fedcrlandsc sleepboot
mkt Yietnamezen niet
wijt in Singapore
Jniversiteiten vragen om meer investeringen
waar geschut tegen Nijpels
Relatie met Duitsers:
Eerder een Calimero- effect
dan een oorlogsherinnering
Op scholen meer
arbeidsduurverkorting
Drie parlementariërs
verlaten Tweede Kamer
ÏENLAND
CridóöGomont
DONDERDAG 25 MEI 1989 PAGINA 5
■wderd
fflhasj
Ijaring-
2f|jes
esteiih De rijkspolitie
r. Dij een huiszoeking
zeterj woonwagencen-
aarjBest honderd kilo
inden dat zat ver-
haringvaatjes die
ind waren begra-
'endien vond de
'ee pistolen. In
hiermee is een
bewoner van het
gboefcencentrum aan-
DEN HAAG De arbeidsduurver
korting (adv) voor onderwijsperso-
nèel wordt per 1 augustus uitgebreid.
Het onderwijsgevend personeel in
het primair onderwijs van 28 tot en
met 51 jaar krijgt bij een aanstelling
van 21 klokuren per week of meer
recht op 1 uur adv per week (dat was
32 klokuren). Voor de 45- tot en met
51-jarigen die recht hebben op twee
adv-uren, gaat die grens van 32 naar
24 klokuren per week. De 52 tot en
met 54-jarigen hebben nu al vanaf 24
klokuren per week (was 26 klokuren)
recht op 4 adv-uren verlof.
Voor het voortgezet onderwijs wordt
adv toegekend op basis van het aan
tal lesuren. De grens voor een adv-
uur voor 28- tot en met 51-jarigen
gaat van 23 naar 18 lesuren per week.
Voor 45- tot en met 51-jarigen gaat de
grens voor 1 uur adv van 18 naar 15
lesuren per week. Voor het onder
wijsgevend personeel voor 52 jaar en
ouder blijft de huidige regeling be
staan. Hierdoor wordt het aantal
deeltijdwerkers dat recht heeft op
adv aanzienlijk groter. De door de
adv vrijkomende uren, zullen bij
voorrang moeten worden opgevuld
door mensen die overbodig zijn ge
worden.
Structurele subsidie voor
bureaus slachtofferhulp
UTRECHT Minister Korthals Altes van justitie
heeft voor de komende vijf jaar 4 miljoen gulden op
jaarbasis beschikbaar gesteld aan de ruim zestig Bu
reaus voor Slachtofferhulp in Nederland. Volgens de
LOS komt met de toezegging van justitie een einde
aan een periode van financiële onzekerheid. Slachtof
ferhulp ontving wel overheidsgeld, maar van een
structurele financiering was nog geen sprake. „Justi
tie erkent met deze nieuwe regeling dat slachtoffers
recht hebben op hulp", zei de tevreden nieuwe voor
zitter van de LOS, prof. mr. M. Groenhuijsen, giste
ren op een ledenvergadering in Utrecht. Groenhuij
sen werd gekozen als opvolger van dr. J. van Dijk,
die vanaf de oprichting in 1984 als voorzitter van de
LOS heeft opgetreden. De nieuwe voorzitter is hoog
leraar straf- en strafprocesrecht aan de Katholieke
Universiteit Brabant. Hij is tevens rechter-plaatsver-
vanger bij de rechtbank in Rotterdam.
(Van onze
parlementaire redactie)
DEN HAAG Drie Twee
de-Kamerleden die in hun
fractie een belangrijke rol
hebben gespeeld, hebben gis
teren hun afscheid aange
kondigd. Van D66 zullen
Maarten Engwirda (45) en
Erwin Nypels (55) niet meer
terugkeren na de verkiezin
gen van 6 september. Wijnie
Jabaaij (50) van de PvdA
verlaat 28 juni, de laatste
vergaderdag van de Kamer
voor het zomerreces, de poli
tiek. Jabaaij blijkt aan de
ziekte multiple sclerose (ms)
te lijden.
Engwirda was veertien jaar lid
van de Tweede-Kamerfractie
van D66. Tusen 1982 en 1986
was Engwirda fractievoorzit
ter. Engwirda is bereid in de
politiek terug te keren als hij
een ministerspost kan bekle
den in een kabinet waarin D66
zit. Anders zal Engwirda kie
zen uit een aantal aanbiedin
gen van het bedrijfsleven.
Zijn fractiegenoot Nypels is
sinds 1967 met een onderbre
king van twee jaar ('72-'74) ka
merlid. In 1982 was Nypels
'even' minister van volkshuis
vesting en ruimtelijke orde
ning. Dat kwam doordat de
PvdA uit het tweede kabinet-
Van Agt was gestapt en D66
en het CDA een 'rompkabinet'
vormden. Nypels bekleedde
deze post zes maanden.
Wijnie Jabaaij is ruim tien jaar
kamerlid geweest. Toen zij en
kele maanden geleden met
haar been begon te tobben,
dacht Wijnie Jabaaij dat zij
aan een tropenvirus leed. On
derzoek in het Academisch
Ziekenhuis in Leiden heeft
uitgewezen dat zij ms heeft.
„Haar onverwachte vertrek is
voor ons een groot verlies",
liet de PvdA-fractie weten.
Lekker!!!
voorj
in d<\PORE Kapitein
ma-van Haarlemse
Ipnetfpbööt Santania zet
pulpfg met zijn schip,
bbenp naast dertien be-
hand^gsleden ook 87
tmes bootvluchtelin-
ëe-|rblijven, koers rich-
"eenf FiliPÜnen' De au~
usief en van Singapore
;everp geweigerd de
rich- mezen aan land te
lat-ie
>eten
'genin van deze weigering
jpen.gens Koops uiterst for
meel De Santania zou in eer
ste instantie de voormalige
Britse kroonkolonie niet aan
doen. Ook het voorstel om de
Vietnamezen per vliegtuig
naar een ander Aziatisch land
te brengen dat hen voorlopig
zou willen opvangen, werd
van de hand gewezen. Op
Tweede Pinksterdag viste het
Nederlandse schip de Vietna
mezen op uit de Zuidchinese
Zee, waar zij al drie dagen op
een kleine vissersboot rond
dobberden.
Volgens Koops waren de auto
riteiten. onverbiddelijk: „We
kregen te horen dat we oor
spronkelijk niet voor Singapo
re bestemd waren en dat we
dus die Vietnamezen maar er
gens anders kwijt moesten
zien te raken. En dat komt
hard aan. Zeker als je weet dat
er onder de vluchtelingen 35
kinderen onder de achttien
jaar zijn. Als wij hen niet ge
holpen zouden hebben, was
hooguit een derde levend aai}
wal gekomen".
De kapitein van de Santania
kreeg veel meer vluchtelingen
aan boord dan hij op het eerste
gezicht verwachtte. Koops:
Met een verrekijker hadden
we geschat dat er dertig men
sen aan boord van het vissers
bootje zouden zijn, maar toen
ze eenmaal aan boord begon
nen te stappen bleken het er
een paar meer te zijn".
Een complicerende factor is
het feit dat de Santania niet
onder Nederlandse, maar on
der Panamese vlag vaart. Er
bestaat een speciale regeling
voor dit soort gevallen, waar
bij andere landen zich garant
kunnen stellen. Inmiddels zou
Frankrijk die stap hebben ge
zet, aldus het Haarlemse be
drijf ITC.
Itkaping
rnalist Ger Vaders toont zijn boek „Ijsbloemen en witte
over de treinkaping in 1975. Vaders die één van de ge
gijzelden was, overhandigde gisteren het eerste exemplaar aan
mevrouw Soumokil. Zij bemiddelde tijdens de kaping, foto: anp
;taan'
een|
maf.|
gro-
pge-Wg van de voorpagina)
ikel-j
vijk.hval van Luteijn was
veeê'voor Haagse politie-
zich grippen. Bij de pre-
™r-fe van het presti-
d ze' NMP zei Nijpels
ene-brgen echter: „Het
asse. Standpunt wijkt
op dit ene onderdeel
Ei het NMP. Zowel
MP als het VVD-
zingsprogramma
een solide financie-
n hoeft dus niet te
n gewijzigd. Het
itenforfait is slechts
mderdeel van het
Nu Smit-Kroes zich 'vrijwillig'
uit de politiek zal terugtrek
ken, is de kans volgens Luteijn
groot dat Nijpels een zelfde
soort signaal van de partij zal
krijgen. ,.Er kan een oproep op
hem worden gedaan zich terug
te trekken. Als ik Nijpels was,
zou ik dan zeggen: publiceer
de kandidatenlijst maar zonder
mijn naam er op". Luteijn be
nadrukt dat de populariteit
van Nijpels (in de opiniepeilin
gen tweede achter premier
Lubbers) hem 'niets zegt.
Niet waard
van een ruzie niet waard. „In
deze aanloopfase naar de ver
kiezingen is het staatsrechter
lijk en praktisch geen pro
bleem dat Nijpels als minister
een plan moet presenteren dat
niet helemaal strookt met de
opvattingen van zijn eigen
partij. Dat hebberi CDA-minis-
ters in deze periode ook wel
eens".
In een uitvoerig betoog pleitte
Lubbers er vanmorgen voor
de afschaffing van het reiskos
tenforfait niet louter te zien
als financieringsbron van het
NMP. „De afschaffing heeft
een veel bredere, bedoeling.
Het gaat ook om het tegengaan
van files, waardoor de lucht
vervuiling kan afnemen.
Daarom kunnen we dit punt
niet zo maar uit het NMP ha
len. In dit soort zaken moet je
principieel zijn, moet je geloof
waardig blijven".
Minister Smit-Kroes (verkeer
en waterstaat) kon het niet la
ten een sneer uit te delen naar
VVD-fractieleider Voorhoeve,
die zij ironisch haar „politieke
vriend" noemde. „Ik heb het
idee dat Voorhoeve nogal ach
terliep", aldus Smit-Kroes.
„Hij heeft over het NMP uit
spraken gedaan die daar dui
delijk op wijzen. Zijn vrees
voor een te zware belasting
voor het vrachtverkeer is on
terecht. Maar ik ben geduldig
en zal het Voorhoeve nog eens
uitleggen".
bel-
.tiaj
liet Nijpels al weten
reiskostenforfait voor
;n principieel punt is.
kten'zal zich daardoor zon-
>eite achter het VVD-
.ingsprogramma kun-
ïaren. Dit tot grote er-
an Luteijn, die gisteren
hangt veel af van Nij-
elichting op het NMP.
een signaal moeten ge-
DEN HAAG Twee voorma
lige medewerkers van het
Haagse beveiligings- en incas
sobedrijf Toetanchamon zijn
vanmorgen veroordeeld tot ge
vangenisstraffen van twee en
vier jaar. De zwaarste straf
was voor een 31-jarige man uit
Voorschoten, die veertien da
gen geleden door de officier
van justitie was omschreven
als één van de adjudanten van
de grote baas Hoos. De Voor-
Twee en vier
jaar voor
Toetanchamon -
medewerkers
schotenaar had meegedaan
aan brandstichtingen bij Sijt-
hoff Pers en de Gemeentelijke
Sociale Dienst en vernielingen
'bij directieleden van het kran
tenconcern. De ander, een 28-
jarige Amsterdammer, had in
het kader van incassopraktij
ken her en der vernielingen
aangericht om mensen te inti
mideren. Dit gebeurde alle
maal in opdracht van Hoos, zo
vertelden beide mannen twee
weken terug tijdens de rechts
zitting. Zoals bekend is de
Toetanchamon-directeur zelf
onlangs tot 12 jaar cel veroor
deeld.
De prijzen voor
'Hollandse
Nieuwe'
verschillen per
plaats en per
uur. Deze
handelaar en
zijn vrouw
werden geknipt
op het moment
dat hun lekkere
haring voor
3,25 zijn weg
zocht naar
hongerige kelen.
foto: anp
De Vries (CDA)
wil in kabinet
(Van onze
parlementaire redactie)
DEN HAAG CDA-fractie-
leider Bert de Vries is bereid
zitting te nemen in een nieuw
kabinet. „Bij de verkiezingen
van 1986 heb ik gezegd dat ik
liever doorga als fractievoor
zitter, maar die kwestie is nu
open. Als de partij mij voor
een andere functie vraagt, dan
zal ik dat doen", zegt De Vries
vanochtend in een interview
met het Algemeen Dagblad.
De Vries spreekt geen voor
keur uit voor een bepaalde
ministerspost of voor een
staatssecretarisschap. Met wel
ke partij het CDA een coalitie
wil vormen, is volgens De
Vries nog niet vast te stellen.
Wel twijfelt hij zeer aan de
VVD. „We moeten afwachten
of we na de verkiezingen van
6 september met een enigszins
evenwichtige partij te maken
hebben", aldus De Vries. „Het
reiskostenforfait heeft voor de
VVD inmiddels zo veel ge
wicht gekregen, dat het ver
dacht veel begint te lijken op
de ononderhandelbare strijd
punten waar de PvdA het pa
tent op had".
De Vries oordeelt ook niet al
te positief over de PvdA: „Ik
ben terughoudend ten opzichte
van een PvdA/CDA-coalitie.
De PvdA is een partij met een
achterban waarvan een grote
druk uitgaat om de overheid
veel geld te laten uitgeven en
die daardoor een belastinver-
zwaring voor lief neemt".
AMSTERDAM Anno
1989 doe je geen recht aan
de realiteit, meent F. Wie-
lenga, als je de oorlog nog
steeds beschouwt als
hoofdoorzaak van de soms
gespannen verhouding
tussen Nederlanders en
Duitsers. De Amsterdam
mer Wielenga is vandaag
aan de Vrije Universiteit
in zijn stad gepromoveerd
op zijn proefschrift „West-
Duitsland: partner uit
noodzaak, een onderzoek
naar de moeizame Neder
lands-Duitse betrekkin
gen tussen 1949 en 1955".
Ruim vier jaar onderzoek le
verden een boekwerk op van
bijna 600 pagina's. Het onder
werp sleepte hem volledig
mee. geeft Wielenga toe. Zijn
fascinatie kwam onder andere
voort uit een onderzoek dat hij
eerder samen met zijn promo
tor, prof. J. Hess voor de We
tenschappelijke Raad voor het
Regeringsbeleid had verricht
naar het beeld dat de Neder
landse pers schetste van Duits
land tussen 1969 en 1980. Een
nadere uitwerking van dat on
derwerp leek een logische vol
gende stap.
Minstens zo doorslaggevend
was het emotionele argument.
Wielenga: „De spanning die de
relatie tussen de twee landen
kenmerkt, voelde ik ook zelf.
Ik ben niet anti-Duits opge
voed, zeker niet. Maar de oor
log speelde bij ons thuis altijd
een zekere rol. Ook familiele
den van mij zijn opgepakt en
nooit meer teruggekomen.
Vier en vijf mei waren gewij
de dagen. Dat dilemma, aan de
ene kant de Duitsers nodig
hebben en je aan de andere
kant liever niet met ze willen
bezighouden, wilde ik onder
zoeken."
„Voor historisch onderzoek
kan persoonlijke betrokken
heid een belangrijke drijfveer
zijn. Een beetje engagement
heb je nodig om een dergelijk
groot project vol te houden",
aldus Wielenga.
Bewustzijn
De oorlog, aldus Wielenga, is
ook voor de tweede generatie
een deel geworden van het na
tionaal bewustzijn. De gevol
gen die dat heeft voor de ma
nier waarop we nu tegen de
Duitsers aankijken zijn echter
lang niet zo groot als vaak
wordt gedacht.
Wielenga: „De discussie rond
de vrijlating van de Twee van
Breda vind ik een mooi voor
beeld. Het ging meer over de
verwerking van het Neder
lands oorlogsverleden, dan
over onze verhouding met de
Bondsrepubliek Duitsland Tij
dens dodenherdenkingen is er
al jaren geen sprake meer van
anti-Duitse sentimenten. Ik
zeg niet dat de verhouding
spanningsvrij is, maar die
wordt eerder veroorzaakt door
het 'Calimero-effect'. Wij als
klein landje naast een grote
natie, onze afhankelijkheid
van de Duitsers, het feit dat
Nederland voor de buitenwe
reld toch een beetje bij Duits
land hoort. De bezettingstijd
vormt slechts een onderdeel
'van al die overwegingen".
De spanning tussen Nederland
en de Bondsrepubliek dateert
al van veel langer geleden en
kwam pas goed tot uiting aan
het eind van de negentiende
eeuw Het hoort bij een nor
male verhouding met Duits
land. vindt Wielenga.
„Het verkiezingsresultaat dat
de Republikaner behaalden,
leidt bij ons ongetwijfeld tot
een gevoeliger reactie dan die
van Le Pen in Frankrijk. De
Nederlandse pijngrens ligt
voor ontwikkelingen in Duits
land veel lager, maar dat zou
ook zo geweest zijn zonder
oorlogsverleden Dat geeft het
hoogstens een extra emotio
neel karakter. Het belang mag
je echter niet overschatten".
Verzoening
Het Nederlandse wantrouwen
vervaagde vanaf 1969. Volgens
Wielenga had dat alles te ma
ken met het aantreden van
Brandt als bondskanselier en
Heinemann als bondspresi
dent. Wielenga: „Zij vertegen
woordigden een 'ander' Duits
land, hadden een sterke more
le uitstraling en gaven echt in
houd aan het begrip 'verzoe
ning'. Brandt maakte een
knieval tijdens een bezoek aan
het getto in Warschau in 1970
en Heineméfrin legde in 1969-
een krans in de Hollandse
Schouwburg in Amsterdam
van waar zoveel joden waren
weggevoerd. Kijk. dat waren
precies de morele gebaren van
Duitse zijde die Nederland in
de vijftiger jaren zo node had
gemist".
Naast het wantrouwen was in
de na-oorlogse jaren de Duitse
„Unfahigkeit zü trauern" de
belangrijkste oorzaak van de
spanningen. Wielenga: „Ne
derland had met zijn calvinis
tische inslag een deemoedige
houding van Duitsland ver
wacht en zou dan in al zijn
barmhartigheid wel bereid zijn
geweest tot vergeving. Maar
Duitsland voldeed niet aan dat
verwachtingspatroon omdat er
een soort collectieve verdrin
ging van het oorlogsverleden
ontstond".
Dat werkte een extra stroeve
Nederlandse houding in de
hand. Toch kreeg het gevoel
voor realisme allengs de over
hand. Nederland had een
krachtig Duitsland nodig op
politiek, economisch, maar ook
op militair gebied. Het besef
drong door dat zoiets als col
lectieve schuld niet bestond en
al in 1954 mochten Duitsers
ons land zonder visum bezoe
ken.
Bollenstreek
Wielenga: „Dat had de eerste
keer meteen een invasie in de
bollenstreek tot gevolg. Ge
tergde Nederlanders plakten
pamfletten met „Deutscher
nicht erwünscht" onder de
ruitenwissers. De Duitse am
bassade in Nederland liet in
1955 in de Duitse pers een op
roep doen om Nederland in ie
der geval begin mei te mijden.
Om de ambivalente houding
in die tijd weer te geven; in de
Frankfurter Algemeine waar
in een hoofdredactioneel arti
kel van die strekking stond,
prijkte een grote advertentie
van de Keukenhof".
Duitsland had, meent Wielen
ga, de verhouding met .Neder
land aanzienlijk kunnen ver
soepelen door zich direct na de
oorlog minder formeel en bu
reaucratisch op te stellen. „Dat
zou het besef hebben doen rij
zen dat er inderdaad een 'an
der' Duitsland was ontstaan".
Zelf kan hij zich na vier jaar
onderzoek de lange tenen van
de Nederlanders in de vijftiger
jaren goed voorstellen. „Ik had
eens een paar dagen doorge
bracht in het archief van het
ministerie van buitenlandse
zaken in Bonn. Twee dagen
lang Duitse dossiers over oor
logsmisdadigers doorlezen.
Toen ik na twee dagen buiten
kwam, liep ik ook naar de
mensen om me heen te kijken
met het gevoel; 'Hoe oud ben
jij? Waar was jij in de oorlog?'
wel HAAG De veer-
.Dat niversiteiten in ons
^(rillen meer beleids-
iitief en meer
wse i zonder dat ver-
5ch ilt het wetenschap-
is onderwijs en wordt
ND mterstand van het
ischappelijk onder
zoek groter". De universi
teiten schrijven dit in een
oproep aan „samenleving
en politiek" om meer te
investeren in wetenschap
pelijk onderwijs en onder
zoek.
De samenleving heeft de uni
versiteiten met het oog op de
jaren negentig hard nodig, zo
zeggen de instellingen. Die ja
ren zullen vooral in het teken
staan van de kennismaat
schappij.
„Dit vraagt steeds
meer hoger opgeleiden en veel
vernieuwend wetenschappe
lijk onderzoek. Het onderzoek
moet helpen 'de toenemende
problemen van de samenle
ving op te lossen, zoals op het
gebied van milieu, gezondheid
en veiligheid".
De klacht van het weten
schappelijk onderwijs is dat bij
een toenemend aantal studen
ten het beschikbare geld gelijk
blijft. „Meer studenten bete
kent tot dusver minder midde
len per student. De onderwijs
kosten per student gingen in
10 jaar tijd met 40 procent om
laag" Volgens de universitei
ten blokkeert de ongerijmde
combinatie van meer studen
ten en minder geld de noodza
kelijke ontwikkeling van de
instellingen en wordt de kwa
liteit van het onderwijs in ge
vaar gebracht.
Ook materieel is naar. het oor
deel van de universiteiten de
grens bereikt. „Noodzakelijke
vervanging van apparatuur
blijft uit en investeren in uit
breiding is vrijwel onmoge
lijk".
De overheidsbijdrage aan het
wetenschappelijk onderzoek is
gedaald tot beneden 1 procent
van het bruto nationaal pro-
dukt. Het universitair onder
zoek krijgt zelf nog maar 0,4
procent. Volgens de universi
teiten lijkt Nederland hiermee
steeds verder achterop te ra
ken bij de ons omringende
landen, de Verenigde Staten
en Japan Dit ondanks de
groei van het onderzoek in het
bedrijfsleven
Binnen enkele jaren zal in de
industrielanden één op de drie
mensen hoger onderwijs
moeten hebben gevolgd. De
Verenigde Staten verwachten
zelfs dat voor de helft van de
functies die tot 2000 ontstaan
hoger opgeleiden nodig zijn.
Het is de taak van het hoger
onderwijs om in deze maat
schappelijke behoefte te voor
zien.