gekomen vanuit Jaffa, vlak bij Tel Aviv. Op de plaats waar het huis van mijn ouders heeft gestaan, is nu een hotel gebouwd. Ik ben er twee keer wezen kiiken. Nu kan ik niet meer. Ik olijf hier en ben elke dag bang dat een van mijn kinderen wordt gearres teerd of geslagen of gewond raakt". „De intifada zal pas stoppen, als wij onze vrijheid hebben. Israel moet begrijpen dat ook wij recht hebben op een land" Ze schuift de tomaatjes die ze net gewassen heeft resoluut opzij. Alsof ze zeggen wil: dit maal is er geen andere weg. Vlag Vlak bij haar huis wappert de verboden Palestijnse vlag op het dak van de moskee. Het kamp voelt zich „bevrijd" „Als een militaire patrouille het waagt het kamp binnen te rijden", aldus een bewoner, „worden de soldaten meteen door onze kinderen aangeval len. Soms trekken de soldaten terug, soms schieten ze". Als tegen acht uur 's avonds het uitgaansverbod weer in gaat. -hoor ik vanuit de tuin van het hotel in Gaza schoten, begeleid door het snerpend ge fluit van de demonstranten. Vlak naast het hotel staan de ambulances klaar. „Zo is het nu al anderhalf jaar", zegt Ahlia e-Shawa, de 58-jarige vrouwelijke manager van het hotel „Elke dag doden en gewonden". Ahlia e-Shawa wordt de „moeder van Gaza" genoemd. Vanachter haar bu reau ontvangt ze de berichten over de slachtoffers en geeft ze het nieuws door aan journalis ten Wie problemen heeft, wordt door Ahlia geholpen. Een journalist die het had aan gedurfd Gaza binnen te rijden met een auto met Israëlisch nummerbord kreeg van Ahlia Palestijnse begeleiding. „Zorg dat er geen stenen naar hem worden gegooid", droeg ze de jongeren op. In de nacht hoorde ik militaire voertuigen, langsscheren. Plot seling gierend remmen. Een* harde bons op het ijzeren hek. Geschreeuw „Een overval", legt Ahlia uit. 's Ochtends vroeg belt ze naar het Ahli Arab-ziekenhuis om te infor meren naar de toestand van Suheir. het kind met de schot wond in de rug. „Hij is van nacht geopereerd", zegt ze, „hij leeft nog". WILLY WERKMAN Shu Hui Ye. Hij is overtuigd lid van de Communistische Partij in China. Spreekt uitstekend Nederlands. En is de enige Chinees die rond rijdt op een motor met zo'n gele sticker 'stop de neutronenbom'. Een vreemd gesprek in Peking. PEKING „Ik begon, een beetje vulgair, te vertalen om wat extra geld te verdienen. Maar daar gaat het me niet meer om. Nu beschouw ik het als mijn levens taak om jaarlijks zeven of acht Nederlandse ro mans in het Chinees te vertalen. Ik wil de Chi nezen kennis laten ma ken met het mooiste en het beste van de pro gressieve Nederlandse literatuur". Shi Hui Ye. Eerst vertaalde hij de Max Havelaar. Sinds twee weken ligt zijn nieuw ste vertaling in de Chinese boekhandel. De Aanslag van Harry Mulisch. Op de om slag een foto uit de film. En de titel, in twee karakters. Toevallig lijkt de uitspraak een beetje op het Neder lands: Aanshaa. Het boek is ruim tweehonderd bladzij den dik, en kost de Chine zen nog geen gulden. Vertaler Shi Hui Ye vertelt in Peking onder het genot van een slokje limonade graag zijn verhaal. Shi: „Ik ben 47 jaar. Ik ben geboren en opgegroeid in het vroege re Nederlands-Indië. Mijn ouders waren van Chinese afkomst, maar thuis werd er alleen maar Nederlands ge sproken. We waren Neder lands. Mijn vader was in Ne derland opgeleid tot arts. Mijn moeder had de HBS ge daan. Mijn ouders waren po litiek niet actief, maar we hoorden wel tot de nationa listische groep, die na de on afhankelijkheid in Indonesië bleef en socialistisch werd. Dat was ook een reden om naar China te gaan. Ik was toen negentien". „Bij aankomst in China wer den we goed ontvangen. De Volksrepubliek was toen nog erg geïsoleerd Boven dien brachten wij, de Chine zen uit Indonesië, geld en expertise mee. China kon ons goed gebruiken". Geen Chinees „Ik kon niet gelijk verder met mijn studie, want ik sprak geen woord Chinees. Ik heb het zo snel mogelijk geleerd en ben toen aan de Landbouwhogeschool gaan studeren. In 1966 studeerde ik af. Toen werd de politieke situatie in China juist slech ter. Het was het begin van de Culturele Revolutie. Als buitenlanders waren wij opeens verdacht. We werden gediscrimineerd. Naar de achterlijkste delen van het land gestuurd. Ik ook. Ik werd naar een dorpje in het zuiden van het land ge stuurd om er te werken in een ziekenhuisje. Ik vond dat toen niet leuk. Was ik daarvoor biochemie gaan studeren? Maar ik ging wel. Wat de partij zei dat je moest doen, dat deed je ook" „Achteraf zeg ik dat het fout was dat de partij me daar op zo'n manier naar toe stuur de. Maar achteraf zeg ik ook dat het een positieve en leer zame ervaring was. Daar heb ik gezien wat echte ar moe is Daar heb ik gezien wat de partij allemaal voor China gedaan heeft. Toen ik er kwam waren er drie dok toren voor een miljoen men sen. Nu zijn er meer dan duizend artsen. Toen ik er kwam. was het gebied nog nauwelijks te bereiken Nu zijn er goede wegen en is er een spoorverbinding. Die ontwikkelingen zijn te dan ken aan de partij". „In de jaren tachtig, toen in China hun „glasnost" en „perestrojka" begonnen, ben ik lid geworden. En ik ben het nog steeds. Ik werk trou wens ook bij de partij. Op de afdeling internationale be trekkingen". „Het vertalen van Neder landse literatuur doe ik vooral voor mijn plezier. Als het me om het geld te doen was. dan zou ik pornografi sche verhalen gaan vertalen. Dat betaalt flink. Daar is op dit moment enorme vraag naar. Maar dat doe ik niet. Al zou ik het geld goed kun nen gebruiken, want ik ver dien niet veel. In China ho ren de intellectuelen en de partijkaders tot de laagstbe taalden van de samenleving. Ik verdien nog niet een Goed boek „Waarom Max Havelaar het eerste boek was dat ik ver taalde? Omdat ik een emo tionele band met dat boek heb Omdat ik het de parel van de Nederlandse litera tuur vind. Omdat ik vind dat alle Chinezen dat boek zouden moeten kunnen le zen. En er is nog een reden. Het was het enige Neder landse boek dat ik na de Culturele Revolutie nog over had. Ik heb toen bijna al mijn boeken in moeten le veren. Die zijn allemaal ver brand. Dat gebeurde overal in China. Jullie in Europa hebben er geen idee van hoe het er hier toen aan toe ging. .Dan liepen ze langs de hui zen, sloegen op een gong en riepen dat iedereen alle ideologisch verkeerde boe ken in moest leveren. Dat deed je. Uit "angst voor de gevolgen als ze je naderhand zouden betrappen op boeken die niet mochten". „Mijn moeder heeft èlle foto-albums in snippers ge scheurd. Ik heb stapels wes terse romans ingeleverd. Al leen de Max Havelaar niet. Die heb ik gehouden. Ik ge loofde niet dat ze daar be zwaar tegen konden maken. Politiek gezien is het toch een goed boek9 Multatuli he kelde het Nederlandse kolo niale beleid in een tijd dat niemand daar zo over durf de te schrijven". Oplage „Nadat ik het boek had ver taald heeft het wel even ge duurd voordat ik een uitge ver kon vinden. Maar uit eindelijk was de volkslitera tuuruitgeverij, onze meest prestigieuze uitgeverij, be reid het in een oplage van drieduizend te drukken. Dat lijkt niet veel op een bevol king van meer dan een mil jard mensen. Maar de hele literatuur zit hier in het slop. De eerste oplage van een ro man is nooit zo groot. Wat dat betreft is De Aanslag van Harry Mulisch een uit zondering. De eerste druk is verschenen in een oplage van dertigduizend exempla ren. Als je de Mulisch van China bent, dan verschijnt je boek misschien wél in een eerste oplage van honderd duizend. Maar wie lukt dat? Eigenlijk alleen Mao" „De Aanslag is een goed boek is. Mulisch is weliswaar geen communistische schrij ver. maar hij schrijft wel heel menselijk over commu nisten. sociaal-democraten en de vredesbeweging. Het is niet alleen een aangrij pend verhaal, het is ook leerzaam. Het is een boek dat mensen aan het denken zet. Het is een goed voor beeld van de moderne Ne derlandse literatuur". „Het vertalen levert los van de taal ook andere proble men op. Want hoe vertaal je „Dolle Dinsdag"? Wat moet je met die dubbel uit te leg gen naam van het huis in Haarlem, villa „Buitenrust"? Sommige van die problemen heb ik ondervangen door het gebruik van een Chinese metafoor. En Dolle Dinsdag heb ik uitgelegd in een voet noot Er staan ongeveer driehonderd voetnoten in het boek. Meer wilde ik niet. Dat maakt een boek onlees baar. Dan moet je de hele tijd kijken wat er in die voetnoten staat. Dat leest niet fijn". Volgende boek „Wat het volgende boek is dat ik ga vertalen? Ik weet het nog niet precies. Ik heb een paar titels in mijn hoofd. Het Noodlot van Louis Cou perus. Het Meisje met het Rode Haar van Theun de Vries. Daar is misschien wat makkelijker een uitgever voor te vinden, omdat Theun de Vries naast Multa tuli de enige Nederlandse schrijver is die in de Chinese encyclopedie van de litera tuur staat. Omdat hij com munist was. Wat nog meer° Oh Ja, dat boek van Jan Wolkers waar in zoveel wordt ge-Turks- Fruit. Ik denk dat dat heel erg zou aanslaan bij de jeugd in China. Het zou ze het ver schil kunnen leren tussen porno en literatuur".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 7