reurig beeld van de falende man Deighton mist vaart Het spijkerbed van Tim Finn „Menig moe man die zijn avondmaal nam Bevroren beelden gevonden op zolder kan een stormpje hebben 3EKEN/PLATEN CeidócScHvumt VRIJDAG 21 APRIL 1989 PAGINA 17 rt ng g«, releken bij mij moet Qua- de gebochelde klok luider van de Notre-Dame Don Juan geweest zijn, lasanova. De stakker kan logelijk zoveel blauwtjes hebben als ik". Zo be- van de episoden in lekje „Genante vertonin- van Hans Dorrestijn, in voortdurend een ik-fi- met de naam Hans op- schrijver die een leitje van zijn leven voornamelijk faalt als man. Daarvan geeft hij grimlachend en tandenknar send een beeld. Dit boekje bevat wat verhalen rond dit thema, die weliswaar als aparte vertellingen te be schouwen zijn, maar eigenlijk een doorlopende keten vor men. Steeds nieuwe inciden ten, waarin over de mislukte toenadering tot een vrouw verteld wordt. „De seksen zijn niet geschapen om elkaar te troosten", ver zucht de verteller ergens. Hij heeft teveel ellende van de eeuwige jacht naar sex en ero tiek ondervonden. Maar dat belet hem niet steeds opnieuw te vallen voor de verlokkingen die de „erotische koestering" te bieden heeft. De vertonin gen die daarop volgen zijn doorgaans gênant vooral voor de man zelf, die dom en on handig door het leven klun- geit. Allerlei meisjes en vrou wen passeren de revue in deze tien episodes, waarvan er vier de titel dragen „Genante ver te lachen. Dorrestijn staat in deze verhalen dicht bij het werk van zijn makker Lévi Weemoedt, die ook in staat is over de meest wanhopige mo menten met de grootste lol te vertellen. Dat is vaak tamelijk schrijnend, zoals ook in dit boekje. Het slotverhaal beschrijft een laatste wanhopige poging van de hoofdfiguur om tot een re latie met vrouwen te komen. Een van zijn vrienden vertelt hem dat vrouwen pas kontakt met hem maken als hij andere vrouwen verovert. Maar hij staat al zo lang „droog". De klucht en het drama die vol gen zijn bitter en dwars. Door een moeder en een dochter komt alles toch in orde voor deze droevige figuur, die zich hier de „schedeslaaf" noemt en dat begrip op een heel di recte en onverholen wijze on der woorden brengt. Met tien van die verhalen is het voor de lezer overigens echt schoon genoeg, want het thema leidt tot een niet ophou dende herhaling van steeds dezelfde observaties. JAN VERSTAPPEN Hans Dorrestijn: „Genante vertoningen" - verhalen. Uitgave Bert Bakker. Prijs ƒ24,90 HERDRUK VAN „MEI" FOTO: DIJKSTRA nakantjer weer jrkenbaar voor l.e liefhebbers im rs k get iiten 29e optreden van recher- ir De Cock („Met ceeoo- ;aa") in de door A.C. itjer geschreven reeks urén van een Amster- politieman speelt zich Hugenoten-kringen. „De en moord eerste klasse" de dood van een jon- ■yilondine, die i t bij op Amsterdam Centraal et wordt aangetroffen door schoonmaker. De recher- Nati ir, die zijn stad liever met aanlejram of te voet doorkruist de afstandse politie- d&swagen, gaat op onder- uit en slaagt uiteraard in opzet. pol.iti ntjer heeft opnieuw een >pgetr( mathematische structuur st als bepast in zijn verhaal, in het aantal betrokkenen hoofdstuk toeneemt. Zo lonstetf het anders - in een trein v^dt ontmaskerd, tl nt)er is inmiddels een vaste in erkende naam in het va- rd zij»anc^se detective-schrijvers- giie- En terecht. Hoewel je je ti$ soms verbaast over zijn 3 spook™, waarin hij bijna on- te fe televisie-teksten ge- de v^kt. Niet storend voor de vastgg)ebbers van Baantjer/De rmina'k' die zijn stijl herkennen Dmdatwaarc*eren- Anderen hoe- ebruiï niet echt uit te kijken r bleeF 30e speuractie van de snaDt sterdamse rechercheur, doordj FRANK WERKMAN afgesl. Baantjer: De Cock en ord eerste klasse", deigeverij De Fontein arn. Prijs 14,90. do< erden (ADVERTENTIE) arbij n azemier leken- Tijdschriften ipermolen 10, de op]117 pB Leiden RosnTp' 071-22.00.22 et e reestraat 127-129 |311 CM Leiden 071-12.46 42 ?/r- en kantoorboekhandel ..^eerterick irdeinde 33 &71 CM Roelofarendsveen bl 01713-16033. 4 zandvliet FOTO: PERS UNIE De Fram in de ijselijke greep van het poolijs. De vermaarde ontdekkingsrei ziger Ronald Amundsen, de eerste mens die de Zuidpool bereikte (op 14 december 1911) maakte ooit eens de opmer king dat hij blij was niet later geboren te zijn, omdat er dan voor hem niets meer te ont dekken viel, hooguit de maan. Daar is wel iets van waar. Toen Amundsen in 1872 gebo ren werd was de aarde nog niet volledig onderzocht. De poolstreken vormden in meer dan één opzicht witte plekken op de globe. Zelfs de wateren van Siberië en het Canadese poolgebied waren nog niet in kaart gebracht. Amundsen wijdde zich vrijwel uitsluitend aan de oplossing van deze raadsels. Gedurende dertig jaar keerde hij, steeds weer op nieuw, naar de ijselijke uithoe ken terug. Niet alleen tijdens de beroem de Zuidpool-expeditie (1910- 1912), maar ook op de poolreis langs de noordwestelijke door vaart (Noorwegen-Canada- Grote Oceaan) in 1903-1906 en de noordoostelijke doorvaart langs de Siberische kust in 1918-1923 schoten Amundsen en zijn bemanningsleden on der de meest barre omstandig heden talloze foto's. Daar wer den later toverlantaarnplaatjes van gemaakt. Met die licht beelden illustreerde Amund sen zijn lezingen die hij over de hele wereld hield. Omdat kleurenfotografie nog niet be stond, werden sommige lan- taarplaatjes met de hand inge kleurd. Eerbwijzen BIJLAGE Bil UW KRANT MET INFORMATIE OVER FILMS,MUZIEK Voor de komst van de film vormde de lezing met lan taarnplaatjes de enige manier om gesproken woord met „le vende" beelden te illustreren. Voor Amundsen was het bo vendien een manier om nog wat financiële vruchten van zijn beroemde tochten te pluk ken. En dat was nodig, want Amundsens leven was een lang gevecht met schuldeisers. De toverlantaarn bracht kort stondig ook financieel wat verlichting. Alleen al in Ame rika hield hij in een half jaar tijd 160 voordrachten. Tijdens een lezing in Engeland werd de ontdekkingsreiziger ge vraagd wat eigenlijk het nut is van barre tochten naar levens gevaarlijke uithoeken van de aarde. Met uiterste minachting antwoordde hij: „Bij kleine geesten is er alleen maar ruimte voor gedachten over brood en boter". De pool werd tenslotte zijn dood. In 1928 nam de Noor deel aan de opsporing van de ontdekkingsreiziger Nobile die met zijn luchtschip „Italia" een noodlanding in het noord poolgebied maakte. Amundsen bedelde een vliegboot, com pleet met bemanning, bij el kaar en startte op 18 juni van uit Troms in Noord-Noorwe- gen. Daarna is nooit een spoor meer van het toestel en de in zittenden teruggevonden. Amundsen verdween in de ijs- zee, zijn enige werkelijke thuis op aarde. Aangrijpend Na Amundsens dood bleken de toverlantaarplaatjes ver dwenen te zijn. In 1986 wer den ze teruggevonden in een kist op zolder bij een ver fami lielid. Uit deze 200 unieke, „bevroren beelden" is het schitterende en aangrijpende fotoboek „Amundsens Poolex pedities in foto's" samenge steld. De originele lantaarn plaatjes zijn gereproduceerd in de staat waarin ze werden ge vonden. De vlekken, krassen, en verkleuringen komen de kwaliteit niet altijd ten goede, maar verhogen wel de authen ticiteit. De foto's zijn eerder pretentie loze kiekjes van amateurs dan fotografische kunstwerken, want in tegenstelling tot ande re beroemde ontdekkingsreizi gers uit zijn tijd (vooral Scott) nam Amundsen op zijn expe dities nooit een beroepsfoto graaf mee. Maar dat doet aan het unieke van dit stuk foto grafische geschiedschrijving niets af. De meeste foto's hebben be trekking op de Zuidpool-expe ditie. Een enkel plaatje herin nert aan de tocht met de Belgi- ca, waarop Amundsen in 1898 zijn eerste poolreis maakte. Een van zijn scheepsmakkers zei later dat Amundsen de „Napoleon van de Poolstre ken" was en dat de Belgica zijn school was. Eenzaam man Roland Huntford schreef bij de betoverende beelden het le vensverhaal van Amundsen, zijn glorie en teleurstellingen. Hij citeert daarbij uit de dag boeken van de ontdekkings reiziger. Die combinatie van foto's en beeldende tekst maakt het boek tot een uniek document-humain over een verbeten ijskouwe doordouwer die niet alleen witte plekken op de wereldkaart inkleurde, maar die, met bijvoorbeeld Ib sen en Grieg, behoort tot de beroemde Noren die hun land „uit de duisternis van de noor delijke mistbanken tevoor schijn haalden", zoals Hunt ford het noemt. Ondanks zijn roem en dui zendkoppig gehoor was Amundsen een eenzaam man, die in het lezingencircuit bleef ronddolen in een poging het uiterste uit zijn prestaties te persen. „Dit was tegelijkertijd geestdodend en inspannend; het oprakelen van de laatste vonkjes van zijn vroegere triomfen. Dit verklaart voor een deel de bitterheid van Amundsens latere jaren", schrijft Roland Huntford. „Achter een grimmig uiterlijk verborg zich een gevoelig Het kan raar lopen in het le ven. Tim Finn weet er alles van. Als de oprichter van de Nieuwzeelandse groep Split Enz kan hij terugkijken op een redelijk succesvolle car rière, maar toen hij het na twaalf jaar voor gezien hield, kwam zijn solo-escapade niet echt van de grond. Het be scheiden succes van „Fraction too much Friction" leek een veelbelovende start, maar daarna werd het heel stil rond zijn persoon. Behalve in Au stralië en Nieuw Zeeland gin gen zijn twee solo-elpees „Es capade" en „Blue Canoe" roemloos ten onder. Aan de zijlijn mocht hij toezien hoe zijn broer Neil, die in de laat ste versies van Split Enz een belangrijke rol had gespeeld door goed in het gehoor lig gende composities af te leve ren, met zijn nieuwe groep -Crowded House bijna pro bleemloos de wereldtop be reikte. Jaloers „Ja, ik ben jaloers geweest", liet Tim Finn onlangs weten, „want ik heb altijd gehoopt dat Split Enz dat zou overko men. Maar tussen Neil en mij is van jaloezie geen sprake. We spreken elkaar minstens twee keer per week, meestal telefonisch. Het gekke was dat hij zich schuldiger voelde, dan ik jaloers was. Ik herin ner mij dat hij mij belde toen de eerste single op de twee plaats in de Amerikaanse hit lijst stond. Hij zei: „ik ben he lemaal niet blij en dat zou ei genlijk wel moeten". Ik denk dat hij zich schuldig voelde tegenover mij, tegenover Split Enz. Hij was niet in staat om van zijn succes te genieten. Ik heb hem zoveel mogelijk ge holpen om dat wel te doen. Hij heeft een jaar vol emotio nele problemen achter de rug, maar nu voelt hij zich prima". Het was dankzij Neil Finn dat Tim in contact kwam met producer Mitchell Froom, die op deze titelloze derde solo-el pee ook de toetsenpartijen voor zijn rekening neemt. Het album werd in twee delen op genomen. Nummers zoals FOTO: PR „How'm I Gonna Sleep", „Show A Little Mercy" en „Not Even Close" werden al eind 1987 opgenomen, terwijl de rest in augustus en septem ber 1988 werd vastgelegd. In de tussenliggende maanden werkte Mitchell Froom aan elpees voor Crowded House en Richard Thompson, terwijl Tim op reis ging en nog wat nieuw materiaal schreef.' Het eindresultaat blijkt meer dan de moeite waard te zijn. Als geen ander loodst Tim Finn zijn luisteraar door ver schillende stemmingen en mag je meevoelen met de componist. Zoals hij met Split Enz al liet horen, weet Tim hoe een goede melodie moet klinken. Hij lijkt op dit album over eenzelfde commerciële oor te beschikken als bijvoor beeld Paul McCartney. Het is dan ook stuk voor stuk pak kend werk, dat dankzij de medewerking van klasse-ar tiesten zoals bassist Tony Le vin, gitarist David Rhodes en percussionist Alex Acuna veel weg krijgt van een reisje door luilekkerland. In „Parihaka" zit een opvallend ritme. Het nummer neigt naar reggae. „Not Even Close" biedt muzi kaal de bitterzoete smaak die ook in de tekst is terug te vin den. In „Show A Little Mer- cry" stort hij ook wat zang be treft zijn hart uit, terwijl „Been there done That" egos van de Beatles in zich draagt. Tekstueel heeft de elpee veel weg van een spijkerbed. Zijn persoonlijke pijn en vreugde gaan hand in hand met een intelligente en reflecterende kijk op het leven. Het zijn korte, maar krachtige literai re werkjes met een positieve lading. De depressieve perio de lijkt Tim voorgoed achter zich te hebben gelaten. En nu maar wachten tot hij naar Ne derland komt voor concerten. Misschien is Parkpop de aan gewezen plek om zijn live kwaliteiten te tonen? HANS PIET Jerry Marotta (drum In de acht jaar van haar be staan heeft De Dijk zich opge werkt tot een van de meest volwassen bands van ons land. De groep werd welis waar opgericht in een perio de, dat iedere vaderlandse popmuzikant overschakelde op Nederlandstalig, maar overleefde als een van de weinige deze rage. Geen won der: De Dijk richtte zich nim mer op het nogal wispelturige tienerpubliek maar koos zo wel in tekst als muziek voor een, weliswaar niet vernieu wende, maar hecht doortim merde aanpak. Terwijl de kids zaten te kwij len bij de reggae van Doe Maar of de melancholie van de Frank Boeijen Groep had De Dijk allesbehalve last van het tegen wil en dank worden van een tienergroep. De eer ste singles werden weliswaar geen succes, ondanks de bij- na-klassieker „Bloedend Hart", maar op de bühne bouwde De Dijk gestaag aan een ijzersterke reputatie. Pas op de vierde langspeler „Wakker In Een Vreemde Wereld", met daarop de eerste échte hit „Mag Het Licht Uit", kreeg De Dijk met een doorbraak te maken: de eerste dijkdoorbraak die geen verve lende gevolgen had. Het al bum leverde De Dijk de nodi ge erkenning (en een Zil veren Harp) op en dus is er anno 1989 alle reden om het bestaande concept voort te zetten. Dat gebeurt dan ook op „Nie- rpand In De Stad" (Mercury 836 985), een plaat waarop ri sico's vermeden worden en de rock en r&b opnieuw staat als een huis. De melodieën zijn wellicht minder verrassend dan we van De Dijk gewend waren, maar desondanks is de De Dijk: geen moment vervelend... FOTO: PR band geen moment verve lend. Zanger Huub van der Lubbe weet het stadse leven opnieuw aardig te verwoor den. De band is op z'n sterkst in de stomende single „Ik Kan Het Niet Alleen", het melodieuze titelnummer met prachtig Hammond-orgel, het innemende „Nergens Goed Voor" en de tracks, waarin de Super Groove Horns hun in dringende partijtje meeblazen. Eerst was er de doorbraak en nu houdt De Dijk zich prima staande. GERT MEIJER Provocerend, zo typeert Wil lem Wilmink de eerste regel van „Mei" van Herman Gor ter, het beroemde gedicht, dat hij in 1888 voltooide. „Het ding is af", schreef hij toen aan een vriend. Die eerste regel werd spreekwoordelijk: „Een nieu we lente en een nieuw geluid". Bovengenoemde typering van Willem Wilmink vind je in zijn aardige toelichting bij een nieuwe herdruk van het ge dicht. Deze provocatie zit in het volgende (en nu citeer ik Wilmink): „Wie begint er nu zijn debuut met de mededeling dat zij iets te horen zullen krij gen wat zij nog nooit gehoord hebben? En dat nieuwe geluid moet dan zijn „als het geluid dat ik vaak hoorde", een uiter aard merkte deze en gene op dat een vaak gehoord geluid toch moeilijk nieuw kan zijn". Maar die kritiek is onzin, vindt Wilmink, want het is niet dat, wat Gorter schreef, maar de manier waarop. En die is nog steeds nieuw, aldus Wilmink, die daarna ingaat op een aantal dichterlijke en lite raire bijzonderheden in deze tekst van Gorter en in zijn verdere oeuvre. Zo wijst hij op de knappe ver stechniek van Gorter, bijvoor beeld in deze passage uit de beroemde aanhef van „Mei": „En menig moe man die zijn avondmaal Nam, luisterde, als naar een oud verhaal. Glimlachend, en een hand die 't venster sloot, Talmde een poze, wijl de jon gen floot". Regels die inderdaad wat be treft vormgeving en inhoud van een enorme kracht en vi taliteit zijn. Wilmink heeft oog voor de ritmische s De tekstuitgave van Wilmink is overigens niets anders dan een herdruk van de bekende Ooievaar-serie, die voor het eerst verscheen in 1956 onder redaktie van Garmt Stuiveling en die sindsdien keer op keer ongewijzigd herdrukt werd. Zoals ook nu weer. JAN VERSTAPPEN Herman Gorter: „Mei" - in geleid door Willem Wil mink. Uitgave Bert Bakker. Prijs ƒ19,90 (gebonden ƒ34,90) Kleuterpoëzie „Vingers in de jampot" is een kostelijk bundeltje prima kleu terpoëzie van Geert de Kocke- re. Het betreft leuke rijmpjes over alledaagse dingen. De versjes zijn ritmisch en heel komisch en zijn gemakkelijk van buiten te leren. Sabine de Meyer maakte de leuke teke ningen, die het karakter van het boekje, dat 17,50 kost en bij Lannoo verscheen, voor een aanzienlijk deel bepalen. L.H. gen tot genegenheid. Hij trouwde nooit; stierf eenzaam ongelukkig. Het leek alsof len. Amundsen was geen nuchtere, zakelijke onderzoe ker. Hij was een dromer en een man van de daad. Hij was een exponent van een genera tie die de lege plekken op de kaart zag inkrimpen. Zijn lan- taarplaatjes vatten de presta ties van een opmerkelijk man samen. Zij resumeren de laat ste jaren van het klassieke tijdperk van de ontdekking van de aarde, toen de poolge bieden de laatste grote witte plekken van de globe vorm den en de mens zich op eigen kracht, met ski's, sleden en honden verplaatste". AAD STRUIJS Roland Huntford: „Amund sens Poolexpedities in fo to's". Uitgave Zomer Keu- ning. Prijs 69,90. Boeiende science fiction Ira Levin „Rosemary's baby" en „De jongens van Brazilië" hebben de naam van Ira Levin gevestigd als een van de schrijvers die het best in staat zijn spanning op te roepen en die vast te houden tot de laatste alinea van het boek. Zijn nieuwste werk „De dag der dagen" speelt in de toekomst, science fiction dus. Maar met grie zelig veel verwijzingen naar ontwikkelingen in onze moderne maatschappij. Hoofdpersoon in het verhaal is Chip. Die naam op zich is al bij zonder omdat heel veel mensen in die samenleving dezelfde na men dragen. Er bestaan vier jongens- en vier meisjesnamen. Verder wordt het persoonlijk onderscheid gemaakt met behulp van letters en cijfers. De officiële naam van Chip is Li RM35MM4419. Meestal wordt hij buitenshuis Li genoemd. Chip is de naam die zijn familie hem geeft. Er is nog meer bijzonder aan Chip: hij heeft één groen oog. De meeste mensen zien er in de wereld van Chip hetzelfde uit. Ze gedragen zich ook bijna allemaal gelijk. En iedereen draagt een gelijke armband die werkt als een controlepas. Als ze ergens in willen of een controlepost willen passeren moeten ze de arm band tegen een aftaster houden. Er komt dan een goed- of af keurend antwoord. Dat wordt gegeven door Uni, de grote com puter die alle leven bepaalt. Om de bevolking gelukkig en vooral rustig te houden krijgt ie dereen elke maand een injectie. Daardoor bestaat er geen ruzie of afgunst maar evenmin liefde of emotie. Al vroeg in zijn leven hoort Chip, dat er wel eens mensen zijn, die hun armband weigeren te dragen. „Ongeneeslijken" noemt zijn moeder hen. Uiteraard raakt Chip bij die ongeneeslijken be trokken. Op den duur wil hij weg uit zijn omgeving. Hij wil op zoek naar de wereld zoals die was voor Uni kwam. Zoals de vo rige boeken van Levin: buitengewoon boeiend. JAN VAN KOOTEN Ira Levin: De dag der dagen". Uitgave Bruna. Prijs ƒ16,90 James Bond was misschien ooit wel de meest aanspreken de, geheim agent, maar zijn menselijke trekjes bleven - ze ker in zijn films - doorgaans beperkt tot oppervlakkige, on gecompliceerde avonturen met fraaie exemplaren van de an dere sekse. Het beeld van de man van de geheime dienst heeft sinds Bonds introductie zowel in film als op schrift de nodige nuanceringen onder gaan. Waardoor de inlichtin genman ontstond, die in bijna niets afwijkt van de doorsnee huisvader met al zijn zorgen en problemen. In zijn laatste boek „Spionnen horen", het eerste van een nieuwe trilogie, heeft Len Deighton dat beeld geschetst van Bernard Samson. Deze Brit wordt geconfron teerd met een weggelopen vrouw, die net als hij bij de Engelse geheime dienst werkt en blijft met twee, al wat gro tere kinderen achter. Geluk kig heeft hij Gloria, een blon- Len Deighton FOTO: SP de schone van net in de twin tig, die hem helpt ook de gees telijke spanningen te overwin nen. Druk, die nog wordt ver groot door het feit dat Samson een complot op het spoor denkt te zijn. Een financiële transactie van ongekende om vang, waarin zijn naar het oostblok „verdwenen" eega Fiona een rol zou spelen. Deighton heeft in dit eerste trilogie-deel een beetje moeite om vaart in het verhaal te krijgen. Hij verliest zich wat te veel in persoonlijke trubbels van Samson, hetgeen sympa thiek, soms herkenbaar aan doet, maar veroorzaakt dat de lezer enige moeite heeft om bij de les te blijven. Pas in de laatste paar hoofdstukken ont staat enige tekening en de snelheid van handelen, die Deighton normaal gesproken eigen is. Het slot ontstaat na interessan te verwikkelingen en biedt de opening voor de twee reste rende delen van de trilogie. Waarvan het is te hopen dat Deighton die wat meer snel heid en afwisseling zal meege- FRANK WERKMAN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 17