m Spook van de armoede liet Charlie leven Moord in Paviljoen 5 CHAPLIN HONDERD JAAR GELEDEN GEBOREN Sfeervol concert van Con Amore in Hartebrugherk Beurs van zomerkleding KUNST/BUITENLANDSleidóaQowiantzaterdag is april 1989 pagina 8 £QC LONDON Het affiche van het eerste optreden van Fred Karno's London Comedians in Amerika anno 1910 heeft één pro fetische tekst. Onder een niet erg gelijkend portret van een aangeschoten heer met daarnaast de uit leg „presenting that cle ver English comedian Charles Chaplin" staat de regel „Oh! You'll remem ber me". De wereld zou hem herinneren en doet dat dezer dagen meer dan ooit. Morgen is het precies honderd jaar geleden dat de komiek Charles Cha plin werd geboren. Tv-stations allerwegen zien weer een gelegenheid om het stof van zijn films te blazen, een enkeling maakt weer eens een documentaire over Char lie. Maar de mooiste hommage aan de fenomenale komiek, over wiens creatie Charlie, de zwerver met bolhoed en slob- berbroek, filmregisseur Fede- rico Fellini zei „een Soort Adam, waarvan wij allemaal afstammen" is te zien in Lon den. In het Museum of the Moving Image, kortweg MOMI genaamd, aan de South Bank. Een uitgebreide exposi tie met Charliania in het mooi ste filmmuseum ter wereld. In het Londense MOMI naast het National Film Theatre in de walgelijke be tonnen kunstbunker die nota bene door de Prins van Wales, inmiddels berucht architec tuurcriticus, werd geopend is Chaplin weer thuis. Het mu seum ligt namelijk een dikke kilometer verwijderd van Lambeth, waar Charles Cha plin op 16 april 1889 werd ge boren in East Street (of East Lane, zoals Chaplin de straat zelf in zijn autobiografie noemt). Het laat-Victoriaanse Lambeth en Southwark zijn de binnenkomer in de expositie. Een armoedige, kale, neer slachtige wijk waar op de fo to's zelfs de Dickensiaanse krullen ontbreken. Zijn vader en moeder woonden er toen zij hun top bereikten in de Lon dense music halls. Charlie Chaplinm en zijn oudere stief broer Sydney kwamen er toen hun vader de familie had verlaten en hun moeder gezodnheidsproblmen kreeg in het „werkhuis" te recht. De wereld kent de ko miek Chaplin vanuit de perio de dat het succes begon. Die van zijn films in Amerika en van het Grote Geld. Maar het is die armoedige jeugd in Lam beth die het leven en het werk van Chaplin zou bepalen. Hij bracht er de ongelukkigste ja ren van zijn leven door, ver telde hij in „My life in pictu res". Hoe ongelukkig heeft hij lang verzwegen. Maar zoals al leen de journalist Dickens, die het zag, de armoede van een eerder Londen gestalte kon geven in figuren als Oliver Twist, Bill Sykes en Fagirt, zo kon alleen Charles Chaplin, die het aan den lijve onder vond, die periode weer herle ven als Charlie, The Tramp. Een karakter dat 10 januari j.l. precies 75 jaar geleden gebo ren werd in Chaplins tweede speelfilmpje in Hollywood. Die Charlie, of Chariot, werd al enkele maanden na de uit breng van zijn eerste film let wel: in die tijd een nationale figuur. Hij werd een wereldheld in een wereld die stikte van de „underdogs" die droomden van mooier en be ter. Chaplin zelf kon in „Char lie" zijn angsten sublimeren, de hardheid van het jij-of-ik- bestaan vormgeven. Zijn East Street werd op film „Easy street" waarin hij even hard handig als de zwaar gewenk- brauwde boef Eric Campbell vóór hem de buurt als politiea gent zou dwingen. De op straat geboren filosofie van oog-om oog. Later zou Chaplin schrij ven: „In die verre dagen, werd ik alleen bezig gehouden door honger en angst voor morgen, de eeuwige angst voor de vol gende dag. Geen enkele rijk dom zal me die angst kunnen doen vergeten. Ik ben als ie mand die achtervolgd wordt door een spook, het spook van de armoede, het spook van ontbering". Genadeloze hardheid In het Momi vind je de affi ches en bladmuziek met daar op de namen van Charles en Hannah Chaplin, die kort aan de top stonden. Chaplins vader f werd geveld door de drank. Zijn moeder raakte eerste haar stem kwijt, en in de armoede daarna begaf haar geest het. Zodat ze vele jaren in een in richting zou moeten doorbren gen. Aan de muren en in de vitrines van het Momi de maanbrieven van de overheid aan vader Chaplin om die paar shilling voor het onderhoud voor zijn zoon te betalen. Cha plin junior maakte zijn entree als jongetje in de vaudeville met zijn moede. Hij leerde daar de hardheid van het pu bliek kennen en zou daar later met „Charlie at the show" een filmische parodie op geven waarbij hij zelf als dronkeman de onruststoker onder de toe schouwers was. Als jongetje stond hij al in de schijnwer pers. Hij kende de nummers die zijn moeder als soubrette zong, imiteerde haar met suc ces voor haar collega's. Toen zijn moeders stem het bij een optreden begaf, en ze niet ver der kon, zond een slimme the aterdirecteur het jongetje Cha plin de planken op. Hij mocht zijn imitatie brengen. Het werd een enorm succes. Maar het tekende ook de genadeloze hardheid van het theater in die dagen, waar niemand echt opkeek van een tomaat. Mis schien heeft de angst voor dat veelkoppige monster publiek, waarbij succes en verguizing broertjes zijn, hem de keus voor de film doen maken. In elk geval was het een dappere keus voor een nieuw medium dat Chaplin in dat beroemde contract met de Keystone Film Company op 25 september 1913 verzegelde. Ook het con tract ligt in het Momi. Lady Chaplin Veel van de documenten en attributen in de expositie zijn in bruikleen gegeven door Lady Oona Chaplin, de wedu we van Charlie. Daarnaast is er het materiaal dat Chaplin zelf minitieus bijhield in knip- selboeken van zijn wereldsuc cessen. En er is zijn kostuum, de schoenen, het stokje, de bol hoed en de te wijde broek. Chaplin zelf heeft uit en te na het ontstaan en de betekenis van dat „masker" verklaard: De armoede, de hoop op beter met het snorretje van de ijdel- heid. Het zou in de loop der ja ren veranderingen ondergaan. In het Momi de vorm die het kreeg in een van de laatste op tredens van de klassieke zwer ver. In „Modern Times" (1936), een van Chaplin be langrijkste filmwerken. De ex positie gaat verder met Cha plin die zich zelf tot „Citizen of the world" maakt, Chaplin De kieine man bijna vermalen door de machine: klassiek beeld uit Chaplins meesterwerk „Modern Times". FOTO: PR die in de periode van de Kou de Oorlog Amerika van een andere kant ziet, de grijze Chaplin in Vevey. Alles fanta sierijk verbeeld en voorzien van teksten die uit Chaplins autobiografische teksten ko men: „My Trip Abroad", „A Comedian sees the World, „My Autobiography" en „My Life in Pictures". Zodat het lijkt of Chaplin zelf de gids is door dit leven in foto's, films, docu menten en herinneringen. Kinderspul? Hoe groot was Chaplin als ar tiest nu eigenlijk? Die vraag valt wel eens in een tijd waar in Hollywood grossiert in we reldsterren en waarin die alle maal miljonair lijken te zijn, of ze nu kunnen acteren of niet. Op de tv zie je zijn films, net zoals die van Laurel Hardy trouwens, vaak weggestopt in de hoekjes van de televisie kinderkamer. Is Chaplin „kid stuff" (kinderspul) geworden? Als we even de oudere filmer Chaplin vergeten die te ver weg was geraakt van de oer bron van zijn inspiratie, de angsten van zijn jeugd en het syndroom van de kleine-man- met-het-zyerverspakkie an. Dan blijft er een artiest zonder weerga over. Zet om het even welke collega in de kunsten met beelden van Chaplin in het donker en hij zal onmid dellijk herkennen en erken- Van Picasso tot Léger. Van Einstein tot Gandhi. „The Se venth Art" heet een deel van de* Momi-expositie dan ook. Dapp< het i De i ventiviteit van de filmer Cha plin, dé mime-speler Chaplin die als een balletdanser door die perfect gechoreografeerde zwart-wittë wereld wervelde, het idee van dat minieme zwervertje dat het op moest menen tegen alles dat groter was, mensen, dingen, institu ten, de wereld. Het werkt nog altijd. Kijk naar de eerste de beste straatartiest. Net zoals Fellini had ook hij niet be staan zonder Chaplin. En Cha plins werk was het eerste werk van een „komediant" dat door kunstcollega's over de hele wereld, door schilders, filmers, schrijvers en filosofen, als Kunst gerespecteerd werd. »er En dan neigen we te vergeten hoe dapper Chaplin was in de keuzes van zijn onderwerpen. Hij nam het op tegen de Kai ser („Shoulder Arms"), tegen Hitler die vier dagen na hem geboren werd („The great dictator"), tegen urbani satie en automatisatie („Mo dern Times"), tegen schijnhei ligheid, wreedheid en hypocri sie (o.m. „Monsieur Verdoux"). Hij nam het in Amerika op te gen het daar gepredikte isola tionisme, hij nam het op tegen het McCarthyisme. Toen film makers in Polen in 1980 een embleem zochten voor hun ge zamenlijke strijd voor vrijheid, kozen zij de figuur van de kleine zwerver Charlie als hun embleem. „Ik heb gehongerd, gestreden en om me heen geslagen", schreef Chaplin in een voor woord van een Duitse biogra fie uit 1929. „Tot mijn verdriet zich ontlaadde in gelach. En nu lacht de hele wereld om r en kent me als clown. Het goed, dat zovelen niet weten welke pijn ten grondslag ligt aan die lach. Zij zouden dan misschien nog alleen glimla chen, en uit die glimlach zou zich een traan losmaken. Ik heb heel hard gewerkt, als je aan-het-lachen-maken werk kan noemen. Waarschijnlijk zal ik er aan sterven. De r zal nog eens even de oren spit sen, zoals op Oudejaar in „Gol- drush", maar een nieuw» miek zal zijn schoten afvuren en Charlie, de clown, zal geten zijn. Wanneer een paar mensen dan weten, dat niet al leen een clown verdween, zal ik tevreden mijn onmogelijke schoenen uittrekken en zach tjes wegsluipen. Nergens heen". Dat „nergens" is „overal" ge worden. „Oh! You'll rei ber me" zei zijn eerste Ameri kaanse affiche. Chaplin is niet verbeten. Niet echt. RFRT .TANRMA Rust koers amster zeker is li veau dez< x Doi i klein gen w meer dai aantal n< de beurse mene ine eerste dri punt. Da 1,5 punt a de interi wijten di< een lage toonde d< deeld bee uitzonder del. De koop vertrouw vertrouw lende wordt. Ir beurs a beurs in matig o bedrijfsle kende r maar rek resultatei als k het Cent week me de groei r de t ringen, genheid, nationaal flatie, he goed, tei 1990 uits de werkl genkind, schuwd i te loonst Zorgen r zich ovei wikkelin Staten, c dat er w verbeter: tekort op op de b het Plan leggers ii tieke ine de Vere beleggen De groe hoeveel! landsche leiding 1 bezint zi gelen on verlenin topleidin banken ech gens de Algemer mggeei bovenm; Hij erke deel var of ook onr drijft, is leiding Nederlai kortlope de halfje langlope middeld sobligati Van de stond P langstell gehoude gaderinj de stemmir maatreg ste over In de wacht d flinke s die in c 18%-stij£ Met Cré i V< -v... nett duitkeri t/m 198 na belas de strop vorig j, winst v; Veel ni< wereld, steeg 45 den. O deze we Telegra; ters-Klu over: Gi Douglas plus 409 plus 209 to plus een ver Toch w stellinge zakte de brocade: bedrijfsi naar be bedrijfsi ren. Da iets kon aan eei niets mi maken ie wijte I eoncurr van de Paar ja< Philidor slaagt in moeilijk werk Fauré en Dvorak Concert door het Philidor Trio met medewerking van Tony Rous (viool) en Pieter Roosenschoon (altviool). Evenals bij zijn concert op 18 april van het vorig jaar, met violist Tony Rous en altist Pie ter Roosenschoon uitgebreid tot kwintet, trok het Philidor Trio met een van de late wer ken van Gabriël Fauré gister avond opnieuw een clubje van enkele tientallen fijnproevers van deze belangwekkende maar weinig toegankelijke muziek. Ditmaal was voor Fauré's kwintet in c (opus 115) gekozen, uitgevoerd door de genoemde gastspelers en de vaste leden van het gezel schap, Jet Röling (piano), Mi chel Francois (viool) en Chris- tiaan Norde (cello), stuk voor stuk musici met een uitsteken de staat van dienst. Het „moei lijke" werk van Fauré werd dan ook allerminst een opgave voor een beleefd maar ge kweld publiek. Met hun spran kelende vertolking van deze prachtige muziek namen de vijf musici radicaal elke reser ve, die wellicht na de waar schuwende inleiding van Jet Róling bij het publiek postge vat mocht hebben, weg. Haar toelichting had Jet Röling bo vendien geïllustreerd met Fauré's Barcarolle in C (opus 116) en de ernstiger Nocturne (opus 119), beide voor piano solo en uit dezelfde late perio de van de componist. Daarmee reeds de oren van het publiek voorbereidend op het aanslui tend uit te voeren kwintet. Het kwintet in c is absolute muziek die moeilijk onder één noemer te vangen is. De com pacte liggingen en ongebruike lijke samenklanken lijken soms aansluiting te vinden bij het impressionisme maar on derscheiden zich door een gro tere mate van abstractie: har monie en melodie gaan volle dig in elkaar op, terwijl mar kante ritmes wel geen over heersende, maar in ieder geval een heel eigen bijdrage aan het geheel leveren. Het trans parante spel van het Philidor Trio (Kwintet) zette de door wrochte compositie feilloos in zijn specifieke glans neer en vergrootte daarmee bij de aan wezigen aanzienlijk de waar dering voor deze muziek. Rag fijn samenspel maakte vooral van het andante moderato èn het allegro molto een feest. Na zo'n overwinning fungeer de Antonin Dvoraks romanti sche kwintet in A, met zijn zangerige motieven en warme, minder gecompliceerde ak koorden als een weldadig ver volg op het programma voor de pauze. Ook hier verbaasde het ensemble de zaal met een absoluut gevoel voor timing en zeer effectieve dynamische ef fecten. TOM STRENGERS Vier hulpverpleegsters van het Weense Lainz-ziekenhuis hebben afgelopen paar jaren zeker 48, maar misschien wel tweehonderd bejaarde patiënten gedood. Het laat zich raden dat de verontwaardiging in Oostenrijk geen grenzen kent. Want ook de nabestaanden van die andere duizenden patiënten vragen zich nu af of hun vader of moeder, hun opa of oma wel zo'n vredige dood is gestorven. Onze verslaggever peilde deze week de reacties in de Oostenrijkse hoofdstad. ROUW ROND WEENSE TATORTKLINIEK WENEN Ze is oud, heeft zilvergrijze lokken. Noem haar maar Maria. In de linkervuist klemt ze drie anjers: een witte, een rode en een rose. Aan haar rechterarm bungelt een tas. Maria weet wat ze wil. Het oudje sjokt weg van paviljoen 5. Enkele verpleegsters, een arts en even later ook een vrien delijke agent dringen vruchteloos aan op een te rugkeer. Maar Maria verkiest de houten banken in de vredige tuin van het ziekenhuis, waar keizer Franz Josef vanaf zijn sokkel streng over de perken tuurt. Ze sloft van het ene bankje naar het andere, achtervolgd door een radeloze maar vast houdende verpleegster. Na ruim een uur wordt dochter lief opgetrommeld. Die mag het weerbarstige oudje met dwingende hand naar binnen duwen. En daar, in paviljoen 5 van het Lainz-ziekenhuis in Wenen, zit ze nu ongetwijfeld nog. In het 'Dodenpaviljoen' van de 'Tatortkliniek'. Het oude, ma jestueuze hospitaal heeft sinds vorige week vrijdag geen ge brek meer aan lugubere bijna men. „Massamoord", draagt Andreas, een jonge Wener die net de poort binnenstapt, bij aan het drama. „Waar moet dat naar toe met de naam van Oostenrijk". Tegenover de politie hebben de vier hulpverpleegsters, de 'Engelen des Doods', inmiddels de moord op de 48 patiënten bekend. Volgens haar onder vragers heeft de 30-jarige hoofdverdachte Waltraud W. duidelijk gemaakt, dat het me rendeels „lastige patiënten" betrof, „die zo beter af zijn". De methodes van de vier lie gen er niet om. Ze injecteer den met overdoses insuline en het kalmeringsmiddel rophy- nol, of ze gaven de patiënten 'Mundpflege', zo bekenden ze. De vertaling van die laatste term, is niet zo onschuldig als hij klinkt: een mede-verdachte kneep de neus van een bejaar de dicht en hield de mond met een houten spatel open, waar op Waltraud W. een flinke hoeveelheid water naar bin nen goot, die doorsijpelde naar de longen. De Heks In Oostenrijk, Wenen en in de tuin van het Lainz-ziekenhuis in het bijzonder is het drama al een week lang gesprek van de dag. Tussen de perken van de 'Tatortkliniek', zij aan zij op de houten bankjes, wisselen de patiënten de jongste waarhe den en geruchten uit. Ze we ten dat Waltraud W. al jaren lang voor 'De Heks' dóórgaat en dat ze regelmatig beweerde: „Bij mij is altijd wel een bed vrij". Een lugubere boodschap, beseffen de patiënten nu ze daar in het Weense zonnetje over nadenken. „Maar geen naam in de krant. Ik moet hier nog langer liggen. Boven- mijn De vier verdachten in de Weense moordzaak van links naar rechts: Waltrud Wagner Maria Gruber Irene Leidolf en Stefanie Mayer. dien heb ik het best r De schrik zit er goed in. Niet »ens zozeer bij de patiënten die de inmiddels gesloten afdeling D van paviljoen 5 bevolkten. Veel meer bij het verplegend personeel. Dat mag van de po litie echter geen mond open doen in het belang van het on derzoek. Maar een hulp ver pleegster kan het niet laten. „Wanneer je nu bij een patiënt komt, weet je niet wat hij van je denkt: is dit een moordena res of een behulpzame De afgelopen dagen hebben de nabestaanden van de 3126 pa tiënten die sinds 1982 op de „Dodenafdeling" zijn gestor ven, massaal hun zorg geuit. Ze draaien het nummer van Heinz Denk, ombudsman van de Weense gezondheidsdienst. Lekke band Andere verontwaardigde men sen bellen niet. Ze reageren op hun manier. Een verpleger van paviljoen 5 vond dezer da gen zijn auto met lekgestoken banden terug op de parkeer plaats. En het aantal bommel dingen bij het Lainz-zieken huis is deze week opgelopen De bijzondere vergadering van de Weense gemeenteraad be gint donderdag met een mi nuut stilte. Burgemeester Hel mut Zilk praat over „het zwaarste uur uit mijn leven en misschien uit dat van alle raadsleden". En wethouder Stacher verkondigt: „Onze be langrijkste opgave is het nu om het vertrouwen van de pa tiënten in de artsen en ver pleegkundigen te herstellen". De gemeenteraad besluit een onderzoekscommissie van in ternationale experts in te stel len. Die moet uitzoeken hoe het allemaal zover heeft kun nen komen in het Lainz-zie kenhuis. En hoe het in de toe komst voorkomen kan wor den. De zoveelste commissie overigens die zich met de af faire gaat bemoeien. Ook de gezondheidsdienst heeft er al een aangesteld en burgervader Zilk besloot eerder zelf tot de vorming van een 'disciplinaire Moordzaken En uiteraard is er ook nog de afdeling moordzaken van de Weense politie. Die werkt met dertig man sterk aan de zaak van de 'Engelen des Doods'. De leider van het onderzoek is dr. Max Edelbacher. Hij wil wel even praten, ook al heeft hoofdcommissaris Gunther Bogl een informatiestop afge kondigd. Maar details kan en wil hij niet geven. Edelbacher wenst evenmin te speculeren. Hij houdt zich aan de feiten: vier daders hebben tot nu toe 48 moorden bekend, al krabbelen ze sinds donder dag weer wat terug. „Een van FOTO'S: AP de gevallen kunnen we met eigen bewijsmateriaal onder steunen. Alleen een bekente nis is onvoldoende voor een veroordeling". Misschien zijn er nog meer daders, doet Edel bacher geheimzinnig, mis schien loopt het slachtoffe raantal nog wel op. Het onder zoek heeft zich tot nu toe toe gespitst op de afgelopen twee jaar De komende weken dui ken de rechercheurs verder terug in de tijd. Een van de verdachten heeft al gezegd dat ze in dat geval op wel twee honderd doden kunnen stui- Edelbacher reageert ook op de kritiek die deze week over de Weense politie is heenge- strooid. „Die is onjuist, on rechtvaardig ook". De aantij gingen betreffen een eerder onderzoek van Edelbacher en zijn manschappen naar de mysterieuze dood van een pa tiënt in paviljoen 5. Op 19 april 1988 sterft daar de 84-jarige Anna Urban aan een overdosis rophynol. Een arts maakt te genover afdelingschef prof. dr. Franz Pesendorfer gewag van zijn vermoeden dat er opzet in het spel is geweest. De chef haalt de politie erbij. Maar als die naarstig begint te speuren op de afdeling, trekt Pesendor fer elke medewerking in. Hij weigert de naam van zijn in formant te noemen danwel an dere aanwijzingen te geven. „We stuitten op een muur van stilzwijgen. Daardoor liep het onderzoek vast", herinnert po litiechef Edelbacher zich. Deze week heeft Waltraud W. de moord op Anna Urban be kend. Inmiddels ook is prof. dr. Pe sendorfer tot nader order ge schorst. Burgemeester Zilk ging daar hoogstpersoonlijk toe over op aandrang van de politie, die dit keer niet op een muur van zwijgen wil vastlo pen. Haar vertrouwen in de chef-arts, die zelf vorige week overigens wel de zaak op nieuw aan het rollen bracht omdat hij zo zijn bedenkingen had over de dood van drie pa tiënten, is verdwenen. „Maar zie deze schorsing alsjeblieft niet als een voor-veroorde ling", smeekte wethouder Sta cher afgelopen woensdag. Pesendorfer voelt zich echter wel degelijk de zondebok. „Ie mand moet verantwoordelijk gesteld worden. Het is niet meer dan logisch dat ze dan bij het hoofd van een afdeling te recht komen. Vraag me niet hoe de vier tot hun daden zijn gekomen. Wellicht wilden ze tonen dat zij het zijn die het werk doen en dus kunnen be slissen over leven en dood". Daarmee verwijst Pesendorfer naar de discussie die in Oos tenrijk opgelaaid is over het werk en de competentie van hulpverpleegsters. Zij leren in 185 uur hoe patiënten te voe den, bedden te verschonen en bloemen te schikken. Maar in veel ziekenhuizen moeten ze het werk van een gediplo meerde kracht doen. TWAN VAN DEN BRAND Hartebrugkerk (Leiden): Concert door Christelijke Oratoriumvereni ging Con Amore onder leiding van In een gepaste entourage, de Leidse Hartebrugkerk, gaf Con Amore gisteravond een concert dat volledig uit reli gieuze werken bestond. Er heerste van begin af aan een wat ongedwongen sfeer, daar het merendeel van dè aanwe zigen achterstevoren in de kerkbanken zat om een goed zicht te hebben op het koor dat zich, op instagatie van diri gent Piet Kiel jr., boven, nabij het orgel had opgesteld. Deze oplossing was uit nood gebo ren, omdat wanneer het koor voorin zou staan, het moeilijk zou zijn om orgel en koor gelij ke tred te laten houden, aan gezien in de Hartebrugkerk de orgelklanken er enkele secon den over doen voordat ze voorin de kerk hoorbaar zijn. Grofweg viel het concert in vier delen uiteen: werken voor orgel (solo), werken voor koor met orgel, werken voor een altsolist en orgel en één werk voor een altsolist, koor en or gel. Het koor zong onder lei ding van Piet Kiel jr. geïnspi reerd, maar vaak wat te traag. Wel werd er overwegend zui ver en verstaanbaar gezongen, waarbij wel opvallend was dat de damesstemmen overheer sten. De samenwerking met het orgel verliep niet altijd even harmonieus, maar dat lag meer aan de onoplettendheid van de organist dan aan de in zet van het koor. Ook in de so- lowerken voor orgel viel op het spel van de organist het een en ander aan te merken. Het werk 'Komm Heiliger Geist, Herre Gott' van Buxte- hude (1637-1707) mocht nog overtuigend klinken, Joop Schets wist hier namelijk de melodieuze lijnen die door het werk lopen nog duidelijk tot uiting te laten komen. Met het 'Cantabile' van César Franck (1822-1890), dat door zijn wis selingen in dynamiek en regis ters van een hoge moeilijk heidsgraad is, kon hij wel erg slecht uit de voeten. Anders was het gesteld met de soliste Marijke Derksen. Hoe wel zij soms wat te uitbundig en met teveel vibrato haar lie deren zong, en in het lage re gister niet over genoeg volume beschikte, wist zij met haar warme stem te ontroeren en dan met name,in de 'Drei Bi- blische Lieder' van Antonin Dvorak. In deze fijnzinnige werkjes bleek ook duidelijk het vakmanschap van de Tsje chische componist uit de hele subtiele orgelversierinkjes. Con Amore wist het meest te overtuigen in de bekende koorwerken 'Lead me, Lord' van de Britse componist S.S. Wesley en het 'Geistliches Lied' van Felix Mendelsohn- Bartholdy (1809-1847). In het eerstgenoemde werk slaagde het koor erin de intensiteit die dit werk kenmerkt, doordat er van wisseling in de dynamiek in het geheel geen sprake is, naar behoren te vertolken. Het 'Geistliches Lied' van Mendel sohn vergde nog veel meer van het koor, en uiteraard ook van de solist en de organist. Gezegd moet worden dat hoe wel de overgangen in volume, zowel van koor, soliste en or gel niet altijd even mooi en soepel tot stand kwamen, de musici tesamen, door hun inle vingsvermogen in dit god vruchtige werk, tot een heel aanvaardbaar resultaat kwa- mei1 PETER VAN VEEN Voor een uitgebreide agenda, ook voor de ko mende dagen, raadplege men „UIT", de gratis we kelijkse bijlage van deze krant. bioscopen ALPHEN AAN DEN RIJN EU ROCINEMA I (Van Boetzelaer- straat 6, tel. 01720-20800): The Bear (al); 18.45, 21.15. za. zo. wo. ook 13.45. zo. ook 16.15. EUROCINEMA II: Rain Man (al); 18.45, 21.30. za. zo. wo. ook 13.30. zo. ook 16.00. EUROCI NEMA III: Dead pool (12); 18.30, 21.00. zo. ook 16.00. Avontuur met een staartje (al); za. zo. wo. 14.00. EUROCINEMA IV: Twins (al); 18.45, 21.30. za. zo. wo. ook 13.45. zo. ook 16.15. LEIDEN LUXOR (Stationsweg 19, tel. 071-121239): Twins (al); 19.00, 21.15. za. zo. wo. ook 14.30. LIDO en STUDIO (Steenstraat 39, tel. 124130): Rain Man (al); 14.30, 18.45, 21.15. Working girl (12); The Accused (12); The Bear (al); 14.30, 19.00, 21.15. A fish cal led Wanda (al); 19.00, 21.15. do. vr. ma. di. 14.30. Lady en de Va gebond (al); za. zo. wo. 14.30. •TRIANON (Breestraat 31. tel. 123875): Amadeus (al); 20.00. za. zo. ook 14.00. REX (Haar lemmerstraat 52. tel. 071- 125414): Maagd af (16); 14.30, 19.00, 21.15. KATWIJK CITY THEATER I (Badstraat 30, tel. 01718-74075): Fish called Wanda (al); 19.00, 21.15. za. zo. wo. ook 14.45. CITY THEATER II: Cocktail (al); 19.00, 21.15. zo. ook 14.45. Tom and Jerry (al); za. wo. 14.45. VOORSCHOTEN GREENWAY (tel. 01717-4354): A fish called Wanda (al); do. t/m zo. 19.00, 21.15. ma. t/m wo. 20.15. za. zo. wo. 15.45. Big (al); do. 19.00. vr. za. 19.00, 21.15. zo. 19.00. Mu- jeres (al); do. 20.45. zo. t/m wo. 20.45. 15.45. Frank en Frey; z zo. wo. 14.00. De nieuwe avoi turen van Pippi Langkous; z LEIDEN De Leidse zomer- kledingbeurs wordt dinsdag 18 en woensdag 19 april gehou den in het pand aan de Caeci- liastraat 18. De organisatie is in handen van de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen en de Unie van Vrijwilligers. Op 18 april kan de kleding worden aangeboden tussen tien en vier uur. Dinsdag avond wordt er verkocht van zeven tot negen uur. Dat ge beurt ook woensdag van tot twee uurr kaasma Commiss kg: Fabrii stuks. st< den per gram wit

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 8