een schilderende apostel
HUISMAN
De nieuwe voorjaars- en zomerkleren van kleuters en tieners
WORKUM - „Deze", zegt hij ter
wijl hij een ingelijste aquarel in de
hand neemt „komt uit Tubbergen.
Heb ik ooit 'es in m'n onderdui-
kerstijd in Workum gemaakt. Voor
Rein Miedema. Op zeker ogenblik
was 'ie verdwenen. Totdat ik vorig
jaar ineens uit Tubbergen een kaart
kreeg van een vrouw, die schreef
dat ze twee tekeningen van me
had. Een vrouw van 73 jaar en
geen kinderen. Misschien is het wat
voor 't museum, schreef ze erbij.
Toen heb ik haar teruggeschreven.
Ook over haar man, die was over
leden en waar ik heel gek mee was.
Ze is me die twee aquarellen zelf
komen brengen".
„Behalve die daar met de molen was er
centje bij van het vissershuisje van ouwe
Johan bij Gaast. Zo mooi, dat je er haast
oni gaat huilen. Johan met zijn fuiken
bij 't traanketeltje en zijn schijthuisje
aan de rand van de sloot. Haalde zijn ei
gen eten uit de sloot: paling. Een man
van niks zou je zeggen. Maar dat was
ook mij'n wereld. Zó had ik moeten le
ven. Nu is die vervloekte welvaart geko
men en zijn de stoppen bij een heleboel
mensen doorgeslagen. Van alles hebben
ze te veel. Dat gevoel heeft bezitgeno-
men van de mensen: niet de armoede
daarvoor, maar de rijkdom daarna. Wat
een wereld!".
Jotje (Jopie) Huisman werd op 18 okto
ber 1922 in Workum geboren. Heel Ne
derland kent hem inmiddels als schilder
van van vodden en lompen. Uiterst pre
cies weergegeven. Hij is gebleven wie hij
was: een dwarsgebekte lompenhandelaar
uit Friesland, die paling kan roken als
geen ander en zeldzaam fijntjes de na
tuur om hem heen op papier en/of doek
zet. Een man van het 'wie-doct-me-wat-
allure'. Hij is door diepe dalen gegaan
deze Jopie Huisman. Vooral de schei
ding in 1973 van zijn eerste vrouw heeft
hem destijds aangegrepen. „Dan krijg je
een opdonder. Een drama is 't als je alles
kwijt bent zoals ik".
Realistisch
Buiten Friesland is hij weinig geweest.
Heeft er ook geen behoefte aan. Hij
koestert zijn 'heitelan'. Nu en vroeger.
Na de ambachtsschool komt hij terecht
in de Workumse aardewerkfabriek Auro
ra als decorateur. Hij gaat dan ook teke
nen. Vooral buiten, waar zijn hart ligt.
In de oorlog wordt hij tewerkgesteld in
Duitsland, maar hij weet te vluchten.
Duikt onder in Workum. Na de oorlog
gaat hij opnieuw aardewerk beschilde
ren. Een paar jaar later probeert hij voor
zichzelf te beginnen. Maar dat mislukt,
waarna hij zeven jaar lang met een
handkar lompen en oude metalen op
haalt en verkoopt. In 1960 verhuist hij
naar Francker. Trekt daar bij zijn broer
in als compagnon in eveneens een zaak
voor lompen en oude metalen.
Drie jaar later vestigt hij zich als vod
denkoopman in Herbayum onderwijl te
kenend en schilderend. In hel begin voor
zijn plezier. Maar in '62 en '63 komen er
tentoonstellingen in Franeker en Harlin-
gcn. Jopie daarover: „Dat was bij een
galerie van twee Amsterdammers met
moderne kunst. Nou, die verkochten na
tuurlijk niks. Als je wat wilt verdienen
moet je realistische schilderijen verko
pen, zei ik tegen ze. Nou, zeiden ze: d'r
is er maar één die dat kan. Dat ben jij!".
„Man hoe krijg je het in je kop, riep ik
nog. Maar ik ben toen toch maar weer
begonnen met schilderen. Honderdvij
fenveertig schilderijen kwamen er te
hangen. Tegen een gemiddelde verkoop
prijs van dertig gulden per stuk. Daar
kwamen kopers op af. Toen ik er een
keer kwam, stond er bij elk schilderij
een bordje 'verkocht'. Alles verkocht, de
héle rotzooi. Toen heb ik stiekem drie
schilderijen meegenomen. Zeg maar ge
stolen. Want ik had niks meer. Helemaal
niks meer. Toch ben ik toen gestopt met
schilderen. In 1968 ben ik weer begon
nen. Met een schilderij van een eettent.
Een schilderij van de vraatzucht. Mcn-
stn. die het voedsel krijgen dat bij hen
past
Fotografisch
Hel zijn heel andere schilderijen dan die
waarmee Jopie Huisman bekend werd.
Dat zijn de fotografisch nauwkeurige
doeken van voorwerpen uit zijn directe
omgeving als lompcnhandelaar: een oud
kippenhok met een paar klompen er
voor, een paar oude. afgetrapte schoe
nen. een baaien onderbroek die talloze
malen is gerepareerd. Nu schildert hij
niet meer in die trant. Zijn penseelstreek
is losser geworden. „Ik schilder alleen
nog mensen", zegt Jopie Huisman. „Ge-
Appeltjes, aardbeien, kersen, maar
ook vissen, vlindertjes en zelfs slak
ken. Flora en fauna zijn flink verte
genwoordigd op de kinderkleding
voor voorjaar en zomer. Effen mag
ook, maar dan in de felle kleuren
van snoepjes met ettelijke E-num-
mers erin. Een shopping-tochtje op
papier, voor u zich met de moed
der wanhoop in het strijdgewoel
van de stad op zaterdag stort. Want
natuurlijk zijn ze de spullen van
verleden jaar ontgroeid.
Net als de mode voor volwassenen, wordt
kindermode hoe langer hoe meer een
kwestie van 'lifestyleZeg me hoe je leeft
en de juffrouw varl de boetiek vertelt je
we! wat je moet aantrekken. Van top tot
teen, van petje tot sokken en schoenen.
Lifestylemerken maken het kiezen en
combineren van een complete garderobe
tot kinderspel. Alle onderdelen zijn im
mers qua kleur en stijl op elkaar afge
stemd.
De fraai geïllustreerde brochures van
Esprit hebben niets meer te maken met
de nuchter genummerde en zakelijk ge
presenteerde kledingstukken in de catalo
gus van een postorderbedrijf. Nee, die
kleurige bladzijden bulken van de vrolijk
lachende snoetjes en van de kleren ont
holt je. door de manier van fotograferen,
eigenlijk vooral dat ze bij bjjjgezinde
mensen horen. Zo herkent u Esprit Kids
dit seizoen aan de paarse, groene, rode
en gele streepjes-, noppen- en bloemetjes
patronen. Ook voor sokken, ceintuurs,
sjaaltjes of schoenen. Simpeler, effen
truien en shirts worden herkenbaar ge
maakt door het logo van het merk erop
te drukken. De wereld van de lifestyle is
er ook eentje van suggesties, meer dan
van gebruiksaanwijzingen. Dus liet
Esprit de diverse toepassingen van de
nieuwste bonte batiksjaaltjes als volgt il
lustreren: vijf verschillende exemplaren
rond de haarstrengetjes van een tiener
meisje geknoopt, een turkoois doekje bij
wijze van (overtollig) behaatje, een geel
tapje door de lusjes van witte shorts en
een roze. wapperend uit de broekzak.
Regenboog
Ook 'Oilily-kinderen' zijn lifestyle-sprui-
ten die op het eerste gezicht te herkennen
zijn. In dit geval aan de allesbehalve
sfaapverwekkende kleurencombi naties,
de bijpassende basketbalschoenen en
- ten behoeve van wie het dan nog niet
geraden heeft - aan de levensgrote em
blemen op de borst. Deze zomer straalt
de Oilily-collectie ons toe in fuchsia, vio
let, appelgroen of turkoois, in bedrukte
graffiti-motieven of gebreide jacquardmo
tieven.
Zoals mensen ook gemakkelijker bereid
worden gevonden om een simpel t-shirt te
dragen met de innig verstrengelde C's
van Chanel dan met bijvoorbeeld hun ei
gen initialen, zo blijken moeders ook niet
ongevoelig voor de lokroep van zulke ron
kende namen uit kindermodeland.
Brits
Oki-Doki gaat de Britse toer op met voor
de jongens deftige marine/wit-combina-
ties met blazers. En of die knapen nu
naar het dorpsschooltje gaan of naar een
vermaard college, ze dragen het uniform
van een Engels internaat (streepjeshemd
en blazer met embleem) of verdedigen de
kleuren van hun sportploeg in truien, ver
sierd met golf-, polo- of cricketsymbolen.
In het Oki-Doki-college dragen de meis
jes wit en marine met biesjes en strikjes,
of ze huppelen giechelend over het gazon
in fleurige bedrukte jurkjes met wijae rok
en bolle pofmouwtjes. Bij rokjes met een
kersen- of aardbeienbedrukking dragen
ze een knalrode cardigan.
Bij het befaamde Brusselse huis Dujar-
din, waar prinses Paola haar kroost van
fesc hi kt textiel placht te voorzien, is de
ele voorjaarscollectie afgestemd op het
thema 'zee', van hoedjes lot sokken en
schoenen. De kleurenr Geen Noordzee-
grijs, maar laguneblauw, Nijlgroen, rood,
gee! of pastelstreepjes.
De jongste gasten op een trouwpartij
kleedt Dujardin in wit Engels borduur
werk of in roze, groen en blauw bloemet
jeskatoen. Daarbij kan een effen bijkleu
rend spencertje worden gedragen, want
de weerselementen zijn vaak grilliger
dan de mode zelf Jongetjes zien er very
British uit met blazer, vlinderdasje en
bermuda van grijs flanel, waaronder mis
schien een stelletje geschaafde knieën uit
komen. Pleistertje erop of. een lange
broek kiezen.
De hang naar romantiek is klassiek. Ja-
cadi oogst al een poosje succes met zulke
romantische kinderkleding. Vichy-ruitjes
voor tuinbroeken en schattige jurken,
waaronder een geborduurd zoompje te
voorschijn komt. Smockwerk en bedrukte
of geborduurde appeltjesmotieven voor de
meisjes; matroosjes, zeemeeuwen en red
dingsboeien voor de jongens. Want in het
romantische wereldje wordt wel degelijk
rekening gehouden met het kleine ver
schil. In bijpassend, romantisch schoeisel
is voorzien. Van maatje 16 tot en met
maat 40. Bloemen verwelken en scheep
jes vergaan, maar romantiek én grote
voeten blijven eeuwig bestaan.
LILY ARMON
Romantische
jurkjes horen
bij het
modebeeld
van de
komende
zomer.
FOTO: PR
Hij is van z'n leven nog nooit in bad of
onder de douche geweest. Ook niet in het
ziekenhuis waar hij werd opgenomen met
een hartinfarct. „Maar ik stink niet", is het
enige wat hij daarover wil zeggen. Jopie
Huisman (66) is nog altijd de
voddenkoopman uit het Friese Herbayum
bij Harlingen. Maar zijn leven bevindt zich
in Workum, waar in een speciaal museum
zijn schilderijen hangen. Dat museum wordt
vijf keer zo groot. „Het wordt fantastisch",
zegt hij over de plannen. „Een fantastisch
museum". Een van onze verslaggevers sprak
met deze Friese autodidact.
Boven: „Zo'n
onderbroek die
dertig keer
versteld is. Da's
de oerdrang om
■te overleven
Links:
Zelfportret uit
1978.
havende mensen. Het machteloze in de
mens intrigeert me. Ik hou van ze. Ik
hou van mensen die nederlagen lijden, 't
Is een totaal nieuwe periode waar ik aan
begonnen ben. En ik ben er zo verschrik
kelijk blij mee. 't Is zo mooi. Ik vind
m'n eigen werk zo mooi. Als 't klaar is
vind ik 't prachtig. Al vindt de hele we
reld d'r geen moer aan, ik vind 't prach
tig. Kijk nu 'es op die ezel daar. Een
ouwe man van 84 jaar. Is helemaal al
leen. Dat alleen-zijn, daar gaat 't om. Ik
ben een echte volksschilder, 't Mooie
van de dingen zit 'em niet in de buiten
kant. Ik heb zelf ook alle versierselen
van me afgegooid. Niet alleen de kleren,
maar ook 't geloof. Tenminste, het insti
tuut van de roomse kerk. Want als je
door de liefde bent aangeraaktGelo
ven is genade. Daar geloof ik in. Maar ik
heb alle dingen die je daarvan afleiden
weggegooid".
Driehonderdduizend mensen trekt het
museum van Jopie Huisman in Wor
kum. Straks wordt het vijf keer zo groot.
Hijzelf vindt het geweldig, al zegt hij er
bij dat bij zo'n gelegenheid „een heel
klein miezerig mensje bij mij naar bo
ven komt".
„Je wordt steeds kleiner. Want je schept
niet iets, maar je ontdekt het, hérschept
het. 't Is immers een groot raadsel datje
hier zit. De waarde van het leven schuilt
hierin dat je er bént. Maar de liefdeloze
is de verliezer. Liefde is genezend en ook
beschamend. Daar voel ik me heel ge
lukkig mee. Weet ik me door gesteund.
Trots, eer, roem: 't is allemaal surrogaat,
toneelspel. Mensen, die van mij houden,
dat vind ik prachtig".
Hij aarzelt. Spreekt vervolgens over een
van de zwartste bladzijden uit zijn le
ven. Dat was zes jaar geleden toen hij en
zijn vrouw in hun boerderij in Her
bayum werden overvallen door twee ge
wapende mannen. „Toen zijn we bijna
kapotgemarteld. Ze staken het bed in
brand waar we op vastgebonden lagen.
Sloegen een schilderij met hun geweer
kapot. Het is prachtig gerestaureerd,
maar voor mij is 't een schilderij met
een litteken".
Hij zwijgt. Kijkt ineens wat hulpeloos.
Zoekt naar de draad van zijn verhaal.
Krijgt hem te pakken en vertelt als ge
dreven verder: „En dan toch geloven in
de God van de liefde. Een God, die bezit
van je genomen heeft. Van een onvol
maakt mens. Die je naar binnen laat kij
ken alsof de hele boze wereld niet be
staat. Toen die overval. Straks dat mu
seum. Zesendertig vrijwilligers doen dat
als één grote familie. Da's gewoon een
zegen. Zo mooi! God is voor mij degene
die zoveel liefde in zich heeft dat Hij
mij, de onvolmaakte, kan zien alsof ik
volmaakt ben. Da's 't verhaal van de
verloren zoon. En dat afgedankte heb ik
zo volmaakt mogelijk geschilderd. Als
een soort zelfportret. Met liefde heb ik
het afval een andere status gegeven.
Zo'n onderbroek die dertig keer versteld
is. Da's de oerdrang om te overleven.
Daar komen de mensen op af. Ik krijg
ook brieven. Van mensen die zich ge
troost voelen door die geschilderde afge
dankte, waardeloze rotzooi van mij. Dat
is erkenning van het feit dat de schilder
ook eenzaamheid en verdriet gekend
heeft. Zulke brieven zijn mijn briefjes
van-duizend!".
Jopie Huisman verkoopt nooit meer een
schilderij of tekening. „Alles gaat naar
het museum. Wat moet ik met dat sme
rige geld. Elke cent te weinig is te weinig.
Da's waar! Maar ook: elke cent te veel is
te veel. Je moet niet nóg een taartje op
vreten als je al vol bent. Zat is zat! Wel
geef ik ooit 'es een aquarelletje weg.
Laatst hoorde ik van een man, die dat
had verkocht. Voor zesduizend gulden.
Maar dat maakt mij niets uit. Die man
was gered met die centen. Voor mijn
part had 'ie er zestigduizend voor gekre
gen. Dat schilderen van mij is een gave.
Dat mag ik niet ruilen voor geld. Neem
Van Gogh. Die trappen ze steeds verder
de grond in door honderd miljoen mil
joen voor een schilderij van 'em te beta
len. In 1948 stond ik voor zo'n schilde
rij. Dat schokte me: die oneindigheid.
Die groene lucht met roze strepen en die
grote, gele zon. Hier is iemand aan het
scheppen geweest, ging het door me
heen. Nooit had iemand dat eerder ge
daan. 't Was voor mij herkenning wat er
rondom Workum was".
„Als een magneet trekt het verdriet mij
aan. Dat schilder ik. Dat andere heeft
mij niet nodig, 't Is altijd dat mededo
gen. dat machteloze. Het feit, dat je hier
niet eeuwig blijft. En dan de vraag:
waarom moet dat nou zo? Mijn schilde
rijen zijn een posthuum eerbetoon aan
de werkers, de kanslozen". En opeens:
„Ik ben een natuurmens. Altijd aan het
vissen, met fuikjes bezig. Daar zitten.
Met je kont in het zachte gras. Da's voor
mij de hemel op aarde. Als m'n maag
het me toestond hield ik op met eten en
at ik elke dag een halve emmer mod
der".
Autodidact
Jopie Huisman is een autodidact en
heeft dus nooit schilderlessen gehad.
Wel keek hij kunsttijdschriften in. Vroe
ger kostte dat uren. Tegenwoordig is hij
er in tien minuten doorheen, ,,'t Is een
rotzooitje. Doeken van twee bij drie me
ter. Waar moet dat terechtkomen. Aan
de wand? Bij wie? En dan maar klodde
ren met verf. Kijk naar Cézannc. Werkte
acht jaar aan één dingetje. En nu wordt
't er maar opgesmeten. Maar 't is schitte
rend voor de recensenten. Die kunnen
niks met Jopie Huisman. Want elke oen
kan zien wat ik schilder: een zieke boe
rin, een dronken man. Zo'n Salvador
Dali. Dat is een enorme clown geweest.
Geen enorme schilder. Dat was maar
eventjes. Totdat 'ie gek werd. Heeft toch
alleen maar één grote kitsch-bende ge
maakt? Maar ook zoveel lawaai dat die
hele kitsch-boel op de achtergrond bleef.
In Rotterdam heb ik een uur in de rij ge
staan voor een tentoonstelling van zijn
werk. Dat is het domste uur in m'n le
ven geweest. Ik schilder dingen die men
sen bemoedigen. Liefde, tederheid. Maar
dat mag niet meer. Neem Jan van Eyck.
Da's toch nooit overtroffen wat devotie
betreft. Dat komt als een stuiterbal uit
de hemel omlaag vallen op aarde. Daar
sta je met de mond vol tanden naar te
kijken. Vol eerbied. En Lucas Cranach.
Huiverig word je van zijn stervende
Christus. Goya met z'n oorlogsver-
schrikkingen. Johannes Vermeer en het
kantklostertjc. De hemel op aarde. Rem
brandt, Frans Hals Karei Appel is
ook heel groot. Een exponent van het ge
weld. Eén brok leven dat uit de lijst
barst. Iemand die in staat is zichzelf
steeds te vernieuwen. Vooral vóór 1960.
Chaim Soutine waar het sterven door
heen raast. Van Gogh, Cézanne Hoe
is zo'n pure, onvoorstelbare schoonheid
mogelijk".
Jopie Huisman praat en praat. Namen,
woorden buitelen over elkaar heen.
„Vanuit mijn geloof schilder ik de ne
derlaag, die ook mijn lot is", zegt hij in
eens. Loopt met me naar een oude
schuur vol ontffenoemde spullen. Op een
stoel een paar afgetrapte schoenen. On
der het stof. Een gedeukte hoed er bo
venop. „Dat moet zo blijven staan",
klinkt het naast me. „Mag niets aan ge
beuren. Schilder ik misschien nog wel
eens. Stille getuigen van hel leven. Als ik
naar die schoenen kijk, denk ik wel eens:
jij die ze gedragen hebt, ben jij nou in de
hemel of in de hel? Maar dan denk ik
ook: waarom zou je eigenlijk geboren
zijn als je nu in de verdoemenis zit? Als
ik daar naar kijk denk ik dat ze allemaal
in de hemel zijn. Alles wat hier in de
schuur en in de stal staat, da's pure
troep, weggegooide rotzooi. Maar je
moet de schoonheid ervan zien, het ver
haal. Het grootste sierraad van iemand
zou moeten zijn z'n jas die 'em dertig
jaar tegen de kou heeft beschermd. Want
dat heeft die jas gedaan".
KLAAS GOINGA
'CcidóeGouratit